N°. 9749 Woensdag 2 Oeceml>e*». A° i::i. (Deze (Gewant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Premie Leidsch Dagblad. De IJsjonkvrouw, Leiden, 1 December. I^euoJLlo ton. Aan 't leven weergegeven. PRIJS DEZER COURANT: Voor L°>idon per 3 maandenf 1.10. Franco per postL40. Afwmlpriijke Kommer*.0 OS I PRIJS DER ADVERTENTPÊN Van 1—6 regels fl 05. Iedere regel moer f0.171, Groolere letters naar plaatsruimte. Voor het ir.'-'asseercn bniter d.< stad wordt ƒ0.10 horek.:.! Eerste Blad. Op verzoek zal de Uitgever nog deze week voor onze Abonnés eone Premie beschik baar stellen, ditmaal bestemd voor hunne kinderen van den leeftyd van 8 tot 10 jaren. Het is een fraai Prentenboek, getiteld: een sprookje van den beroemden schrijver AKBfiRlEV, naverteld door den niet min der geliefdon J. J, A. GOEVERNEUR. Ook dit werkje cal zeer zeker met genoegen door de jeugd ontvangen worden. Het is versierd met een aantal in den tekst gedrukte en gekleurde plaatjes in keurig geïl lustreerd omslag. Het getal exemplaren la echter zeer beperkt. Horgen-, Woensdag-avond, zal de bon in ■ons blad worden afgedrukt, waarmede het Donderdag tegen vergoeding van slechts ÏO Cents (voor GO bladzijden druks) aan ons Bureel kan worden afgehaald. Ollieïëele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouder» van Leiden, Gezien het «dres van W. EISSELDORP,4icudendo verzoek om vergunning tot plaatsing van een .gasmo tor ven éón paardekraeht, in het peroeee Hooge woerd No. 162 Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2£unil875 (Staatsblad No. 95); Geven bg dozen konnis e.an het publiek dat ge noemd verzoek, met do belagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op M&aadag den iiden Decomber a. s., 's v<^rmiddage te éïf oren, «p het fUtadhtris, gelegenheid .sal wor den gegeven -om bezwaren tegen dat veraeek in te bretgen. Burgemeester en Wethouders voernoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 30 Sïov. 1891. E. KIST. Secretaris. Aan den Raad der gemeente Leiden is het volgende adres gericht: „Geven met verschuldagden eerbied -onder- geteefcenden, bewoners van Haarlemmerstraat en Haven, te 'kennen, dat z\J tot hun leed wezen hebben vernomen dat de Omnibuedienst Hollandsche I Jcoren-Spotw - Leiderdorp zal worden opgeheven, omdat -de ontvangsten de kosten van exploitatie niet dekken. „Gedurende twee jaren hebben verschillende ingezetenen van Leiden en Leiderdorp, alsook het gemeentebestuur van Leiderdorp, de onder neming gesteund door subsiditn tot een bedrag van zevenhonderd guldon. De dienst 1890/91 heeft belangrijk moer verlies opgeleverd dan die van het vorig jaar, waaruit evenwel volstrekt niet mag worden afgeleid, dat dit van blij venden aard zal zijn, want gedurende p. ra. honderd dagen was de Spanjaardsbnig afgesloten. Ofschoon onder- geteekenden hulde brengen aan het gemeente bestuur van Leiden en de besturen van die gemeenten, welke maatregelen namen om de communicatie in stand te houden, zoo valt toch niet te ontkennen, dat de omnibusdienst gedurende den bouw der brug geleden heeft, aangezien velen, hoewel ongegrond, beangst waren om met de pont overgehaald te worden. „Ondergeteekenden komen tot U met het verzoek, dat het Uwe corporatie moge behagen door eene bijdrage van driehonderd gulden uit de gemeentekas de onderneming voor het dienstjaar 23 Nov, '91 23 Nov. *92 te steu nen, opdat de bewoners van de Haarlemmer straat, Haven en do daarop uitkomende grachten en straten niet verstoken worden van dezen zog. geriefeiyken ea voor hunnen hamdel nuttigen dienst. %y vragen dit met vrijmoedigheid, omdat zy overtuigd zyn, dat deze onderneming ook in liet belang is van de neringdoenden in geheel Leiden. „Mot de fcierboven gevraagde, door U te verleenen siebsidie, gevoegd by de bijdragen van het Gemeentebestuur van Leiderdorp en van belangstellenden, vertrouwen onderge- teekenden dat aan den door de Rotterdamsche H'ramwegmaatschappij gestelden eisch van duizend gulden subsidie zail voldaan kunnen worden en bedoelde omnibusdienst «dus zal blijven bestaan. 't Welk -doende, !P. G. Timp, Secretaris der Commissie tot instand houding van -den Omnibusdienst." Volgeta de namea van 87 adressanten. Leiden, 18 November fc891. Onder «-verlegging van dit adres deelen E. en Ws. den Raad tevens mede 'dat op 2-1 November jl. by hen het afficiëele (bericht ic ontvangen van de directie der Rotterdam sche Tramv?egmaatschappiJ dat de bedoelde omnibusdieest met 30 November a. s. zal worden opgeheven, waarom zy dn overweging geven het adres alsnu voor kennisgeving aan te -nemen. B\J hun rapport van den Sden Nov. jl. stelden B. en Ws. den Eaad voor om tot vin ding der meerdere kosten van het vernieuv/en enz., tot vaststelling over te gaan van een overgelegden suppletoiren staat van begroo ting, waarby Yolgn. 41, „Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende", wordt verhoogd met een bedrag van f 520, welk be drag evenwel volgens nadere mededoeling kan worden verminderd met f 100. Vermits dat bedrag nog uit den post „On voorziene Uitgaven", waarop nog fQ84 bo- schikbaar is, kan worden gevonden, geven B. en Ws. alsnu in overweging om, met wy- ziging van hun bovenaangehaald voorstel, een bedrag van f 420 af te scbryven van Volgn. 178, „Onvoorziene Uitgaven", op Volgn. 91, „Onderhoud van bruggen en overzetveren" en tot de vaststelling van den door hen over gelegden 6taat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1891, over te gaan. Ook hadden zy by rapport van denzelfden datum voorgesteld om een bedrag van f 651.72, benoodigd voor het hooger bedrag dan waarop gerekend was voor de oprichting van het IJkkantoor op de Lammermarkt, te vinden door afschrijving van den post voor „Onvoor ziene Uitgaven." Vermits de kosten voor de oprichting van het IJkkantoor moeten worden gevonden door geldleening, zooals werd bepaald in de Raads vergadering van 8 Mei 1890, geven z'y in overweging om, met wyziging van 't bovenme- degedeeld voorstel, de door hen overgelegde suppletoire begrooticr.g, strekkende tot verhoo ging -der begrooting dn ontvangst: op «den post geldïeening en in uitgaaf op het art. „Onvoor ziene Uitgaven" weet een bedrag van f 652 vast te stellen, terwyi mede daarbij ter vast stelling wordt geveegd een staat om bedoelde uitgaaf rechtstreeks uit den alsdan verhoogden post van „Onvooreiene Uitgaven" te voldoen. De commissie voor het Oud-Archief -be richt den Raad dat naar aanleiding van de opdracht, haar gegeven in de Raadszitting dd. 24 September jl. om advies uit te brengen omtrent den bouw en de inrichting van hot Oud Archief, zy zich, na onderzook en ge houden conferentie, met Burg. en Weth. kan vereenigen (behoudens eenige wyzigingen van ondergeschikt belang) met het voorstel van Burg. -en Weths. dd. 9 September jl. en geeft jaar worden vervangen door een werkelyk noodwetje (eene lichtings-verlengrag), waarby dan de gedachte zou voorzitten, dat in den loop van 1892 nog de definitieve voorstellen van den minister van oorlog zouden inkomen. Geeft de heer Seyffardt aan dien wenk toa, dan is voorloopig alles in orde; blyft hij op de behandeling van de noodwetten staan, dan zal er hard gevochten worden, ook om reeds dadeiyk 't beginsel van den persoonleken dienstplicht op te nemen. Haar ik heb grond voor het vermoeden, dat, ook om 't spoed- eischende eener beslissing, door den minister- zal worden toegegeven aan 't verlangen der vrijzinnige Kamerclub." Volgens dienzelfden- kroniekschrijver, zou de benoeming van den oudsten luitenant-kolonel der infanterie, den beer Lansing, tot kolonel-commandant van het reg. grenadiers en jagers, dezer dagen kunnen worden te gemoet gezien. De Haagsche correspondent der „Middelb. Ct." schryft: De heer Victor De Stuers, de omnis homo der vorige Regeering, waar deze iets te doen had op het gebied van kunst of kunstnyver- heid of heraldiek of iets dergeiyks, is bij de tegenwoordige ministers minder gelukkig. De minister van financiën keurt de door hem ont worpen nieuwe muntbiljetten en oveneens de gouden tientjes, naar zyn model geslagen, onvoorwaardeiyk af. De minister van water staat is niet zoo ver gegaan misschien was het ook reeds te laat en heeft de nieuwe postzegels met het borstbeeld van Koningin Wilhelmina ook door jhr. De Stuers ge- teekend in gebruik doen stellen, maar veel genoegen beleeft de ontwerper ook hiervan niet. Iedereen vindt ze erg leelyk, en terecht. Zy maken inderdaad meer den indruk van valsche postzegels, zooals die wel eens in de albums van eerstbeginnende verzamelaars ge vonden worden, dan van echte, in den aller-1 laatsten tyd vervaardigd naar de opgaven van een kundig teekenaar met ontwikkeld kunst gevoel. Ook de Koningin-Regentes was niet tevreden over een ander werk van den heer De Stuers. Zooals ik geruimen tyd geleden schreef, had deze de teekeningen gemaakt voor de nieuwe den Raad in overweging tot do aanbesteding j ridderorde van Oranje-Nassau. De nu aan de over te gaan. j Staten-Generaal voorgestelde versierselen der Volgens de inlichtingen van dea 6chry- i orde wyken echter nogal belangrijk af van ver der Haagsche Kroniek in de „N. Gron. Ct" is „het bureau van de vryzinnige Kamerclub met de regeering ia overleg, ten einde zoo van de brug over de Groenhazengracht met i mogeiyk te verkrygea dat de noodwetten van de bijkomende herstellingen van frontmuren den heer Seyffardt hljflven rusten en voor dit die teekeningen, en wel omdat de Koningin- Regentes het oorspronkelyke ontwerp heeft a/gekeurd en verschillende wyzigingen heeft verlangd. Vandaar dat de indiening van het wetsontwerp zoolang is vertraagd. doos HUGH CONWAY. EERSTE HOOFDSTUK. In duisternis en in gevaar. 1.) Ik schrijf dit verhaal en zend het de wereld in, omdat ik er bijzondere redenen voor heb. Eens heb ik, in een vertrouwelijk oogenblik, aan een vriend eenige merkwaardige bijzon derheden meegedeeld uit een deel van m(jn leven. Ik geloof dat ik hem toen verzocht heb er verder aan niemand wat van te zeg gen hij zegt van niet. Hoe het z(j, hjj heeft het oververteld aan een anderen vriend, heeft er wat bi) gedaan, donk ikdie vriend vertelde het weer aan een ander, en zoo ging het voort. Wat er op die w(jze eindelijk voor een verhaal van geworden is, zal ik misschien nooit te weten komen, maar nu ik eenmaal zwak genoeg geweest ben, om dingen, m(jn huiselijk leven betreffende, aan een ander toe te vertrouwen, zijn onze buren begonnen my te beschouwen als een man met eene his torie iemand, die, mee oen uiterlijk pro zaïsch leven, in stilte een heolen roman be leefd heeft. Wat mijzelven betreft, zou ik mij daarover niet bekommeren, ik zou hartelijk laehen om die opgesmukte opmerkingen mijner historie, welke ik onvoorzichtigerwjjs zelf in omloop heb gebracht. Het zou mjj tamelijk onver schillig z(jn, of do eeno goede vriend mij hield voor een voormaligen communist, lid aan de bestuurstafel van eenlg geheim ge nootschap dat een andere goede vriend had vernomen, dat ik vroeger terechtgestaan had wegens eene halszaakdat nog weer een andere meende te weten dat er te mijnen behoeve een speciaal mirakel geschied was. Indien ik alleen stond op de wereld en nog jong waro, dan zou ik zeker do moeite niet nemen, om, door mededeeling van de eigen lijke toedracht der zaken, al dat gesnap tot zwijgen te brengen. Ik zou mogelijk, als vele jongelieden, mij gestreeld voelen zulk een belangwekkend personage te zijn. Maar ik ben nu eenmaal niet jong meer en ten anderen sta ik niet alleen in de wereld. Er staat een wezen naast mjj, dat m(j dierbaarder is dan hot leveneen wezen, welks hart, ik zeg het met blijdschap, weldra geenerlei spoor van zeker verleden meer in zich om zal dragen; <>9n wezen, dat haar op rechte lieve loven zonder mysteriOn of ver borgenheden wenscht te levendat noch voor beter, noch voor slechter wenscht door te gaan, dan het werkelijk ie. Zy is hot, die de zonderlinge, ongerymde verhalen niot aardig vindt, welke men van ons opdiecht; die zich soms een weinigje ergert over de uitlokkende vragen, welke vraagzieke vrienden 6omwyion meenen te mogen doen; en om harentwil heb ik oude aanteekeningen nagezien, herinneringen van vreugd en leed weer opgeroepen, en verhaal nu aan ieder, die het lezen wil, al wat hy met mogeiykheid kan wenschen te weten, en zelfs meer dan dat, aangaande ons vroegere leven. Nu ik dit gedaan heb, zwyg ik vorder voorgoed over dat onderwerp. Hier ligt myn verhaal nu moeten de vraagzieke vrienden er het antwoord maar uithalen; van my krygen ze geen ander. Wel beschouwd echter schryf ik dit toch ook wellicht om mynszelfs wil. Ikzelf houd ook volstrekt niet van mysterifn en verbor genheden, welker oplossing en verklaring niet terstond voor de hand ligt. Dat komt mis schien, omdat ikzelf een mysterie beleefd heb, dat ik my nooit voldoende heb kunne* verklaren. Om te beginnen, moet ik tal van jaren, onverschillig hoeveel, teruggaan, hoewel ik desnoods jaar en dag nauwkeurig zou kunnen bepalen. Ik was jong, juist even vyf en twintig jaar. Ik was ryk, want toen ik meor- derjarig werd, kroeg ik een jaariyksch inko men van ongeveer tweeduizend pond, en daar liet uit solide fondsen en bezittingen voort vloeide, was het niot noodig, dat ik my daar omtrent bezorgd maakte. Hoewel ik reeds met rn'jn twintigste jaar geheel mijn eigen meester was geweest, had ik my geene bui tensporigheden te verwyten; geene oude schulden te betalen. Ik was gezond en sterk, en had wel Is waar geene lichamelyke pijnen, en toch, als ik te bed lag, keerde ik my om en om op myne peluw en zeide tot myzel- venuw leven in de toekomst zal voor u weinig meer zyn dan een vloek. Had de dood dan misschien iemand, die my dierbaar was, van myne zyde wegge rukt? Neen; de eenige wezens, die ik ooit had liefgehad, myn vader en myne moedor, waren reods lang gestorven. Zuchtte ik onder het leed van een onverhoord minnaar Neon ik had nog nooit met liefde in een vrouwon- oog gestaard en zou het misschien ook nooit kunnen doen. (TVorA' vervoied.t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5