jN». 9747. Maandag 30 November. A° :::i. iDeze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. De Premie Louwerse Leiden, 28 November. feuilleton. Hoe een gevallen graaf er weer bovenop kan komen. LEIDSC PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 16 regels /"1.05. Iedoro regel meer /"0.17$. Grootere lottere naar plaatsruimte. Voor liet inean-soeren buster, de stad wordt f(\. 10 bereken'. in studio genomen en zal het binnenkort hoewel waarschijnlijk onder anderen titel, om de overeenkomst met „Aleid" van Multatuli te ontgaan ten tooneele worden gebracht, met mej. Alida Klein als Leida. Van dezelfde schrijfster is bij ditzelfde ge zelschap met veel succes eene pochade in één bedrijf gespeeld, getiteld „Vóór het Diner." Goxnengd Nieuws. Op het perron van het Holl. sta- tion te 's-Hago viel gistermiddag eene be jaarde vrouw van de trappen. Ernstig aan het hoofd verwond, werd zij per rijtuig naar haar huis gebracht. Men is te Scheveningen nog al tijd zonder bericht omtrent eene schuit van den reeder W. v. d. Zwan, schipper D. Ver baan Dz. Van deze schuit zijn kort na den laatsten storm de netten gevischt en aange bracht. Men hoopt nog altijd, dat deze schuit ook eene vleet gevischt heeft en daarmede aan het visschen is, en dan zou haar weg blijven verklaarbaar zyn. Gisteravond brak in hot sous- terrain van het pand, bewoond door den heer S., in het park „Honingen" te Kralingen, een felle binnenbrand uit. De politie trachtte met do hulp van andere personen het vuur met emmers water te blusschen, doch de zwaro rook belette, het sousterrain verder binnen te dringen. Eene spuit was spoedig ter plaatse aanwezig en blusclite weldra den brand. Huis en goederen waren tegen brandschade vor- zekerd. Te Amsterdam woedde gisteren nacht een felle brand in de Anjeliorstraat. De brand werd te 2.15 ontdekt, en toen de brandweer uitrukte, bewezen do hoogop- gaande vlammen reeds hoe noodig haar hulp was, zoodat terstond een groote macht, waar onder de „Jan Van der Heyde" en 4 rijdendo stoomspuiten, uitrukte. De brand was vermoedelijk door het sprin gen van een petroleumtoestel ontstaan op een bovenverdieping van een perceel, schuin tegenover do Maagdeliovenstraat, en nam zóó snel in hevigheid toe, dat do bewoners niet dan met lijfsgevaar over de daken konden vluchten, en toch nog ernstige brandwonden bekwamen: eene bejaarde vrouw aan do boe nen, een man aan het hoofd, zijne vrouw aan hals en handen en hun kind van 7 maan den eveneens aan de handjes. Allen werden terstond naar het gasthuis vervoord en daar verbonden. Alleen de oude vrouw, wier won den het ergst zijn, bleef daar achter. De overigen konden na verbonden te zyn het gasthuis verlaten en werden gisteren door do buren opgenomen. De brandweer had intusschen na een arbeid van meer dan een uur mot behulp van 4 brandkranen het vuur tot de beide boven verdiepingen weten te beperken, zonder dat de stoomspuiten behoefden te werken. De huizen aan de overzijde der smalle straat werden eenigszins geblakerd. Het meubilair in de verbrando verdiepingen is geheel ver nield. In de gevangenis te Heerenveen zitten op hot oogenblik niet minder dan 8 personen in preventieve hechtenis; vijf ver dacht van poging tot moord of zware mis handeling, twee van diefstal met verbreking van afsluiting en eón van verduistering van gelden. De rechter-commissaris houdt eiken dag zitting, om de personen by, al die zaken betrokken, te hooren. Gistermorgen was deze reeds te halfnegen in het paleis van justitie met verhooren begonnen en in de laatste dagen geschiedde het niet zelden, dat de in structiezitting tot 's avonds negen uren, ja zelfs tot halfelf duurde. Op de spoorlpn tusschen Har- lingen en Franeker zijn deze week baldadig heden geploegd, wolko ernstige gevolgen hadden kunnen hebben en waarnaar de politie een streng onderzoek instelt. Even voor de brug over de Achlumervaart is de zware emmer- bank van een landbouwer dwars over de rails gelegd, terwijl even verder een hek is geopend en een troep schapen op den spoorweg gedre ven. De houton toestel werd door den morgentrein verbryzeld, zonder dat deze ont spoorde, terwyl van de schapen, van we[ke geene zyn overroden, nog eenigo woroen vermist. Het proces wegens moord tegen den gewozen luitenant Livraghi enz. is dezer dagen te Massowah begonnen. De gewezen gouverneur der kolonie Baldissera verklaarde de verantwoorde]ykheid voor al de terdood- brengingen, door den politiekon en militairen toestand aldaar noodzakelpk gemaakt, op zich te nemen, behalve wat die van den koopman Getheon betrof. De generaal liet zich met veol lof over Livraghi uit. Te Crefeld is eene aardbeving waargenomen, welke 2 a 3 seconden duurde. Hier en daar viel een klok of ander voor werp van den muur, glazen en kannen rin kelden op de tafels; ook werd eene enkele scheur in gebouwen waargenomen. PRIJS DEZER COURANT: Vnnr C-iScn per 3 maandenƒ1.10. Franco per post1.10. A !V-on<lfcr!iik« Xomtn^0.^5. wordt Maandag voor 't laatst afgegeven, voor zoolang de voorraad strekt. Tot ons leed wezen moesten we de vorige maal menigeen teleurstellen. Belanghebbenden gelieven dus van deze kennisgeving nota to nomen. Het Oostenryksche operetten-gezelschap onder directie van den heer Julius Laska zal Maandag-avond in den Schouwburg alhier weder eene voorstelling komen geven. Ditmaal zal worden opgevoerd „Ein Blitz madel," operetten-vaudeville in vier akten, van C. Costa, muziek van Carl Millöcker. In Amsterdam is dit stuk bereids menig maal opgevoerd en blijkbaar met succes. Het „N. v. d. D." althans zegt o. a.De directeur, de onversaagde Laska, had gezorgd voor eene nieuwigheid, die de moeite van het hooren en zien waard is. De groote bijval van en de opgewekte stemming onder het talryk publiek hebben bewezen, dat hij eene goede keuze heeft gedaan door „Ein Blitz madel" op het repertoire te brengen, eigen lijk meer eene vaudeville, het genre van Madame Judic, dan eene operette. In 't kort geeft „Ein Blitzmüdel" allo mogelyke ver wikkelingen en komische scènes te aanschou wen, die ontstaan kunnen, als een eerzaam jongmensch naar eene veel begeerde betrek king streeft en vele mededingers te overwin nen heeft. Staat hem echter een meisje ter zyde, dat alle zwarigheden als een duivelskind te overwinnen weet, dan loont het einde alle moeite. En dit is met „Ein Blitzmadel" het geval. De begaafde actrice Lidi Bodroghi beeldde dit duivelskind af met opgewektheid, gloed en verve. Ook omtrent den heer Carl "Wallner en het artistieke spel van den directeur zeiven wordt met lof gesproken; terwijl het publiek niet naliet zyne tevredenheid te betuigen voor de vertooning der nieuwe operette. Het „Dagbl. v. Ned." deelt eveneens mede dat de voorstelling uitmuntend voldeed en maakt in zyn van waardeering getuigend ver slag slechts van de hoofdpersonen melding. Al do andere medespelenden waren echter, zegt het, ook uitstekend voor hun rol berekend. De directeur de heer Laska heeft voor een goed geheel gezorgd. Hierdoor onderscheiden de voorstellingen van het Oostenryksche ge- 2.) „Gy kunt wol denken", begon hy, „dat ik u niet om niet verzocht heb my hierheen te volgen, en daar ik gewoon ben, zonder veel omwegen recht op het doel af te gaan, vraag ik u by dezen: wilt gy weer een mensch- waardig bestaan leiden, graaf Ploetowitsj Ik zal er u aan helpen!" De graaf begreep hem niet direct. Hy meende dat men hem den een of anderen eer lijken werkkring wilde aanbieden, en daar had hy niet het geringste verlangen naar. „Nikolai Nikolajowitsj", antwoordde hy daarom weifelend, „ik dank u zeer, dal gy zoo goed waart, my te inviteerendoch voor dat ik een antwoord geven kan, moet ik toch eerst weten, waarover het gaat. „Goed", viel Pawlow hem op geheel ande ren toon en luid lachend in de rede, „ik zie wel dat uwe beenderen niet voor zwaren arbeid zyn geschapen! Welnu, graaf, wat zoudt gy er van zeggen, als ik u byvoorbeeld een post van hulseigenaar aanbood Hoe ïykt u dat?" zeischap zich door zekere frischheid en opge- I wektheid, eigenschappen die nu by do opvoe ring van „Ein Blitzmadel" opnieuw aan 't licht traden. Aan den kapitein-luitenant ter zee C. H. De Goeje, directeur der Kweekschool voor Zeevaart alhier, is vergunning verleend het onderscheidingsteoken te dragen ter be looning van 30-jarigen eervollen dienst in den rang van officier by de zeemacht. Omtrent den te Schoveningen overleden Dr. J. Van der Mandele wordt gemeld, dat hy, den 30ston Mei 1844 te Egmond a. zee geboren, zich, na volbrachte studiën en na te Loiden den doctoraten titel te hebben verworven, te Scheveningen als geneesheer vestigde. In 1870 maakte hy den Fransch- Duitschen oorlog mede en kwam in die dagen voor Parys. Van de Fransche Regeering ver wierf hy het door haar ingestelde „Roode Kruis". Een kortstondige, doch vroeselyke ziekte maakte een einde aan het leven van dezen geachten man. Zyn stoffelyk overschot zal a. s. Maandag op de Algemeene Begraafplaats worden ter aarde besteld. Ds. Schuilei" tot Feursum, van Amster dam, zal Zondagochtend de godsdienstoefe ning leiden in de kapel van het paleis 't Loo. Te 's-Gravenhage heeft op de algemeeno begraafplaats de teraardebestelling plaats ge had van don to Delft overleden oud-gemeente- architect, den heer De Bruyn Kops. Aan het graf word do overledene herdacht door ds. Lacheret, te 's-Hage, door een lid van het bestuur der Verecniging van gasfa- brikanten, door den heer Hartman, gomeonte- architect te Delft, en door den heer Van Ruyven, ambtenaar aan do Delftsche gas fabriek. De schoonzoon van den overledene, do heer Labouchère, dankte, namens de familie, de vele aanwezigen voor de laatste eer, den doode bewezen. In het begin van dit jaar werd door den tooneelcriticus L. Simons in de „Haarl. Crt." met veel ingenomenheid gesproken over twee onuitgegeven tooneelstukken, het werk van eene Haagscho dame, „Eene Crisis" en „Leida", en ten aanzien van het laatste de wensch geuit, dat het door het gezelschap der Vereenigdo Rotterdamsche Tooneelisten Lo Gras en Haspels mocht worden op gevoerd. Naar men nu mededeelt is dit tooneelspel in 3 bedryven thans door gonoemd gezelschap „Niet slecht", meende Fedor Wassiljewitsj, die op de vermeende aardigheid inging, „maar dan zoudt gü mij ook moeten toestaan, in het betrokken huis te mogen wonen." „Dat ligt aan u, waarde vriend! Als gy loos zyt en myne bevelen nauwkeurig uit voert, maak ik u niet alleen tot eigenaar van een huis, maar misschien ook nog tot een ryk man." „Nu, geneer u niet!" lachte Fedja. Dio Pawlow was ongetwyfeld een echte grappen maker hy, Fedja, de vagebond, de dronk aard, bedelaar en dief, zou nog eens een ryk man worden 1 Misschien maakte Pawlow hem wel tot generaal en ridder van de hoogste orde. Fedja lachte bij de gedachte zóó ver- schrikkelyk, dat het zijn vis-a-vis te bont werd. Met een: „Domkop! Maar nu is het ge noeg!" onderbrak hy het onwelluidende gelach van den vagebond. „Als je niet verstandig luisteren wilt, loop dan naar den duivel! Ik ben niet hier gekomen, om je akelig gezicht te zien, maar je een voorstel te doen. Wil je aandachtig luisteren en myne vragen nauwkeurig beantwoorden of niet?" „Maar bedaar toch", zei de licht bang gemaakte Fedja; „het kwam my zoo komisch voor, wat gy zooeven op zoo emstigen toon zeidet. Nu, als het u werkelyk ernst is, des te beter! Vraag maar, Nikolai Nikolajewitsj, het antwoorden zal my niet moeilyk vallen." „Welnu, Fedor Wassiljewitsj! Ik spreek in i vollen ernst. Wilt gy binnen 24 uren eige naar zpn van oen huis met vier verdiepingen aan do Groote Sadowaja?" „Aangenomen; ik wil binnen 24 uren eige naar van het huis zyn!" „Wilt gy mp daarvoor eeno verklaring onderteekenen, waardoor ik u naar Siberië kan brengen, indien u de lu3t mocht bekrui pen my te bedriegen?" „Ik wil u die verklaring mot genoegen onderteekenen." „Goed! Sehryf dan op, wat ik u dicteer!" De kellner bracht op Pawlows bevel inkt, papier en pennen in een zyvertrek en daar dicteerde Nikolajowitsj Ploetowitsj hot vol gende: „Ik, ondergeteekende, verklaar by deze, overeenkomstig de waarheid, dat ik in den nacht van 18 Januari 1867 op Chrestowski- Ostrow (een der Newa-eilanden) den boek houder by de .credietbank, den heer Nikolai Nikolajewitsj Pawlow, aangevallen en ge tracht heb, hem van zyne met banknoten gevulde portefeuille te berooven. De aanslag mislukte evenwel, wyl N. N. Pawlow my op den grond wierp, met een doek myne handen bond en my naar de stad transporteerde, met j het voornemen, my aan do politie uit te i leveren. Door myn vurig smeeken liet hij zich evenwel vermurwen, en zag van eene aanklacht af, onder voorwaarde, dat ik dit document schryven en mot myne ondertee- kening bevestigen zou." „Zoo, dat is alios, Fedor Wassiljewitsj gelieve nu nog uw vollen naam daaronder te zetten en den datum van den 19den Januari 1876, met de by voegingtwee uur 's morgens." Graaf Ploetowitsj deed gelyk hem gezegd werd. Hij zag nu duidelyk dat de zaak ern- stig werd. Het documont, dat hy den boek houder Pawlow overhandigde, bekommerde hem weinig; hy vond het zeernatuurlyk.dat de man in elk geval een wapen tegen hem in do hand wilde hebben. „Ga nu mee", ging Pawlow voort; „ik wil u kleeren bezorgen, opdat men u op de straat althans kan laton zien." Na eenige uren kwam graaf Ploetowitsj met Nikolai Nikolajewitsj uit eene badinrich ting, gereinigd, gefriseerd, gekamd en van het hoofd tot de voeten zindelyk en netjes gekleed. Zyne collega's uit de beruchte vagebonden- kroegen, de bedelaars en dieven, hadden hem stellig niet herkend. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5