N°. 9722 Zatei*dLag 31 October. A#. I89I. feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 30 October. 3F"ous.±XAo ton. Tocli nog gelukkig. LEIDSCIf |8é DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: YoOr Leiden per 3 maandenf 1.10. Ranco per po9t1-40. Afzonderlijke Nommers0*05. Oilïciëele Kennisgevingen. JACHT. Dc Commissaris dor Koningin in de provincie Zuid-Holland, Gozion hot besluit van de Gedeputeerde Staten van heden No. 2 Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857 (Staatsblad No. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij "bovengenoemd besluit van de Gedeputeerde Staten de Jacht op patrijzen in deze provincie wordt ge sloten op Zaterdag dtn Sisten October aanstaande met zonsondergang. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen ge bruikelijk ie, alsmede in het Provinciaal blad en in de Nederlandsche Staatscourant worden geplaatst. 'e-Gravenhage, den 26sten October 1891. De Commissaris der Koningin voornoemd, FOCK. Door de alhier zitting houdende genees kundige staatscommissie werd heden toege laten voor het eerste gedeelte van hot arts examen do heer J. J. A. L. Van Luik. In het Nutsgebouw had gisteravond de 177ste vergadering plaats van de afdeeling Leiden en omstreken van de Maatschappy tot bevordering der Bouwkunst, beginnendo met de beschouwing van een prachtig plaat werk van den heer P. De Wilde Pz.„Denk maler der Renaissance in Danemark", en van voorwerpen op kunstindustrifeel gebiod, nl. eene kast van den meubelmaker den heer H. Keereweer, welke zeer gunstig werd be oordeeld door de commissie en getuigde van degelijk en net werk, eene stoof, door een Katwykscli ingezetene, den heer Van .dei- Plas, zeer kunstig gesneden, een tochtschut met een onpractiselien kier en een omhulsel voor oene brandkast. Als nieuw lid werd toegelaten do heer J. G. Van Deene. Den aanwezigen werd voorts uitgereikt een exemplaar der door het bestuur der Maat schappij gestelde, van do afdeelingen gevraagdo, tien vragen, welke vóór Maart moeten beant woord worden en waarvoor door het afdeelings- bestuur verschillende rapporteurs werden be noemd. Op die vragen, welke zoo spoedig mogelijk successievelijk in do volgende ver gaderingen zullen behandeld worden, komen we alsdan meer in het bijzonder terug. De heer J. J. Planjcr liet een paar glazen dakpannen zien. welke in den smaak bleken i.) In eene nauwe achterstraat te Berlijn stond ik voor eene der vele huurkazernen, welke men daar vindt. Het nummer kwam uit. Ik tïompelde een paar smalte trappen op, kwam si een halfdonker portaal^n klopte aan'. „Wie is er?" riep van binnen, op wantrou wenden toen, eene jeugdigo stem. Ik noemde mijn naam en zeide waarom ik kwam. „Wie is er?" riep, toen de deur geopend werd, eene andere stem achter uit het ver trek. „Hgn man is niet thuis, doch kom binnen!" Die mij de deur geopend had, was een jong meisje. Met den tip van haren boezelaar wischte zij haastig over de zitting van een stoel en plaatste dien toen bij de tafel. Het was er eene armoedige omgeving. Maar het jonge meisje was in het oog vallend schoon. Toen ik haar aanzag, kleurde een vluchtig rood hare fijn bleeko wangen. Prachtig goud- glanzig haar omlijstte met sierlijke vlechten haar belangwekkend gelaat en zij had don kere, uitvorschende oogen. te vallen, en bood aan eene tentoonstelling van bouwartikelen te organiseeren, welk aan bod onverwijld weid aangegrepen. De Voorzitter verliet daarna, na dankbe tuiging aan den heer De Wilde voor het tijdelijk afstaan van het plaatwerk, de ver gadering, welke ook niet kon bijgewoond worden door het bestuurslid den heer Mulder, die daarvan bericht had gezonden, daar hjj, evenals de heer Knuttel, op eene andere ver gadering moest tegenwoordig zijn. Alsnu ving de heer Adr. J. Van Achter berg, directeur der Practische Ambachtsschool, aan met zijne bijdrage op kunsthistorisch gebied, een voortzetting of vervolg van eene vroegere bijdrage van den heer Jesse, die toen de oudste bouwkunst behandelde, en die op zijne beurt later weer zal doorgaan op de lezing van gisteravond, welke, naar de spreker zeide, niet anders kon beschouwd worden dan als een doorloopen van dit tijdvak, zoo rijk aan kunstgewrochten. Hij behandelde in hoofd zaak de Dorische, Ionische en Korinthlsche orden of stijlen, na vooraf de ligging van het oude Griekenland in herinnering gebracht en over de volksnederzettingen aldaar gesproken te hebben. De heer Van Achterberg stond meer in het bijzonder stil b(j de Acropolis van Athene, met het Parthenon, by andere tempels in het algemeen, wees op de sym boliek der Grieken en kwam daardoor tot bespreking van velerlei vazen, vaten en beel den van goden en godengroepen uit de Griek - sche mythologie, welke, evenals tal van afbeeldingen en teekeningen, de lezing toe lichtten en hare waarde verhoogden. De heer Van Achterberg had, de moeiten, welke hij zich getroost had, in aanmerking genomen, op een talrijker gehoor dan nu aanwezig was mogen aanspraak maken. Zij,' die er waren, volgden hem met aandacht en stemden ten volle in met de woorden van dank, door den heer Van Ruyven, die nu de vergadering leidde, den heer Van Achter berg toegesproken. In de vragenbus werden gevonden twee vragen, nl.lo. „Men beweert dat metselen met tras een nadeeligen invloed heeft op het voegwerk. Wat leert de ondervinding daar van?" 2o. „De quallteit van de specie hangt af van de hardheid van de steen. Is dit proefondervindelijk bewezen?" Omtrent deze vragen zullen de heeren Planjer Sr., Ver hoog en Splinter rapport uitbrengen. De heer Kok waarschuwde er nog voor het teekenen van de orden of stijlen, vroeger, naar de heer Van Achterberg in zijne lezing Nadat ik plaats genomen had, ging zij b(j het venster zitten, leunde met haar hoofd op de hand en luisterde opmerkzaam toe, terwijl ik met hare moeder sprak. Deze zat bjj het bed in een hoek en was bezig met een jongenskiel te verstellen. Wat men zag was fatsoenlijk, hoe armoedig het ook mocht zijn. Voor de kookkachel bmg eenig waschgoed te drogen. Op een kastje, tusschen de vensters, stonden eenige snuisterijen, een paar bontgekleurde kopjes, een porseleinen hondje en in het midden een gladgewreven tabakskistje, waaruit, van onder het half opgelichte deksel weg, het veel ge bruikte mondstuk eener korte pijp te voor schijn kwam. Bij het hoofdeinde van het bed stond eene wieg, waarin een zuigeling lag, met een mager en bleek gezichtje. De vrouw had een goedigen trek in kaar gelaat en iets oprechts in hare oogen. Blijk baar echter hadden zorg en verdriet haar voorhoofd met rimpels doorploegd. Zij ging met haar naaiwerk voort, terwijl zjj sprak, en zag vóór en na,,, over haren bril heen, naar my toe. „Vijf procent, mijnheer'.', antwoordde zij, op hetgeen ik haar te zeggen had; „hoeveel wordt dat?" opmerkte, al te ernstig opgevat, niet geheel verloren te doen gaan, opdat men niet van het eene uiterste in het andere vervalle. Daarna werd de vergadering gesloten. De „Leidsche IJsclub" hield gisteravond in de groote zaal van „Zomerzorg" hare algemeene ledenvergadering, waarin, na ope ning door den voorzitter, den heer Henri Van de Velde, door den secretaris, den heer G. Henri Sijthoff, de notulen der vorige alge meene vergadering werden gelezen en het jaar verslag werd uitgebracht, dat herinnerds aan den strengen en langdurigen winter van het vorige jaar (zóó, dat reeds op 29 November de baan der Club kon worden bereden), aan de vele welgeslaagde gegeven avondfeesten en hardrijderijen, de medeaeeling bevattende dat het aantal leden 650 bedroeg en eindigde met de beste wenschen voor den voortdurenden bloei der Club, tot medewerking waarvan de leden worden opgewekt. Daarna werd bij monde van mr. L. Offer- haus rapport uitgebracht der commissie tot het nazien der rekening van den penning meester. Daaruit bleek dat de inkomsten zoowel van contributie en verkochte kaarten, als van pacht van het buffet, gebruik der garderobe enz. bedroegen ƒ4070.44 en de uitgaven 449S.151/,, zoodat de rekening sluit met een tekort van ƒ427.711/,. De ge- heele schuldenlast der Club bedraagt thans ƒ2300, waarbij echter, naar de rapporteur mededeelde, moet worden opgemerkt dat do eigendommen der Club door den penningmees ter op diens balans nu lager zijn geraamd dan waarvoor ze vroeger waren uitgetrok ken, zoodat de schuld dus eigenlijk minder bedraagt. Het voorstel om de rekening goed te keuren en den penningmeester, den heer K. T. Caron, dank te zeggen voor het gehouden beheer, werd b(j applaus goedgekeurd. Zonder hoofdelijke stemming werd mede, overeenkomstig het voorstel van het bestuur, besloten dat op een nader to bepalen dag en uur de nog in omloop zijnde en den vorigen winter uitgegeven couponboekjes tot hetzelfde bedrag als er voor gegeven is, zullen kunnen worden ingewisseld. In het bestuur waren vier vacatures ont staan, nl. wegens het vertrek van majoor Hofstede naar elders, en wegens de aftreding volgens het reglement der heeren Bader, Stallinga en Sijthoff, die weder herkiesbaar waren, doch de heer Stallinga verzocht om gezondheidsredenen voor eene herbenoeming niet meer in aanmerking to komen. „Van de som van twaalfduizend mark, welke g(j te vorderen hebt, wordt dat zes honderd. Meer kan er niet worden uitge keerd en ik kwam om uwen man te vragen of h(j het akkoord teekenen wil. Het naaiwerk ontgleed hare hand. Haastig greep zjj er naar, zette toen den bril af en riep met bevende stem hare dochter toe: „Hoort g£ het? Zeshonderd mark. En dat veur twaalfduizend met al de rente, al die jaren lang. Hoort gy dat, Nelly?" „Dat doen wy niet", zeide nu het meisje tot mij op beslissenden toon. „Neen, dat kunnen wij niet doen", voegde de moeder er bij. „Wij kunnen al dat geld niet laten varen." Eenige oogenblikken spraken nu beiden met luide stem tegelijk. Ik deed het zwijgen daartoe; maar toen ik eindelijk aan het woord kon komen, zocht ik haar aan het verstand te brengen, dat er niets aan de zaak was te doen, en dat het nog beter was iets te krjjgen dan niets, daar, bij een volslagen faillissement, alles aan ge rechtskosten zou weggaan, maar ook dat alle schuldeischers hot aangeboden akkoord moes ten aannemen, als er mot eenigen spoed, een einde aan de zaak zou komen en er ten minste nog iets voor hen overblijven zou. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Door het bestuur waren dubbeltallen voor gesteld, waaruit door do vergadering gekozen werden de heeren G. Henri Sijthoff met 59, C. A. Bader met 56, J. M. Hellirfg mot 40 en mr. L. Offerhaus met 32 stemmen. Laatst genoemde bedankte evenwel, waarna in zijne plaats bij meerderheid van stemmen gekozen werd de heer F. A. Wilh. Schüdel met 29 stemmen, tegen 25 op den heer E. Kruisinga Dz. Do heer F. F. W. Heintz, die bij eene vorige stemming 42 stemmen op zich ver- eenigdo, had echter ook bedankt, van welk plan hij reeds vooruit had kennis gegeven. Aan het einde der vergadering deelde de Voorzitter mede dat zooals den leden roeds uit het finantiëel rapport was gebleken, behoeft de kas versterking het bestuur besloten had den aanstaanden winter het buffet in de restauratietent niet te verpach ten, maar in eigen beheer te nemen. Men hoopte daarbij op den steun en do mede werking der leden, met het oog op de vele moeiten, welke het bestuur met dien maatregel op zich laadt. De bij het -1de regiment infanterie nieuw benoemde tweede luits. O. A. Van Tricht en H. W. C. Ackerman zijn ingedeeld respectie velijk by de 3de en do 4de comp. van het 1ste bat. te Delft. Morgen zal op het Schuttersveld hunne be- eediging plaats hebben. Hiertoe zal de troep te 10 uren op dat veld alhier gerangeerd staan met den rechtervleugel naar den singel. Wy kunnen onzen stadgenooten niet ge noeg aanbevelen de by de firma Blankenberg Co. geëxposeerde pryzen der „Kunstkroniek" te gaan zien. Wegens het groot succes zal de sluiting eorst a. s. Woensdag plaats hebben. Er bestaat gologenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Obdam", van Rotter dam vertrekkondo. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiteriyk morgenochtend om 7.55 bezorgd zyn. De wgze van verzending behoort duidelyk op het adres vermeld te worden. Door den Raad der gemeente Sassenlieim is do begrooting voor het jaar 1892 in ont vangst en uitgaaf vastgesteld op ƒ10,599.191/,. De post „jaarwedde der onderwyzers" is met 600 verhoogd, ton einde een onderwijzer met hoofdakte te kunnen aanstellen. Voor het examen in de vrye- en orde oefeningen in de gymnastiek zyn toegelaten de heeren J. Terda, te Goudswaard, en E. C. Houbolt, te Sassenlieim. Tot notabelen der Ned.-Herv. gomeente Do uitslag daarvan was dat do dochter zweeg en dat de moeder begon te schreien. „Al ons ongeluk is gekomen", snikte zy, „van het oogenblik af, dat myn man ons geld uit handen heeft gegeven. Och, mynheer, wy waren jarenlang zoo zuinig geweest en hadden daardoor, hetgeen wij van onszelven hadden, tot die hoogte gebracht. Toen hebben wy er eene hypotheek voor genomen op het huis van onzen zwager. Maar die stierf niet lang daarna. Zoo is het ons weer uitbetaald geworden. En toen heeft een kameraad myn man aangeraden het geld te plaatsen by een bankier. Dat was even zeker als eene hypo theek en dan kregen wij meer rente. Myn man deed dit. Hy gaf het in deposito en kreeg daarvoor eene quitantie. Wy hebben ook een paar jaren lang rente gebeurd. Met onze zaak ging het toen ook beter dan nu, zoodat wy het goed hadden, hoewel myn man ook toen reeds last van zyn asthma had en gedurig eenige dagen moest te bed liggen." „Wat fs het bedryf van uw man?" vroeg ik, toen ik er tusschen komen kon. Met koopmansschap, mynheer, met eene kar op de markt." (Woi-dt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1