DAGBLAD. N®. 9735. Maandag 16 November. feze <Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Premie LEIDSCH DAGBLAD. Leiden, 14 November. Feuilleion. »w. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post-1.10. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regol meer f0.17\. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseoron buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Toen de Uitgever van dit blad verleden jaar eenige prentenboeken als premie vorkrpgbaar stelde, bleek met welk eene groote ingeno menheid dat aanbod werd ontvangen. In verband daarmede en met het oog op het aanstaande St.-Nicolaas-feest zal onzen Abonné's opnieuw de gelegenheid worden ge geven binnen enkele dagen voor hunne kin deren nogmaals van eene dergelijke, goed- koope aanbieding gebruik te maken. Het zyn andermaal allerliefste vertellingen en versjes met aardige gekleurde plaatjes,, waarmede men de jeugd een groot pleizier kan doen. Een Bon zal in ons blad worden afgedrukt, waarmede tegen betaling van ÏO Cents de Premie aan ons bureel zal kunnen worden afgehaald. De heer Willem Van Zuylen is een van die persoonlijkheden, wien men, na zyn op treden, telkens een hartelijk tot weerziens toeroept, hetzij hij als tooneelspeler, hotzij hij met eenige afzonderlijke voordrachten voor het voetlicht is getreden. De onlangs in den Schouwburg alhier plaats gehad hebbende voorstelling, waaraan hij zijne medewerking verleende, strekt daarvoor, even als zijn vroeger herhaald optreden, tot getui genis. Tegen morgen, Zondag-avond, is zijne ver schijning in de Stadszaal aangekondigd. Velen, zeer velen zelfs, zal dit ongetwijfeld een groot genoegen doen. Van zijne alsdan te geven voordrachten mag men zich veel genoegen voorstellenhet is steeds een genot naar hem te luisteren. De voordrachten zullen van verschillenden aard zijn en misschien zal er de „Piet Spa in den pleiziertrein", welk aller- koddigst gedicht ook op zijn repertoire voor komt, evenmin ontbreken. In die voordracht b. v. verdringen de woor den elkaar, rollend en ratélend, klankvol of sissend of stotterend; 't is als een klette rende watervalhp laat reeksen van woorden klinken als op een steen rollende muntjes, of stoot eene syllabe, waar 't op aankomt, er uit als een blok. Gij kunt 't nauwelijks bijhouden, maar gij vat den zin; lijj brengt u in verwarring, maar heeft u in zijne macht zijne voordracht is overweldigend, maar zijne jovialiteit onweerstaanbaar. Hjj rent, draaft, gesticuleerd, ratelt, lacht en gij lacht. Hjj is een groot artist. Aan de eene zjjdo raakt hij het burleske, aan de andere komt hy het hooge blijspel nabij. Wat daar tusschen ligt is zijn gebiedhjj heerscht er onbeperkt. H(j is ten onzent de virtuoos van het komische. Daarbij komt nog een ander genot, wyl denzelfdon avond het gunstig bekende Sympho- nie-orkest van het vierde regiment onder directie van den heer J. G. H. Mann ook zal medewerken, tot uitvoering van eenige keurig samengestelde nommers. Alle redenen zyn dus aanwezig om eene bijzonder talrijke opkomst te verwachten en den heer B. M. Duyser, al is het gebouw nog niet verpacht, met deze z(jne onderneming veel succes te zien inoogsten. De zangeres mej. Wia Dikema, leerares aan de Muziekschool te Leiden, heeft een groot deel van den afgeloopen zomer te Farys door gebracht, om daar bjj hare vroegere leermees teres mad. Yiardot hare studién voort te zetten en hoofdzakelpk kennis te maken met de werken der jongere Fransche school. (Portef.) Door collatoren van het te Leeuwarden gevestigde Eritia de Blocq wed. Frankena- leen is gisteren tot beneficiant van dat leen benoemd de heer Wigger Meindersma, van Leeuwarden, student in de godgeleerdheid aan de universiteit te Leiden. In zake het voorstel van Gedeputeerde Staten dezer provincie, om onder de werken tot verbetering der vaart tusschen Rijn en Sthie, ook op te nemen de verbetering van de verbinding tusschen de Haven en de Oude Vest te Leiden, bepaalde de commissie van onderzoek uit de Prov. Staten zich, wat de onderdeelen van het ontwerp betreft, tot het uitspreken der meening: dat, aangezien bruggen in algemeenen zin voor de scheepvaart hinderlijk zyn, het, vooral wanneer zy niet over rechtloopende vaarwaters liggen, wenschelijk is de doorvaartopening zoo wyd te maken als in verband met de kosten van aanleg en van bediening moge- lpk is; en dat het op grond daarvan wenschelijk is aan de beweegbare brug over de nieuwe door vaart eene wjjdte van. minstens 10 meter te geven en dat het overweging verdient om deze brug eenige meters meer costelyk te leggen dan op het kaartje is aangegeven, ten einde eene meer geleidelpke richting daarover voor het landverkoer te verkrijgen. Wat de nieuwe Turfmarktsbrug betreft (te maken door de gemeente Leiden zelve), meent de Commissie, dat het aanbeveling verdient die brug te bouwen in dier voege, dat deze aan den Ouden Singel eene doorvaartwjjdte verkryge van minstens 8 meter, mot ver ruiming naar de zpde van de Beestenmarkt tot minstens 9 meter. De Commissie heeft ten slotte geene be denkingen tegen het voorstel van Gedepu teerde Staten, en geeft eenparig in overwe ging zich te vereenigen met de voorgestelde omschreven besluiten, echter zoodanig ge wijzigd, als zy aangaf. Het voorstel van Gedeputeerde Staten om het oorspronkelijk bedrag der leening var. f 2,200,000 met 100,000 te verhoogen ten behoeve van eene nieuwe verbinding van Haven en Oude Vestgracht te Leiden vond in de Afdeelingen geene bestrpding. Evenmin bestond bezwaar tegen bet ver- leenen der gevraagde machtiging tot uit schrijving eener nieuwe leening voor het na 31 December 1891 nog niet opgenomen be drag van f 800,000 der geldleening van 1S85. Daar de werkzaamheden aan den bouw der nieuwe spoorwegbrug bij „de Vink" ver traging hebben ondervonden, waardoor de gedeeltelijke stremming der doorvaart on mogelijk op 1 November jl. kon worden op geheven, heeft de Raad van administratie der Hollandsche IJzeren-Spoorweg-Maatschappy aan Gedeputeerde Staten dezer provincie ver zocht den gestelden tormijn te verlengen tot 1 December a. s. Gedeputeerde Staten hebben dit verzoek toegestaan, doch, lettende op de belangen van hen, die door deze stremming in hunne beroepen of bedrijven worden benadeeld, heb ben zij de som van f 2000, welke volgens hun vroeger besluit door de Spoorwegmaat schappij aan den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat moest worden ter hand gesteld, verhoogd met f 750 en dus gesteld op f 2750. Deze som zal door den Hoofdingenieur onder de belanghebbenden, die zich daartoe bij hem aanmelden, naar evenredigheid van het door hen geleden of nog te lpden nadeel, worden verdeeld. Ged. Staten dezer provincie hebben voor gesteld afwpzend te beschikken op hot adres van het gemeentebestuur van Aarlanderveen, den 2-lsten October jl. bp de Provinciale i Staten ingekomen, waarby eene subsidio wordt 1 verzocht in de kosten van de verandering van i de brug over do Aar, scheidende de gemeen ten Aarlanderveen en Oudshoorn. Ged. Staten achten het provinciaal belang niet gediend door de verlaging van de Aarbrug. De commissie uit de Staten is eenstemmig van oordeel, dat op de subsidie-aanvrage voor eene gedeeltelpke vernieuwing der dorpsstraat van den Raad der gemeente Westmaas geen gunstig antwoord kan gegeven worden. Door het toestaan der subsidie immers zoude men een gevaarlyk précédent stellen en in tegen spraak komen met het besluit van den lTdon Juli 1888, genomen ten aanzien van eene gelijksoortige aanvrage van den Raad der ge meente Piershil. Ten aanzien van de in handen derzelfde commissie gestelde hernieuwde aanvrage van den Raad der gemeente Leiderdorp tot het verkrijgen eener subsidie uit de provinciale kas ten bedrage van 2/3 dor kosten, benoo- digd tot het vernieuwen en in orde brengen van don weg door die gemeente van af de Koningsbrug tot aan de grens der gemeente Koudekerk, vereenigt de commissie zich een parig met het advies van het college van Ged. Staten, dat op de gestelde voorwaarden door de provincie aan de gemeente Leider dorp de gevraagde subsidie ad 4750, zijnde 2/3 der kosten, waarop de verbetering en de gedeeltelpke bestrating van den weg geraamd zijn, dient verleend te worden. Door den Raad der gemeente Hazers- woude is gunstig beschikt op het verzoek van de Yereeniging tot werkverschaffing aan behoeftige arbeiders, om de gemeente-vaarten voor hare rekening te doen uitbaggeren. Door den Raad der gemeente Oegstgeest is van Gedeputeerde Staten in deze provincie goedgekeurd terugontvangen de begrooting der gemeente voor den dienst 1892. Het comité der „Nederlandsche bede vaarten" heeft besloten den 9den Mei a. s. weder eene bodevaart naar Lourdes te doen houden. Tot directeur-geneesheer van het zieken huis te Utrecht is benoemd dr. C. A. Lamping, thans 2de geneesheer aan die inrichting. Naar het „Yad." verneemt, zal de Maat schappij „Zeebad Scheveningen" over 1891 een dividend van 9'/, a 10 pet. uitkeeren. Weldra zal eene vergadering van aandeel houders worden bijeengeroepen tot goedkeu- i ring van de balans. Blijkens bericht van Hr. Ms. gezantschap te Londen, wordt, te beginnen met 1 December a. s., de quarantaine van tien dagen, welke Nederlandsch vee thans nog bp invoer in Engeland moet ondergaan, teruggebracht tot eeno observatie-quarantaine van 12 uren. EENE VROUW ZOOALS ER NIET MEER ZIJN. 1-) By het bezoeken van een museum van oud heden kunnen wy ons moeilpk voorstellen, hoe vroegere geslachten zich behielpen met hetgeen wjj alshunne meubelen, kleederen, werktuigen, wapenen en middelen van tijdverdryf en uit spanning daar bijeenvinden. Maar dit verschil tusschen het voorheen en thans verdwijnt schier, vergeleken met het onderscheid, dat in den zedelpken toe stand dier vroegere eeuwen met de tegen woordige bestaat. Die opmerking is niet nieuw en voorbeelden tot staving er van liggen in overvloed voor de hand. Een der treffendste bewijzen is wel de beroemdheid van een man, die in onze dagen, zoo hy novellen schreef gelijk die, waaraan hy zyne vermaardheid verschuldigd is, in geen beschaafd gezelschap zou worden gedoogd. Boccacio's naam wordt met dien van Be- trarca en Dante genoemddoor hen, die hem niet kennen, met dezen gelijkgesteld misschien. Maar wie zyne „Decamerone" bezit en van den inhoud heeft kennis genomen, zal zorg dragen dat zp bewaard wordt als het ver gift in de apotheek.Toch was Boccacio een geestelijke! Men verbeelde zich eens, dat onze kerke- lpke heeren vertellingen schreven als hun ambtgenoot uit de veertiende eeuwMen legge eens „de Camera obscura", of „de Bas- torie van Mastland" naast de „Decamerone" waarlyk, het verschil tusschen do meu belen en kleederen en wapenen is niet noe menswaard in vergelijking met het verschil in karakter tusschen die werken en den zede lpken toestand der maatschappij, waarvan de eene zoowol als de andere de spiegel zyn. Toch zag Boccacio in zyne „Decamerone" niets, wat aan zijne tijdgenooten aanstoot of ergernis zou kunnen geven, en in alle op rechtheid des gemoeds schreef hij in zijne nabetrachting „Edele dames, voor wier genoegen ik zulk een groot werk heb geschreven, deelt in het genot, dat ik smaak door hot besef het boek voltooid te hebben. Ik dank daarvoor de Voorzienigheid, die, waarschpnlpk ter wille Van uwe gebeden, meer nog dan om myne verdienste, my gesteund heeft in deze lange en moeilpke taak. Na eerst Gode en daarna u mpn dank betuigd te hebben, is het tpd, dat ik aan myne vermoeide hand en mijne vermoeide pen eenige rust geef." Toch heeft hij een flauw bewustzijn, dat zyn boek niet juist geheel en al in overeen stemming is met de geestelyke behoeften zyner lezeressen, want hy zegt zelf: „Indien het haar te veel vermaakt, hebben zij dan niet, om haar te doen weenen, de klaagliederen van Jeremia, het lpden van onzen Heiland of de geschiedenis der boet vaardige Magdalena?" En hy eindigt zyne gemoedelijke nabe trachting met de woorden Dat een ieder thans zegge of geloove wat hem goeddunktik zwijg. Ik dank Hem, die, door Zyne hulp, my gesteund heeft in myn arbeid en my geleid heeft tot het doel, hetwelk ik my had voorgesteld. Ik smeek Hem, lieve dames, dat Hp u in Zyne heilige hoede koude!" Boccacio dankt God voor den bystand, hem verleend in het samenstellen van een boek, waarvoor, zoo het in onze dagen in het licht ware verschonen, de schry ver zelfs geen uit gever zou hebben kunnen vinden en, in elk geval, zich wel wachten zou zyn naam te zetten. Méér nog: hy draagt, gelyk men ziet, dat boek op aan de dames en laat het zelfs voor komen of een gedeelte der verhalen, welke het bevat, door vrouwen zpn verteld en allen door vrouwen zyn aangehoord. Dit al thans volgt uit Boccacio's inkleeding van de wijze, waarop zyne vertellingen in de wereld kwamen. Het was in het jaar 134Sde pest heerschte in Florence, die schoonste van alle Italiaan- sche steden. In weinige dagen richtte zy er de vreeselpkste verwoestingen aan, ondanks alle voorzorgen der overheid. Noch die voor zorgen, noch de openbare gebeden of proces- sién baatten iets. In dien rampspoedigen tpd waren op een Dinsdag-morgen zeven jongedames in rouw gewaad, gelyk de toestand van dien tpd scheen te eischen, in do kerk te zamen ge komen. Zy waren tusschen de acht en twintig en achttien jaar en allen bloedverwanten of vriendinnen van goeden huize, schoon deugd zaam en verstandig. Na het eindigen van den dienst stonden zy te zamen in een uithoek der kerk. Eéne van haar sprak aldus „Als ik naga wat wy dezen morgen ge daan hebben en wat wp de vorige dagen gedaan hebben en hetgeen wy thans bespre ken, dan komt het mp voor, en gij zult dit toestemmen, dat ieder van ons voor zichzelve vreest; en dit is waarlyk geen wonder. Wordt vervolgij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5