N°. 9746.
Zaterdag 3® November.
A0. 1S31.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Premie Leidsch Dagblad.
Leiden, 27 November.
Feuilleton.
Een ééuig misdadiger.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nomxsers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het
incassseren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekond.
Eerste Blad.
In dit nommer bevindt zich om uit te
knippen de Bod, waarmede de premie
boekwerken „Mannen van Sla-vast" en
„Janmaat In de Oost", van P. Louwerse,
morgen, Zaterdag aan ons Bureel kunnen
worden afgehaald, tegen vergoeding van
Cents voor elk deel. De abonné's kunnen
echter, als zy dit verlangen, en voor zoover
de voorraad strekt, ook de belde werken
ontvangen.
Heden is aan -de universiteit alhier de keer
T. Broeksmit, arts, geb. to Zwijndrecht, be
vorderd tot doctor in de geneeskunde, met
academisch proefschrift, get.: „Verslag dei-
verloskundige kliniek en polikliniek van het
Rijks-Academisch ziekenhuis te Leiden, cursus
1889—1890.
Door de alhier zitting houdende commis
sie voor het geneeskundig staats-exam en is
heden tot arts bevorderd de heer J. F. J.
Freericks.
Hedenavond wordt in den schouwburg
alhier door de Leidsche studenten-afdeeling
van het Nedertandsch Tooneelverbend tér
viering van haar tienjarig bestaan eene feest
voorstelling gegeven, waarbij eenige (Leidsche
jongedames op zich genomen hebben de dames
rollen te vervullen. De uitvoering zal ibesloten
worden met een bal, waartoe in het schouw
burglokaal zelf voor het eerst een dansvloer
is aangebracht. Naar wij vernemen, zal die
dansvlonder in don vervolge ook voor anderen
ttr beschikking blijven.
Woensdag den 9den December a. s., des
namiddags te hal ft wee, zal de nieuwbenoemde
hoogleeraar bij de faculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de rijks-universiteit alhier,
dr. J. J. M. De Groot, zijn ambt aanvaarden
met het houden eener redevoering in k«t
groot-auditorium van het academie-gebouw.
Beroepen is bij de Ned.-Herv. gemeente
te Bruchem c. a. de heer F. L Los, candidaat
te Leiden.
De Leidsche Studenten-vereeniging tot
vrijwillige oefening in den wapenhandel „Pro
Patria" heeft eene vergadering gehouden,
waarin ook aanwezig was de luitenant-instruc
teur Van Wijk. Met eene hartelijke toespraak
overhandigde praeses in naam der Vereeniging
een bronzen beeld aan luit. Van Wijk, als
souvenir aan de Augustusdagen, toen hij tijdens
de manoeuvres de Vereeniging zoo goed was
voorgegaan. Luit. Van Wyk antwoordde hierop
en deze wederzijdsche speechen gaven duide
lijk blijk van de vriendschappelijke verstand
houding, welke er bestaat tusschen het ge
zelschap „Pro Patria", en zijn luitenant-in
structeur.
By acclamatie werd vervolgens het voorstel
van het bestuur aangenomen om den heer
J. W. Schorer, afgetreden praeses, het ©ere
lidmaatschap aan te bieden, en aan de afge
treden commissarissen de heeren L. Den Beer
Poortugael en C. 5. v. Tuytë v. Serooskerken
brieven van dankbetuiging te sturen wor
de vele belangrijke dienste©, door hen aangiet
gezelschap bewezen.
Ook had eene vergadering plaats van de
leden der Studenten-cricketclub, om te beraad
slagen over bet spelen van FoetbaiH. Dit
voorstel vond veel bijval, coodat besloten -werd
tot het huren van een veld.aan den Htrechtechen
weg en het aanschaffen van het noodigema
teriaal. Vox-.)
In het Nutsgebocw alhier had gister
avond de 17£ste vergadering plaats van de
afdeeling Leiden en Omstreken der Maatschap
pij tot bevordering der Bouwkunst. ErWaren
vele leden opgekomen, iffle zich allereerst ver
gastten aan de beschouwing van de plaat
werken „Renaissance stalienne"; 47 (jhoto-
gsaphies d'après les dessins oraginaus: des
Architectes, pensionnair-es de l'Acadómie de
France a Rome; en Htsgo Lichts „Arokitek-
bar Deutschlaoids", beiden afgestaan door den
heer L. Berghuis, tydebjk in onze gemeente
vertoevende, geen lid der afdeeling en ook
niet in deze vergadering aanwezig. «Onder
applaus werd hem da«k betuigd door den
voorzitter, nadat door den secretaris de no
tulen der vorige vergadering waren gelezen
en door de aanwezigen goedgekeurd.
Zulk eene dankbetuiging werd ook gericht
tot de heeren I. J. Planjer, gebrs. Kruyt
(yzerhandel Nieuwe Ryrtf en Joh. Schmidt
(vertegenwoordiger van de firma De Vries en
Stevens) voor betgeen z£j ten toon hadden
willen 6tellen, waardoor op de agenda sprake
kon zyn van eene ten toonstelling van bouw
materialen."
De heer I. J. Planjer zond eene groote
verscheidenheid fraaie tegel6 voor wandbe-
kleedingde heeren gebrs. Kruyt vele practi-
sche yzeren voorwerpende firma De Vries
en Stevens eene collectie electrische apparaten,
welke door hunne zorgvuldige en keurige
afwerking ook op oningewyden op dat gebied
den indruk maakten als te zyn van eerste quali-
teit. Ook plaatste zij in de zaal een controle-
meter, verklaard door den heer Schmidt, en
waarop hy verschillende branders zette, om
te constateeren het gasverbruik per uur. Het
„metaal voor de toekomst", het aluminium
van de „Aluminium Industrie-Actien-Gesell-
schaft te Neubausen (agentuur bij de firma De
Vries en Stevens) was ook aanwezig, bestaande
in alumdniumblad, ruw metaaldraad, 0.14 m.M.
dik, ens. Tevens waren haar door dr. P. J.
Kaiser welwillend eenige luxe-artikelen, van
dat metaal gemaakt, afgestaan.
Door den heer H. J. -Jesse werd, ook na
mens zyn mede-rapporteur den heer Adr. J.
Van Achterberg, rapport uitgebracht omtrent
eene-der vragen, gesteJa door het feestuur der
Maatschappij, m. 1.„Binnen welke grenzen is
de studie der Nederlandsche archeologie bevor
derlijk aan de heden£aagsche bouwkunst in
ons land?"
Ee heer Van Rujwen besprak een model
voor een ricol van den heer Stoel, uit Alk-
maar, terwijl tot het «nazien der rekening van
den penningmeester werden benoemd de heeren
J. De Koning en N. ©e Zwart
Het hoofdenderweijpvoor dezen avond hridde
„Mededeelingen over gebouwen voor lijkver
branding" door der. heer D. IE. C. Knuttel,
wtarop we morgen ikopen tenng te komen en
w-aarby we nu reeds aanteekemen dat de heer
Knuttel ditenderwezn? alleen behandelde omdat
het dezer dagen zooveel bespsoken wordt en
geenszins -els vóór- «of tegenstander van lijk
verbranding. Slechts in hoofdtrekken kon hy
hei een en ander aneedeelen, daar hem de
fcgd had ontbroken zich meer ernstig op de
behandeling er van rtoe te leggen.
Daar is in -da laatste jaren al heel
wet over Afrika geschreven -en nog i« men
er niet mede ten ^einde. Dit ie niet vxeemd,
went telkens worden er nieuwe ontdekkingen
in dit aan geheimen zoo rgke werelddeel
gedaan. By herhaling brengen koene reizigers
verrassingen over hetgeen zich aan hunne
oogen in dit land vol wonderen andermaal voor
deed. Doch tot zulk een resultaat zyn zy
niet eer gekomen -dan na een moeitevollen
en gevaarlijken stryd tegen allerlei voor hen
tot nog toe onbekende toestanden en volk
plantingen, welke hen niet altyd zoo op het
eerste gezicht der blanken byzonder genegen
waren. Gelukkig hebben zy de door hen
ondervonden merkwaardigheden ook ter
wille van de wetenschap niet voor zicb
gehouden, maar tot publiek domein gemaakt,,
waarmede niet alleen op ontdekkingen beluste
reizigers, die na hen komen, hun voordeel'
kunnen doen, maar waarmede ook wy onze
kennis omtrent dit in menig opzicht voor ons
nog zoo duistere land, hoe veel er ook reeds
van bekend is, kunnen verrijken.
Op een van die werken wenschen wy hier
de aandacht te vestigen, omdat het onze be
langstelling in hooge mate verdient. Het is
dat, waarin de tocht van dr. Carl Peters door
Afrika's Wildernissen wordt beschreven, een
der beroemdste ontdekkingsreizigers van den
jongsten tyd. Kenmerkt zich alles, wat in dit
boek wordt medegedeeld, reeds door interes
sante, pikante bijzonderheden, als men weet
dat de Nederlandsche bewerking er van is
toevertrouwd aan een onzer eerste letterkun
digen, den heer Jo>>an Gram, dan kan men
ook verzekerd zjjn van een prettigen, onder
houdenden, boeienden styl, welke van een en
ander de duidelijkste voorstelling aanbiedt.
Hij geeft dan ook eene levendige beschrij
ving van de voorbereiding, welke noodig was
eer de ervaren en beroemde reiziger Peters
zyn zwaren tocht van uit Duitschland naar
het hart van Afrika ging aanvaarden, alsmede
van de aanleiding tot die kostbare expeditie,
welke Gram zóó vertelt, dat het is alsof wy ex
se.lven bjj tegenwoordig waren toen men te
Zanzibar on in het z. g. Blokkade-gebied aan
kwam, wat men in 't sultanaat Witze onder
vond, hoe men de Tana opwaarts ging naar
-de Gallas, hoe het noodlot wilde dat het ver
blijf bij die Gallas in Oda-Boru-Ruwa niet
altyd van aangenamen aard zou blyven, maar
hoe die volksstam besloten had de legerplaats
van den reiziger en zyne tochtgenooten mid
den in -den nacht aan te vallen. Wij zyn go-
tuigen van den hardnekkigen stryd, welke
-er toen plaats had, en hoe men vervolgens
den tocht aan de Boven-Tana naar Kikuyu
voortzette, waar de weg naar Baringo voor
do reizigors scheen open te staan en zy hot
moeilijkste gedeelte der Emin-pacha-expeditie
achter zich hadden, naar zy toen althans
ineenden.
Tot zoo vex loopt het eerste deel, waarvan
wy de verschijning aankondigen. Het is echter
de prettige verhaaltrant van den heer Gram
niet alleen, welke deze wetenswaardige bijzon
derheden nog interessanter maakt. Het werk
ontleent zyne belangrijkheid ook daaraan, dat-
het is geïllustreerd met eene menigte van
in den duidelyken tekst gedrukte afbeel
dingen en met afzonderlijke platen, de eene
2.)
Jonathan wees op deze den misdadigers
welbekende omstandigheden en verklaarde
dat hij voor de misdadigers eene nieuwe
soort van geldverdienste in het leven wilde
roepen, welke geheel zonder gevaar was en
veel meer opleveren zou dan vroeger.
Hy stelde voor dat alle misdadigers hem
als het ware tot generaal-agent maken en
hem na eiken diefstal, 11a elke inbraak, na
elke plundering mededeelen zouden, wien zy
beroofd hadden, wanneer en hoe de daad ge
pleegd was en wat zy buit gemaakt hadden.
De buit zou steeds in een bepaald huis, echter
niet in dat van Jonathan "Wild, geborgen
worden. Hy, als generaal-agent der dieven-
maatschappy, wilde dan onder het masker
van eerlyk man met de bestolenen in ver
binding treden en hun mededeelen dat hun
de gestolen of ontroofde goederen teruggege
ven zouden worden, wanneer zy bereid waren
eene zekere som als losprys te betalen.
Overtuigend wist Jonathan der vergadering
duidelyk te maken dat die handelwyze veel
voordeeliger zou zyn dan wanneer zy zich
met helers inlieten, die hun byna niets be
taalden. Hy toonde overtuigend aan dat alle
bestolenen op dit voorstel gaarne zouden in
gaan en vroeg slechts matige procenten voor
zyn makelaarschap.
De dievenvergadering nam zyn voorste] by
acclamatie aan en gaf Jonathan "Wild terstond
een bynaammen noemde hem den „Regu
lateur", omdat hy de zaken tusschen besto
lenen en misdadigers regelen, in orde brengen
wilde. Deze „affaire" maakte spoedig opgang
en Wild was zóó nauwgezet tegenover de
misdadigers, dat het vertrouwen in hem bin
nen korten tyd aanmerkelyk toenam, en met
dit vertrouwen zyne inkomsten on niet min
der zyn aanzien bij de burgerij van Londen.
In den eersten tyd ging, ais er inbraken
waren gepleegd, Jonathan Wild of Mary Mil-
limer naar de bestolenen en verklaarden door
toeval iets van de inbraak en de daardoor
aangerichte schade vernomen te hebben; by
een eerlyk man, dien zy kenden, hadden de
misdadigers dit gestolen goed willen verkoo-
pendeze eerlyke man had ook reeds iets
betaald, doch later argwaan gekregen en was
gaarne bereid den bestolene het geroofde goed
terug te geven, als deze hem zyne onkosten
en zyne moeite wilde vergoeden.
Noch Jonathan Wild, noch Mary Millimer
eischten iets voor hunne bemiddeling, ZU
wezen zelfs elke belooning hardnekkig af,
verklaarden alleen uit Christelyke liefde en
rechtschapenheid te handeien en nauwelyks
was er een jaar verloopen, of gansch Londen
wist dat er een man bestond, Jonathan Wild
genaamd, door wiens tusschenkomst men
alle gestolen of geroofde goederen kon terug-
krygen.
Londen was destyds natuurlyk niet zonder
politie en deze hield Jonathan ook in het
oog. De „Regulateur" wist echter de politie
volkomen te misleiden; by speelde den eer-
lyken, rechtschapen man, die het als Zyne
levenstaak beschouwde, gepleegd onrecht
weer goed te maken, bestolenen weer aan
hun goed te hel; en en misdadigers aan te
brengen. De Lon''enecho politie moest inder
daad gelooven, in Jonathan Wild een harer
beste helpers en een der beste dievenvangers
ontdekt te hebben, want nadat zij zich eerst
met hem in verbinding had gesteld, leverde
hy haar byna elke week dieven uit, die de
politie tot nu toe niet had kunnen vangen;
en niet alleen de dieven leverde hy, maar
ook de noodige getuigen, en de eerste per
sonen van het land koesterden veel hoog
achting voor den man, die, naar het scheen,
de schrik van alle misdadigers was.
Hy opende nu zelfs een kantoor, waarin
van den morgen tot den avond menschen in-
en uitgingen, om mededeelingen te doen aan
gaande ontvreemde en geroofde voorwerpen.
Hunne mededeelingen werden in een afzon-
derlyk boek nauwkeurig ingeschreven, waar
voor een bedrag van een half pond sterling
(zes gulden) betaald moest worden. De men
schen gaven eveneens op, wat zy zouden
willen geven, indien zij hun eigendom terug
kregen, en meestal ontvingen zij dan ook
de bun ontstolen voorwerpen voor de aange
geven sommen terug. Eveneens leverde Jona
than Wild dikwyis misdadigers aan de poijtie
uit. Een geval verschafte hem een bijzonder
groot aanzien, zoowel by alle kringen der be
volking als by de autoriteiten.
Eene ryke weduwe met haren zopn werd
des avonds, toen zy uit een schouwburg
kwamen, overvallen en geplunderd. De zoen
werd op den grond geworpen, de weduwe
echter, eene krachtige en moedige vrouw,
verweerde zich en een der bandieten loste
een pistoolschot op haar, waardoor zy ge
dood werd. Deze dubbele misdaad bracht ge
heel Londen in opschudding.
(Wordt vervolgd.)