Moord te Meliskerke. Omtrent
de in ons vorig nommer vermelde aanhouding
van een verdachte, meldt de „Midd. Crt." dat
de aangehoudene is Aamout Kempe.
■Tegen dezen, iemand van 19 jaar, niet groot
van gestalte, doch sterk en gespierd, schynen
ernstige vermoedens te zijn gerezen.
Hy was sedert een halfjaar by Wisse in
dienst, was eene soort windbuil, had steeds
geldgebrek, zat slecht in de kleeren on had
ook schulden.
Zijn meester moet sedert het gebeurde hem
van den moord verdacht hebben, zoowel om
dat hy èn IVoensdag-avond èn Zaterdag-avond
niot thuis was, als wijl hij zeer geldzuchtig
was en zich vroeger wel eens had uitgelaten,
dat het niet zoo gevaarlijk was een moord
te plegen, mits men het alleen deed.
Zaterdag avond moet hy eerst na tien uren
thuisgekomen zijn; hy was ontdaan en sedert
de moord gepleegd was zeer gejaagd.
Zondag maakte do bewoner van het hoefje
de opmerking, dat een luik in de schuur open
stond en Maandag ontdekte hg in den voeder
bak der kalveren bloedsporen, van welke be
vinding hg aan de autoriteiten kennis gaf.
Het onderzoek, naar aanleiding van een en
ander ingesteld, moet aan het licht gebracht
hebben, dat aan het wambuis van Kempe een
knoop, van dezelfde soort als or een met
bloed bevlekt op de plaats der misdaad ge
vonden is, ontbrak, terwijl ook zjjne schoenen
pasten in de sporen, daar gezien.
Overigens moet de verdachte zich meer dan
eens uitgelaten hebben, dat hij niet lang meer
als boerenknecht dienen zou en had hij, tegen
de gewoonte, Zondag-ochtend zijn goed niet
in de wascli gegeven.
De verdachte was, toen hg in verhoor ge
nomen werd, buitengewoon kalmhij sprak de
hoop uit, dat het niet te lang duren zou,
omdat hjj zyn meisje, dat naar Hiddolburg
was, moest gaan afhalen.
Men schryft aan het „Hbi." uit
's-Hertogenbosch, dd. 27 October
Gister- en hedenavond was de stad weder
in rep en roer.
De inspecteurs en agenten van politie had
den de handen vol om do zingende en woe
lende troepen baldadigen uit elkander te drg-
ven, waarbij niet zelden geheel onschuldigen
door de wapenstokken der agenten gevoelig
getroffen werden.
Die voortdurende wanordelgkheden, voor de
rustige ingozetenen inderdaad ondraaglijk, on
dermijnen het gezag der politie op verontrus
tende wgze on werken hoogst nadeelig op het
tot dusverre goedgezinde gedeelte van do bur-
gerg en van don werkmansstand, maar voor
al op de houding der jeugd.
Terwgl de commissaris van politie de
man, wiens persoon al die oproerige tooneelen
gelden te huis blyft, ziet men schier
eiken avond den burgemeester, den procureur-
generaal en den officier van justitie straat-
politie-dienst doen.
Uit St. - Petersburg wordt ge-
meld dat to Starodub (gouvernement Tscher-
nigow) Zondag 11 dezer ernstige tooneelen
van Jodenhaat zgn afgespeeld. Reeds den
Zondag te voren was men in botsing met
de Joden gekomen. Aan dezen was nl. toege
staan om des Zondags van 11 tot 6 uren
handel te drgven en het hierover in woede
ontstoken volk verklaarde dat het den handel
der Joden op Zondag met geweld zou onder
drukken. Naar aanleiding daarvan werd de
politie met bereden gendarmes versterkt. De
Joden aarzelden op 11 dezer dan ook hunne
winkels te openen, daar eene zeer groote
kwaadwillige menigte, meest uit jongens van
15 tot 20 jaar bestaande, zich op de markt
had verzameld. Eerst als die volksverzameling
op bevel der politie uiteengegaan was, openden
de Joden hunne winkels, doch toen verschenen
de wraakgierige benden plotseling weder op
het plein, overmeesterden de politie en be
stormden, met woest gehuil, de magazynen.
Andere benden verbryzeldeu met steenon de
ruiten der synagoge.
Bn toen nu opeens het praatje in allergl
de ronde deed, dat een Jood een voor eene
apotheek staanden jongen Rus zou hebben
vermoord in werkelykheid had hy hem
slechts een pak slaag gegeven toen be
gonnen de benden met grootere woede tegen
de Jodenhuizen te velde te trekken. Men
sloeg de vensters in, ging de woningen binnen,
wierp meubelen en linnengoed en bedden op
de straat en sloeg alles, wat sleelits eenige
waarde had, kort en klein. De Joodsche
eigenaars namen de vlucht en vorborgen zich.
Die politie was geheel machteloos. Het ge-
peupei brak een wyokelder en bierwinkel
open, bedronk zich en verwoestte toen het
huis, waarin de bank van Aisenstadt zetelde.
Twee gcestelyken verschenen hierop, onder
klokgelui, onder de menigte; met ontblooten
hoofde verzochten zy den razenden, om Christus'
wil, op te houden. Hun verzoek bleef echter
vruchteloos. Er zouden nog erger tooneelen
plaats grgpen.
Een Joodsch winkelier schoot nl. zes revol
verschoten op de menigte, die op zgn magazijn
toestormde, met het gevolg, dat verscheidene
aanvallers verwond werden. Dit was olie in
het vuur. Het gepeupel, dat tot nog toe
slechts vernield had, begon nu tot rooven
over te slaan. Men plunderde ook een wgn-
kelder en 's avonds te 7 uren lagen geheelo
rgen van beschonkenen op de straten. Plot
seling ontstond er brand in eene herberg. Do
Joodsche bezitter zou, naar 't heette, dien
zelf in vertwgfeling hebben aangestoken. Het
vuur greep door den sterken wind met groote
snelheid om zich heen. Bovendien verhinderde
het volk de pogingen tot blusscliing door de
brandweer. De vlammen tastten ook het
slachthuis aan en ook de wanden van de
kathedraal in de nabijheid stonden reeds in
vlam, toen gelukkig de wind uit een anderen
hoek begon te waaien. Niettemin werden tien
huizen in drie uren tgds in de asch golegd.
Intusschen waren ook boeren uit do om
streken met wagens naar de plaats der ver
volging geijld. Zg hielpen de huizen der Joden
mee uitrooven, laadden alles wat waarde had
op hunne wagens en voerden een en ander
jubelend naar hunne dorpen. Nog tot diep in
den nacht plunderde het gepeupel de maga
zgnen der kooplieden Jacobson en Lipkin,
waarna het ze in brand stak. Eerst tegen
den ochtend werd alles stil.
De roerende eigendom van bgna alle Joden
is vernield. Moorden zouden niot hebben plaats
gehad, daar de Joden zich verscholen hielden.
BUITENLAND.
Duitsohland.
De inhoud van het keizerlgk schryven
aan het Staatsministerie, naar aanleiding van
het proces tegen het echtpaar Heinze, waarbg
do toestand te Berlgn ten opzichte der goede
zeden in een zeer kwaad daglicht verscheen,
is thans bekend. Do keizer betreurt het, dat
die toestand zich meer en meer ten nadeele
van den Staat en de maatschappelijke samen
leving ontwikkelt en stelt allereerst de vraag,
in hoeverre op grond der bestaande wetten
daartegen maatregelen genomen kunnen wor
den. Daarom beveelt hy der politie aan.
tegenover do uitspattingen dier klasse uiterst
gestreng op te treden en waarschuwt de
rechters, dat dezen zich by behandeling van
daaruit voortspruitende processen niet tot
eene verkeerd geplaatste menschlievendheid
laten verleiden. Bovendien komt den keizer
eono herziening der desbetreffende strafwetten
zeer gewenscht voor, waarbij men zich ten
taak zou moeten stellen voor den vervolge
te vorkomen dat advocaten, in plaats van de
waarheid aan het licht te doen treden, zich
begveren, het onrecht met allerlei middelen
te dienen. Ook zag de keizer gaarne, dat
voortaan de behandeling van zaken, waarbg
do diepste vergrgpen tegen de zedelykheid
op den voorgrond treden, niet meer in het
openbaar geschiede, en noemt het een ggnstig
teekon, dat algemeen de noodzakelykheid tot
wgziging van den bestaanden toestand gevoeld
wordt, waardoor hem de medewerking van
het beschaafde deel zgns volks in dezen ver
zekerd wordt.
Zelfs conservatieve bladen, zooals de Ber-
Ignsche „Post," komen op tegen dit keizerlgk
bosluit voor zooveel betreft de beoordèeling
van de houding der verdedigers en bet uit
sluiten van openbaarheid der behandeling. De
liberale bladen wyzen er op dat, in strgd
met de wettelyke bepaling, het besluit niet
door den verantwoordelyken minister is ge
contrasigneerd.
Te Berlgn is eene „Australasische ver-
oeniging" opgericht, met een kapitaal van
f 2,400,000 M., voornamelyk het aanleggen
van tabaksplantages ten doel hebbende.
Voor zoover bekend, is by de verkiezing
van een lid van den Rgksdag in het vanouds
conservatieve kiesdistrict Stolpe, in Pommeren,
de candidaat dor liberale party gekozen.
Dn „Reichsanzeiger" meldt dat Ernin-
pacha met Stuhlmann in het begin van Juli
van het Albert-Edward-meer naar het Albert-
meer vertrokken is. Bg het verlaten van den
Dultschen „kring van invloed" handolde hy
tegen de officinale opdracht en hg zal de ver
antwoording voor zyqe handelwijze alleen
yoeeten dragon.
Volgenseen telegram iri"het „Tageblatt"
moet Emin-pacha, naar de Katholieko Missie
bericht, te Vadell, aan het Victoria-Nyanza,
zyn aangekomen.
In tegenspraak met officieuzo mededeelingen
dienaangaande wordt verzekerd, dat majoor
"Wissmann den kolonialen dionst zal verlaten.
België.
Op 15 November zal in België een inter
nationaal congres van socialistische studenten
gehouden worden, tot bgwoning waarvan ook
eene uitnoodiging is gericht aan de socialistische
studenten van Amsterdam en Delft, die de
uitnoodiging hebben aangenomen.
De Belgische „Association Libérale" heeft
te Brussel eene vergadering gehouden, waar,
na een vrg levendig debat, besloten is, in
overeenstemming met do werkmansparty en
met de voorstanders van het algemeen kies
recht, eene manifestatie op 't getouw te zettar
ten gunsto der grondwetsherziening.
Tiirlïiïo.
Er wordt gemeld dat op Kreta weder
ongeregeldheden zyn voorgevallen. Er had
nameiyk een gevecht tusschen Armatolen en
militairen plaats, hetgeen echter aan toeval-
ligo omstandigheden moet toegeschreven wor
den. daar do bevolking zich tegenwoordig
volkomen rustig houdt in afwachting der
verbeteringen, die Mahmud-Pacha in het be
stuur beloofde te zullen aanbrengen. Evenwel
heeft men Mahmud-Pacha reeds zydelings
onderricht, dat de ontevredenheid weder een
uitweg zal vinden, zoo niet binnen een zekeren
tijd iets van de toegezegde verbeteringen te
bespeuren zal zyn.
CienieeirtOï-iiacl -va» Leiden,
Zitting van 7.e lennamiddag te één uur.
Voorzitter de heer De Laat de Kanter,
Burgemeester.
Tegenwoordig de heeren: Schneitlier, Juta,
Zillesen, Drucker, Zaayer, Van Lidth de Jende,
Van Hamel, Fockema Andrere, Van der Breg-
gen, Van Reenen, Le Poole, Verster van
Wulverhorst, De Sturler, Van Hoeken, Siogen-
beek van Heukelom, Tieleman, Dekhuyzen,
Zaalberg, De Goeje, Kaiser, "Was en later de
hoeren Verhey van Wyk en Hasselbacli.
Afwezig met kennisgeving do heeren Cock,
Driessen en Koetser.
In do eerste plaats legt de heer Siegen-
beok van Heukelom, als nieuw inkomend lid,
do by de wet voorgeschreven eeden af, door
te zeggen, na de voorlezing van het formulier:
„Dat beloof ik!", waarna hy door den Voor
zitter met zgne benoeming werd gelukge-
wensclit, onder herinnering aan het goede,
dat door hen, wier naam hy voert, vroeger
is tot stand gebracht, en met den wensch
dat ook hy, als ook hy eenmaal mocht aftre
den, met voldoening zal mogen terugzien op
hetgeen door hem in het belang der gemeente
is gedaan. [Applaus)
Na voorlezing en goedkeuring der notulen
van de vorige vergadering werd door den Voor
zitter medegedeeld dat o. m. is ingekomen
een adres van bewoners der Haarlemmer
straat, van de Bakkersteeg tot de Donker-
steeg, met verzoek om scherper politie-toe-
zicht, welk adres is gesteld in handen van
het hoofd der politie, alsmede een adres van
den commandant der dd. schuttery, met voor
stel tot oprichting oener schietbaan in de
nabyheid der gemeente.
Ter benoeming van een wethouder werden
uitgebracht op de heeren De Sturler 12, Kai
ser 3, Zaalberg 2, Zillesen 1 en Driessen 1 st.,
terwyi 2 biljetten blanco waren, zoodat eerst
genoemde gekozen is.
De heer De Sturler zal de betrekking met
genoegen aanvaarden en bedankt de leden
wel voor het vertrouwen, in hem gesteld. Hy
hoopt dat vertrouwen niet te beschamen.
De Voorzitter wenschte hem geluk en ver
trouwde dat zyne komst In het college van
B. en Ws. in de aangename samenwerking
geene verandering zou brengen.
Tot ambtenaar van den Burgerlyken Stand
werd vervolgens gekozen eveneens de heer
De Sturler, met 20 stemmen. Drie biljetten
waren blanco.
Op voorstel van den Voorzitter werd daarna
by loting uitgemaakt wanneer de beide nieuwe
wethouders, de heeren Juta en De Sturler
zullen aftreden, nl. de heer Juta in 1893 en
de heer De Sturler in 1896.
Daama kwamen aan de orde de volgende
punten der agenda:
4o. Verzoek van Mevrouw J. O. A. Vreede—Van
Oostorzee, om ontelag ale Regentea van het H. <h-
of Arme Weea- ea Kinderhuis. (224)
Bo, Vacretel tot het dhen rooien e® verknopen Tan
hoornen. (127)
0'. Verzoek ran mevrouw M. L. Schneither—Jonk-
heym c. b. ter bekoming in gebruik van een der
lokalen van de voormalige O.-I. Inrichting. (228)
i°. Verzoek van P. Th. Jan-eeom ontelag ale dorde
onderwijzer aan de Jongensschool 2de kl. (281)
8°. Idem van P. W. Van de Velde, om vrijstelling of
terugbetaling van schoolgeld, Hoogere Burger
school voor Moiejee. (281)
9°. Begroeting van de inkomsten en nitgaven der
gemoente voor 1892.
Zonder hoofdelyke stemming werd gunstig
beschikt op het verzoek vervat in punt 4.
By punt 5 werden door den heer Van
Reenen nog een paar boomen in don tuin
van „Musis Sacrum" aangewezen, waarom
trent door den Voorzitter een nader onder
zoek werd toegezegd.
Het verzoek van mevr. Schneither (punt 6)
werd by acclamatie goedgekeurd, onder voor
behoud dat de heer Schneither zich buiten
stemming hield.
Unaniem wei den ook goedgekeurd de pun
ten 7 en 8.
Alsnu kwam iu behandeling do ontwerp-
gemeente-begrooting voor 1892.
De aigemeene beschouwingen werden ge
opend door den heer Fockema Andrea;, die
zeide in het antwoord van B. en Vs. op de
algemeen beschouwingen der sectiën omtrent
het finanli-:ol beleid sommige zinsneden met
groote verbazing te hebben gelezen, omdat
uit eene vergelyking der begrooting van heden
by die van vroeger blykt dat hot zuinig be
heer er niet op is vooruitgegaan. Spr. wees
daartoe op verschillende posten, waaraan de
zoo dikwyis genoemde verhooging der steen-
kolenpryzon geheel onschuldig is. Naai' het
spr. schynt, kan men den ongunstigen toe
stand, behalve aan de hoogere steenkolen-
piyzen, ook daaraan toeschreven, dat er in
hot finantitel beleid niet genoeg voorzichtig
heid wordt betracht. Daarop en op meerdere
zuinigheid hoopte hy in het vervolg.
De Voorzitter herinnerde aan wat by reeds
viooger gezegd heeft; gaf toe dat do door
den lieer Fockema Andrea; opgegeven cyfers
juist zijn, doch merkte op dat dio enkele
posten niets beteokenen, maar dat men de
goheeie begrooting moot nemen om eene juiste
vergelyking te makenen al zyn nu de uitgaven
in do laatste jaren gestegen, dan beteekent
dit nog niets omtrent een z. g. achteruit
gang, want ook de inkomsten stegen. De uit
gaven der begrooting stonden mot de inkom-
slon gelyk. Spr. herinnert aan hot beleid
van vroeger voordat hy raadslid was, toe-n
b. v. f 100,000 subsidie aan het Rynspoor
voor de lyn Leiden Voerden werd gegeven
en ontkent dat nu de uitgegeven gelden over
liet algemeen renteloos blyven, hetgeen hy
met voorbeelden staaft.
Daarna besprak hy het bodrag, dat vroeger
op het Grootboek stond, vergeleken by dat
van thans en dat aan de Stadsbank van
Lcening is verstrekt, voor de demping-Bin-
ncnvestgracht, bouwen-IJkkantoor enz. enz.,
uit welke vergelyking blykt dat het kapitaal
niet zooveel is verminderd als in de sectiën
werd betoogd, maar dat het vrywel over
eenkomt met de som, waarvoor do gemeente-
eigendommen zyn geassureerd.
liet beleid is thans geheel anders dan
vroeger, toen men maar eenvoudig een ton
aan liet Rynspoor cadeau gaf, waardoor we
met die maatschappy toch geene goede vrienden
zijn geworden, daar ze allesbehalve welwil
lend was wat de regeling der treinen betreft.
Hot deed spr. genoegen dat die zaak afge
handeld was, toen hy hier kwam, en hy
vreest dat, als zulk een voorstel weer by
den Raad kwam, het zeer zeker zou worde»
verworpen.
De heer Drucker wees er op, dat in het
verslag der sectiën wordt gezegd dat vele
posten van het kohier een te laag bedrag
aangeven. 2ulk eene uitdrukking acht hy
bedenkeiyk. Zyn de te lage aangiften by B.
en Vs. bekend, dan worden die immers door
hen verhoogd? Vaarop berust dus die uit
drukking, waarby de vertrouwbaarheid der
belastingschuldigen in twy fel wordt getrokken
Do Voorzitter erkende dat verreweg de
moeste personen eerlyk opgeven, doch ver
schil maken tusschen eene verterfngs- en in
komsten-belasting. Het is B. en Vs. gebleken
dat enkelo personen zelfs wel duizenden gul
dens hunne inkomsten te laag opgaven. Het
feit bestaat dus, zoodat spr. de uitdrukking
uit het verslag niet behoeft terug te nemen.
Den heer Drucker deed het genoegen, dat
bet dan toch blykt, dat het feit zich niet zoo
sterk voordoet als men uit het rapport zou
opmaken.
De aigemeene beschouwingen werden ge
sloten, waama men overging tot de uit
gaven.
B(j 4en post; jaarwedden va? de touw-