w.
Maandag 30 November.
A". 1891.
<§eze Qcurant wordt dagelijks, net uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Bind.
Leiden, 2S November.
jF*öTjL±U.o £on.
Een éónii? misdadiger.
PRIJS DEZER COURANT:
▼•cu Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijk» Kommer».0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 16 regel» ƒ1.05. Iedero rogel aieer/*0.17|.
Orootere letters naAr plaatsruimte, Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
By koninklijk besluit is mr. J. S. D. Van
Doorn, secretaris van het college van cura
toren aan de rijks-universiteit te Leiden,
benoemd tot referendaris bij het departement
van binnenlandsche zaken.
Do uitslag der door het gemeentebestuur
van Haarlemmermeer gehouden aanbesteding
van eene brandvrije bewaarplaats voor het
gemeente-archief was als volgt: G. De Vries
5739, J. A. Hoenderdos 5970, C. Luik
f 59S9, A. Langereis f 6000, D. Koos 6065,
M. Den Ouden 6265, J. Den Ouden 6320,
C. Pijlman 6500 en L. Stans 6800. De
inschrijvers wonen allen te Haarlemmermeer.
Het werk is niet gegund.
Te Scheveningon is overleden dr. Van der
Mandele, geneesheer aan de Sophia-stichting.
Aan den raad van Utrecht was voorgesteld
pensioen te verleenen aan den oud-burge
meester dier gemeente, mr. W. K. Boer.
Deze heeft echter medegedeeld dat hjj zoodanig
pensioen niet zou aannemon. Het voorstel is
daarop ingetrokken.
In antwoord op het Tweede-Kamer
verslag omtrent de arbeids-enquête deelt de
Regeering mede het niet wenschelyk to
achten, in den reeds ver gevorderden staat
van de enquête, aan de commissie thans nog
op te dragen den veldarbeid in haar onder
zoek op te nemen. De andere onderwerpen
zouden er door worden opgehouden en de
commissie zou ook eene aanvulling of wij
ziging moeten ondergaan.
Nader wordt voorgesteld den duur dei-
enquête tot 1 October 1892 te verlengen.
Later kunnen, zoo noodig, nog verslagen
worden opgemaakt en voorstellen gedaan.
Overlegd zal worden omtrent de publicee
ring van conclusion over afgewerkte onder
deden en over het samenstellen van regis
ters op de verschenen verslagen.
De nieuwe spoorwegtarieven zullen, naar
de minister van waterstaat mededeeld, aan
staanden zomer worden ingevoerd.
Het tijdstip voor de inwerkingtreding der
nieuwe postwet is door hem nog niet bepaald.
Ten einde do militie meer te localiseerer.
en dientengevolge eene eventueels mobilisatie
te kunnen bespoedigen, hebben bij het leger
op groote schaal overplaatsingen van groot-
verlofgangers plaats, zoodat zij voortaan zooveel
mogelpk bij het dichtst bij hunne woningen
gelegen garnizoen worden ingedeeld. Vooral
heeft dit betrekking op die afdeelingen, welke
bjj dreigend oorlogsgevaar dadelijk belangrijke
punten, sperforten, enz. moeten bezetten.
Het monument ter nagedachtenis van
wijlen den officier van gozondheid lsto kl.
bij de zeemacht dr. P. G. J. Vogelpoel, dat
binnenkort in het park op 't Molenplein te
Den Helder zal worden opgericht, bestaat uit
eer, sierlijk ijzeren piëdestal, vervaardigd in
de fabriek van de hoeren Becht en Dyserinck,
te Amsterdam, en is geplaatst op een steenen
voetstuk. Er is eene inscriptie op aangebracht,
welke horinnert aan den vereerden genees
heer, die, tijdens zyn verblijf in die gemeente,
zich een hoogst eervollen naam verwierf door
zijn kunde, zijn ijver en zyn ongeëvenaarde
toewijding.
Bovenaan bevat het monument eene klok,
gedragen door vier fraaie leeuwenklauwen.
Het stoomschip „Bromo", van Rotterdam
naar Java, vertrok 26 Nov. van Marseille;
de „Admiral", van Hamburg en Botterdam
naar Oost-Afrika, vertrok 26 Nov. van Napels;
de „Celebes" arriveerde 26 Nov. van Amster.
dam te Londen; de „Sumatra", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 27 Nov.Dungeness
do „Bundesrath", van Zanzibar naar Rotterdam
en Hamburg, vertrok 20 Nov. van Napels, na
aldaar 5 dagen te zijn opgehouden wegens
eenigo reparatie aan do machine; do „P. Ga
land" vertrok 26 Nov. van Nieuw-York naar
Amsterdamde „Prins Alexander", van Bata
via naar Amsterdam, vertrok 26 Nov. van
Port-Said; de „Prins Frederik Hendrik" arri
veerde 26 Nov. van W.-Indié te Nieuw-York.
Bij koninklijk besluit is goedgekeurd
lo. dat jbr. M. IV. H. De Jonge, burgemees-
tor van de gemeente Schermerhorn, is benoemd
tot secretaris dier gemeente; 2o. dat aan M.
J. De Man, burgemeester van de gemeente
Hof-van-Delft, op zijn verzoek, eervol ont
slag is verleend als secretaris dier gemeente.
De met verlof hier te lande aanwezige
lste luit. der infanterie van het leger in
Ned.-Indié J. W. F. Kuypers, ter zake van
lichaamsgebreken, met ingang van 1 Dec.
1891, eervol uit den militairen dienst ont
slagen, met toekenning van pensioen.
Gemeugd Nieuws.
De advocaat-generaal Pat ij n nam
gisteren voor den Hoogen Raad conclusie
omtrent de vordering der administrateurs van
het fonds, afkomstig van den verkoop van
het groot en het klein Blauwhuis aan de
Heerengracht te Amsterdam, nagelaten door
zekeren, in 1624 overleden, heer Kombouts,
tegen den staat der Nederlanden; welke vor
dering strekt om een gedeelte van het kapitaal
van bedoeld fonds van het grootboek der
nationale schuld af te schrijven, ten einde het
meer rentegevend te kunnen beleggen en
zoodoende te verkrijgen, dat aan de arme
bloedverwanten van den erflater meer wordo
uitgekeerd dan de geringe renten, die het
kapitaal thans afwerpt, gedoogt. Mr. Patjjn
betoogde, dat de beheerders der nalatenschap
niet bevoegd zijn om to vorderen gelijk zij
deden, o. a. op grond, dat zij, als slechts
administrateurs van het kapitaal daarover
niet de beschikking hebben, en dat or geen
waarborg zou zijn dat het kapitaal zal blijven
bestaan, wanneer de administrateuren bevoegd
zijn het te gelde te maken. De conclusie
strekte mitsdien tot niet-ontvankelyk ver
klaring, althans ontzegging van de vordering.
Uitspraak 31 Dec. a. s.
Voor de arrondissement s-r och t-
bank te Haarlem stond gisteren terecht Th.
Kroesen, oud 68 jaar, slager te Haarlem
mermeer.
Den loden Augustus 11. kwamen des avonds
te 10 uren twee commiezen ten huize van
beklaagde, om aldaar een onderzoek in te
stellen, daar zy gegrondde vermoedens meen
den te hebben om te veronderstellen dat een
kalf geslacht was zonder dat daarvan aan
gifte gedaan was.
Daar beklaagde niet tehuis was, werd
het onderzoek zonder hem gedaan en vond
men werkelyk een versch onafgehakt voor-
vierendeel van een kalf, terwijl de overige
deelen afgehakt waren.
Toen beklaagde, tehuis komende, vernam
dat de commiezen het vloesch wilden ver
beurd verklaren en medenemen, ontstak hij
in hevige woede.
Achtereenvolgens nam hy een hakmes, een
priem, een varkensschrapper enz. op, om
hiermede do commiezen te lyf tegaan,welko
wapens hem echter gelukkig steeds afhandig
werden gemaakt. Beklaagde riep daarby
„er uit 1 er uit zul je, al moet ik er ook vyf
jaar voor in de kast!"
Een der commiezen ging daarojk,een Rijks
veldwachter halen en in zyne tegenwoordig
heid gelukte het thans het vleesch in beslag
to nemen.
De commiezen legden als getuigen boven
staande verklaring af.
Beklaagde erkende geen accijns betaald ie
hebben, doch het was zijn voornemen niet
om die te ontduiken. Hy beklaagde er zich
over, dat al het vleesch, gehakt en onafgehakt
is medegenomen, waarop zy geen recht hadden
en waardoor hij groote schado leed. Wy had
den een nieuwen ontvanger-en een nieuwen
ambtenaar, zeide de beklaagde, anders was
er van die grappemakery niets gebeurd. Hy
ontkende ten stelligste met de verschillende
wapens gedreigd te hebben en was verbaasd
over die verklaring.
Op eene vraag van den ryks-advocaat waarom
dan de hulp van ean ryks-veldwachter noodig
was, antwoordde hyomdat hij het vloesch
niet wilde afgeven.
De ryks-advocaat, mr. Do Koning, bracht
hulde aan de kalmte der ambtenaren, waar
door groote ongelukken voorkomen zyn. Hy
achtte de ten laste gelegde feiten wettig en
overtuigend bewezen. Wat het eerste feit be
treft, ontduiking van den accjjns. wegens het
geringo bedrag daarvan, vorderde hy opleg
ging eener boete van ƒ10, wegens het tweede
feit: verhindering van ambtenaren in hunne
werkzaamheden, eene geldboete van ƒ100.
(De ryks advocaat wees er op, dat de com
miezen het afgehakte vleesch uiet in beslag
hadden mogen nemen, dit was eone vergis
sing van hen door het verkeerd bc-grypen van
eene ministerièele resolutie, doch bet onafge-
hakte vleesch moest beklaagde overgeveD,
daardoor was zyn verzet onwettig).
Het O. M. requireerde, dat do eisch der
administratie zal worden toegewezen en do
beklaagde, in geval van wanbetaling, zal
ondergaan voor de eerste boete eene hechtenis
van minstens één en hoogstens 2 dagen, voor
de tweede boete eene hechtenis van minstens
1 dag en hoogstens 20 dagen.
Uitspraak over 8 dagen.
Zondag is in don omtrek van
Seyne, by Toulon, do bliksem geslagen in
een landhuis; do straal schoot herhaalde
malen vlak rondom het bed, waar de echte
lingen Lausier lagen en die, ondanks hunne
ontzetting, roerloos bleven, doorboorde den
vloer, wierp in de keuken al wat er van
metaal was tegen den grond, schoot langs
de trapleuning weer naar boven en eindelyk
een venster uit. De Lausiers zijn, dank zij
hunne tegenwoordigheid van geest, ongedeerd
gebleven, maar van hun schrik nog niet be
komen.
Voor den rechter. Mevrouw
vraagt echtscheiding en zet hare grieven
uiteen. „Maar uw man heeft u toch lief
gehad", zegt de rechter. - Mevrouw, met
een bitter lachje„Dat is wel mogelyk die
man was tot alles in staat!"
3 Slot.)
Er werd eene groote belooning op het aan
brengen van den dader uitgeloofd. Weldra
meldde Jonathan Wild zich by de politie aan
en verzekerde dat hy de misdadigers ontdek
ken en aan de politie uitleveren wilde. Binnen
weinige dagen spoorde hij drie schuldigen op,
die, toen zy geen uitweg zagen, bekenden
bij de misdaad betrokken te zyn geweest.
Zjj werden ter dood veroordeeld en opgehan
gen. doch verklaarden dat de hoofdschuldige
nog in vrijheid was.
Jonathan Wild verklaarde het openlyk voor
oene zaak van eer, ook dezen misdadiger
aan de justitie uit te leveren; hy stelde val-
sche getuigen, die onder eede verklaarden,
dat de door hem aangewezen personen de
daders warenen mensehen, die zich mis
schien slechts aan zakkenrollen hadden schul
dig gemaakt, maar met Jonathan in onmin
waren geraakt, werden door zijne listen als
de daders veroordeeld en opgehangen.
Nu werd de „Regulateur" steeds driester.
De kostbaarste buit gemaakte voorwerpen
leverde hij voortaan niet meer uit; hy be
hield ze voor zich en maakte er buitenge
woon goede zaken mede. Hy had een aau'.al
teekenaars, juweliers, goudsmeden en gra
veurs in zijn dienst, die uit de geroofde en
gestolen edelgesteenten, gouden en zilveren
voorwerpen door smelting en bewerking
nieuwo kostbaarheden vervaardigden. Deze
bracht Jonathan Wild te Londen zelf aan den
man, waar hy twee groote filialen van zyne
zaak oprichttehet grootste deel der ge
stolen goederen echter zond hy met een
schip, dat hem toebehoorde, naar Nederland,
waar hy ze tegen linnen en kant inruilde,
die hy weer naar Engeland invoerde. In zyn
dienst stonden kaperkapiteins, die noch by
den overtocht naar Nederland, noch bij den
terugkeer naar Engeland geneigd waren, de
verschuldigde rechten te betalen, en wien
het byna altyd gelukte, de goederen, zonder
er rechten van te betalen, binnen te smokkelen.
Yyftien jaren lang, tot het jaar 1725, dreef
de „Regulateur" zyne eigenaardige zaken.
De politie stelde het grootste vertrouwen in
hem; zy verleende hem den zilveren consta-
belsstaf, waardoor Jonathan Wild den rang
van ambtenaar kreeg.
Het vertoonen van dezen zilveren staf is
in Engeland tegenwoordig nog voldoende om
den eigenaar als politie beambte te legiti-
meerenhij geeft hem het recht, eiken voor
bijganger op te eischen tot het -verleenen
van hulp by eene arrestatie of huiszoeking.
Zyne positie scheen onwankelbaar. Do mis
dadigers haatten hem voor een deel sedert
lang, wijl by hen exploiteerde, maar niemand
waagde het zyne handelwyze aan het licht
to -teugen, want zoodra iemand eene poging
deed, om hem to verraden, leverde Jonathan
Wila hem onmiddellyk aan de politie uit,
stelde valsche getuigen, die nooit gepleegde
una i-.n van den verrader bezwoeren en
deze was door veroordeeling tot deportatie of
tot den dood weldra uit den weg geruimd.
De autoriteiten echter schonken den merk
waardig sten misdadiger, die ooit bestaan
heeir, zulk een vertrouwen, dat zy geene
kroongetuigen meer aannamen, wanneer Wild
zijne goedkeuring over die personen niet had
gegev,Hy beheerschto daardoor feitelykde
geheele wereld der misdadigerszy was hem
schatplichtig, evenals het publiek, dat hy
naar willekeur uitplunderde.
Intusschen kon het mettertyd toch niet uit-
blyven dat de politie, op grond van de ver
klaringen van ter dood veroordeelde misda
digers, verdenking tegen Wild opvatte. Tot
nu toe was het geoorloofd geweest, gestolen
goed tegen betaling aan do rechthebbenden
terug te bezorgen.
Jonathan Wilds doen scheen echter lang-
zamerhand zóu gevaariyk, dat de regeering
besloot, het Parlement eene wet aan te bie
den, volgens welke dit onderhandelen en be
middelen tusschen misdadigers en publiek
strafbaar weid verklaard.
Jonathan Wild wist echter ook hier raad
liy wist de wet op zeer handige wijze te
ontduiken. Hij stelde tusschenpersonen aan
en liet de bestolenen, dio bij hem kwamen,
door openlijke oproepingen bclooningen op de
terugbezorging der gestolen voorwerpen uit
loven. Hy had geheime boden, door wie hy
den geplunderden de voorwerpen weer deed
toekomen, en liet het honorarium op geheim
zinnige wjjze incasseeren, zoodat zyn naam
daarby nooit genoemd werd en zyn persoon
daarby in het geheel niet in hot spel kwam.
Nog langer dan een jaar gelukte het hem,
ondanks de steeds toenemende verdenking der
politie, de autoriteiten van het lyf to hou
den. Hy was een schatrijk man geworden
en had het voornemen, zich binnenkort uit
zyne zaken terug te trekken.
In de misdadigerswereld van gansch Enge
land was van jaar tot ,iaar de verbittering
tegen hem en zijno intieme kameraden toe
genomen.
Het was nu in het belang der deugnieten