N°. 9779. Zaterdag O Januari. A°. 1892.
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fêon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, S Januari.
Feuilleton.
Aan 't leven weergegeven
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Jü&onderlifke Nomraer»0.05.
PRIJS DER ADVERTENTlSN:
Van I6 regels 1.05. Iedere rogol moor 0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bni
Inco-isecnjG bmten de stad word; ƒ0 10 beretend-
Den lsten Februari a. s. zal do hoer S. P.
Perdyk gedachtenis vieren van zyne 25-jarige
ambtsvervulling als onderwijzer aan de Jon
gensschool 1ste klasse (hoofd de lieer G. Ja-
pikse). Allen, die denyverigen, geraoedelyken
man gedurende dat tydvak in zyne betrek
king leerden kennen, dus ook do ouders van
zoovele leerlingen dier school, zullen hem
gewis waardeeren en in zyne feestviering
deelnemen. Ook in andore betrekkingen
maakte hij zich vaak verdienstelijk, o. m.
als declamator, getuige zyn optreden in Volks-
bijeenkomsten, enz. Wie herinnert zich hem
b. v. niet in de rol van St.-Nicolaas, in de Stads-
zaal, en by meerdere gelegenheden. Ongetwij
feld zal het den geachten jubilaris op dien
dag dan ook niet aan bewijzen van belang
stelling ontbreken.
De 1ste luit. Van Weeren, van het 2de
bat. 4do reg. inf., is thans belast met de
leiding der vrijwillige oefeningen in den wapen
handel alhier en zulks ter vervanging van
den lsten luit. Den Beer Poortugael Baren-
dregt, die eervol van die betrekking is ont
heven.
Aan de universiteit alhier is het theo
retisch geneeskundig examen afgelegd door
den heer J. L. C. C. A. Le Rutte.
Thórèse Schwartze zal het portret van
wijlen prof. Kuenen schilderen, bestemd voor
de Senaatskamer der universiteit alhier.
Gisteren heeft voor de daartoe bestemde
commissie te 's-Gravenhage de luitenant ter
zee 2de kl. N. J. Van den Worm, gedetacheerd
te Leiden en werkzaam aan de Kweekschool
voor Zeevaart alhier, met gunstig gevolg het
examen afgelegd voor den rang van luitenant
ter zee der 1ste kl.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Kieuw-York, door middel
van het stoomschip „Amsterdam", van Rotter
dam vertrekkende. Ten postkantore alhier
moeten de brieven enz. uiteriyk Vrydag-
avond om 10.15 bezorgd zyn.
De wyze van verzending behoort duidelyk
op het adres vermeld te worden.
Aan de christelyke bijzondere school te
Voorschoten is benoemd tot onderwijzeres
mejuffrouw H. Gobius du Sart, die deze be
noeming hoeft aangenomen.
Het aantal geboorten in de gemeente
Zoeterwoude was in het afgeloopen jaar mid
delmatig; het bedroeg 168. Dat der huwe
lijken was zeer gering, slechts 18, en dat der
sterfgevallen was vry aanzienlijk, te weten 133.
Beroepen is to Noordwyk-Binnen ds. S.
Verhoeff, te Eemnes-Binnen.
De heer H. J. Van Nouhuys, predikant
by de Nederduitsch-Hervormde gemeente te
Oudshoorn, herdacht gisteren zyne vyf-en-
twintig-jarige ambtsbediening, waarbij hem,
zoowel uit zyne eigen gemeente, als van
geestverwanten uit den omtrek en van tegen
woordige en voormalige ringbroeders, talrijke
blijken van sympathie ten deel vielen.
De toestand van den aartsbisschop van
Utrecht, Mgr. J. Heykamp, blyft nog even
zorgwekkend.
Naar het „D. v. Z.-H." verzekert, zou
in het begin der volgende maand andermaal
een raout ten Hove worden gegeven.
Naar het „Hbl." verneemt, zal een wets
ontwerp tot wijziging der artsenwet wéldra
bij de Tweede Kamer worden ingediend.
De minister van koloniën brengt ter
kennis van de belanghebbenden, dat by het
corps genietroepen te Utrecht de gelegenheid
bestaat voor vier jongelieden van zestien tot
achttien jaar, om te worden opgeleid tot kor
poraal en sergeant by de Indische genietroepen.
Te 's-Gravenhage is, 75 jaar oud, over
leden de heer J. J. Groeneveldt, oud-burge
meester van Schoonhoven.
In den Rotterdamschen gemeenteraad
werd gisteren mededeeling gedaan van het
voornemen tot uitgifte eener 3y2-pcts.-geld-
leening van drie millioen.
Het stoomschip „Semarang," van Rot
terdam naar Batavia, arriveerde 7 Jan. te
Marseille; de „P. Caland" is 7 Jan. van Am
sterdam te Nieuw-York aangekomen; de
„Zaandam," van Rotterdam naar Baltimore,
passeerde 7 Jan. Dover.
Gemeenteraad van Leideu.
Vervolg der zitting van gisternamiddag.
{Voortzetting der beraadslaging over het
tarief voor de verhuring der Stad-szaal.)
Volgens den heer Juta moet men niet ver
geten dat alle zalen zooveel meer gerief
lijkheden aanbieden by vroeger vergeleken,
zooals gebruik van foyer, garderobe, receptie
zalen, enz.
Nadat de Voorzitter had opgemerkt dat
f 30 huur nü, eigenlyk nog minder is dan
f 20 vroeger met de oude zaal, werd tot
stemming overgegaan.
Het eerst stelde de Voorzitter aan de orde
het amendement-Kaisergroote zaal f 10
huur tot 's namiddags 4 uren20 huur
's avonds, 30 den geheelen dag.
Daar was de lieer Kaiser echter tegen.
Hy had ook amendementen voorgesteld be
treffende de andere lokalen, welke amende
menten allen één geheel vormden, in ver
band met de berekening der bediening, enz.
Die verschillende amendementen konden
dus niet gescheiden worden. Liever zou hy
dan z\jn voorstel intrekken.
Hierop volgde eene langdurige onderlinge,
meer vertrouwelijke bespreking en beschou
wing der verschillende stelsels, waarvan het
gevolg was, dat de Voorzitter mededeeldo
dat het verdere debat eigenlyk moest ge
schorst worden; immers de amendementen
van de heeren Van "Wyk en De Jeude
konden wel gelijk met het voorstel .van B.
en Ws. worden behandeld, omdat het voor
naamste verschil alleen bestond in het ge
bruik van den foyer, maar het amendement
van den heer Kaiser is van een geheel ander
systeem, dat het geheele stelsel omverwerpt.
De heer Was stelde daarom voor dat de
verschillende voorstellers met B en Ws. in
nader overleg zouden treden.
De heer Fockema Andreae wenschte dat
door den heer Kaiser werd voorgesteld om
in beginsel eerst te doen uitmaken of de groote
zaal met of zonder den foyer zal verhuurd
worden.
Daar was de Voorzitter niet tegen, maar,
merkte hy op, de heer Kaiser wil alle
lokalen van elkaar los maken.
Het beginsel van het voorstel van den heer
Kaiser werd met 15 tegen 6 st. verworpen.
Het amendement-Van Wyk c. s., om de
huur der groote zaal met foyer tot 's namiddags
4 uren van f 25 op f 20 te brengen, werd
met 11 tegen 10 stemmen verworpen.
Het amendement derzelfde heeren, om de
groote zaal ook te verhuren zonder foyer,
maar met behoud van receptie- en stemkamers,
werd met 10 tegen 5 stemmen aangenomen.
Zonder foyer wordt daardoor de huur
der groote zaal: tot 'snamiddags 4 uren/"20,
van 's namiddags 5 uren f 40, den geheelen
dag f 50.
Deze pryzen werden zonder stemming goed
gekeurd.
Met foyer enz. zijn de pryzen resp. f 25, f 50
en f 60, gelijk door B. en Ws. was voorgesteld.
Met 14 tegen 7 stemmen werden de pryzen
der beide receptiekamers overeenkomstig
het amendement-Van Wyk c. s. gesteld
op: tot 's namiddags 4 uren f 4, van 'sna
middags 5 uren f 6.50, den geheelen dag/"8.
(Door B. en Ws. was resp. voorgesteld f 5
ƒ10 en ƒ15
De huur van ééne der receptiekamers werd
met 11 tegen 10 stemmen vastgesteld op:
tot 's namiddags 4 uren 2.50, van's namid
dags 5 uren f 3.50, den geheelen dag ƒ5.
(Door B. en Ws. was voorgesteld ƒ3, 6 en ƒ10.)
Bovenzaal zonder foyer: resp. ƒ5, 8
en ƒ10.
De pryzen van de bovenzaal en den foyer
bleven als die door B. en Ws. waren voorgesteld
Bovenzaal met foyer: ƒ15, 30 en 35.
De foyer alleen: resp. ƒ10, f 20 en 30.
Daarna namen de beraadslagingen een aan
vang over het verleenen van abonnement.
Door B. en Ws. was voorgesteld om den
huurprijs mot 25 pet. te verminderen voor
^minstens 20 dagen of avonden. De heer Zil-
lesen stelde voor dit laatste cyfer te brengen
op 10 (o. a. met het oog op de Volksbyeen-
komsten, welke slechts 10 of 11 lezingen
houden), welk amendement echter werd ver
worpen, zoodat het voorstel van B. en Ws.
bleef gehandhaafd.
[De heer Cock heeft inmiddels de vergade
ring verlaten].
Nog werd door den heer Fockema Andrem
er op gewezen, dat by de eerste kamer-
muzieksoirée van den heer Mann gebleken
is dat de bovenzaal niet zeer gezellig is.
Daarom zou hy wenschen dat ook de foyer
er voor kon gebruikt worden. Daartegen
kwamen de heer Schneither en de Voorzitter
op, omdat de foyer daarvoor niet is inge
richt. Er is geen orkest en in de oude zaal
werd geklaagd over het leven op de straat.
Ook zeide de heer Juta dat hy het jammer
zou vinden als de nette foyer voor andere
doeleinden werd gebruikt dan waarvoor dit
lokaal, waarin voor een orkest misschien weer
gebroken zou moeten worden, oorspronkelyk
bestemd was.
Met 13 tegen 7 stemmen werd echter be
sloten dat de foyer alleen verhuurd zal wor
den voor het houden van partyen, diners, feli
citation en recepties.
Door den heer Was werd voorgesteld om
te bepalen dat de receptie-kamers niet mogen
gebruikt worden voor partyen of diners, welk
amendement met 15 tegen 5 stemmen werd
aangenomen.
Het amendement Van Wyk: „wanneer
tooneel- en gymnastiek-vereenigingen en mu
ziekgezelschappen de groote zaal voor één
avond gehuurd hebben, en deze mede den
avond te voren voor de repetitie gebruiken,
wordt voor beide avonden het tarief voor één
geheelen dag toegepast", werd zonder hoof-
delyke stemming aangenomen.
DOOR
HUGH CONWAY.
64.)
„Nu wordt my alles duidelyk", zeide hy.
„Hy verried eene samenzwering, die wellicht
een gouvernement zou omvergeworpen heb
ben, en dat enkel om my uit den weg te
krygen. Die laaghartige vent! Waarom niet
my alleen vermoord? Waarom anderen mede
in het ongeluk gesleept? Antony March Myn
God, wat een schurk
„Zyt gy zeker dat Macari u verried?"
„Zeker? Ja; de man, die naast my in de
cel zat, tikte het my op den muur. Hy was
er achter gekomen."
„Ik begryp u niet."
„Gevangenen kunnen soms met elkander
spreken door op den tusschenmuur te tikken.
De man, die in de cel naast my zat, was
een van ons. Lang voordat hy volslagen
krankzinnig werd door de maandenlange een
zame opsluiting, tikte hy voortdurend op den
muur„verraden door Macari." Ik geloofde
hem. Hy was een te eerlyk man, dan dat
hy eene beschuldiging zou doen zonder be-
wys. Maar tot nu toe kon ik het doel van
het verraad niet gissen."
Het gemakkelykste gedeelte van myne taak
was volbracht. Met Macari's gewaande bloed
verwantschap was het uit. Nu moest ik ver
der gewaarworden, wie het slachtoffer was
van die misdaad, nu reeds jaren geleden begaan,
en wat de reden was van die afschuweiyke
daad. Ik moest vernemen dat Macari's verkla
ring volkomen valsch was en ingeblazen door
boosaardigheidanders zou ik by myne lange
reis niets gewonnen hebben. Is het wonder,
dat my de lippen beefden, toen ik dat onder
werp aanroerde?
„Nu, dr. Ceneri", zeide ik, „nu heb ik eene
gewichtige vraag te doen. Had Pauline een
minnaar, vóór ik haar trouwde?"
Hy trok de wenkbrauwen op.
„Gy zyt immers niet hier gekomen met
die vraag, om van een aanval van minnenya
te genezen?"
„Neen", zeide ik, „gy zult mijne bedoe
ling later hooren; antwoord my maar
eens eerst."
„Zy had een minnaar, want Macari deed
zich als zoodanig op, en zwoer dat zy zyne
vrouw zou worden. Maar ik kan u ten stel
ligste verzekeren dat zy zyne liefde nooit be
antwoord heeft."
„Heeft zy ook nooit iemand anders bemind?"
„Niet dat ik weet, maar ik begryp u niet
recht. Waarom vraagt gy dat? Misschien
heb ik niet goed gehandeld jegens u, mynheer
Vaughan, maar, uitgezonderd hare geestver
mogens, was Pauline eene volkomen goede
vrouw voor u."
„Gy hebt verkeerd gehandeld jegens my;
dat weet gy. Welk recht hadt gy, my eene
vrouw te laten trouwen, wier verstandelyke
vermogens gekrenkt waren Dat was omtrent
ons beiden slecht gehandeld."
Ik was eenigszins ontstemd en sprak dien
overeenkomstig. Ceneri was niet op zyn ge
mak. Als ik vergelding gewenscht had, zy
was hier: het zien van dien ongelukkigen,
in lompen gehulden, uitgeteerden man, met
de wetenschap van hetgeen hem verder
wachtte; dat alles zou de mate gevuld heb
ben van hetgeen het meest wraakgierig ge
moed zou hebben kunnen wenschen. Ik ver
langde geene vergelding.
Aan alles kon men zien, dat hy waarheid
sprak, toen hy my verzekerde, dat Pauline
nooit bemind had. Macari's leugen was te
niet gedaan, zooals ik wel dacht, toen ik de
laatste maal haar schoon gelaat had aange
staard. Pauline was onschuldig als een engel.
Maar nu moest ik nog weten wie de man
was, wiens dood haar een tyd in hare ver
mogens gekrenkt had.
Ceneri sloeg een ontróerenden blik op my.
Giste hy wellicht wat ik hem nu zou vragen
„Zeg my nu eens", zeide ik, „den naam
van den jongen man, die door Macari te
Londen is vermoord in tegenwoordigheid
van Pauline; zeg my eens: waarom is die
vermoord?"
Zyn gelaat werd aschgrauw. Hy scheen
ineen te zullen zinken, zonder taal ofteeken
te kunnen geven, zonder de oogon van mij af
te kunnen houden.
„Zeg my eens", herhaalde ik „wacht,
ik zal u alles goed herinneren, dan weet gy
dat ik goed ben ingelicht. Hier staat de
tafelhier staat Macari achter den man, dien
hij met zyn dolk vermoord heeft; hier zit gy
en achter u staat nog een man met een lit-
teeken over de wang. In de achterkamer,
voor de piano, zit Pauline. Zy zingt, maar
houdt plotseling op, toen de vermoorde neer
valt. Is de beschryving getrouw?"
Ik had levendig gesproken, in woorden en
gebaren. Ceneri's ooren hadden elke syllabe
opgevangen; zyne oogen hadden elke bewe
ging gevolgd,
(Wordt vervolgd