<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. N#. 9732 jLAoïiciLei'cIag oveinoer. looi. Dit nommcr bestaat uit TTTEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 11 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.."........;1, ƒ1.10. Franco per post7.7."..;."'.' 1.40. Afzonderlijke Nommer30.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 rogels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Oillfict.'lc Kenuisffovingen. Valotios voor de Rationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Leidc-n, Gezien hot besluit van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, van den Oden November 11., A No. 3491 ('2de afd waarbij bet bonden eenc-r n a 1 o t i n g voor de Nationale Militio wordt bevolen; Gelet op de bepalingen der Wet van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), en op die van Zijner Majesteit» besluit van den 8eten Mei 1862 (Staatsblad No. 46); Brengen ter algemeene kennis: dat ten behoeve van den militieplichtige GE1URDES ALEXANDER JOHANNES VAN DER WEEF, die, hoezeer in 1884 vermeld op de naamlijst (model No. 8) van personen, die zich reeds in vrijwilligen militairen dienst bevonden en in de termen vielen om voor de militie te worden ingeschreven, door verzuim van do betrokken overheid niet voor de militie werd inges<hreven en aan de gewone lotiDg in 1885 geen deel heeft genomen, eene n aio ting z.il geschieden voor de lichting van 1885 en voor de gemeente Leiden, in een der vertrekken van het Raadhuis, op Vrijdag den 20sten November aanstaande, des voormiddags te half twaalf Voorta, dat bij art. 33 der Wet is i epaald dat voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, het nom- mer kan getrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, terwijl, is ook deze niet opgekomen, als dan het trekken geschiedt door den Burgemeester of liet lid van den Raad der gemeente, waar de loteling is ingeschreven: en dat, ingevolge art. 34, de opgekomen ingeschre vene, dadelijk na het trekken van zijn nimmer, de redenen van vrijstelling opgeeft die bij meent te hebben. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 11 Nov. 1891. E. KIST, Secretaris. Directe Belastingen. Do Burgemeester van Leiden brengt ter alge meene konnia dat aan den ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld een kohier van het patentrecht (aanvullingarechten) van den dienst 1891/92, en executoir verklaard den 9deu Nov. jl. en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting om den aanslag op den by do Wet be paalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 11 Nov. 1891. DE KANTER. De commissie van financiën bericht dat zy de in hare handen gestelde begrooting van de Bank van Leening voor het jaar 1S92 heeft onderzocht en dat dit onderzoek tot geene bedenkingen heeft geleid. Zy stelt der halve voor die begrooting goed te keuren in ontvangst en uitgaaf ad ƒ12580. Dezelfde commissie bericht dat het onder zoek der begrooting voor 3S92 van Vrouwen Kraammoeders tot geene bedenkingen heeft geleid. Zy stelt mitsdien voor ook deze goed te keuren in ontvangst ad f 2274.57 en in uitgaaf ad ƒ2274 57, sluitende quitte. Tevens deelt zij mede dat het onderzoek der begrootingen voor 1892 van de navolgende gemeente-instellingen van weldadigheid tot geene bedenkingen heeft geleid. Zij stelt daarom voor deze goed te keuren, als die van o. Het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis in ontvangst ad ƒ28,980 45 en in uitgaaf ad f 28,980.45, sluitende quitte. b. Het Roomsch-Katholiek Armbestuur in ontvangst ad ƒ9006.565 en in uitgaaf ad ƒ9006.565, sluitende quitte. c. Het Roomsch-Katholiek Wees- en Oude- liedenhuis in ontvangst ad ƒ17,532.04 en in uitgaaf ad ƒ17,532.04, sluitende quitte. d. Het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis in ontvangst ad ƒ10,010.50 en in uitgaaf ad ƒ10,010.50, sluitende quitte. Het onderzoek der begrooting van de Stede lijke Werkinrichting over 1892 heeft by dezelfde commissie evenmin tot bedenkingen geleid. Zy geeft derhalve in overweging ook die begrooting goed te keuren in ontvangst en uitgaaf ad ƒ17,582.50 en het door deze administratie verlangde subsidie voor 1892 ten bedrage van ƒ4000, als ƒ2840 uit de ge meentekas en ƒ1160 als rente van het legaat, door wijlen H. V. J. Buzzi, te Frankfort a/d i Main, aan de gemeente Leiden ten behoeve 1 der Stedelijke Werkinrichting vermaakt, toe te staan. 1 Ten aanzien van het adres van den heer M. H. Van Waveren, deelen B. en Ws. mode dat blijkens ingesteld onderzoek geene bezwaren bestaan tegen do inwilliging van het verzoek om ten behoeve van de stoorn- bierbrouwery „De Posthoorn" ontheffing te bekomen van art. 221 der Algemeene Politie verordening voor een te maken ijs- en gist- k el der, waarvan het bovengedeelte uit hout moet bestaan, aangezien de wanden beweeg baar moeten zyn voor droging, terwyl brand gevaar niet aanwezig is. Zy geven mitsdien in overweging de ge vraagde ontheffing te verleenen van de be paling van art. 221 der Algemeene Politie verordening, krachtens welke geene gebouwen binnen deze gemeente mogen worden opge richt dan met steenen gevel en steenen zij wanden. Op de gomeente-begrooting voor dit jaar werd voor de vernieuwing van de brug over do Groenhazengracht een bedrag uitgetrokken van 900, terwyl het werk by openbare aan besteding werd aangenomen voor ƒ979. Bovendien bleek, uit een bericht van de commissie van fabricage, bij de afbraak dat de toestand der frontmuren zeer tegenviel. Achter eenig voorgeplakt metselwerk, dat met de hand kon afgebroken worden, ver toonden zich allerlei scheuren en gebreken, zoodat het gewaagd zou zyn geweest daarop voort te werken. Afdamming en onderzoek waren noodig. Hierby bleek dat het slechte ge deelte aan den zuidelijken vleugel niet diep onder water doorging en dat de benoodigdo vernieuwing aan den noordelyken vleugel van meer belang was. De meerdere kosten, door dit extra-werk veroorzaakt, worden geraamd op f 440, zoo dat de betrekkelijke post Volgn. 91 onder houd van bruggen enz. met 520 zal behooren te worden verhoogd. B. en Ws. geven den Raad in overweging daarin te voorzien door vaststelling van een overgelegden suppletoiren staat van begrooting, waarbij, ton einde de begrooting in ontvangst en uitgaaf te doen sluiten, Volgn. 41Andere ontvangsten, niet tot de vorenstaande behoo- rende, wordt verhoogd met bovengenoemd bedrag van 520. Onder overlegging van onderstaanden brief van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland geven B en Ws. den Raad in over weging dc daarbij omschreven oudheden, ter plaatsing in het Stedelijk Museum aangebo den, onder dankbetuiging te aanvaarden. Die brief luidt „Uit. naam van de Vereenigde Vergadering van Rynland hebben wij de eer aan de ge meente Leiden voor haar Museum in de Lakenhal eenige oudheden, aan het Hoogheem raadschap behoorende, ten geschenke aan te bieden. „Het zyn twee steenen kogels, twee stee- nen kannetjes, een kort zwaard, de helft van een groot zwaard, een punt van eene piek, een dolk en een kort mes met scheede, alle in 1891 opgebaggerd uit den Rijn by de Alfensche brug voorts zes muntjes, in 1885 eveneens uit den Rijn onder Alfen opgebag gerd, en ten slotte eene ijzeren vuurplaat, afkomstig van het in 1598 gebouwde achter huis van Rijnlands Gemeenlandshuis alhier. „Wy vertrouwen dat de gemeente dit ge schenk, zelfs al mocht het by nader onder zoek blyken van geringer waarde te zijn dan wy hopen, als blijk van goede verstandhou ding zal willen aanvaarden." De commissie van financiën geeft eveneens in overweging, te besluiten tot aanvaarding dier oudheden, voor het Stedelyk Museum, onder dankbetuiging aan de gevers. Bij B. en Ws. bestaan geene bedenkingen tegen de inwilliging van het verzoek van den heer F. Van Wijk, om ontslag als dorde onderwijzer aan do openbare school der 3de klasse No. 1 wegens zyne benoeming tot onderwijzer aan eene openbare school te Amsterdam. Zy geven derhalve in overweging hem uit zyne betrekking een eervol ontslag te verleenen met ingang van 1 December a. s., overeenkomstig het door hem gedaan verzoek. Verder deelen zy den Raad mede dat ten gevolge van het aan den heer Rijk verleend eervol ontslag, de heer H. Kuiper Jr. tydelyk is belast geweest met de waarneming der betrekking van leeraar in de Duitsche taal aan de Kweekschool voor Onderwyzers. Op grond van verkregen ervaring omtrent de bekwaamheid van dien leeraar achten B. en Ws. het wenschelyk hem definitief aan de Kweekschool te verbinden en stellen zy daarom voor de tijdelijke aanstelling in eer.e definitieve te veranderen, met welk voorstel de districtsschoolopziener zich heeft vereenigd. Nog deelen zy mede, dat vermits de huur van het huis Aalmarkt No. 6 is geëindigd, krachtens vroeger genomen Raadsbesluit tot eeno openbare verhuring zal moeten worden overgegaan. Inmiddels is het, blijkens bericht van de commissie van fabricage, noodig dat vóór eene vernieuwde verhuring aan het huis eenige herstellingen en verbeteringen ge schieden, waarvan de kosten zyn geraamd op 350. B. en Ws. geven mitsdien in over weging hen tot het doen van de bedoelde herstellingen te machtigen, zullende te zijner tyd een voorstel tot verhooging van het be- trekkelyk artikel van de begrooting worden ingediend. B. en Ws. leggen aan den gemeenteraad over eene suppletoire begrooting, strekkende om enkele posten der begrooting voor dit jaar, welke blyken niet voldoende te wezen voor de behoeften, te verhoogen door toevoe ging aan de begrooting in ontvang en uitgaaf rnet eene som ad ƒ5366. De posten zijn de volgende: Volgn. 76. On derhoud en aankoop van meubelen voor het Raadhuis 85; Volgn. 82. Kosten van uit gifte van het gemeente- nieuws- of dagblad 100Volgn. 99. Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelyken ƒ800; Volgn. 104a. Kosten van draineering van het Schut tersveld langs den Maredyk 150; Volg. 112. Onderhoud der brandspuiten f 250; Volgn 113. Belooning en premiën aan de brandspuit- lieden en beambten ƒ1000; Volgn. 156. Ren ten van de byzondere geldleoning ter voor ziening in buitengewone werken ƒ1245; Volgn. 159. Pensioenen, lijfrenten en wacht gelden ƒ1000; Volgn. 170. Uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten wegens de directe belastingen 736. Tot toelichting wordt o. a. medegedeeld dat het draineeren van het Schuttersveld is geschied door werklieden uit Zeeland, die, als meer speciaal daarvoor aangewezen, be doelde werken beter kunnen uitvoeren, het geen uit den aard der zaak meer arbeidsloonen heeft ten gevolge gehad. Op het artikel belooning en premiën aan de brandspuitlieden en beambten is een bedrag van 3650 uitgetrokken. De uitgaven, daarop gedaan, hebben dat bedrag reeds bereikt, door dc vele plaats gehad hebbende branden, waar onder er waren van groote beteekenis, en daar er voor het 4de kwartaal vermoedelijk nog een bedrog van ongeveer 1000 zal moe ten worden voldaan, behoort de aanvulling van den post met dat bedrag te geschieden. Voor renten van de byzondere geldleeningen is uitgetrokkon ƒ25,800, reeds betaald 12,590, nog te betalen f 14,455, te knrt 1245. By de onzekerheid wanneer tot de opneming der gelden van de aangegane geldleening kon worden overgegaan, is bij de vaststelling der begrooting slechts op een deel der rente kunnen worden gerekend. In den loop van het jaar zyn aan eenige gemeente-ambtenaren pensioenen of wacht gelden toegekend, waardoor de post niet toe reikend is om daaruit de vereischte uitgaven te kunnen bostryden. Eindelyk moet, blykens ontvangen mede- deoling van do Gedeputeerde Staten, voor het aandeel in het beloop der kwade posten wegens de directe belasting een bedrag ad ƒ3735.12 worden betaald. Hiervoor is slechts ƒ3000 uitgetrokken, ten gevolge waarvan eene ver hooging van het artikel met 736 zal moeten plaats hebben. Vermits de post voor Onvoorziene Uitgaven niet meer voldoende is om daaruit de be- noodigde gelden over te schryven en er op dit oogenblik geene andere posten zyn aan te wyzen, waarvan overschryving zoude kun nen plaats hebben, achten B. en Ws. het wenschelyk den post „andere ontvangsten, niet tot de vorenstaande behoorende" te ver hoogen met bovengenoemd bedrag ad 5366. In verband met het Raadsbesluit van 10 April 1890, betrekkelijk do oprichting van een IJkkantoor op de Lammermarkt werd by Raadsbesluit van 8 Mei d. a. v. de begrooting voor dat jaar in ontvangst on uitgaaf ver hoogd met ƒ5600 in ontvangst Volgn. 51 Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken, en in uitgaaf Volgn. 106a Kosten voor de oprichting van een IJk kantoor op de Lammermarkt, terwijl by de voor- loopigo vaststelling van de rekening over 1890, een bedag van ƒ2 op den post onvoorziene uitgaven van de begrooting voor 1891 werd overgebracht voor de uitgaven, welke in 1890 ter zake nog niet hadden kunnen geschieden. Iutusschen zullen, naar B. en Ws. mededeel en, blykens bericht van de commissie van fabri cage, do toegestane gelden voor de oprich ting van het IJkkantoor niet voldoende wezen. Ton gevolge toch van door den inspecteur van het IJkwezen verlangde vorbeteringen werd het gebouw eenigszins kostbaarder en werd by de openbare aanbesteding van 18 Augustus 1890 het werk gegund aan de minste inschryvers, de heeren Jac. Van der Kamp en S. Van Leeuwen, voor de som van ƒ6220. Tijdens den bouw werden nog eenige kleinigheden aangebracht voor een bedrag van ƒ31.72, zoodat nog zal moeten worden voorzien in een bedrag van ƒ651.72, welk bedrag beschikbaar is op den post voor On voorziene Uitgaven. B. en Ws. geven den gemeenteraad mitsdien in overweging tot de vaststelling over tc gaan van den overgelegden staat, strekkende tot het doen van de uitgave rechtstreeks uit den post voor Onvoorziene Uitgaven. Tovens wordt nog door B. en Ws. opge merkt dat in de aanbesteding mede begrepen was het maken van een yzeren hek, waarvan de kosten waren geraamd op 280, terwyl voor het plaatsen van een yzeren hek by de school aan de Mare gelyk bedrag was uitge trokken en in verband met de oprichting van het IJkkantoor achter de school tot plaatsing van het hek niet is overgegaan. Aan den gemeenteraad deelen B. on Ws. mede dat naar aanleiding van het verhandelde in zijne sectiën door hen het navolgende schryven is gericht aan Z. Ex. den minister van binnenlandsche zaken omtrent het weder om verleenen van een subsidie ten behoeve van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier „Bij de behandeling van de ontwerp-bogroo- ting dezer gemeente voor 1892 in de sectiën van den Gemeenteraad werd de wensch uit gesproken dat thans de noodige stappen zouden worden gedaan bij de Regeering, ten einde, zoo mogelyk, de gemeente wederom in het genot worde gesteld van het vroeger genoten Rykssubsidie ten behoeve van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, hetwelk vóór 1885 aan de gemeente was toegekend en sedert is vervallen ten gevolge van de aanneming van een amendement by de behandeling van de Ryksbegrooting voor 1885, strekkende om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1