N°. 9771. Woensdaa: 30 December. A°. 1891. Bourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat nit TWEE Bladen. Eerste Blad. li er inn erin g NIEUWJAARSWENSCHEN Leiden, 29 December. F'euilioïon. Aan 't leven weergegeven. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJ8 DEZER COURANT: Tooi Leiden per 3 meenden••••7* 1.19. Franco per post..71.40. Ahrooderlijk* Hommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Tan 1—f regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor hel inoasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekent!» aan dc plaatsing der KLEIKEADTER^ TENTIËH la het Blad wan morgen avond. 3W Woensdag- en Zaterdag-avond zijii exemplaren van het Dagblad, waarin deze Adoerteitiiën voorkomenvan af halfzeven ver krijgbaar ad 2 Cents, mits aan het Bureel afgehaald. Evenals vorige jaren zal in ons op Oudejaarsavond verschijnend num mer de gelegenheid opengesteld wor den tot plaatsing van naar gelang van ieders maatschap pelijke betrekking, ad 50 cents per advertentie, mits men ze ons doe toekomen uiterlijk op Donderdag 31 Dec. a. s., te halfdrie des namiddags. Officieel© Keimisgovingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien de adressen van S. BRIEJER en H. P. HOPFEZAK, houdende verzoek om vorguDning respectievelijk tot het oprichten van oene bergplaats van verfwaren eu aanverwante artikolon in het porceol Molenstecg No. 10 en tot oprichting van een© slachtery en rookerij in het perceel Haar1 lommerstraat No. lGSa: Gelet op do artt. 6 on 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deaen kennis aan het publiek dat ge-j noemde ven&oeken, met de bglagen, op de Secretarié dezer gemeente ter visie gelegd zyn alsmede dat opj Maandag 11 Januari a. s., 's voormiddags te elf ureni op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegevenj om bezwaren tegen die verzoeken in te brongen. Burgemeester en Wethouders voornoemd^ Leiden, DE KANTER, Burgemeester, j 28 Doe. 1891. E. KIST, Secretaris. Morgenavond zal in den schouwburg alhier door het gezelschap van den Tivoli-schouw- burg uit Rotterdam (directie de heeren Jan C. De Vos en W. Van Korlaar) worden op gevoerd: „De Rederijker", een blijspel in drie bedrijven door Willem Van Zuylen, welk stuk reeds te Amsterdam is vertoond geworden, i Het oordeel der aldaar verschijnende bladen 1 luidt gunstig. De criticus van hot „Hbl." zegt o. a.Van Willem Van Zuylen zouden de Franschen kunnen leeren, dat men ook zonder peper een smakelijk gerecht kan klaarmaken. Eené grootere tegenstelling dan tusschen „La Pa- risienne" en „De Rederijker" is haast niet denkbaar. „De Rederijker" is een typisch Hol- landsch stuk. Dat is één verdienste. Het is bovendien een stuk vol onschuldige vroolyk- heiddat is de tweede verdienste. Geen fijnerl geest zult ge er in vinden, maar wel een groot aantal leuke opmerkingen en gezellige „moppen", die uwe lachspieren niet met rust laten, indien ge in de goede stemming in dert schouwburg komt. In tyden heb ik dan ook niet zoo smakelijk hooren lachen als Vrijdag avond, wel een bewijs, dat Van Zuylen zyn publiek kent. De heer J. H. Róssing schrijft in het „N. v. d. D." dat het kostelijkste van „De Rede rijker" zijn de luimige invallen, de snedige opmerkingen, de speldeprikken, het dwaze van het rederijkerdom toegebracht, en het allergrappigst de repetitie, waar de verschil lende rederijkers door allerlei wisheid zich- zelven belachelijk maken. Willem Van Zuylen brengt het publiek uit den eenen lach in den anderen. Heden en morgen heeft de inschrijving van nieuwe leerlingen voor de Burgerzang school, welke onlangs zulk eene goede open bare les gaf, plaats. Wy vestigen op deze school de byzondere aandacht onzer stadgo- nooten, en wyzen er daartoe op hoe de Zang school eene nuttige instelling is, waar voor weinig geld goed en degeiyk onderwys wordt gegeven; hoe zoovelen, die nu in de muziek wereld eene goede plaats innemen, hunne eerste opleiding aan deze school hebben ge noten en zich met genoegen de dogelyké vorming herinneren. Door verschillende oorzaken is het aantal leerlingen in de laatste jaren verminderd. Commissarissen hebben nu als leeraaraandé school verbonden den heer Jan G. Strieningj een bekend, bekwaam en degelyk musicus. Zy gelooven en verwachten dat hunne keuze eene goede is. Wanneer nu ouders hunne kinderen van hot voortreffeiyk onderwijs laten genieten, zal voorzeker de school haren vroe- geren bloei herkrygen. De Fransche „Académie des Inscrip tions et Belles-Lettres" heeft in hare laatste zitting dr. C. Leemans te Leiden benoemd tot buitenlandsch correspondent. Het jongste nummer van de „Spectator" stelt voor „Minerva in rouw". Zy legt een krans neer op 't voetstuk, waarop men de namen leest van de professoren Comelissen, Wilken, Huot, Kuenen en Beckering Vinckers. Hedennamiddag ontvingen wy per Engel- sche mail de Bataviasche bladen van 21 27 Nov., alsmede de „Deli-Crt." van 28 Nov. Gedurende de eerste helft der maand Doe. zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekend* heid der geadresseerden, niet besteld kondert worden: Wed. Kalwy en mej. A. Ansem, Amsterdam H. Heinze, Gouda; mej. C. Van Duuren, mej. C. Van Duuren, mej. M. v. d. Musch, Van der Vorst en mej. v. d. Boogaart, 's-Gravenhage C. Van Dis, Groningen; S. Honsboek, Harder- wyk; J. Muller, Hazerswoude; wed. Ver Niekerk, Kampen; J. Bleeker, Leiden; J. C. Jansen, Rotterdam. Briefkaarten: wed. C. De Cooy en H. De Jonge, 's Gravenhage. Brieven, verzonden geweest naar Frankryk: J. J. Dorsman, ParysZuid-AfrikaL. Klesser, Pretoria. De „Times" van den 26sten dezer be vat nog een uitvoerig levensbericht van wij len onzen stadgenoot professor Kuenen, door een Engelsch vereerder geschreven. Ten slotte zegt de schryver dat voorheen de Nederland- sche theologen en geleerden onder do voor naamste leeraren der Engelschen behoorden. Erasmus oefende invloed uit op den loop dor Engelscho Roformatie; Grotius en Lo Clerc werden in Engeland evenzeer gelezen als in Holland. Het in onbruik raken van het La- tyn als de taal der geleerden was zonde^ twyfel noodlottig voor den literarischen in1 vloed van laatstgenoemd land. Dr. Kuenen heeft meer dan anderen er toe bijgebracht om Engelsche en Nederlandsche geleordeii met elkaar in aanraking te brengen. Dit werd zegt de schryver zeer door heni op prys gesteld. Zondag-middag aanvaardde ds. Wüstem hoff zyn ambt als predikant by de Ned.-HenG gemeente te Sassenheim, met oene rede, naar aanleiding van Mattheus 11 vers 25 30, na des voormiddags to zijn bevestigd door ds. Plug, van Katwyk. Zeer velen, waaronder ambtsbroeders uit den ring Leiden, woonden, de plechtigheid by. Men schryft ons nader uit Noordwyk, dd. 28 DecemberDe zanguitvoering en orgel bespeling van Noordwyks Zangvoreeniging „A. d. v. e. n. d. o.", onder directie van uwen stadgenoot den heer H. Mens, had eergisteren weer tal van menschen naar Noordwyks schoone kerk gelokt. In de verwachting weder wat goeds te hooren, werd men niet teleur gesteld. Men is gewoon onder de leerlingen van den heer Mens gestadigen vooruitgang op te merken en ook Ad vendo's leden gaven in de uitvoering van eergisteren opnieuw blyk, dat zy met succes, onder de leiding van hun meester, naar 't excelsior streven. Slechts eene opmerking zouden we ons wel durven veroorloven, vooral nu ze niet in direct verband met de uitvoering zelve staat, maar slechts haar tijdstip geldt, 't Is zoo moeiiyk om in eene koude kerk op een December avond ten volle van 't kunstgenot te genieten Zoude het niet mogelyk zyn in plaats van een Kerstfeest-avond daarvoor een Pinkster feest-avond te bestemmen? De heer Johan Schmier trad dezer dagen met eene zyner leerlingen, mej. Jaspers, te Assen op; beiden zongen als solisten bij de uitvoering van Haydn's „Schöpfung". De „Prov. Dr. en Asser Ct.", do uitvoering be sprekende, pryst den heer Schmier om zyn zeer omvangryk orgaan, dat in de diepste tonen vol en zangryk blyft, en de artistieke opvatting van zyne party. Van mej. Jaspers zegt het blad, dat zy beschikt over een aan genaam en schoonklinkend orgaan, eene goede school heeft doorloopen en zich voor de vaak moeilyke party volkomen berekend heeft ge toond. Ook den heer Venverloo, die eveneens medezong als solist, wordt lof toegebracht. Ingevolge koninklyk besluit is de 1ste luit. C. E. A. Copes van Hasselt, van het 3de bat. 4de reg. inf. te Haarlem, in zyn rang overgeplaatst by het reg. grenadiers en jagers, met bestemming voor een der bataK jons jagers. Beroepen is by de Herv. gemeente te Abbekerk en Lambertschaag ds. C. Woutman, te Boskoop. In de gisteren te Haarlem gehouden algemeens vergadering der Vereeniging voor Bloembollencultuur kwam aan de orde een voorstel om op de tentoonstelling van Chicago in 1892 een perk tulpen in te richten. Het hoofdbestuur was hier niet voor, omdat de kosten groot zullen zyn (de voorzitter schat die zelfs op circa f 6000) en de tulpen b$ de opening der tentoonstelling, of althans spoedig daarna, zullen zyn uitgebloeid. Be sloten werd, deze zaak aan te houden tot de Maartvergadering, als wanneer meer bij zonderheden over de zaak zullen bekend zyn. Voorloopig werd besproken het voorstel van de afdeeling Beverwyk, om een proef tuin op te richten, waar elk lid der Ver eeniging gelegenheid zal vinden, bloembollen, waarvan de juiste naam hem onbekend is of DOOR HUGH CONWAY. 50.) „Gy, haar echtgenoot, zult misschien een vreemdeling voor haar zyn. Het geval is, zooals gezegd, niet zonder voorbeeld, maar de omstandigheden, waaronder dit geval zich voordoet, zyn geheel eenig." Ik ging, van den dokter afgaande, naar den agent, die het huis in de Horace-straat in handen had. Ik kreeg den sleutel endeed eenige vragen. Ik vernam dat in den tyd van den moord het huis gedurende een paar weken gemeu bileerd verhuurd was geweest aan een Itali- aanschen heer, wiens naam men zich niet herinnerde. Hy had de huur vooruitbetaald; derhalve had men niet veel informaties naar hem genomen. Sedert had het lang leeg gestaan, niet zoo zeer omdat het huis niet deugde, maar omdat do eigenaar een vasten huurprys had be paald, die den meesten menschen te hoog toescheen. Ik gaf myn na^m op en myn adres en nam den sleutel mee. Ik besteedde den na middag met het huis in al zyne hoeken en gaten te doorsnuffelen, maar myne moeite werd niet beloond. Er was, voor zoover ik zien kon, geene plaats to vinden, waar een lyk kon verborgen zyn en een tuin, waar het kon begraven wezen, was er ook niet. Ik bracht de sleutels terug en zeide dat het huis my niet paste. Toen keerde ik huiswaarts en verkropte myn leed, terwyl Macari's leugen my aan het hart knaagde. En dag aan dag knaagde zy voort, invretende en brandende, totdat men my zeide dat de crisis over was; dat Pauline buiten gevaar en dat zy weer dezelfde was. Dezelfde? Hoe dezelfde? Zooals ik haar tot dusverre gekend had, of zooals zy was ge weest vóór dien noodlottigen nacht? Meteen kloppend hart ging ik voor haar bed zitten. Doodzwak, uitgeput, te zwak om zich te ver roeren of een woord uit te brengen, sloeg zy de oogen op en keek naar my. Het was een blik van verwonderingzy herkende my biykbaar niet. Maar haar verstand was vol komen helder; dat zag men. Zooals gezegd, zy kende my niet. Het was zooals de dokter had voorspeld. Voor die echoone oogen, welke zy opsloeg, waarmede zy naar my keek, welke zy ver volgens afgemat weer liet dichtvallen, was ik een volslagen vreemdeling. Ik ging de kamer uit, terwyl de tranen my over de wangen biggelden, en myn hart was vervuld van een gemengd gevoel van vreugde on smart, van hoop en vrees, zooals geene woorden kunnen uitdrukken. Toen kwam Macari's verfoeiiyke leugen uit haren schuilhoek aansluipen; pakte my als het ware by de keel; hield my vast; worstelde met m(j; riepjny toe: „Ik ben toch de waarheid! Stoot my maar van u; ik ben toch de waarheid!" Had de schurk soms juist dezen keer waar heid gesproken? Waarom zou hy anders den moord begaan hebben? Iemand begaat niet licht een moord. Zelfs nu het oogenblik ge komen was, waarnaar ik zoo had verlangd, waar ik om gebeden had het oogenblik, dat m(jne geliefde weer by haar verstand, haar volle verstand zou zyn, werd ik be stormd, terneergeslagen en verpletterd door die verfoeiiyke leugen, welke toch waar kon zyn! „We zyn elkander vreemd zy kent my niet eens!" riep ik uit. „Laat ik het bewys zoeken, dat die leugen eene leugen is, of laten we elkander altyd vreemd blyven!" Hoe kon ik dat bewys vinden9 Kon ik het aan Pauline vragen? En als ik het vroeg, hoe kon ik verwachten, dat zy my antwoor den zou? En zoo zy al antwoordde, zou haar antwoord my voldoen? Ach, kon ik Ceneri maar spreken! Hy mocht ook een schurk zyn, zoo'n doortrapte schurk als Macari was hy niet. Alzoo in myzelven overleggende, kwam ik tot een dolzinnig besluit. Als ons loven op het spel staat, komen we soms tot dolzinnige besluiten, en by my stond er meer op het spel dan het leven. Het was de eer, het geluk, kortomalles en alles niet van één mensch, maar van twee menschen! Ja, dat zou ik doen! Hoe dol het plan ook scheen, ik zou naar Siberië gaan En als geld, volharding, gunst of list my van aangezicht tot aangezicht tegenover Ceneri kon brengen, dan zou ik de waarheid, de volle waarheid uit hem krygent Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1