N°. 9769. Maandag 2® December. A0. 139-1. §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van ,Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Kikeriki. KERSTMIS. Leiden, 24 December. feuilleton. Aan 't leven weergegeven PRIJB DEZER COURANT: Voor Leiden p«r 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afznndprlyfc* Nooiniors,«J.05. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer/p0.J7j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in^assscron buiion de stad wordt ƒ0.10 bcrek?ad. Tweede Blad. Aan de Abonné's daarop, wordt b$ dit nomiHfór verzonden No. 14 van Kikeriki. ï)e algemoenc stemming in ozit» dagen vertoont een eenigszins sombere en in ♦do opvattingen «en vooruitzichten -vtn velen is azeker pessimisme niet te mtsfcennsn. Mannen, naar wier uitspsafeen we gewoon z\jn te luisteren, omdat do 'maatschappe lijke verschijnselen met mesr opmerkzaamheid f gadeslaan dan de meesten, waarschuwen geen j te hoog denkbeeld te fcoesfcoren van «den: omvang 'er. -de diepte der hedendaagsche be schavitïg, en om hnct gevoelen te staven aangaande het onvoldoende 'harer vrucfc/feen, mafcen aun aanteekeningsn openbaar van de door fcon waargenomen '-ciektegevalten -.en statistieken met angstwekkende cijfers. Qök'de kunst breidt ons gewoonlijk in<em droefgeestige stemming èoor haar min of meer 'geïdealiseerde <5$enl>&ringen van de wer kelijkheidhet schijnt wel, alsof de donkerste kleuren van het palet noodïg z(jn om den weer slag -uit te drukken van die allesbeheersohende onvoldaanheid, die zelfs, by het schetseh der meest aangrijpende toestanden, tot een gevoel van walging wegzinkt. Ën «daarnevens, naast die aangroeiende schaar van ernstige donkers en diep gevoe lende «kunstenaars, £ie hoe langer hoe moer de wendeplekken blootleggen van het maat schappelijk lichaam, plekken, die men in een vroegere periode bedekt hield, omdat men den moed miste over de mogelijkheid -e:i do noodzakelijkheid van genazing na te denken, verdringt zich de groote massa, die ook aan het leven hoogero eischen-stelt dan tot dusver, maai* in do eerste plaats vraagt naar meerdere bevrediging van do zucht naar zingenot: de massa, voor wie verbetering van maatschap pelijke toestanden weinig anders betedkent dan opheffing van plichten, verruiming «van de gelegenheid tot genietingen, niet zeiden van de -.grofste soort. Is er roden, om op den barometer van'de beschavingsgeschiedenis bgj «den aanvang van het laatste decennium der negentiende eeuw een zoo -laag cijfer af te lezen als door velen wordt gedaan? Zeker is het, dat men de zwakheden tsn ongerechtigheden meer ziet, beter waaOTieemt; maar niet minder zeker, dat er wrwr hoofden aan het zoeken «a meer handen aan den arbeid zyn getogen, om to verbeteren. Het kwaad, dat eertijds voort woekerde in het verborgen, wordt in het licht gestéld, ja, niet zelden onder het -uitspreken van woorden van wrevel en van baat,<die, moch ten ooit, geljjk in de slechtste momenten dor wereldhistorie, t?ot daden overgaan, den toestand oneindig zo-uden verergeren, maar veeltijds ook onder erkenning ven schuldbesef, •fat de meer beg-unstigden oriet levendêger igovoel hebben gehad van 'bun persoonlijke verantwoordelijkheid van hét lijden hunner 'broederen, en 'inet de zeer ^stellige begeerte om ook ruee ifce doen aan den grooten feervor- mingsarbeid. Het is de igsest des Christendoms, die ziek op die wijze-openbaart. Bet gevoel van soli dariteit, dat ons aandrijft op elk gebied van het maatschappelijk leven licht en 'lucht en zonneschijn 'in ruimere «nate te deen door dringen, het is niets anders dan -oen begin, van de vervulling der (profetie, nedergelegd in het lied, dat de mer.schheid de geboorte aankondigde van den stichter van hot Konink rijk der Hemelen: „Eere zij God, Vrede op aasde, 'in de menschep, een welbehagen!" Hoort, ihet klinkt one tegen ate 'het oude, en toch -eeuwig-nieuw6 lied, waarmede de moeder baar schreiend kind stilt, als de toon -des 'leouweriks beven het «nog grauwe veld, waar in lente's aanvang :pas de eerste grashalmen -schuchter tijzen. Zekor, 't is ons al zoo lang voorgezongen, «en «het is er nog coo verre af, dat do hoopvolle verwach tingen, aan dat lied var. vreugde en bemoe diging onttond, zich .zouden -hebben ver wezenlijkt, reden te meer voorgons, in wier hart het weerklank vindt, om de ^opwekking te volgen, die er in is uitgedrukt. Want dat Godsrijk, welks stichting de ar beid des Christendoms ds, en welks eerste grondlegging alzoo de hcofdgedaohte vormt van one Kerstfeest, het wordt eerst een tast bare werkelijkheid naarmate hot getal zijnor burgers toeneemt, bfi duizenden en millioenen^' vrede kan slechts din op ;aarde wonen, 'als alle menochen zieh beijveren,.als vredemakers op te tredenhet welbehagen in de men- schen blijft achterwege, indien hot .niet we- derzijdsch, onderlir.g en algemeen wordt. Klachten alzoo over het niet genoegzaam, ja, over het nauw merkbaar of in het ge heel niet «doordringen vati het Christendom, over het uitblijven of moer en meer op den achtergrond geraken van het Rijk van liefde en vrede, - ze zijn do ernstigste beschuldi gingen, die we tegen onszelven kunnen in brengen. !Be taak der maatschappelijke hervorming, ■die we allen, zonder eenig onderscheid, heb ben te verrichten, en die waarlijk niet uit sluitend bestaat in een alles omvattende ver andering van wetgeving en staatsinrichting ■en économische regeling, maar die werken cnoet in elke van de myriaden cellen, waaruit bet reuzeniicfoaam der samenleving bestaat, in de gezinnen, in de individuen, in onszelven, in de personen onzer naaste omgeving, opdat een snelle wasdom zfi verzekerd aan dien geest van rechtvaardigheid, van toewij ding aan -het algemeen welzyn, die langs den natuuriyksten en tevens kortsten weg al die regelingen onzer onderlinge betrekkingen van haar gebreken zal zuiveren en ze het meest dienstbaar zal maken aan het belang van de afzonderlijke leden dei* maatschappij, die taak kan niet verricht worden -dan door den bezielenden invloed van de Christelijke l[efde. Laat 'baar aan het woord, en het licht zal rijzen, -steeds hooger, en allen bestralen: ,want die liefde is niet een doelloos en door een on bestemd gevoel opgewekt hulpbetoon, maar zij denkt ook ornstig na en handelt eerst na grondig overleg. Haar leus is ook: Zoek en gÜ zult vinden,; ;het 'laatste beschouwt zij als de vrucht, als het -logisch gevolg van het eerste-,, iHet zoeken moet voorafgaan. Aan de macht van het Christendom tot verbetering van het menochengeslacht is twij fel uitgesproken. Ziet eens, zegt men, wat het gewrocht hoeft -na een bestaan van negen- rtien eeuwen Wel,-het komt ons voor dat hiermee juist -tet tegendeel wordt bewezen van hetgeen men er mee wil aantoonen. Negentien eeuwen «van verkeerd begrip., van onjuiste opvatting, van avereehtsche toepassing hebben het Chris tendom niet kunnen beletten tal van verkeerd heden in de maatschappij, wier vroeger be staan, als we er niet van op historische gronden overtuigd waren, ons thans onge looflijk zou toeschijnen, te doen verdwijnen; en met al hun miskenning van den geest van -liefde en vrede, die de Grondwet vormt <van het Godsrfck, is het den menschen niet «nogen gelukken dien te onderdrukken of uit te dooveit! Xs dat geen klaar bewijs, dat we volkomen recht hebben, nogmaals en met steeds toe nemende opgewektheid, elkander, ook op dit Kerstfeest, het wachtwoord van moed en van trouw toe te roepen: Eere zij God in den Hooge! Vrede op aarde! In de menschen een welbehagen! Hedenmorgen om halfnegen rukten do beide bataljons van het 4de reg. inf. alhier uit, onder bevel van den kapitein J. H. Bachiene van het 4de bat., tot het maken van een militairen marsch naar Lisse. De muziek deed hen uitgeleide en wachtte hen 's middags by den overweg van het Holl. spoor aan den Stationsweg weder op. Op Maandag 4 Januari a. s. zal, onder nadere goedkeuring, door den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, of, by zyne afwezigheid, door een der leden van de Godeputeerde Staton, en in byzyn van den Ryksbouwkundige voor de onderwijsge bouwen enz., aan het gebouw van het Provin ciaal Bestuur te 's-Oravenhago, worden aan besteed het onderhouden van en het doen van horstellingen aan de gebouwen der Rijks universiteit te Leiden, van den dag der goed keuring van de aanbesteding tot on met 31 December 1892. (Raming ƒ32,600.) Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-l'ork, door middel van het stoomschip „Maasdam", van Rotter dam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlyk Vrijdag avond om 10.15 bezorgd zijn. Ten einde vertraging in de bestelling der by gelegenheid van de aanstaande jaar verwisseling ter post bezorgde stukken zoo veel mogelyk te voorkomen, wordt de ge legenheid opengesteld, om brieven, gedrukte nieuwjaarswenschen en kaartjes, welke men op 1 Januari a. s. besteld wenscht te zien, reeds van den 28sten December a. s. af ter- post te bezorgen, met uitnoodiging aan het publiek om van die gelegenheid, ter bevor dering eener regelmatige bestelling, zooveel mogelyk gebruik te maken. Om ze goed te kunnen onderscheiden van de stukken, waarvan de bestelling op den gewonen tyd moet geschioden, behoort over de geheele lengte van het adres derbodoeldo stukken een kruis te zyn getrokken. H. M. de Koningin-Regentes heeft ƒ100 geschonken aan de vrouwen-vereeniging onder de spreuk: „De zorgvuldige Huisvrouw", te Rotterdam. DOOR HUGH CONWAY. 45.) Ik hoop dat men gelooven zal, wat ik tot dusverre verfraaid heb, en eveneens wat ik in de volgende hoofdstukken zal mee- deelen. Ik zeg niet dat die gebeurtenissen en omstandigheden alledaagsch zyn. Dan hadde ik geono reden gehad, om dit verbaal neer te cchryven. Maar ik zeg dit: wat ik tot dusverre verhaald heb, zou ik kunnen be- wyzen, zooal niet direct, dan toch indirect; alles is eenvoudig of wetenschappeiyk te verklaren; maar omtrent hetgeen nu volgt, moet men mjj enkel op myn woord gelooven. Noem het wat gy wilt: een droom, eene hallucinatie, verhitte verbeelding, noem het zoo gy wilt - behalve een verzinsel - het is my alles wèl. Ziehier wat er plaats had: Pauline lag eindelyk stil. Haar kermen had opgehouden. Zy scheen haar bewustzyn weer verloren te hebben. Toen kwam het denk beeld by my op haar zoo spoedig mogelyk van die noodlottige plaats weg te voeren, maar weldra verdrong zich de eene gedachte, de eene beschouwing na do andereallerlei vrees en hoop bestormde my. Wat zou de .ontknooping zyn, als die ooit komen zou? Myne lieve vrouw lag inmiddels geheel rustigik wilde haar nog eenige rust gun nen, vóór ik haar opnam. Was het wel goed, indien zy daarby ontwaakte? Ik nam hare hand in de myne en hield die vast. De kaars stond op den schoorsteenmantel achter my. Zy wierp byna geen licht in de voorkamer, waarvan do dubbele deur slechts halfopen stond; do helft, waardesofastond, was dicht. Ik kon dus onmogelijk, naast haar zittende, in de voorkamer zien. Ook zat ik er met den rug naar too gekeerd. Welnu, nadat ik do hand myner vrouw eenige oogenblikken in de myne had gehou den, kwam er een onbeschryflyk gevoel over my, dat gevool, hetwelk men soms in oen droom heeft, waarby twee personen aanwezig zyn en waarby de droomende niet zeker is in welken van do twee by zichzelven zien moet. Ik had voor een oogenblik ook een dubbel bestaan. Ofschoon my volkomen bowust, dat ik nog op de sofa zat en Paulines hand in de myne hield, zat ik tevens voor de piano, en keek door die half openstaande deur in de voorkamer, en óio voorkamer was geheel verficht. Het licht was zóó heider, dat ik met een oogopslag alles in de kamer kon onder scheiden: elk meubelstuk, do schilderyen aan den wand, de donkere gordynen voor de ramen aan liet eind van de kamer, den spie gel boven den schoorsteenmantel, de tafel in het midden met eone brandende lamp er op. Dat alles zag ik, en nog meer! Rondom de tafel zag ik vier mannen zilten, en twee er van waren my goed bekend De man, die tegenover my zat, leunende met zyne armen op de tafel, wiens gelaat onrust en verwondering uitdrukte, wiens oogen gericht waren op iets, dat op eenigen afstand van hem lag die man was Ceneri, de Italiaansche dokter, do oom en voogd van Pauline. Do man, die aan de rechterzyde van Ceneri aan de tafel stond, in eone houding, alsof hy een stoot wilde afkeeren, w ens gezicht woest en harlstochtelyk scheen, wiens donker oog gloeide die man was de Engelsch-spre- kende Italiaan, Macari, of, zooals hy zich nu noemde, Antony March, Paulines broeder. Hy ook keek naar hetzelfde voorwerp als dr. Ceneri. Den man op den achtergrond, een kort, gezet man, met een litteeken over de wang, kendo ik niet. Hy keek over Ceneri's schou der in dezelfde richting. En hetgeen zij tot het voorwerp hunner beschouwing maakten, was een jong man, die van zyn stoel schoen te vallen en die stuipachtig greep naar het gevest van een dolk, welke hem in het hart gestooten was door iemand, die over hem heen den stoot nedorwaarts gedaan had. Dit alles zag ik duidelyk in eene seconde. De houding van ieder der aanwezige-perso nen, de geheele verschyning nam ik in my op, zooals men met een oogopslag de voor stelling vat van eene schildery. Toen liet ik Paulines hand los en sprong overeind. IVaar was de verlichte kamer? Waar do personen, die ik gezien had? Waar was dat tragisch tooneel, waarvan ik zooeven getuige was? Verdwenen in de lucht! De kaars brandde flauw achter my, de voorkamer was donker. Pauline en ik waren alleen op de plaats aanwezig. Het was natuurlyk een droom Wellicht onder die omstandigheden niet onnatuurlyk. Met de kennis, welke ik reeds droeg van de misdaad, hier gepleegdmet de zekerheid, welke ik had, dat Pauline er by tegenwoordig was geweest. [Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5