afgotreden er- T meen secretaris-penning meester optreed' werd tot lid van het hoofd bestuur gekozen de hoor J. Van den Berg-Tr. (Heemstede), m-.t stemmen, tegen 23stem- mon op den hoor Blokhuis (Lisse). Op voorstel der ,-fdeeling "Westland (P. F. L. Waldeck) werd de lieer J. H. Krela^e zonder stemming als voorzitter herkozen (voor een tijdperk van drie jaren); do heerKrelage verklaarde zich bereid de benoeming aan te nomen. Behalve hot reeds vermelde, stond voor deze vorgadering op de agenda als voorstel der afdeeling "Warmond om door de Vereeni- ging stappen te laten doen liet zoogenaamd toetal of 4 pet. plus 1 pet. voor potgeld in den handel in bloembollen af te schaffen. Hot hoofdbestuur was van meening, dat de Ver- oeniging geen besluit kon nemen zooals door de afdeeling werd :;ewenscht; het geldt hier toch de veranc'"ring van voorwaarden, waarop handelszaken Jen gedreven, en na de vast stelling daarvan moet ieder handelaar vry bleven. Deze k kon niet geacht worden by de Vereenig mg te huis te behooren, en zoo men oen besluit als voorgesteld nam, zou daardoor ongctwyfefd tweedracht en dishar monie tu8schon do beoofenaars van het vak ontstaan en daardoor de bloei der Voreeni- ging in de waagschaal worden gesteld. De afgevaardigde van "Warmond vorklaarde zich bereid, op grond van het praeadvies van het hoofdbestuur, het voorstel zyner Vereeniging in to trekken, maar wenschte eerst de zaak zelve besproken te zien. Blijkbaar was men echter van oordeel, dat ook eeno discussie over dat onderwerp in deze vergadering niet te huis behoorde, welke meening door den afgevaardigde van Uitgeest werd uitgesproken. Het voorstel we. i dus zonder beraadslaging ingetrokken. De voorzitter wees er op hoe van 11 14 Maart a. 8. te rvoon Bloemendaal en van 17-20 Maart a. Oegstgeest en omstreken tentoonstellingen v. i bloeiende bolgewassen zullen worden g - len en noodigdo do loden uit tot deelneming. Ook de afdeeling Lisso had eene dergclyko tentoonstelling aangekon digd tegen 12- :4 aart, maar daarvan geen programma ve I. Do afgevaardigde van Lisse gaf te k< dat deze tentoonstelling meer van huishoudelyken aard zou zyn. Niet temin wees do -rzitter er op, dat zy, volgens liet nu bepaalde plan, samen zou vallen met de tentoonstelling Ovt rveen Bloemendaal, hot- geen door hem in wenscheiyk wordt geacht, on gaf daarom den afgovaardigde in ovorwo- ging deze zaak nog eens in de afdeeling ter sprako te brengen. Ton slotte decide do voorzitter mede dat do Vereeniging oogenblik telt 826 leden, 23 donateurs lid-leerlingen, te zamen 895; tegen in December 1890 609 leden, 15 donateurs en 4.". «erlingen, tozamon667; dus is het getal e ifribueerende loden ineen jaar met 228 vorm -erderd. e m t: ii g d Nieuws. De arrestatie en bekentenis van don moordenaar der oudo mevrouw Dellard, die voor drie woken op den boulevard du Temple to Parijs werd vermoord, waarbij ook liare dienstbode eene gevaarlijke wond kroeg, is in do Fransch-:- .ofdstad het groote onder worp der gespreken in d$ jongste dagen gowoest. Do moorden 0'd 2de luitenant op non activiteit van het -tsto linieregiment, in gar- ouia Anastay. Uit het gedaan met zekerheid, dat de dader vroeger ,-io Dellard bekend moost «veest; men 1 id bovendien z\jn signa- nt E ne vroeg re dienstbode, madame aooret, word raagd, en de7te noemde o. a. Ana- v, (.nu; .»l zjj hem niet alleen kende als bozook v ten hu o der Dellards, maar ook ten gevok van omgang met een harer zonen. Hot luidde niet gunstig. Ge- constateer t, dat Anastay sedert 1 De cembor te i'av; ;s, dat hy niet gunstig bekend st-.-ud b' ,n corps, terwyl mede was uitgemaakt, dat net mes, voor de misdaad ge bezigd, uit Lyon u'Tomstig was. De jonge officier word gearresteerd en ont kende by». gen lang hardnekkig, of schoon dog .ve - nstbode stellig verklaarde hem te herktuin Zelfs had hij eene soort van „alibi", ut wol niet volkomen was, maar toch eenigon indruk maakte. Ongeveer drie kwartier na don moord bevond hij zie'» ten i huizo van oude vrienden, mevrouw Labbóe Des Londes *-n liaron zoon, waar hp 'i middag maal gebruikt-- n spraakzaam en opgeruimd nizoen te L onderzoek v was. Toch had hp pas zyno vreesolyko daad volbracht en in een „cabine-tcilotto" v^n z\jn handen en overjas het bloed afgewischt van twee onschuldigo vrouwen, voor zoover hom bet end was van wie de eene hem slechts vriendelijkheid bewezen had. Te elf uren 's avonds ging hp heen en werd door den jongen Labbóe naar den onnibus vergezeld, Toon dezo laatste zyne verwondering te kennen gaf over den oploop van menschen op den boulevard du Temple, zeide Anastay „Ik geloof dat ze daar een meisje uit hot venster hebben gosmeten." Herhaaldelijk had hy sedert do familie bezocht, maar niemand had ooit iets byzonders aan hem bespeurd. Dit laatste hebbon ook Anastay's vaderen z\jn broeder verzekerd, ofschoon zy, bekend mot zyn geldnood, hem terstond verdachten toen zij 't signalement des moordenaars in de bladen lazen, en hem daarom nauwkeurig gadesloegen. Zaterdag-avond heeft hy echter den chef van den veiligheidsdienst Goron en het lid der kamer Gévolet (een nabestaande der familie Dellard) doen weten, dat hy bekentenissen wilde afleggen en lilj heeft zijne misdaad ten- volle beleden. Schulden ten gevolge zyner losbandige levenswijze hadden het plan tot eon moord by hem doen rijpen, ten einde zich dan met het geld van zijn slachtoffer te ver rijken. De oude mevrouw Dellard, by wiehy in vroeger jaren vaak gastvry ontvangen werd, was de ongelukkige, op wie zyne keuze viel, Toen hy vooral na confrontatie met den zoon, zijn vroegeren vriend, onder een stort vloed van tranen bekende de misdaad te hebben gepleegd, legde hy daarby de volgende verklaring af, waarvan de waarheid door ver schillende getuigen wordt bevestigd: „Den lsten December vertrok ikvanLyon, daar ik ten koste van alles geld moest zien te krygen om myne schulden te betalen, wilde ik in de oogen myner kameraden niet onteerd zyn. Alvorens Lyon te verlaten, kocht ik twee messen (waarvan het eene is teruggevonden in do kamer van het slacht offer) en begaf my naar Parys, waar ik on- niiddellyk dacht aan do barones Dellard, met v. lor familie ik steeds bevriend was geweest. Ik ging naar haro woning, boulevard du Temple 42." Toen de oudo dame, wier dienstbode uit was, opendeed, vroeg hij, of zy alleen was. Op het bevestigond antwoord volgde by haar in de kamer van haren zoon. Na enkele woorden gewisseld en op zyne vraag om geld tot antwoord gekregen te hebben, dat zy hom daaraan niet kon helpen, wees do bezoeker naar eeno schildery aan den muur, met de woorden„Dat is het portret van uwen man, nietwaar?" Werktuiglijk wendde mevrouw Dellard zich naar het stuk on op hetzelfde oogenblik wierp Anastay zich op haar en snood haar den hals af. Zenuwachtig begon hy daarop terstond de meubelen te doorzoe ken, toen de thuiskomende dienstbode hem stoorde. Zonder aarzolon ging hy haar te lyf, maar het mes gleed uit. Overtuigd dat zy althans bewusteloos was, nam hy de vlucht. Daarna gaf Anastay nog eenige byzor.der- heden uit zyn leven, zyn verbiyf in hot gar nizoen te Lyon, waar hy geheel onder den invloed was gekomen van zekere dansores, die hem onophoudelijk geld afperste en voor wie by zich diep in schulden stak. Om eene meer winstgevende betrekking te zoeken in Partys, vroeg hy ontslag uit den werkelyken dienst, voorgevende aan gezichtszwakto te ïyden. wat na geneeskundig onderzoek wer- kelyk bleek het geval te zyn. Ook verklaardo oon der doctoren by die gelegenheid, dat Anastay lydendo was aan hersenverweeking, welke wel eens tot waanzin zou kunnen over slaan, - oene verklaring, welke ongotwyfeld gewicht in de schaal zal loggen by do be- handoling der zaak voor het hof van assises. Den dag na de daad had hy tweemaal in uniform over den boulevard du Temple ge wandeld en verschillende bezoeken afgelegd. In den voormiddag vóór den moord had hy mevrouw Labbóe een bezoek gebracht en by die gelegenheid in den loop van het gesprok haar het een en ander gevraagd omtrent de wyzo, waarop zii haar weduwenpensioen ont ving enz., waarop genoemde dame had geant woord dat zy in dezen tyd van diefstallen en moorden steeds zorgde nooit meer dan een honderd fr. in huis te hebben. "Wie weet of deze opmerking haar niet het leven gered heeft! Eene curieuze omstandigheid is deze, dat de portefeuille, welke volgens verklaring van alle getuigen de moordenaar onder den arm had toen hy zich by de barones aanmeldde, enkel in hunne vorbeolding blykt bestaan te hebben. Zy scbynen een regenscherm daarvoor te hebben aangezien. Anastay moet tot voor twee jaar een bernin- nelyk en zachtzinnig jongeling geweest zyn. Naar gemold wordt, heeft hij thans zyne kalmte en zelfbeheersching geheel herkregen. Volgens de „Figaro" verhaalt de herstelde dienstbode Delphine Houbro don op haar ge- pleogdon aanslag aldus: „Toen ik thuis kwam, had ik myae bood schapmand en melkkan in de keuken gezet. Ik trek myne schoenen uit en ga op myne pantoffels rustig naar de eetkamer, om zoo als altyd daar de lamp aan te steken. Bin nenkomende zie ik oen heer tegen het raam staan, met een zóó vreemd, verwilderd ge zicht, dat ik denk"Wat is dat voor een vent, dien mevrouw ontvangen hoeft? En hardop zeg ik: Wat is er van myn heers dienst? Onmiddellyk vliegt hy op my toe. Ik wil.... zei hij; en zonder een woord meer pakt hy me by den arm, drukt me vast en stoot me van achter een mes in den nek. Ik verweer me met de andere hand en zoo kreeg ik eene snee in den vinger. Ik bleef me verweren en schreeu wen. Toen smyt hy me tegen den grond, den neus op den vloer, en beproeft me den nek door te zagen. Krak, krak, ging het. Maar gelukkig was myn haar losgeraakt, ik had een gesteven kraag en bovendien een halsdoek om en dat was myjn behoud. Toen moet hy do kluts kwijt geraakt en gevlucht zyn. Maar ik deed het venster open on riep: Houdt hem, het is een moordenaar, hy heeft me den hals doorgezaagd! Men had hem zoo gemakkelyk kunnen vatten. Toen ik ze daar op de binnenplaats met hun drieën of vieren zag en ze hem Heten doorgaan, had ik wel kunnen stikken van kwaadheid". Nog wordt gemeld dat Anastay voor den burgerleken, niet voor den militairen rechter zal verschynen. Zelf moot hij aan zyno be- wakors gezegd hebben: „Men guillotineert geen officier." Men begrypt dat de ontroering, vooral in de ryen van het leger, groot is, dat een offi cier nog wel afkomstig van de gunstig gereputeerde school van St.-Cyr zich schul dig maakt aan oen moord, waarvan diefstal do beweegreden is. Alles, wat over Anastay aan den dag komt, strekt slechts om hom in een nog ongunsti ger licht te stellen. Zoo biykt o. a. dat hy, toon hy op het punt stond zyn regiment te verlaten, wegens oplicbtery werd aangeklaagd. H(j had op crediot een bicycle van 400 fr. gekocht en die a contant voor 200 fr. verkocht! Tg F a r y s zyn geruchten ia o ra- loop omtrent een nihilistisch complot, tegen hot Russische gezantschap aldaar gesmeed. Men zegt dat do politie reeds verscheidene te Parys gevestigde Russen heeft aangehou den. De „Caulois" spreekt dat alles echter beslist tegen. De Influenza. Deze ziskto, eene soort van griep, die vocz- nameiyk. in den winter van 1839-1890 zoo stork in <Mi3 land geheerschfe heeft, is sedert eenigen tyd in Europa, vooral te Beriyn en kortelings ook in sommige steden van gas v.iderlaad, als Amsterdam, Gorkum, esz. weder opgetreden. Het kan daarom van belang en nuttig zyn, hier kortoiyk mee te deolen, wat door den directeur der 2de geneeskundige kliniek in de Boriynsthe Charité, den geheimraad Gerbardt, omtrent de influenza wordt vermeld. De ziekte-verschynselen, onder don geza- mcniyken naam van influenza bekend, werden vroeger, o. a. in de jaren 1847 en 1876, reeds epidemisch waargenomen. Maar zulk eene pandemie (algemeeno volks-ziekte) als twee aren geleden heerschte, was geheel nieuw en onbekend. Zy kwam uit het Ooston tot ons. In Mei 1889 openbaarde zy zich te Bu- chara (do hoofdstad van Usbekistan of onaf hankelijk Tartarye in Azië), doorliep Aziatisch Rusland en kwam in Sept. in St. Petersburg daarna breidde zy zich snel over Europa uit. Van de hoofdsteden Beriyn, Weenen, Parys en Londen ging zy als 't ware straalsgewyze ver der. Meestal heerschte zy slechts 3 a 4 weken, hoogstens 2 a 3 maanden op dezolfde plaats. Van Europa ging zy naar Amerika, en verder naar Oost-Aziê. Nu is zy weder in Europa en in ons vaderland. Haar karakter scbynt vooral in Engeland ernstiger te zyn dan twee jaar geleden. De verschynselen, dio haar ver- gezellen, zyn velerlei. Zy kunnen echter in drie hoofdgroepen verdeeld worden, cn wel: 1. Catarrhale verschynselen. die bijna nooi ontbreken (verkoudheid, hoesten, enz.) 2. Onderbuiksaandoeningen. Zenuw-verschynsolen, als hoofdpyn, aange zichtspyn, enz. Meestal heoft do ziekte geen ernstig ver loop, en is ze voor sterke gostellen niet ge- vaarlyk. Gowooniyk vangt zij aan methooge (koorts) temperatuur, die echter snel wedei daalt. Op bestaande ziektetoestanden oefent zy een nadeeligen invloed uit. Do influonza moet tot de acute infectie (zicb snel ontwikkelende, besmettelyke) ziek ten worden gerekend. Het besmettelyke wordt bevestigd door de omstandigheid, dat sommige geheel afzonderlyk liggende eilanden van de ziekte verschoond bleven, totdat de beman ning van eon of ander schip haar overbracht. Hot eorst worden gewoonlyk door haar aangetast personen, die veel verkeer met de buitenwereld hebben, als spoorwegbeambten, postboden, onz. De verbreiding der ziekte heeft snel plaats, en de tyd van overbrenging tot het uitbreken duurt in den regel 24 uren, hoogstens 2 a 3 dagen. Do vraag, of als men eens do influenza gehad heeft, dit tegen een tweedon aanval of herhaling vry waart, kan niet met zekerheid beantwoord worden. Toch geeft het na korten tijd heerschen en dan ophouden der ziekte wel eenige aan leiding om dit te geloovenechter is het een feit, dat sommige personen meer dan eenmaal onder haren invloed kwamen. Zuigelingen worden nimmer, kindoren be neden de 15 jaren slechts zelden door de influenza aangetast. Eon specimen (d. i. een bepaald aangewe zen geneesmiddel) togen de ziekte bestaat er niet, althans zulks is niet bekend; de docto ren moeten zich derhalve tot eene symptoma tische bohandeling (d. i. eeno behandeling volgens de verschynselen) bepalen. In verband met het bovenstaande wordt nog het volgende medegedeeld. Dr. Hunter (vroeger geneesheer in het Engelsch-Indische leger),Te Edinburg, beweert een zeor good werkzaam middel tegen de in fluenza te hebben gevonden, naraelyk halviva, een geneesmiddel, getrokken uit eeno plant, dat in Indië met g^ed gevolg in gevallen van malaria en zenuwzwakte aangewend wordt. Genoemde geneesheer houdt die influenza (griep)1 voor eene soort van malaria en zyn middel dient zoowel om te genezen als ter voorkoiroing dsr ziekte. In Sheffield en andere plaatsen in Enge land we-ré bovengenoemd middel ten vorigen jare, toen de influenza aldaar sterk heerschte, door ve3e geneoshoeren met goed gevolg gebezigd'. Door dr. Lorentz, t» Metz, wordt het inade men van eene 2 pets. oplossing van Ichtyol j (yi schol ie) door verdamping daarvan aanbe- j volen. ziektcversehynselen, als hoesten, opgeven, enz. werden daardoor mat goed ge volg best'reden, de ziekte week spoediger, en geene instorting der patiënten had plaats. Zooals men weet, is ichtyol ook een nieuw middel tegen rheumaliek, dat zoowel uitwen dig (als- zalf) als inwendig (in pillen) gebruikt wordt, dat onschadelijk is en voorfoopig goede uitkomsten scbynt te geven. Tego® de koorts^erschynseles, die de in fluenza meestal vergezellen, wordt, in den regel (zoutziure) kinine gegeven on ook meermalen 9 als voe«rbehoedmid(iel gebruikt, torwyi warm water mot citroensap en suiker zeer gunstig g workt. Ook andere warme grogsoorten wor den aanbevolen, o. a. in het Amsterdamseh Weekblad No. 754 van 6 Dec. 1891, alwaar in een gunstig op rym besproken Fransch middel (zie het 6de couplet) gezegd wordt: „Drink met kleine, snelle slokjes „Etiyke jenevergrogjes „Laat ze warm en laat ze sterk zyn, „Anders zou 't verloren werk zyn. „'t Middel werkt empyreumatisch. „Kruip dan in uw warme bedje; „Zorg ook voor een zin verzet je, „En zeg vroolyk en content: „Saluut Signora Influenza." "Wij voor ons zouden het meer op citroen grog hebbon; maar hoe dit alles ook zy, het beste is wel, om zich voor de ziekte niet be vreesd te maken, doch zich ook willens en wetens zonder noodzakelijkheid niet aan de besmetting daarvan bloot te stellen. Heeft rnen haar eenmaal, dan moot men ze vooral niet licht tellen; in huis, of nóg beter in bed blyven, geneeskundigen raad inroepen en vooral zich na herstel niet te spoedig in de lucht begeven, want door dit wèl te doen ontslaan menigmaal ernstige gevolgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 10