J >e nieuwe Stadsgehoor- of Concertzaal. Nog maar binnen een paar dagen zal eindelyk ook de schutting verdwenen zjjn, welke, op kunstige wijze met afbeeldingen beschilderd, op allerlei handel enz. betrekking hebbende, het beneden-gedeelte van de nieuw gebouwde Stadszaal aan ieders oog onttrok. Des te meer trok daardoor de aandacht de bovengevel en niemand kon dan ook de Breestraat aldaar passeeren of hy sloeg een blik met belangstelling zijwaarts naar de hoogte of bleef eenigen tjjd stilstaan, om vroeger de werkzaamheden, in de laatste dagen het kunstgewrocht gade te slaan of 1 even door do kieren van het schut te glure* Dit zal men nu weldra niet meer beho' A' te doen. Dezo omstandigheid en de op /Jf" tober a. s. door deLeidscheMaatsch- Toonkunst plaats hebbende openi- V0°T de gelegenheid, welke bovend sme 6 twee dagen zal gegeven w bouw te bezichtigen, goe' het bezoek, dat wij Bobben, en na het? meld, hier alsno- het gebouw r jlen gedurendo orden om het ge- .t ons aanleiding, na er heden aan gebracht ,een we reeds hebben ver- g het een en ander omtrent De geve' uede te deelen. renaiss? H' ,x is opgetrokken in Italiaanschen „neostijl. ot middelgedeelte of avant-corps is geheel u „cgevoerd in zandsteen, als loggia opgevat «n bekroond met oen fontant (driehoek), waarin eene gebeeldhouwde vulling met het Leidsche wapOn, terwijl daarboven zich bevinden eene harp, twee griffioenen, de wapenschilden der provincie Zuid-Holland en van het Rijk vast houdende, alsmede op de zijden vandendiie- hoek twee wierookvaten als symbool van de kunst in 't algemeen. De kolommen, pilasters enz. van dit voor uitspringende middelgedeelte zjjn rjjk met beeldhouwwerk versierd. Tusschen de bogen er van zijn de nood zakelijke ankers tevens tot een middel van decoratie gebezigd door gesmeed ijzeren vul lingen en drie lantaarns, welke, gelijk bereids is gebleken, een goed effect teweegbrengen. Kt smeedwerk geeft een blijk, dat het kunstsmeedwerk in ons land goed vooruitgaat. Ter rechter- en linkerzijde van het mid delgedeelte is de gevel gebouwd in baksteen mot versieringen van zandsteen. Hij is af gedekt mot eene kroonlijst, gedragen door consoles, welke rusten op vrouwenkoppen, voorstellende verschillende kleederdrachten van ons land. De boven op de kroonlijst aangebrachte zinken leeuwenkoppon symboliseeren de goot en kunnen bij regen als spuiers dienst doen. Vóór deze be de gevelgedeelten bevindt zich een brandvrij balkon, rustende op zes zand- steenen kolommen of pilaren. Het avant-corps verheft zich te midden daarvan zeer rijzig. Het geheel heeft een trotsch voorkomen en indien onze door vreemdelingen zoo hoog ge roemde Breestraat nog breeder was, zoodat men het op verderen afstand dan nu 't geval is, kon beschouwen, zou het zeker nog meer tot zijn recht komen. Later, zoodra de metselspecie voldoende verhard is, zal het fries van de kroonlijst, dat nu, gelijk men zien kan, effen grijs is, door sgra/ytio-beschilderingen versierd worden. De ingang tot hot gebouw bestaat uit negen, ook van ijzeren kunstsmeedwerk voorziene deuren, waarvan vijf als toegang kunnen dienen en de vier overige nooduitgangen zijn. Alle slaan, met het oog op mogelijk ge vaar, naar buiten open. De drie midden-toegangen, welke in het avant-corps den hoofdingang vormen, dienen voor de groote zaal; de toogang rechts is bestemd voor de gaanderij-bezoekers en die links dient alleen voor lien, die per rijtuig komen en gaan. Door een der midden-deur ingangen komt men in de voor-vestibule en van uit deze in de groote of garderobe-vestibule. Hier be vinden zich rechts en links de garderobes, welke zóó zjjn ingericht, dat in geval van brand de tafels opgeslagen kunnen worden en de vier nooduitgangen gemakkelijk kunnen wor den bereikt. In de garderobe of tweede vestibule komen uit de groote zaal, de rondgaande corridors en de zooeven genoemde neventoegangen. De groote zaal, welke eene lengte heeft van 28, eene breedte van 17 en eene hoogte van 14 meter, maakt bij het binnentreden een waarlijk grootschen indruk. Hier vindt men ook een rondgaand, vry- dragend balkon. De wanden onder dit balkon zijn geheel betimmerd, voorkomen dar rdó'ór beschadiging en kunnen tot eene goede aCu3tïök medewerken. Het orkest heeft den vorr .a van het op acustiek-gebied zoo gunst- -g bekend concert gebouw te Frankfort a De wand er van - staat vrij van de opgaande muren en is, ev ~>A»ls de balkons, van brand- vrye maten?' (raoitz) vervaardigd. het 6 'Wmen' het balkon, den wand en (lat or'ieat eveneens zóódanig gekozen, <a zjj to verkrjjg6n eener goede acus- tiek k- g mmeii bydragen. .et, -orkest kan voor groote muziekuitvoe- .agen -amphitheatersgewyze worden inge richt, terwijl het by tooneelvoorstellingen één vlak beslaat. In den kop boven het orkest is eene gelegen heid aangebracht om eventueel een tooneel- scherm te kunnen bergen en uitlaten. Achter het orkest bevindt zich nog een omgang, welke vooral by tooneelvoorstellingen van belang is, ton einde de optredenden niet in de noodzakelykheid te stellen dadelyk op het orkest te komen. Om de groote zaal loopt een rondgaande corridor. Aan hot einde der rechterzyde daarvan bevinden zich twee roceptie-kamers, door schuifdeuren van elkaar gescheiden, zoodat ze ook tot één gemaakt kunnen worden. Ook vindt men hier eene muziekbibliotheek en toilet-kamers. Ter linkerzyde van den corridor bevindt zich de stemkamer, ter plaatse waar in de vorige afgebrande Stadszaal de koffiekamer was. Langs dezen corridor treft men ook het heeren toilet en rechts het dames-toilet aan. De gelieele inrichting van die toiletkamers voldoet aan alle mogelyke eischen van net heid en reukeloosheid. De privaten zijn voorzien van sanitaire closets, terwgl de urinoirs onderling door leiplaton zyn gescheiden. De vloeren zyn op dezelfde wyze behandeld als die op onze scholen zoo uitstekend voldoet. De wanden zyn byna geheel met Friesche tegels van verschillende teekening bekleed. Zoowel door het een als het ander maken deze onmisbare vertrekken eon zeer gunsti- gen indruk. In dezen corridor bevindt zich bovendien nog eene aanrechtkamer om de bediening in de zaal te vergemakkelijken. Ze staat in ver binding door een lift met hot sousterrain (waarin keuken enz.) en met het buffet op de bovenverdieping. Aa» het eind is een uitgang naar de Aal markt met afzonderlyke garderobe. Beide zullen voornameiyk dienst doen by gebruik van de kleine concertzaal, de receptie-kamers (voor vergaderingen enz.) en ook voor de artisten of andere uitvoerenden in de groote zaal. Drie geheel steenen, dus brandvrye trappen geven toegang tot de bovenverdieping, terwyl nog ondergeschikte trappen voor het dienst personeel aanwezig zyn. Is de achtertrap eenvoudig behandeld, anders is het met de beide hoofdtrappen aan de zyde van de Breestraat; zy zijn zoodanig, dat zy als vanzelf nooden tot een bezoek aan den foyer, d. i. de fraaie zaal, welke de geheele breedte van den gevel beslaat. Deze zaal is met eene voor het doel pas sende luxe behandeld. Het sierlyke snijwerk (carton-pière), de parketvloer, het gekleurde glas in de ramen boven de deuren, do wand- canapés, enz. geven aan het geheel een schoon voorkomen en zullen zeker deze zaal byzonder doen eigenen voor het geven van bals of andere partyen. Alles getuigt van den goeden smaak des ontwerpers. In den foyer hebben op consoles tegen de wanden eene plaats gevonden de door den heer H. J. Bool der gemeonte aangeboden bustes van Van Beethoven, Augier en Rossini. De boven-corridor is mede van yzer en steen vervaardigd en dus ook brandvry. Deze rondloopende corridor geeft toegang in de groote zaal tot het balkon, waarvan de drie rijen zitplaatsen amphitheatersgewyze oploopen. Dat geeft dit voordeel, dat de ach teraan zittenden een even vry uitzicht hebben als die op voorste ry gezeten zyn. De groote zaal biedt 1000 en de gaandery 300 zitplaatsen aan. Langs genoemden boven-corridor bevinden zich oveneens toiletkamers, op dezelfde wijze in gericht als die langs de beneden-corridors zijn. Ter rechterzyde aan den achterkant in dezen boven-corridor treft men aan de kleine concertzaal, waarin een 300-tal toehoorders eene plaats kunnen vinden. Deze zaal is uit den aard der zaak eenvoudiger dan de groote zaal bewerkt, doch geeft niettemin een be vredigenden indruk cil zal voor soiféeu Van kamermuziek, voor lezingen enz, eene geschikte gelegenheid aanbieden. Ter weerszijden van het orkest alhier be vinden zich twee kleine vertrekken, voorzien van alle gerieflykheden, op het gebied van toilet benoodig-d. Bestemd voor de bezoekers van deze zaal is in do nabyheid daarvan op den corridor aangebracht een privaat en urinoir op dezelfde wyze, doch eveneens eenvoudiger bewerkt dan de overige toiletten. Aan de linkerzyde van den bovencorridor is de rookkamer, welke er ook bescheiden, maar net uitziet. Do hooge lambriseering zal zeker blyken practischer dan een geheel witte muur te zyn. Hot buffet in deze zaal staat in verbinding met de lift, hierboven reeds genoemd. De kleine concertzaal en receptiekamers staan door openslaande deuren in verbinding met brandvrye balkons, welke uitkomen op da binnenplaats van de school aan de Aal markt. Daar zyn, in verband daarmede, bo vendien steenen trappen en yzeren ladders- aangebracht. De gevel van de pachterswoning, welke laatste door een brandmuur van de zaal is gescheiden, is in baksteen met zandsteenver- siering opgetrokken in Vlaamsche renaissance- styl on mag een sieraad van de Aalmarkt genoemd worden. De ingang links, met de steenen trap, is hier bestemd voor de concertzalen en de in gang rechts voor do woning van den pachter en voor de vertrekken en bergplaatsen in hot sousterrain, dat bovendien de keukens, bier- en wijnkelders bevat. De fraaie beeldhouwwerken van den gevel aan de Breestraat zyn naar de ontwerpen van den architect uitgevoerd door den heer E. A. F. Bourgurjon te 's-Gravenhage. Het kunstsmeedwerk is voor een gedeelte van den heer M. J. Van Went. te Leiden en voor een ander gedeelte van de firma F. W. Braat te Delft. De parketvloer in den foyer is vervaardigd in de fabriek van de heeren gebroeders Van Malsen te 's-Gravenhage. Na deze beschry ving van het gebouw, komen we als vanzelf tot die van de verwarming, ventilatie en verlichting. De eerste is eene zoogenaamde warm-water- middendruk-verwarming. In het sousterrain is de stookplaats. Uit twee groote ketels stroomt het water door yze ren buis-geleidingen door het geheele gebouw. In alle vertrekken, alsmede vestibules en corridors, bevinden zich die ijzeren voorwerpen, welke wy kachels zouden noemen (buizen met ringen er op, „Rippenkörpers" genaamd), overal door houten kasten met yzer-gaas be schermd, en in den foyer door vaste canapés bedekt. Door de „Rippenkörpers" wordt de versche buitenlucht, welke door kanalen wordt toege voerd, verwarmd, waarna ze door genoemd gaas de vertrekken binnenstroomt. Terwyl iedere z. g. kachel voor zichzelve kan afgosloten worden, kan voorts in de stookruimte eene geheele groep van lokalitei ten afzonderlijk verwarmd worden, hetgeen het zuiniger stoken in de hand werkt. De hoofdtoevoer van versche lucht geschiedt door roosters van de stoep aan de Breestraat en aan de binnenplaats achter de school der Aalmarkt. De ventilatie is onderscheiden in winter- en zomer-ventilatie. De winter-ventilatie geschiedt door groote luchtkokers, in de groote zaal achter den orkestwand, in de kleine zaal tegenover het orkest en in de stem- en rookkamers en den foyer in de hoeken, met sluitbare roosters naby de vloeren. De trek wordt bevorderd in de groote zaal door eene combinatie met de zoo aanstonds te noemen „sunburners", in de andere ver trekken door lokvlammen, en in de stem kamer door een duinwater-ventilator (zoo genoemde Kosmos-ventilator). Des zomers zyn de genoemde roosters dicht, doch daarentegen in dezelfde luchtkokers roosters nabij bet plafond geopend, (d. i. het zelfde stelsel als op onze nieuwe schoollokalen is toegepast volgens het systeem van prof. Van Bemmelen). Ook werken in de groote zaal des zomers de drio groote zonlichten in het plafond (de „sunburners") voor ventilatie mede. De verwarming en ventilatie zyn afkomstig van de firma Bacon te Berlijn en Elberferd. De verlichting geschiedt door gas, in groote en kleine concertzaal en foyer door middel van „sunburners," uit de Engelsche fabriek van Strode Co., in de andere vertrekken, vestibules en corridors door 'Wenhameclipse- lampen, het geheel geleverd door de firma Van den Berg Co. te Amsterdam (vertegen woordigd hier ter stede door den heer L„ Van Es). Naar wy vernemen, zal a. s. Dinsdag avond eene algemeene, groote proefverlichting gehouden worden, dus ook van de beide ryeis kleinere lichten, welke boven en beneden de. gaandery zyn aangebracht. Waar zooveel mogelyk voor brandveiligheid gezorgd is, ontbreekt natuurlyk de noodige waterleiding niet. Er zyn nl. vyf brandkranen boven en even zooveel beneden in het gebouw aanwezig, eveneens aangebracht door genoem den heer Van Es. Wat het meubilair betreft, hiervan zyn de stoelen geleverd door de firma Bronger Co., te Rotterdam; de kleerenstandaards, tafels, parapluiebakken enz. door den heer P. Koore man alhier; de stoffeering van den foyer door de firma Van Ewyk Groen alhier; de overige gordynen door den heer J. P. C. Meerburg. Het geheele bouwplan is ontworpen door den gemeente-architect, den heer D. E. C_ Knuttel, in de uitvoering bygestaan door den hoofdopzichter der gemeentewerken, den heer P. G. Lancel. Onder de hoofdleiding van deze beide heeren geschiedde het dagelykseh toezicht op den bouw door den heer E. B. Spyker Az., terwyl eerst de heer Th. Van Harderwyk en later de heer A. Mondt als teekenaars daarby werkzaam zyn geweest. Aannemers waren de heeren Iz. Van der Kamp en S. Van Leeuwen, terwyl de heer I. J. Planjer het metselwerk uitvoerde. Zy allen mogen, de eon in meerdere, de ander in mindere mate, met voldoening hun werk beschouwen. Hopen we ook daarom van harte dat het gebouw zal blyken in alle opzichten aan het doel te beantwoorden! Gemengd Nieuws. Het spoorwegongeluk by Bur gos blykt ernstiger te zyn geweest dan de eerste berichten deden vermoeden. De corres pondent van de „Standard" spreekt zelfs van 24 dooden. De „Times"-correspondent te Lissabon meldt echter het volgende: Do sneltrein uit Frankryk vertrok op den gewonen tyd uit Burgos, terwyl op het 9 KM. verder gelegen station Quintanilleja de ge mengde trein wachtte. Per telegraaf werd van het vertrek aan den beambte op laatstgenoemd station kennis gegeven. Deze verstond echter uit de mededeeling, dat de weg vry was en liet den gemengden trein vertrekken. De bot sing was hevig. Eene der locomotieven en 14 wagens werden verbryzeld, veertien reizigers werden bij de ramp gedood, terwyl 26 per sonen ernstige verwondingen bekwamen. By het onderzoek, dat onmiddellijk na het ongeval plaats vond, is onder anderen aan het licht gokomen dat de meeste beambten op de bedoelde spoorlyn in den laatsten tyd 16 uren per dag hadden gewerkt. Eene vormakelyke geschiedenis gaf dezer dagen te Parys veel stof tot lachen. De „XIXme Siècle", een te Parys verschynend blad, verhaalt, dat, eenige dagen geleden, in het politiebureel van de Quai Jemappes een slordig gekleed manspersoon werd binnenge bracht, daar hij eene dame op straat voort durend lastig viel. Toen de commissaris van politie Allard hem zyn-naam en beroep af vroeg, was het antwoord: „Ik ben de eerste luitenant X., van het departement van oorlog". Do commissaris hield dit antwoord voor eene ongepaste aardigheid en gaf den beklaagde te verstaan dat het in zijn belang was, zyn waren naam en zyne bezigheden te noemen. Maar de verstokte booswicht bleef met onverstoor bare kalmte hetzelfde antwoord geven. De heer Allard telephoneerde naar het ministerie van oorlog en verzocht of men, indien de luitenant X. workelyk bekend was, een offi cier wilde zenden om zijne identiteit te be- wyzen. Dit verzoek werd ingewilligd, en de verbazing van den heer Allard steeg tot eene ongekendo hoogte, toen hij den officier den smerigen landlooper eerbiedig als zyn meerdere zag begroeten. Luitenant X. deelde toen aan den verbaasden commissaris mede, dat hy door het ministerie belast was met de Service des rc-nseignements extérieurs", m. a. w. met het opsporen van spionnen, en dat hij de achtervolgde dame niet geheel ver trouwbaar achtte Hij werd natuurlyk terstond in vryheid gesteld en verliet zeer vroolijk het politiebureel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 12