DAGBLAD. 158. 158. 158. BOTER CADEAU! DEENSCH SURROGAAT. Let op No. 158; dit gaat alleen de Maatschappij aan. BOTER CADEAU! Voor 1 Pond ontvangt men 1'|2 Pond. Voor 4|, Pond ontvangt men 3'[2 Ons. QUALITEIT ONOVERTREFBAAR!! Tot den Prys van 60 Cents per Pond met 50 pCt. overwicht. N°. 9709. ~\rl'ijdag 10 October. A0. 1891. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. 148. LEWEN8TEIN. Haarlemmerstraat 148. 65 Cents. JPnike Koffie. 65 Cents. Aan de Koffiebranderij VESTESTRAAT No. 40 Door de aanhoudende stijging der zuivere Fransche Margarine zijn wij genood zaakt, de prijzen onzer prima qualiteit Margarineboter te stellen als volgt: 32, 35, 40, 45, 50 en 55 Cents per Pond. Onze voorwaarden blijven onveranderd, dat is: Bijzonder vestigen wij de aandacht onzer Begunstigers op ons extra merk Onze verschillende qualiteiten zijn en blijven in verhouding tot den Prijs het beste wat geleverd wordt. Concurrentie onmogelijk. NEEKT PROEF EN DOET OW VOORDEEL. ii Feuilleton. Verstrooide vonken. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per S maandenf 1.10. Franco por post1.40. Afzonderlijke Nommers0.Ó5. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels f 1.05. Iedere vegol meer fOAT\. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bec incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. "Vraag vooral de wereldberoemde, hoogarmigo NAUWANlV-lVaaiinachlne, zijnde de soliedste, doelmatigste, eenvoudigste en schoonst werkonde Machine, welke van alle nieuwe verbeteringen voorzien is. Tevens voorradig het nieuwste in het vak. Prijzen uiterst goedkoop. Machines worden desverkiezende ook op afbetaling geleverd. P"W Deugdelijke garantie en gratis onderricht. 3861 20 Twcedraads-Handnaalmaclilnes Tan af f 18. alle dagen versch gebrand, zuiver, geurig en krachtig te verkrijgenniet ten vollo voldoende wordt ze teruggenomen. Dus deze heerlijke KOFFIE kost maar 65 Cis. per 5 ons, bg 2'/, KG. minder en by 5 KG. nog minder, alles op verlangen aan huis bezorgd. Let wel VESTESTRAAT 40. Geurig eu lekker, 65 Cis. por 6 ons. 6410 20 Onder aanbeveling, KEI.TZER KALLENBERG. J T VU WJ.I V V-i, V4C4I. 6458 188 Ai L sens in. Booze, lage mannen, die ge zyt, een weerloos meisje te vervolgen, dat zwakker is het gevaarte reeds ver uit het gezicht. Het was nu stil, doodstil in het midden Zy verstond hem wel, maar antwoorden deed ze niet; hot kwam haar zoo onbegry- Vertelling van L. Westhirch. Dook JOHANNA. 6.) „Gij hebt als een kikvorsch tusschen de aseh en sintels gezeten, ge zult nu ook sprin gen als een kikvorsch!" „Hussa! Ksch! Ksch! Kscb! Hupf Kett!" Het meisje rende voort zonder om te kjjken, recht op den uitgang aan. Opeens stond ze voor de beide mannen, ze uitto een gil van ontzetting, struikelde en viel mot het hoofd tegen de hier en daar verspreide stukken ijzer. De worp van hare vervolgers vloog recht over haar hoofd. Allfelder deed eenige schreden voorwaarts. Zjjne oogen schoten vonken, de diepe rimpel ■op zjjn voorhoofd werd nog dieper, zjjn knoes tige stok beschreef een cirkel in de lucht. J „Terug 1 Torugl" riep hjj; „wat heeft dat te beduiden? Zjjn dat eerbare arbeiders, die daar als eene kudde wolven eene vrouw acblernaloopen en haar jagen? Schaamt ge u niet? Hebt ge niet allen eene moeder gehad? Terug! Terug! Ik maak geene grappen; l de eerste, die haar aanraakt, sla ik de her- dan gyHoe zoudt gjj durven verwachten dat machtiger lieden dan gij uwe rechten zouden eeren?" De mannen, die het arme meisje kwelden, stonden verbluft stil. Die Kett! Wie in de wereld had zich daar ooit over bekommerdEn om hen met een troep wolven te vergelijken I Ze wisten heel goed met vrouwen om te gaan, maar die Kett, dat was toch geen meisje zooals de andere. En wie is toch die dwaze vent? Mis schien haar vijjer? Nu, dan kan men hem feliciteeren. Toen z\j daar nog stondon te bedenken of zij verder gaan of nog volhouden wilden, hoorden zjj opeens het gesis eener locomotief achter zich. „Pas op!" riep de conducteur,indoodeljjke ontzetting. Pas op!" Hij fluit en remt, „Pas opl" riepen Allfelder en Kolbe. Met dén sprong redden zij zich; nauwelijks zijn de rails vrjj, of het gevaarte suist en bruist voorbjj, rakelings langs do groep gezonde en jeugdige menschenhaar, aangezicht en klee deren zijn door de verzengende hitte bijna geschroeid, maar liet volgende oogenbiik is dier groep; wel stond men op de fabriek op vertrouwden voet met den dood, doch waar hjj zoo handtastelijk en met de snelheid van het weerlicht door onze rjjen waart, wordt zelfs het meest verharde gemoed door eene huivering aangegrepen. „Het is genoeg voor heden", hernam Kolbe; „aan alles moet een eind komen! Laat het maal niet koud worden. Smakelijk eten 1 Gy gaat immers ook mee?" zeide hy by het weggaan; maar Allfelder wenkt met de hand van neen. „Later! Later!" Hy liet den troep mannen en jongens ver trekken en keek de vervolgde aan, die, zich op de ellebogen steunend, had opgericht. Ze is jong en heeft een paar frissche wangen. Twee groote oogen, gitzwart, als de kleine stukjes steenkool, welke rondom op het erf verspreid lagen, staarden hem aan, alsof ze zich verwonderde, dat iemand zich om haar bekommeren kon. Een dikke straal bloed zypelde door haar zwaar zigeuner haar, langs hare slapen. „Sla toch op!" zeide Allfelder, haar do hand reikend. „Hebt ge u bezeerd?" peiyk voor dat iemand zich om haar bekom meren zou; ze wist niet of het hoffeiykheid dan wel beleediging was, welke men haar bewees. „Ge zyt gewond", ging Allfelder voort, en dacht er over na, hoe hy het best die wond verbinden zouin dienst had hy het den arts wel eens zien doen. Maar Kett scheen om die wonde weinig te gevenze streek er achteloos met de hand overheen. „Het komt er niets op aan", zei ze ein- deiyk, opstaande, en meteen raapte zy do gevallen stukjes kool weer op, en keek ang stig om zich heen; och, kon zy den uitgang maar bereiken I Wat zou die vreemde man toch willen? Kon ze maar op een drafje wegloopen; dan was ze van hem af! Doch Allfelder laat haar niet los. „Zeg my toch eens, juffrouw", zeide hy, „waarom vervolgen de arbeiders u met zulk eene woede?" „Juffrouw noemt ge my? Ik word Ketto genoemd", zeide hot meisje verlegen en stak den top van haren pink in den mond. Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5