N°. 9687. A0. 1891. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Maandag 21 September. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Yan 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het ineasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. AHHKV/.(iiu;. In het pas verschenen No. 42 van de Mededeelingen der „Vereeniging tot verbete ring van armenzorg" te Rotterdam zijn verder uitvoerige lijsten opgenomen van gezinnen, die afgewezen en die geholpen zijn. Aan die lijsten „uit de praktijk" gaan de volgende opmerkingen vooraf: „Wanneer wij het Aanmeldingsboek, waarin iederen dag de aanvragen om hulp worden opgeschreven, doorbladeren, is het alsof met den dag het aantal toeneemt van hulpvragende oude mannen en vrouwen, die niets kennen en ook physiek niet meer in staat zjjn iets te doen; van jonggehuwden, die geen voldoend middel van bestaan en een meer dan voldoend aantal kinderen hebben; van aan den drank verslaafde personon, die beweren van alles te kennen en alles te willen aanpakkenvan bedelaars en bedelaressen, zwervende wezens, die eene kleine ondersteuning vragen; van mannen en vrouwen, die nog zoo oud niet z(jn, maar door ziekte en lichaamsgebreken alleen geschikt voor licht werk, zittende bezigheden, gemakkelijko baantjes. Bijna al die personen moeten wjj wegzenden; waar een geldelijke onderstand geene verbetering in de toekomst doet verwachten, kunnen wy niet wekelijks, het eene jaar voor en het andere jaar na, een aalmoes uitreikenjonge menschen geven wij niet iederen Zaterdag een toeslag op hun onvoldoend loon; drankzuchtigen en bodelaars ondersteunen wy niet, en licht werk voor de honderden, die er om vragen, hebben wy niet licht aan te wijzen. Het is een weinig opwekkende arbeid dat Aanmeldingsboek door te lezen; „hoe men niet moet doen" zou op den omslag geschreven kunnen worden. Er is veel uit te leeren, maar de menschheid is hardleersch." „Tegenover deze droevige reeks staat ge lukkig een aantal gezinnen en personen, die op meer of min afdoende wyze geholpen konden worden. Slechts zeer enkele malen gebeurt het dat wij, onbevreesd voor zyne toekomst, een gezin, dat geholpen werd, los laten. De ondervinding heeft ons geleerd, dat zoo velerlei omstandigheden den goeden gang van zaken plotseling kunnen belemmeren; zelfs wanneer do gezinnen nog onder toezicht staan van onze vrywillige armbezoekers ge beurt het, dat dezen opeens kennis krijgen van eene begane fout, van een eigendunkelijk handelen, waardoor veel moeite, veel tyd en dikwijls 'veel geld om niet besteed ishoeveel te meer nog is dit te duchten wanneer het gezin weder geheel aan zichzelf is overgelaten. Wie voel met armen heeft omgegaan weet hoe gaarne zy naar goeden raad luisteren en hoe zeldzaam zij dien opvolgen. Na eene langdurige bespreking en overlegging denkt men wonder wat bereikt te hebben eene enkele opmerking van eene buurvrouw is in staat om die bespreking volkomen vruchte loos te doen zijn. De opvoeding van armen is even moeilijk als de opvoeding van kinderen er is een taai geduld voor noodig en teleur stellingen van allerlei aard dient men niette vreezen." Gemengd Nieu-\vs. Op 1 Jan. j 1. waren er i n Z u i d- Holland 4303 vergunningen (een op do 117 inwoners) en het vergunningsrecht in 1890 bracht in deze provincie f 20S,942 op. Men gebruikte in 1889 daar gemiddeld 10.14 L. sterkedrank per hoofd, in het Haagje maar eventjes 14.03 L. per hoofd, in Leiden nog meer, nl. 15.02 L., en te Schiedam? Het zesjarig zoontje van den landbouwer H. P., te Beemster, speelde mét brandende lucifers, waarvan het gevolg was, dat een klamp hooi en twee erwtenschelven geheel door de vlammen verteerd werden. Huis en schuur bleven behouden door het krachtig optreden van den eigenaar en zijn personeel. By Messina is eene nieuwe tun- nel, waaraan gearbeid werd, ingestort. Yan 12 werklieden, die aldus bedolven werden, kwamen 2 om het leven. Ten gevolge van een hevig on- weder zjjn de rivieren in den omtrek van Perpignan zeer gezwollen. By Bourg-Madame is eene brug weggeslagen, verscheidene huizen zijn ondergeloopen en eenig vee is verdronken. Volgens de by de Provinciale Commissie voor den hagelsnood in Noord- Brabant ingekomen opgaven bedraagt de globale schade f 678,000. In 170 gemeenten van Noord-Brabant heeft de collecte opgebracht f 20,203.34yj. Aan by'zondere giften is tot dusverre by do com missie ontvangen eene som van f 776.501/;!. Zekere vrouw v. M., te Beusichem, die eenig goed uitgewasschen had, schijnt zeep gebruikt te hebben, die vergiftige bestand- deelen bevatte, want ten gevolge van een wondje, dat zy in de hand had, begon deze te zwellen, torwyl eindelyk de geheele arm aangetast werd en de vrouw eergisteren over leden is, niet alleen tot groote droefheid van haren man en hare eenige dochter, maar ook van de vele meisjes, die van de y verige vrouw uitmuntend onderwijs in naaien en breien ontvingen, en die het plan hebben een krans te leggen op het lijk van de yverige vrouw, die door hare dorpsgenooten hoog geacht en door hare leerlingen zoozeer bemind werd. Te Spandau is de koopman C. H. vermoord en voor eene aanzienlpke som gelds bestolon. De Pruisische politie vermeent dat de moordenaar naar Nederland gevlucht is. Hy is genaamd Gustav Wetzel, is 24 jaren oud, donker van uiterlyk en vrij lang. Hy is van beroep koopman. Mon meldt uit Bladel: In het naburig Gheel, even over de Belgische grens, heeft de politie eene goede vangst gedaan. De persoon, die gepasseerde week zich te Valkenswaard als directeur eener telephoon- maatschappij had voorgedaan en daar in zyn hotel groote onbetaalde rekeningen had achter gelaten, en de menschen nog geducht had opgelicht, had dezelfde streken ook te Reusel uitgehaald. Van uit Valkenswaard had hy zich nog per rytuig naar Eindhoven laten brengen, doch gaf toen voor even aan het station naar het vertrek van den trein te moeten vernemen, en men zag hem niet weer terug. Te Reusel had de man zich uitgegeven als directeur der tram-maatschappy. In het hotel te Gheel deed hy zich weer voor als telephoon-beambte en juist daardoor werd de aandacht op hem gevestigd, zoodat de com missaris van politie spoedig aan zyne zyde was. Do man trachtte zich nog uit de voeten te maken, doch de commissaris wist dit te beletten. En thans is de vogel, een van zeer gevaariyke soort, gevangen. Als de berichten juist zyn, dan hebben zich by de Fransche legeroefeningen een paar kluchtige gevallen voorgedaan. Zoo heeft een eskadron gelegenheid gezien om den opperbevelhebber, generaal Saussier, die zich te ver vooruit begaf, te omsingelen en gevangen te nemen. De generaal trok zyne sabel en stelde zich te weer, maar in de wer- keiykheid zou hij gevankelyk zyn meegevoerd. Daarentegen reed een der volgende dagen een ordonnans met eene geschreven order van den generaal der tegenparty wat dicht langs den staf van generaal Saussier, die hem door een paar ruiters deed nazetten, zoodat hy werd ingerekend. Voor den opperbevelhebber gebracht en ondervraagd, werd hem door dezen bevolen zijue depeches over te geven. Maar het was vergeefsche moeite, want de ordon nans verklaarde met groote leukheid, dat hy ze had ingeslikt. Eene goede belooning van den commandant voor deze ditmaal wel overbodige, maar toch weldoordachte daad werd den wakkeren sol daat niet onthouden. De geperfectioneerde vuurwape nen van den nieuweren tyd geven tot allerlei lastige vragen aanleiding, wier beantwoording aan de militaire chefs veel hoofdbreken kost. Zoo stelt het zgn. repeteer- of magazyn- geweer den infantorist in staat om een ver bazend aantal schoten in zeer korten tyd te doen; maar hoe te zorgen, dat hy voor dit doel steeds genoeg patronen hoeft De groote Oostenryksche manoeuvres moeten den eisch hebben gesteld ieder soldaat in plaats van 100 minstens 140 patronen mee te geven. Het gewicht daarvan levert echter veel bezwaar op. Verder moet de man tydens het gevecht nieuwen voorraad kunnen ontvangenmaar hoe kan do aanvulling behoorlijk geschieden Ook wil men hem zonder ransel doen vechten, maar hoe kan hy dan de werkelyk onmisbare zaken, die te velde moeten meegevoerd wor den, bekomen? "Wat al zorg en wat een geldverlies die ontzaglijke wapeningen al niet veroorzaken'. Er is sprake van dat de erfge namen van den overleden schilder Meissonnier diens nagelaten teekeningen, schetsen en schilderyen, die gezameniyk eene waarde van eenige millioenen franken vertegenwoordigen, aan den Staat ten geschenke zullen geven. Hiertoe zullen echter alle rechthebbenden op de nalatenschap hunne toestemming moeten geven, en volgens de Fransche bladen is dio toestemming nog niet van allen verkregen. Woensdag j 1. zjjn te Trier onge veer 60 Amerikanen aangekomen om het heilige kleed te zien. De meosten hunner zyn uit Michigan, Indiana en Iowa afkomstig. De zendeling Braun uit Minnesota voert do Amerikaansche pelgrims aan. Paulus, de bekende zanger uit Parys, is nu te Londen en geniet zelfs de eer geïnterviewd te worden. Daaruit blykt o. a. dat Paulus, die vroeger wijnkoopor was, met zyne liedjes meer dan 150,000 franken per jaar verdient. Te Par ij s heeft zekere Mercier, „électricien" van beroep, door ziekte en ellende gedreven, zich van kant gemaakt door middel van eene daartoe door hem gereed gemaakte electrische battery. Zy'n lyk was op afzichte- lyke wyze misvormd. JF'eia.lllot/oim.. "t Iling- aan een haar. Fan Heinrich Landsberger. Dook Johanna. „Vaarwel, Henri!" „Vaarwel, Maria! Ze was diep geroerd. „Vaarwel, vaarwel", zeide zy hartelijk. „Leef gelukkig!" Hij drukte haastig oen gloeienden kus op hare kleine, blanke hand, on stormde de deur uit. „Henri Zy deed eene schrede naar de deur, doch bezon zich nog bijtijds, deed toen een paar stappen naar het venster en blikte stom en radeloos den voortsnellenden man na. Waarom zou het haar zoo beklemd om het hart ge weest zijn, toen hij den hoek omsloeg en uit het gezicht verdween? Nog altoos stond zij daar, het schoone hoofd tegen de vensterruiten geleund, toen het dienstmeisje binnenkwam en haar een visitekaartje overhandigde. Zy wierp een vluchtigen blik op het kaartje, maar dat was genoeg om de droefgeestige uitdrukking op haar gelaat voor een blyden glimlach te doen plaats maken, welko als een zonnestraal haar gelaat verhelderde. „Zeg den heer, dat hy zeer welkom is." Eenige oogenblikken later vertoonde zich een élégant man aan de deur. Het was reeds schemerdonker, zoodat men de gestalte niet kon onderscheiden. Zy' ging den binnenko mende te gemoet. „Eigenlyk, mynheer, moest ik u met wat minder welwillendheid ontvangen." Hij boog zich over de hand, welke zy hem toestak en zeide lachend: „Vóór allo dingen, veroorloof mij uwe blanke vingeren te kussen.Zoo.en nu, i k heb myzelven niets te verwijten. Doch ga voort my te beknorren, zoo ge wilt; ver diend heb ik het niet." „Niet verdiendDus ge vindt het niet schandelyk my dus te veronachtzamen? Ik heb u in geen acht dagen gezien." „Eene grooto opoffering van mijn kant, grooter nog dan die van mijn vriend Theo- door, die eene heerlyke truffelpastei den rug toekeerde, zeggende dat liij er niet van hield." „Houd op! Ik geloof niets van alles wat gij mij daar vertelt, doch als gy my' belooft heel ernstig te zyn, veroorloof ik u, u aan myne zyde neer te zetten. Dus opgebiecht! „Waar zyt gy al dien tyd geweest?" „Ja, wat zal ik daarop antwoorden Zal ik u zeggen, dat ik met paardryden myn been heb verstuikt?" „Dat zou dwaas wezen, want ik zou u toch niet gelooven." „Waarom niet?" „Ik heb u gisteren in de komedie gezien." „Zoo!" „Ge behoordet een weinigje voorzichtiger te zyn, baron!" „Waarom?" „Gy hadt eene dame by u en gingt met haar in eene onbezette loge." „En die dame houdt gy voor myne geliefde?" „Ja!" „Gy vergist u; het was een van myne getrouwde nichtjes; haar man was van huis en zy verzocht my haar naar de komedie te vergezellen." „Ik maak u dan wel myn compliment. Uw nichtje is eene wonderschoone vrouw; ik heb dat prachtige roode haar slechts op de schilderijen van Makart gezien. Durft ge betuigen dat ge deze vrouw niet bemint?" „Wat zegt ge? Ik begryp u niet, Maria!" „Zeg my de waarheid!" „Ik moet u myne «nschuld betuigen. Ik bemin niemand dan u, Maria, en eigenlyk is het een bewys van uwe liefde, dat gij my wantrouwt." „Durft gy dat beweron?" Er werd aan de deur geklopt. Hy liet hare hand los. Zy stond op en riep „Binnen!" Het dienstmeisje kwam binnen on zotte eene groote bronzon lamp op de tafel. Zy ging weg en liet Maria met haren bezoeker alleen. Het licht der lamp viel op hen beiden en het schoone gelaat der jonge vrouw ver toonde zich in al zyne pracht. „Antwoord my toch, Maria!" Doch Maria hief de lange zwarte wimpers niet op; zy liet slechts hare hand in de zijne rusten. „Maria!" Langzaam hief zy do oogleden op. „Maria!" horhaalde liy. Hy wilde de slanke gestalte in zyne armen sluiten. Doch zij liet het niet toe. „Wat is er?" vroeg hy verschrikt. „Raak my niet aan!" Zy was eenige schreden achteruitgegaan, bleek als een lyk. „Ik begryp u niet, Maria!" Hare oogen fonkelden, [Slot ommeaijdc.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5