N°. 9713. Woensdag 31 October. A#. 1891 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van ,Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE «laden. Leiden, 20 October. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leider, per S maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Eerste Blad. Oftlcioele Kenuisgevingen. Gehoorzaal. Burgemeester en Wethouders vau Leiden brergen ter aïgemeeno kennis dat op 'Zondag 25 October a. s. een tweede Volksconcert zal worden gegeven door bet Muziekoorps der Schutterij in de Gehoorzaal, aanvaDgeudo des avonds te acht uren. Toegangskaarten zijn tot een beperkt aantal gratis te bekomen aan het Bureel vatt rulilie op Don- d e r d a g 2 2 October a. e., van 1 2 uren des middags tot 2 uren des namiddags, terwijl zij, voor wie bij het vorig Volksconcert geenc toegangskaarten meer beschikbaar waren en wier namen aan bet Politiebureel zija opgegeven, het eerst voor eene kaart in aanmerking komen. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 20 Oct. 1891. E. KIST, Secretarie. Aan de universiteit alhier is het doctoraal examen in de rechtswetenschap afgelegd door den heer E. M. Driebeek. In den boek- en kunsthandel van de heeren Blankenberg en Co. op de Mare alhier is thans eene expositie in gereedheid ge bracht, waarop wij de aandacht onzer stad- genooten vestigen. De tentoongestelde verzameling wordt na melijk gevormd door de vele en kostbare prijzen, welke zijn aangekocht voor de loterij der „Kunstkroniek," het gunstig bekende tijdschrift, dat wordt uitgegeven tot aanmoe- 1 diging en bevordering der schoone kunsten. Zoowel de fraaie schilderijen w. o. van Stortenbeker, Schmidt Crans, Oyens, mevrouw Bilders—Van Bosse, mej. Betsy Berg en an deren van naam als de kostbare voor werpen in goud en zilver zyn een bezoek alleszins waard, terwijl ook nog verdere voor werpen van Nederl3ndscho kunstnijverheid in de verloting zyn begrepen. Geeft het tijdschrift zelf per jaargang 48 vellen druks met boeiende novellen en ver halen der voornaamste Nederlandscho letter kundigen, met 24 prachtige platen naar schilderijen der grootste Nederlandsche mees ters, als men inteekent op de nieuwe, prachtig geïllustreerde uitgave der Romanti sche Werken van mr. J. Van Lonnep, met kunstproducten van Ch. Rochussen, David Bles en W. De Famars Testas, dan ontvangt men de „Kunstkroniek" daarbij gratis als premie, mot inbegrip van het lot in do ver loting der genoemde kostbaarheden. Aangezien do gelegenheid tot bezichtiging der fraaie collectie kosteloos is opengesteld, zullen zeker velen een bezoek aan den kunst handel van de firma Blankenberg Co. gaan brengen. Alles getuigt van den kunstzin, welke aan deze ondemoming ten grondslag ligt. De in het jaar 1889 opgerichte Leidsche Tooneelvereeniging „Talraa" gaf gisteravond in het lokaal „Vondelhoven", aan den Stations weg, hare zesde uitvoering. De president van genoemde vereeniging opende dezen feestavond met een woord van dank voor de trouwe opkomst. De muziek had vooraf hare lieflijke tonen laten hooren en nauwelijks was Eilenbergs „Wir spielen Soldat" ten einde, of het bekende „schelletje" klonk, waarna het gordijn opging om de aanwezigen en zij waren velen te vergasten op het tooneelspel met zang in drie bedrijven door A. A. Van der Stempel Jr. „Rudolf, of Broeder en Zuster." Wat het spel betreft, men kan niets anders zeggen, dan dat allen zich flink van hunne taak kweten. In het bijzonder verdienen ge noemd te worden zij, die de rol vervulden van mej. Anne en haren broeder Rudolf. Beiden hebben zich vooral kranig in hunne rollen gehouden en schenen die goed te begrijpen, vooral in Rudolfs optreden om de belangen zijner zuster Anne te verdedigen tegenover den heer Henri Van der Lingen, haren be minde, die nu liefdesbetrekkingen had aan geknoopt met de dochter van den heer Van Bergen. Rudolf wist hem zóó neer te zetten, dat Van Bergen plechtig beloofde de liefdesbetrekkingen met Louise af te breken en Rudolfs zuster Anne te huwen. Alvorens men na de pauze overging tot de opvoering van het kluchtspel met zang in één bedrijf door W. N. Peijpers: „Jack the Ripper in Holland," werden nog door een paar leden van „Talma" enkele voor drachten gehouden, waarmede zeer veel bij val werd ingeoogst. Het genoemde klucht spel, werd eveneens goed afgespeeld en bracht menigmaal de lachspieren danig in beweging. De zaal was voor deze gelegenheid links van het tooneel keurig met groen en bloemen versierd, waartusscken het nette vaandel prjjkte en oen goed effect maakte, terwijl aan de rechterzijde van het tooneel do on langs den werkenden leden aangeboden krans was aangebracht. Het bal was zeer geanimeerd en werd af gewisseld door het houden van voordrachten. Van do gelegenheid om zich als donateur of lid van „Talma" aan te melden, word door verschillende personen gebruik gemaakt. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Rotterdam", van Amster dam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brioven enz. uiterlijk hedenavond om 10.15 'bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld to worden. Bjj koninklijk besluit van 17 dezer is, met ingang van 1 November a. s., mr. P. F. Hubrecht, secretaris-generaal van het departe ment van binnonlandsche zaken, benoemd tot lid van den Raad van State; en is hem eervol ontslag verleend als secretaris-generaal van genoemd departement, met dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten. Men deelt aan de „N. It. C." mede: H. M. de Koningin-Regentes wenscht zich voor te behouden de keuze van een kolonel als chef voor het regiment grenadiers en jagers, terwijl de tegenwoordige minister van oorlog vermeent, dat na 's Konings overlijden dat recht op hem is overgegaan. Het heeft H. M. de Koningin-Regentes behaagd, op te treden als beschermvrouw van de Friesehe Maatschappij van Landbouw en Veeteelt. Door den minister van koloniën is de heer H. K. Wetselaar gesteld ter beschikking van den gou\ erneur-generaal van Nod.-Indié, om te worden benoemd tot Bden stuurman bij de gouvernementsmarine daar te lande. De Staatscourant van 20 dezer bevat een uittreksel uit het verslag van den comman dant van Hr. Ms. gaffel schoener „Argus", van 24 Sept. tot 3 Oct. jl., over het toezicht op de visscherij. Volgens „De Standaard" is bij het Cen traal Comité niets bekend van eene benoeming van den heer Beelaerts van Blokland tot politieken leider der antirevolutionaire party. Het stoomschip „Drente", van Java naar Rotterdam, passeerde 19 Oct. Gibraltar; de „Werkendam", van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 19 Oct. Scilly; de „Hector", van Batavia naar Amsterdam, is 18 Oct. Perini gepasseerd; de „Parthian", van de Oostkust van Afrika naar Rotterdam en Ham burg, vertrok 19 October van Port-Said; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Bata via, passeerde 19 Oct. Kaap St.-Vincent. Met Lcldsch Tooneel. „De Macht der Liefde"vieux jeu, zoowel wat stuk als inhoud betreft. Reeds een vijftiental jaren geleden schreef Ohnet zyn -roman „Le maïtre do forges"; enkele jaren later werd zyn werk tot een tooneelspel herschapen en hier te lande den volke vertoond onder den titel van „De Indus trieel van Pont-Avesnes." Gedurende jaren genoot het eene welver diende rust, totdat eindelijk de Vereenïgde Rotterdamsche Tooneelisten - waarschijniyk by gebrek aan oorspronkelijke stukken zich verplicht zagen het uit die rust te wek ken en ons weder voor te stellen, doch dit maal onder een anderen naam. Is het stuk derhalve reeds oud, nog onein dig veel ouder is het onderwerp. Eene jonge, adeliyke vrouw ziet zich in hare liefde bedrogende man, dien zy harts tochtelijk bemint, is een ellendeling, diezichaün eene andere vrouw verkoopt, om de speel schuld te kunnen betalen, welke hem anders volgens de eischen der „wêreld", zou dwin gen zich een kogel door het hoofd te jagen. In haren trots gekrenkt, in hare eigen waarde beleedigd, reikt de ongelukkige vrouw hare hand aan den eerste den beste, ofschoon deze niet van adel is, ofschoon zy hem niet liefheeft. Niet van adel, maar niettemin edel; zijn mannelijk, fier karakter dwingt haar achting en eerbied af; uit dien eerbied wordt liefde geboren, en die liefde is zóó groot, dat zy zich eindelijk voor hem wil opofferen, dat zij zich werpt tusschen haren echtgenoot en, den ellendeling, haren vroegeren minnaar, op het punt dat deze laatste in een tweegevecht den ander wil dooden. Zij wordt gewond, maar de liefde heeft getriomfeerd. Beide karakters hebben elkander begrepen, gevonden, en een eeuwig, onafgebroken toe komstig geluk zal hun deel zijn. Ziedaar in het kort den inhoud van het geheele tooneelspel! Evenals bijna elke comedie aan een roman ontleend, heeft ook deze hare gebreken. In een roman heeft de schrijver meer vrij heid, meer terrein tot zyne beschikking; hij kan zijne feiten en gebeurtenissen op de meest mogelijk verschillende oorden laten plaats vinden, hetgeen in een tooneelspel niet het geval is. De tooneelschrijver is oneindig meer be perkt en gedwongen en dientengevolge heeft elk tooneelspel, aan een in andoren vorm ge schreven werk ontleend, iets gewrongens, iets onnatuurlijks. Zoo ook hier. Er wordt hier in een aristocratischen kring druk gediscussieerd over eene vereeniging van adel en bourgeoisie, over een huwelyk van freule Renée, voortgesproten uit het oud adellyk geslacht van „De Beaulieu" met Henry Derblay, een yverigen, noesten fabri kant. Enkelen vinden zulk eene mésalliance verachtelijk, anderen verdedigen haar en dit geheele gesprek wordt gevoerd in tegenwoor digheid van Suzanna Derblay, de zuster van den aanstaanden bruidegom. Tamelijk onkiesch voor een gedistingeerd gezelschap. De vertaling van het geheel was bepaald slecht. Somtijds vinden wy het oorspronkelijke woordelijk overgezet, juist wanneer dit het geval niet mocht zyn. Een ander maal wykt de vertaler hiervan af, terwyl hy zich aan het origineel had moeten houden. Zoo wordt bijv. „battre un trou dans Pair" weergegeven door „een gat in de lucht slaan", in plaats van „verstomd staan" of „verbaasd zyn." De slotwoorden der tweede acte „Je t'adore, mais je te briserai" daarentegen worden in onze taal overgebracht door „Ik aanbid je, maar ik zal verbreken." Nog werd ons oor getroffen door „ik neem de positie (armoede) aan", in stede van: „ik leg er my by neer." In plaats van het burgerlijke „verloofde" was ook het meer aristocratische „aanstaande" beter op zyne plaats geweest in den mond der baronnen, markiezen en hertogen, en zoo hebben wy nog verschillende eigenaardige, vreemde uitdrukkingen gehoord, die ons op dit oogenblik ontschoten zijn. Het spel verdient over het algemeen on zen lof. Het pars Iconina zouden wy gaarne ver doelen tusschen de beide hoofdfiguren, dG/i heer Tartaud als Henri Derblay en mevrouw Van Kerckhoven-Jonkers als freulle Renée De Beaulieu. Deze laatste had een zwaren stryd testry- den met hare eigen figuurde kleine, eenigs- zins gedrongen gestalte dezer actrice beant woordt niet aan de fiere, statige, trotsche persoonlijkheid, door Ohnet geschetst in zijn „Le maïtre de forges." Dit alles voigoedde zy echter ruimschoots door haar warm, innig en gevoelvol spel;de meeste kracht ontwikkelde zy in haar dialoog- met Henri Derblay, aan het slot der tweede acte, na het sluiten van haar huwelijk met dezen. Hier overtrof onze zeer gewaardeerde tragédienne schier ziehzelve; hare actie was waar en waardig, hare mimiek natuurlijk en vol gevoelzy was ziehzelve volkomen mees ter, zy wist zich ten eenenmale te bedwin gen: do kleinste, do geringste charge had „le sublime" hier verlaagd tot „le ridicule"; zy heeft het vaandel van het grootscho steeds hoog gehouden. Uitstekend werd zy in deze scène ter zyde gestaan door den heer Tartaud; zyn kalm, bezadigd spel, zelfs in de meest hartstoch telijke oogenblikkcn, zyno zekere, klankvolle, sympathieke stem, kortom zyne geheele hou ding dwong bowondering af. Het tot tweemalen terugroepen van dit tweetal talentvolle dienaars van Thalia was eene hulde, waarop zy ten volle aanspraak hadden. In de eerste acte beging de heer Tartaud' eene fout tegen de etiquette. Als Renée De Beaulieu naraelyk hem hare hand reikt, neemt hy deze gehandschoend aan; dit is in strijd met de vormen. Mevrouw Van Eysden Vink trad ditmaal: op als marquóe, als eene valsche schoon o. AVy zouden niet eeno bepaalde aanmerking kunnen maken op haar spel en tocli beviel dit ons niet. Hoogstwaarschijnlijk ligt de reden in het onsympathieke der rol, welke men niet gaarne vervuld ziet door een figuur, die de algemeone sympathie heeft. De heer Henri De Vries, als de hertog Do Blegny, -was to mat; er lag te weinig bezie ling, te weinig gloed in zyne persoonlijkheid vooral in tegenwoordigheid van Renée De Beaulieu, de vrouw, die hy heeft liefgehad en nog bemint, trad dat koude, zielloozo te veel op den voorgrond. Over mejuffrouw Rika Haspels, die gister avond debuteerde als Suzanna Derblay, kunnen wy nog weinig zeggen; zij is ongetwyfeld eene lieflijke verschijning op het tooneel, maar nog niet vrij van den beginnelingen eigen Bühnenfieber; zy spreekt nog te weinig en reciteert te veel. De uitstekende leiding, waarin zij zich mag verheugen, belooft echter een schitterende toekomst. De heer Rosier Faassen typeerde den par venu, een zijner beste creaties. En zoo heeft dan het tooneelseizoen weer een aanvang genomen, helaas weer met een oud stuk; hopen wy echter dat dit nitt de voorbode moge zyn van eene herhaling van het vorig tooneeljaar. Mr. L. H. Gemengd Nieu w s* Gelyk uit eene in dit nommer voorkomende officiëele aankondiging blykt, zal a. s. Zondag-avond nogmaals een gratis volksconcert door het muziekcorps der dd. schutterij in de nieuwe Gehoorzaal worden gegeven, omdat voor velen met het eerste volksconcert geene kaarten, welke aan het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1