te koop aangeboden voorwerpen gestolen zijn.
Het O. it. eischte tegen beide beklaagden drie
maanden gevangenisstraf.
Men meldt uit Katwijk aan Zee:
De schade, door den storm van 11 Nov. aan
de visschersvloot alhier toegebracht, is zeer
aanzienlijk. Een der reeders behield van zijne
3 schuiten slechts 7 netten. Gelukkig zijn de
meeste netten van de pees gescheurd, zoodat
de reeptouwen behouden blevendoch aan de
goede verwachtingen, welke de reeders van
het haringjaar 1391 met reden koesterden,
is voor velen de bodem ingeslagen. Aan net
ten en touwen begroot men de schade op
34,000. In jaren is het verlies niet zoo alge
meen geweest en de meeste schuiten hebben
door gebrek aan want de visscheqj moeten
staken. Yoegt men hierbij, dat naar alle
waarschijnlijkheid K "IV 67 vergaan is, waar
van de opvarenden, behalve de jongens, allen
gehuwd waren, dan kan men begrijpen, dat
voor onze visscherjj de 11de Nov. 1891 een
treurige dag is geweest. (.N. B. C.)
By do Goudse he verkiezing
werd een biljet van onwaarde in de bus ge
vonden, dat juist om de groote waarde van
onwaarde was. Een kiezer heeft, in plaats
van zijn stembiljet, een bankbiljet van 25
gebruikt.
Omtrent dit geval meldt men uit Gouda
aan de „N. R. C." het volgende: Dinsdag
ging een onzer predikanten naar het stadhuis,
ten einde to stemmen, toen hem een gemeente
lid tegenkwam, dat hem zijn leedwezen be
tuigde niet thuis te zijn geweest, toen de
predikant voor de wirtercollecte bij hem kwam
en hem tevens een verzegeld couvert over
handigde, bevattende eene gift, voor de armen
bestemd. De predikant stak onder dankbe
tuiging het couvort in zyn zak en vervolgde
zy'n weg. Op het stembureel gekomen, haalde
hij per abuis het verkeerde papier uit zyn
zak en wierp dit in de bus. Thuis gekomen,
bemerkte hij zyno vergissing. Onmiddellijk
terug naar het stembureel!
Er viel echter niets aan te veranderen, en
de predikant mocht zijne stem niet uitbrengen.
Het bankbiljet kan hy later terugkrijgen.
Gisteravond is de groote schouw
burg te Rotterdam in veiling gebracht. Het
gebouw, tot welks bouw o. a. de bekende
premieleening van een millioen gulden werd
aangegaan, werd ingezet op ƒ25,000. De heer
M. Zaaijer, architect te Rotterdam, bood tot
ƒ76,000. De toewijzing heeft Woensdag a. s.
plaats.
De aandeol houders in het waar
borgfonds voor de te Amsterdam gehouden
..Chrysanthemum-tentoonstelling behoeven van
de ƒ25, voor elk der 120 aandeelen bepaald,
niet alleen n i et s by to dragen, maar ont
vangen voor elk aandeel 2.15 als dividend
uitgekeerd. De tentoonstelling is dus ook finan-
tiëel uitstekend geslaagd.
Wegens dronkenschap werd te
Amsterdam door twee agenten een kantoor-
looper naar het politiebureel geleid. By onder
zoek van 's mans goederen bleek, dat hy in
het bezit was van 14 effecten ter waarde
van 8000, van 105 aan bank- en munt
biljetten, 16 centen en een zilveren horloge.
De man wist niet de herkomst van deze
waarden op te geven.
Gisternamiddag had de vrouw
van den watermolenaar C. Akkooy te Leer
dam het ongeluk by het gaan over een vonder
in den Hoog-Eindschen Vliet te vallen, waar
uit zy levenloos werd opgehaald.
Aan het „Hbl." te Amsterdam
wordt het volgend hedenochtend ontvangen
telegram uit Soerabaia medegedeeldAan de
zware droogte is een einde gekomen op geheel
Java; nu en dan een buitje, met neiging tot
meer regen.
Uit Oldenzaal wordt aan de „Tw.
Ct". gemeldZondag passeerde alhier eeno
kist, welke via Vlissingen uit Amerika kwam
en voor Berlyn bestemd was. Aan het douane
kantoor te Bentheim, waar de kist geopend
werd, bleek zy een lyk te bevatten van een
in 1889 gestorven man, die te Berlyn voor
de tweede maal zoude begraven worden. Wyl
de kist onder het motto rariteit was ver
zonden en onder die rubriek niet kon toege
laten worden, werd zy naar Oldenzaal terug
gezonden.
In het begin van October vertrok
van Sunderland, met bestemming naar Stettin,
het barkschip „Czaar Peter", kapitein Guyt,
van Katwyk aan Zee. Tot op heden hoeft
men van het schip niets vernomen, zoodat
men vreest dat het met man en muis ver
gaan is. De familie van den kapitein, wiens
zoon eveneens tot de bemanning behoorde,
heeft alle hoop reeds opgegeven. De „Czaar
Peter" was geladon met steenkolen.
Omtrent den moordaanslag, te
Noordwolde (Fr.) gepleegd, schryft men nader
In het dorp Noordwolde heeft hot huisgezin
van den herbergier Menger Zondag-nacht
een bangen tyd beleefd. Te 11 uren was het
gezin van Menger naar bed gegaan, doch
tegen middernacht werd er aan do glazen ge
klopt, met verzoek om open te doen. Menger
herkende de stem van een zynor dorpsgenoo-
ten, nl. S. Bosma, een koopman in eieren enz.,
die verklaarde eene dringende boodschap aan
M. te moeten overbrengen.
Op zyn aandringen opende Menger de deur
en Bosma trad binnen, op den voet gevolgd
door zyn vader J. Bosma en de gebroeders
Villem en Jan Velt.
Menger vertrouwde het spel niet en vroeg
wat men wilde.
Het antwoord luidde dat men drank
wilde hebben, waarop M. antwoordde dat hij
dit r.iet zou toelaten. Toen ging men naar de
tapkast om zelf de flesschen te grypon, waar
tegen M. zich verzotte. IV. Velt on J. Bosma
trokken daarop hunne messen on stormden
op M. los, die thans begreep dat zijn leven
ernstig gevaar liep. Terwyl hem het mes op
do keel word gezet, greep hij een geladen
geweer, dat in den hoek stond, en vuurde op
zyne aanvallers. Jan Velt werd getroffen en
viel neder. J. Bosma, dit ziende, deed daarop
rog een aanval op Menger, doch werd door de
vrouw van M. met den stoel en door M. zóó
met de kolf van 't geweer geslagen, dat
hij in elkander zakte en bewusteloos naast
J. Velt op den grond viel. Door den slag ging
de tweede loop van 't geweer af, zonder echter
iemand- te treffen. De andere twee personen
namen daarop de vluchtMenger klopte de
buren op, om zyn huis te beschermen, indien
de overgeblevenen den aanval wilden herhalen,
en ylde vervolgens naar het dorp Noordwolde
om de politie van de zaak te verwittigen.
Toen deze met Menger terugkeerde, vond
zij de verwonden nog in de kamer liggen.
Het bleek later dat de arm van Jan Velt
door het schot was verbryzeld en J. Bosma
aan het hoofd en rug gewond was. Zy konden
niet vervoerd worden, maar moesten dadelyk
onder geneeskundige behandeling worden ge
nomen. Willem Velt is in hechtenis genomen.
Menger en diens vrouw zyn nog geheel
onder den indruk van het gebeurdo, zy weten
zalven niet, hoe zy zich zoo kras tegen de
indringers hebben verdedigd. Toen Menger
het geweer by den loop greep en daarmede
J. Bosma een slag toebracht, ging het tweede
schot af en kwam in den muur der kamer
terecht. Evengoed had dit hem zelf of zyne
vrouw kunnen treffen.
Een zestal personen uit het ge-
zin van den heer S. te Yianen werd Zon
dag-avond meer of minder ongesteld. Als
oorzaak noemt men het gebruik van spek,
dat in erwtensoep gekookt was. Zy, die van
die soep en dat spek niets gegeten hadden,
bleven ongedeerd, al do overigen gevoelden
pyn in de ledematen en in het hoofd en later
ook pyn in de maag. Thans zyn allen weer
nagenoeg hersteld.
Men meldt uit Nieuwe Schans,
dd. 24 Nov.Toen de voerlui D. en G. Hartman
dezen morgen met eene vracht mest den z. g.
Bundorweg passeerden, bespeurden zy in eene
greppel, dicht by de Pr. grenzen, oen mans
persoon, die by nader onderzoek bleek reeds
overleden te zyn. Uit de by zich hebbende
papieren bleek hy Ignatz Malkowski te heeten,
doofstom, smids- en tuinmansknecht van
beroep en geboortig uit Culm to zyn. Van
zelfmoord of gewelddadigheid schynt geen
sprake te wezen. Hoogstwaarschynlyk zyn uit
putting en gebrek de oorzaken van zijn dood.
Bet Leldsch Tooneel.
Een paar dagen geleden stond een zeer aan
bevelend artikel in het „Leidsch Dagblad" van
een onbekenden inzender, waarin deze onzen
ingezetenen den welgemeenden raad gaf hunne
bewondering te gaan schenken aan „De kin
deren van Hare Excellentie", blyspel van
Ernst Von Wolzogen en William Schumann,
dat gisteravond alhier door het gezelschap
van den Tivoli-Schouwburg te Rotterdam ton
tooneele is gevoerd.
Hoewel ten eenenmale onbekend met het
tooneelstuk zelf, kwam my het buitengowoon
verdienstelyke er van wel eenigszins twyfel-
achtig voor.
„De kinderen van Hare Excollentie" toch
is oorspronkelijk een roman in twee deelen van
Wolzogen alleen, (in het Hollandsch vertaald
door F. Z. Mehler), welke met medewerking
van Schumann tot een Lustspiel is omgewerkt.
Zelden of nooit kunnen de exerpten of
fragmenton van een uitgebreid, omslachtig
boekdeel aan de eischen van oen goed tooneel
stuk beantwoorden. Dit laatsto is hiervoor te
beperkt, te beknopt; vandaar dan ook dat
soms verhalen worden gedaan, waartoe de
toeschouwer niet is voorbereid, die eigenlyk
in geen enkel verband staan mot het geheel,
andere scènes daarentegen, die geheel onvol
tooid blijven, die een oogenblik de spanning
hebben opgewekt, doch waarvan men niets
meer hoort.
Op nieuwheid of originaliteit kan het stuk
zeker niet bogen.
De eeuwige aristocratische, maar van aard-
sche goederen beroofde luitenant vormt ook
hier do spil, waarom alles draait
Ilij maakt natuurlyk ook hier schulden,
welke mama en zusjes en vriend des huizes
niet in staat zyn te betalen
En ze moeten voldaan worden ofde
luitenant moet zyn ontslag 'rit den dienst
nemen en de naam der familie zal gebla
meerd zyn.
Er rost nog één middel.
De vader van den luitenant, nog wel een
generaal, doch niettemin ook een lichtzinnig
hoor, had gedurende zijn leven eene som van
dertigduizend mark van een vriend geleend.
Deze vriend is tot armoede vervallen, getrouwd,
naar Amerika gegaan en heeft één kind, een
jongen, nagelaten.
De generaalsfamilio acht het natuurlyk
l.a ir plicht de verschuldigde som het kind
van den in armoede gestorven schuldeischer
terug te betalen. Zy heeft overgelegd en ge
spaard totdat do dertigduizend mark op de
Rijksbank zyn kunnen gedeponeerd worden.
Het goweten is tot kalmte gebracht; de
generaalsweduwo zal goene schulden meer
hebben, als plotseling haar zoon, de luite
nant, verklaart vierduizend mark noodig te
hebben.
Er ontstaat een strijd tussehen plicht en
liefde.
De liefde zal overwinnen. Mevrouw do Gene-
r.ilin zal do vierduizend mark nemen van het
gild, dat haar niet meer toebehoort, om haar
kind te redden, als opeens, als een Deus ex
machina, een ryko, ietwat zonderlinge Yankee,
zich als de zoon van den schuldeischer deed
kennen.
Nu, de vierduizend mark heeft hy niet noo
dig; die staat hij gaarne in ruil af voor een
van cüe zusjes van den luitenant, terwijl het
andere inmiddols hare hand heeft geschonken
aan een professor in de muziek.
Evenals in den roman, een vry spannend,
niet pretentieus geschreven verhaal met de
oude trucs, hartstochten, eon duel en drie
huwolyken, eindigt ook hier alles goed, al
is het dan ook maar zonder duel en met
slechts twee huwelyken.
Ook het spel kon my over het algemeen
ïiiet bekoren.
Er is in do laatste weken, naar aanleiding
van liet optreden van mej. Van Zuylen als
tooneelspeelster, nogal drukte gemaakt.
Frans Netscher schryft in „De Amsterdam
mer": „Wat verbeelden zich onzehedendaag-
scho tooneelspelers wel, dat zy hunne doch
ters zoo zonder eenige school op de planken
brengen?"
Jan C. De Vos komt in een sarcastisch,
heftig artikel op tegen deze insinuatie; „De
„Portefeuille" schaart zich aan zyne zyde.
Hebben ooit de Haspels, Van Zuylen, Bouw
meester e. a. de Tooneelschool bezocht? vraagt
hij. En toch zyn het eminente tooneelspelers
geworden. Volkomen waar; maar even waar
is dat mej. Van Zuylen lang niet die losheid,
die vryheid bezit, welke zoo zeer het spel van
mej. Alida Klein kenmerkt. Mej. Van Zuylen
weet nog met hare armen geen weg, gratie
en bevalligheid ontbreken haar ten eenenmale,
haar opstaan is niet natuurlyk; maar dat
alles kan en zal beter wordenzy heeft een
uitstekenden leermeester.
De heer Van den Heuvel als de luitenant vond
ik onverdraaglykdat is niet het gemaakte,
het pschutteux van den Duitschen luitenant,
dat hy te aanschouwen gaf: hy ga dit zelf
eens bestudeeren in Berlyn zelf of bij den
heer Van Zuylen, als deze Relfvon Eeiflingen
in „Inkwartiering" speelt.
Jan C. De Vos typeerde alleraardigst den
ijvorigen Yankee; hot accent was natuurlyk,
een enkele maal echter gechargeerd; ik kan
mij begrijpen dat hy „common words" ver
taalt als „gemeene woorden", dat hy „my
wife" omzet in „mijn wijf", dat hy in plaats
van „verloren" zegt „gelost" maar dat hy
telkens spreekt van mijn „kop", schijnt my
overdrevonde Yankeo kent toch ook het
woord „head".
De heer Willem Van Zuylen was als Von
MuzeH, gepensionneerd majoor, m. i. ditmaal
wat al te rumoerig.
Aan de overigen gunnen wy gaarno een
woord van lof. Mr. L. H.
WEST-r*DIË.
PARAMARIBO, 1 November.
De angst, welke hier ter stede heerschte
wegens het wegblyvon van de „Prins Fre-
derik Hendrik," welke sedert Maandag ver
wacht werd, is gelukkig geëindigd door de
aankomst van den stoomer op 29 Oct. Het
schip vertrok op 8 October, 's namiddags twee
uren, van IJmuiden onder gunstige omstan
digheden. De zee was kalm en het weer
goed. Den volgenden dag werd Dungeness
gepasseerd en kreeg men in het Kanaal eene
frissche koelte, welke immer in kracht toe-
nemonde in don nacht tot storm ovorging,
waarby vreeselyke hooge zeeën liepen, welke
het schip vóór en achter overstelpten van
water, 's Morgens van den llden sloeg eene
zware zee do bakboord-salondeur in, waar
door eene groote hoevoelheid water hot salon,
hutten en provisiomagazyn vulde. Men kan
zich wel den toestand van de passagiers voor
stellen, waaronder verscheidene vrouwen en
kinderen zich bevonden. Terwyl de storm den
12den niet verminderde, kreeg men bovendien
eono hevige hagelbui uit het W.-N.-W., ver
gezeld van St.-Elmusvuur aan de toppen der
masten en nokken der raas. In den namid
dag van den 16den begon de storm te ver
minderen, om, nadat St.-Michiel den 18den
's namiddags gepasseerd was, voor prachtig
mooi woer plaats te maken, dat tot de aan
komst alhier is aangehouden.
De passagiers roemen allen het gedrag en
de kalmte van den kapitein en zyne beman
ning gedurende de reis, maar vooral tydens
don storm. De kapitein bleef gedurende vier
etmalen, toen de storm het hevigst was,
tiouw op zyn post en heeft daardoor onge-
twyfeld het vertrouwen, dat terecht zyne
passagiers in hem stellen, niet weinig verhoogd.
Onder de aangekomon passagiers bevindt
zich ook baron A. Klinckowström, lid van
het aardrykskundig en anthropolbgisch ge
nootschap van Zweden, wiens dool het is
voor de universiteit van Stokhclm en. voor
het rijksmuseum eene verzameling te maken
van alles wat op het gebied van de zoölogie
en anthropologic in deze gemeente voorkomt
en onder zijn bereik mocht vallen.
BUITENLAND.
Franlrrylt.
Do aartsbisschop van Aix, die, zooals men
weet, tot eene geldboete van 3000 franken
is veroordeold, trachtte zich voor het hof van
appèl te verdedigen door te verklaren, dat
het nooit zyne bedoeling was geweest in den
bewusten brief den ministor De Fallières te
beleedigen. Overigens streed hy niet tegen
eene regeering en droeg zyne handelwyze de
goedkeuring der bisschoppen en der Kerk weg.
Het openbaar ministerie antwoordde dat de
aanklacht in dit geval ook niet den priester,
maar den burger gold. De zitting werd door
een talrijk publiek bygewoond. Teen de bis
schop per rytuig het gebouw verliet, werd
hij door duizenden omstuwd; sommigen floten,
anderen riepen „leve de republiek!" Eerst
na veel moeite gelukte het der politie voor
het rytuig ruim baan te maken en de rust te
herstellen.
De directeur voor kredietoperatièn in het
Russische ministerie van financiën, de heer
Pleske, is te Parys aangekomen met het doel
verscheidene quaesties betreffende de laatste
Russische leening met den gouverneur van
het „Crédit foncier" te bespreken.
Duitsohlarrd.
De rykskanselier Von Caprivi heeft gister
voormiddag te 11 uren een bezoek gebracht
aan den Russischen minister Von Giers, in
het „Hotel Continental", te Berlyn, en een
geruimen tyd by hem vertoefd. Te 1 uiu'
ontving de heer Von Giers een bezoek van
den staatssecretaris Marschalk
Ondanks deze langdurige bezoeken werd
het verbiyf van den Russischen minister te
Berlyn by voortduring als eene zaak van par
ticulieren aard beschouwd. Alleen verzekert
de aldaar verschynende „Russische Offiziüse
Correspondenz" dat de heer Von Giers op
zyne reis de overtuiging heeft gekregen, dat
alle regceringon door de vredelievondste bedoe
lingen zyn bezield.
De heer Von Giers heeft gisteravond teil