T PTTVQnTF
I jh i unvn v'iwwis:
Hi# If Y M 'V
N°. 9783.
A0. 1892.
iJA.jl.AJ
Eerste Blad.
O r
a A JsLJ Jli~/ vy fry v:,ir
J0 r^- wj .y V r-
i l1* ~'A" -
I B B Hi f
PRIJS DEZER COURANT:
Vcw>r Leiden par 3 ui-vioden1.10.
l'r&ftco per pust1.40.
Afzonderlijke Nomuraie.0.05-
(ge.26 fCourcp.t wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zen- es feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTISN:
V*b 18 repel» f 1.05. Iedor* repel racer ƒ0.17^.
Orootere letters naar plaatsruimte. Voor bel
inoiösi-kvoe bui-on dn clad wordt ƒ0-10 borcfcc-ü
Bit Bommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 13 Januari.
Aan de universiteit alhier is liet doctoraal
examen in de geneeskunde afgelegd door do
Bieeren J. Rutscby en H. J. Do Witt en liet
Theoretisch geneeskundig examen door den
heer A. J. W. Heintz.
Dr. J. H. Gunning J.Hz., predikant by
de Ned.-Herv. gemeento alhier, heeft, als eerste
gift van buiten de stad voor liet oprichten
van een Wykgebouw, eene milde gave ont
vangen van onze beido Koninginnen.
Eene der laatste composition van den heer
Th. Enderle, de marsch voor piano, zal bin
nenkort verschenen bij de firma C. Kooyker
alhier, en, naar wy vernemen, worden opge
dragen aan de „Leidsche IJsclub".
Het volgende adres is aan den Raad der
gemeente Leiden verzonden:
Geven met verschuldigden eerbied te kennen,
de ondergeteekenden, allen te Leiden wo
nende werklieden,
dat z\j kennis genomen hebben van het
verzoek der hooggel. hoeren Yan der Ylugt
en Greven, om het onbebouwde gedeelte van
het terrein op de Boommarkt aan lien in
bruikleen te willen afstaan, ten einde daarop
een gebouw te stichten ter ontwikkeling van
den Leidschen werkman, zooals er in andere
steden reeds bestaan;
dat zy hiermede hunne groote ingenomenheid
te kennen geven, omdat zy de overtuiging
hebber., dat do uitvoering van dat plan door
den Leidschen werkman zeer zal worden ge
waardeerd, daar er velen zyn, die elke ge
legenheid tot ontwikkeling met beide handen
aangrypen
dat zy die overtuiging gronden op het feit,
dat de -Volksleeszaal", welke dezen winter
opgericht is, nu reeds eenige honderden leden
telt, en dat het Enquête-verslag over deze
rem een te aangetoond heeft, dat er veel, zeer
veel voor de beschaving van den Leidschen
yrerkraan behoort gedaan te worden.
Zij geven mitsdien Uwe Ed. Achtb. Ver-
fadering in overweging, op het verzoek van
ovengenoemde hoeren goedgunstig te beschik
ken en niet te veel waarde te hechten aan de
bezwaren, welke de bewoners der Boommarkt
daartegen mogen inbrengen, aangezien die
Ongerieflijkheden, door genoemde bewoners
pgesomd, niet in vergelijking kunnen komen
lY'e'O-.'il ie xv_>xi.
Aan 't leven weergegeven.
DOOR
HUGH CONWAY.
f2.)
„V<5< r wij over iets anders spreken", zeide
Antony daarop tot zyn oom, „moet ik er op
landringen, dat Pauline, van nu af aan, onder
mijn toezicht geplaatst worde. Zii, noch haar
brtuin, mag de prooi worden van een lagen
en gemeenen Italiaanschen avonturier, zooals
die vriend van u."
Dafc waren de laatste woorden, welke de
jonkman in zyn leven sprak. Macari deed eene
schrede nader, maar gaf door woorden en
vloeken geen lucht aan zyne woede, waardoor
iijn slachtoffer had kunnen gewaarschuwd
worden. Hy haalde den langen, scherpen dolk
uit zijne schuilplaats, en toen Antony, dit
ziende, zich achterover wierp in zijn stoel,
om den dolk te ontwijken, trof hem de neder-
vraartsche steek, met al de kracht van dien
sterken arm, midden in het hart. Antony
March was voor altyd tot zwygen gebracht.
Toen hy viel, hield Pauline eensklaps op,
en haar gil van schrik klonk door d9 kamer.
Van hare plaats voor de piano kon zy zien
met het grooto nut, dat de werklieden hebben j
zouden om geiegeld eene plaats te kunnen j
bezoeken, waar zij zich uitspannend kunnen
ontwikkelen en geene gelegenheid hebben zich
to buiten te gaan aan sterken drank.
Mot verschuldigde hoogachting,
(volgen 130 handteekeningen.)
Op do algemeen© begraafplaats te
Waddingsveen is het lyk van een der wei
nig overgebleven oud-stryders ter aarde be
steld. Het was dat van P. Kalkman. Op de
kist was het metalen kruis geschilderd. Zijn
wapenbroeder A. De Groot sprak eenige
dichtregelen aan het graf uit.
De bevolking der gemeente Noordwyk
bedroeg op 1 Jan. 1851: 1453 m. en 1500
v., te zamen 2953 zielen op 1 Jan. 1871:
1717 m. en 1757 v., te zamen 3474 zielen
op 1 Jan. 18912200 m. en 2250 v., te za
men 4450 zielen; en op 1 Jan. 1892:
2182 m. en 228S v., to zamen 4470 zielen.
In 1891 huwdon er 45 paren.
De „Peel- en Kempenbodo", nieuws- en
advertentieblad voor Eindhoven, Helmond en
Omstreken, bevat het volgende ingezonden
stuk uit Eindhoven, dd. 9 Januari:
Op Zondag, 3 Januari, hield do Eerwaarde
Heer L. Do Sonnaville, leeraar en muziek
directeur aan het Gymnasium te Katwyk a/d
Rjjjn, by den heer Madlener eene lezing in
besloten kring. De lezing in haar geheel weer
te geven zou ons te ver voeren; wjj geven
daarom slechts een kort verslag, met het dool,
om belangstelling to wokkon voor zyne loer.
Deze is:
„De Nieuwe verklaring van ons Notenstel
sel, in verband met de gewone notenkennis."
Wy laten den eerwaarden spreker zeiven aan
hot woord. H\j zegt:
„Is het waar dat ons notenstelsel eeuwen
heeft noodig gehad om zich te ontwikkelen,
en waren b. v. de noten op de lijnen reeds
100 jaar in gebruik, voordat men er aan
dacht noten tusschen de lynen te schryven,
dan acht ik verbetering nu nog mogelijk. Hoe
't ook zy, het leoren der noten voor klavier-
spel is gebrekkig, daar hot loutere dresseer-
en memoriowerk der gebruikelijke leerwijze
te veel tyd vordert en soms zulk een tegen
zin verwekt, Öat menig talent er voor zwicht.
Geen wonder, dat sommigen daarom andero
wegen inslaan (op gevaar af van hot oude
stelsel ten gronde te richten) en dat ik aan
het zoeken ben gegaan naar een middel,
waardoor ik, zonder nadoel voor de bestaande
gegevens, het doel gemakkelijker zal kunnen
bereiken. Wat ik gevonden heb, is allereen
voudigst en cischt geene invoering van nieuwe
pianomethodes. Onderwyzers en onderwijze
ressen mogen naar hartelust blyven les geven,
ik kom hun slechts een bescheiden middeltje
aanbieden, om eerstbeginnenden vlugger en
meergevorderden zekorder te helpen voort
gaan. Lang en breed wordt dit hulpmiddel
door my op conferenties uiteengezet, omdat
ik in groote aanschouwelijke voorstellingen
allerlei punten, die de notenleer raken, toe
licht, maar voor het wetenschappelijk ge
deelte, dat als grondbeginsel dient, is teekening
en beschrijving toereikend."
Tot zoover de spreker.
(Voor den belangstellende zy hier opge
merkt, dat teekening en besckryving voor 60
conts verkrijgbaar zijn by muziekhandelaars).
Do geheele leerwijze is hoogst eenvoudig;
hot verband tusschen het klavier en het
notenschrift is zóó aanschouwelijk voorgesteld,
dat een kind van 5 a 6 jaren dit inziet, en
dat «zelfs do meest opposante mensch moet
erkennen „Hoo eenvoudig, lioe schoon, hoe
practisch
Met het volste recht mag de heer De Son
naville gelyk weleer Archimedes uitroepen:
„Eureka! Eureka!" Want ook bij heeft
oone algemeone wet gevonden, eene wet,
waarop het geheele notenstelsel berustNaar
gelang een octaaf oven of oneven is, staat
de even of oneven reeks op de lynen en de
andere in de tusschenruiraten".
Voor hom, die zicli deze wet eigen maakt*
en ze inziet, verdwijnt het geheimzinnige van
ons notenstelsel; hy leert daardoor zonder
sloutelkennis do beteekenis der noten kennen,
ja zelfs omgekeerd (hoe paradox hot ook
schyne!) hy raakt door de notenleer vanzelf
vertrouwd mot de sleutels. Voorwaar eene
heoriyke vinding, die eens op eone der confe
renties van Z. E. een musicus van naam in
verrukking deed uitroepen„Ziedaar het ei
van Columbus!"
Het middel, dat do heer De Sonnaville ons
aan de hand doet, breekt niets af, maar bouwt op.
Het staat verre boven de vele Fransche
en Duitsche vindingen, die het dierbaar erf
goed der grondleggers van ons notenstelsel
verwerpen, onze kostelyke pianomethodes
afschaffen, het nraziekarsenaal onzer jeugd
vernagelen en onze ryke bibliotheken voor
het nageslacht onleesbaar maken. Het is als
't ware de sleutel voor de deur, die theorie
on praktyk gescheiden houdt, het is een
trechter, die op alle leerboeken past, en byge-
volg alles laat bestaan behalve de noodlottige
manier om de noten te leeren.
De heer De Sonnaville is niet alleen een
diep donker, maar ook een waar kindervriend.
Hy weet tot het kinderloven af te dalen, hij
heeft een middel gevonden, waardoor de jeugd
al spelende de noten leert, al spelende het
verband tusschen het notenschrift en het
klavier leert begiypen.
Dit kinderspel geeft ons het middel om de
„spes patriae" reeds op do kinderkamer op
oene aangename en weinig kostbare wyze in
de beginselen der toonkunst in te wyden en
de al gemeen o piano-malaise tegen te gaan.
Het was treffend om te zien, hoe do eer
biedwaardige grysaard een negental kinderen
geruimen tijd wist bezig te houden, hoe zij
hem aanhingen en al3 om stryd hunne dank
baarheid betuigden.
Herhaalde malen hieven zy een: „Langzal
hy leven!" aan, oen bewys, dat hy hunne
harten gewonnen had.
Verrassend zyn de resultaten, welke men
in een zeer kort tydsbestek door dit speel-
leermiddel verkrijgt.
Heden is onder voorzitterschap van mr.
J. G. Rochussen te 's Gravenhage het getuigen
verhoor voor een nieuw onderdeel der Arbeids-
enquöte aangevangen.
Gisteren herdacht de heer H. I. Cornet,
hoofd der school te Diepenveen, zyne 25-
jarige ambtsvervulling. Hij ontving vele be-
wyzen van sympathie.
Door den minister van koloniën zijn de
heeren W. Polman, T. Bykerk, A. Mioulet
en C'. Swanoveld gesteld ter beschikking van
den gouverneur-generaal van Nederlandsch-
Indiö, om te worden benoemd tot opzichter
3de kl. by den waterstaat en 's lands bur
gerlijke openbare werken daar te lande.
To Nijmegen is op 54 jarigen leeftyd over
leden de heer J. C. Van Steen, deken van
Nymogen en pastoor der H. Augustinuskerk
aldaar. De overledene, die voorheen eenige
jaren pastoor van Beuningon was, was eerst
onlangs tot zijne tegenwoordige waardigheid
benoemd.
Niet aan mejuffrouw Kreusler, maar aan
mevrouw Kreusler, do dame, reeds sedert 1879
by H. M. in dienstbetrekking, is door Hoogst-
dezolve de titel verleend van Lectrice van
Hare Majesteit do Koningin-Regentes.
By koninkiyk besluit is pensioen ver
leend aan: J. H. Roerdinkholder, ƒ318; J.
Vreeling, f 358; A. G. Hansum, wed. J.
Groenenberg, brievengaarder, f 60; C. Steen
bergen, wed. A. Mansvelder, brieven- en te
legrambesteller, ƒ105; J. Meulmeester, wed.
J. Grootjans, sluisknecht aan het kanaal door
wat er gebeurde. Is het wonder, dat zy er
half zinneloos van werd?
Macari stond over zyn slachtoffer gebogen.
Ceneri stond ontsteld over de misdaad, welke
in één oogenblik het uitvoeren van al zijne
plannen onnoodig maakte. De eenige persoon,
die bedaard bleef, was Petroff. Het was vol
strekt noodzakelijk, dat Paulino niet gilde;
daardoor zouden de buren gewekt worden.
Hij liep naar haar toe, wierp oen tafelkleed
over haar hoofd, drong haar naar de sofa en
hield haar daar vast.
Op dat oogenblik kwam ik zoo onverwacht
de kamer in, blind en hulpeloos, maar toch
voor hen schijnbaar als een bode der ver
gelding.
Zelfs de woeste Macari schrikte van my.
Het was echter Ceneri, die, uit instinct tot
zelfbehoud, een pistool greep en den haan
overhaalde; maar hy was het ook, die myn
jammerend beweren van blindheid onderzocht,
voor waar verklaarde en my het leven redde.
Toen Macari van zyn schrik bekomen was,
drong hy er op aan, dat met my zou gedaan
worden als met Antony March. Hy hief reeds
zyn dolk op, terwyl Petroff, die, ten gevolge
van myn binnenkomen, Pauline had losge
laten, my op den grond vasthield. Ceneri
wendde het staal af en redde my. Hij onder
zocht myne oogen en verklaarde myn be
weren voor waarheid. Er was geen tyd voor
beschuldigingen en weerleggingen, maar hy
zwoer dat er geene tweede misdaad zou be
gaan worden.
Petroff viel hem by en zoo moest Macari
eindeiyk wel toegeven, op voorwaarde echter,
dat er met mij zou gedaan worden, zooals
reeds verhaald is.
Hadden zy het slaapmiddel by de hand
gehad, dan zouden zy my dit terstond hebben
ingegevenmaar daar dit niet zoo was, wekten
zy de oude dienstmaagd, die niets wist van
het voorgevallene, en zonden liaar uit om
het te halen. De samenspanners hielden ray
inmiddels voorzichtigheidshalve by zich inde
kamer en zoo was ik een gedwongen getuige
van hetgeen zy verder deden.
"Waarom maakte Ceneri geen gewag van
de misdaad? Waarom werd hy, ten minste
na die misdaad, er een medeplichtige van?
Ik kan alleen donken dat hy slechter was dan
hy bekennen wilde of dat. hy bang was voor
do gevolgen van hetgeen aan het licht zou
komen. Immers, hy had eeno misdaad be
raamd, welke byna even boosaardig was, en
wat de toevertrouwde gelden betreft, zou
geene jury ter wereld hem vrijspreken. Mis
schien telden hij en Petroff een menschen-
leven met veel; ongetwyfeld waren hunne
handen niet rein van staatkundige moordeD.
Begrijpende dat een rechteriyk verhoor niet
in hun voordeel zou uitvallen, achtten zy
hot beter zich maar aan den kant van Macari
te scharen, alle nasporingen onmogelyk te
maken en allo sporen van de misdaad uit te
wisscben. Van dit oogenblik af was er niet
veel onderscheid tusschen de drie mannen,
wat betreft den graad van misdadigheid.
Nu zij het eens geworden waren, twijfel
den zy niet of alles zou naar wensch gaan.
Teresa werd in het geheim ingewyd. Dat
boteekende niets: zy zou op verlangen van
haren meester aan een dozyn moorden ge
holpen hebben. Het eerst van alles moesten
zy my kwyt zyn. Petrolï want Ceneri
wilde mij niet aan Macari toevertrouwen
ging uit en vond eene verlaten vigilante.
Voor eene extra fooi boven tarief huurde liy
die voor anderhalf uur, en daar het nog
nacht was, was het niet moeilyk my, in myn
bewusteloozen toestand, er in te krijgen.
Do koetsier werd door geld overgehaald op
de plaats te wachten tot de terugkomst
zyner vigilante.
Wordt vervolgd.)