N°. 9683 Woensdag IC September. A°. 1891. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, Ï5 September. üP euiiieton. Vereenigde zitting der beide Kamers PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post-1.40. Afzonderlijke Nommors0.05. PRIJS DER ADYERTENTIÊN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel moer ƒ0.17^. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor hot incassoeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Ofllciëelc Kennisgevingen. Paleotbladen. De Burgemeester, Hoofd van bet Bestuur der ge meente Leiden, brengt ter kennis van de belangheb benden, c]at do Patentbladen voordo gepatontcerden, wonende in de "Wijken III en IV, over het dienst jaar 1891/92, bij het College van Zetters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op Maandag 14, Dinsdag 15, Woonsdag 16, Donderdag 17 en Vrijdag 18 Sept. a. s., telkens des namiddags van één tot drie uren, terwijl na het verstrijken van dien termijn deonaf- gehaalde Patentbladen ter uitreiking moeten worden gegeven aan de Deurwaarders der Directe Beiastingon, die voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zonder meer. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 12 Sept. 1891. DE KANTER. Naar v."ij vernemen, zal zich ook hier ter stede een comité vormen tot het inzamelen van geiden ten behoeve der verdreven Rus sische Israëlieten. De burgemeester, de heer De Laat de Kanter, heeft bereids het eere voorzitterschap aanvaard. Gisteren werd in hot Trippenhuis te Amsterdam eene vergadering gehouden van leden der afdeeling bestemd voor de taal-, letter-, geschiedkundige en wpsgeerige weten schappen der Koninklijke Academie van Wetenschappen. Mededeeling werd allereerst gedaan van de ontvangst eener missive dd. 12 Juli uit Gent, houdende uitnoodiging aan de Academie zich op het Letterkundig Congres te doen vertegen woordigen. Door den secretaris werd op dit schrijven geantwoord, dat de Academie nog nooit een lid naar de taalcongressen afvaar digde dat zij uit sympathie voor het congres dit deze maal echter zou hebben gedaan, indien de uitnoodigingsbrief vroeger ware afgezonden en niet in het tijdperk der jaar- lijksche vacantie. De voorzitter wijdde daarna eenige gevoel volle woorden aan de nagedachtenis van de onlangs overleden leden der Academie dr. J. J. Cornelissen en dr. G. A. Wilken, beiden hoogleeraren te Leiden. De vaderlandsche wetenschap en niet minder de Academie wor den door dit dubbel verlies zwaar getroffen. De dood koos dezen keer zijne slachtoffers onder de jongeren, waarvan de eerste sinds 1885, de tweede pas in 1890 in de Academie werd gekozen. Beider dood slaat aan groote verwachtingen, welke door het verleden ge wettigd waren, de bodem in. Cornelissen, uitnemend discipel uit de school van Cobet, door eigen ervaring met het gymnasiaal onder wijs vertrouwd, wijdde zich, op het voetspoor Verloren en gered door eene dnif. 2.) Nochtans besloot hjj zijn plan ten uitvoer te brengen. Toen hi) het vaartuig voor de vierde maal wendde, om weer naar het noordwesten te sturen, waren eenige uren verstreken, en de zon neigde zich ten ondergang. Het was het beste aan den oever te landen en de vaart den volgenden morgen voort te zetten, te meer, daar het nu ook mistig werd. Na eene poos zag hij onduidelijk in het noorden kale rotsen en zandheuvels opdoemen. Daar moest een klein eiland zijn. Daar wilde hij voorbijvaren. Doch plotseling kwam het hem voor, alsof hp van dien kant eene stem hoorde. Er moest iemand op het eiland zpn. Aimer bracht de boot zóó dicht bp het eiland, dat hij door den mist op den rand van het eiland twee mannen zag staan, die hem wenkten. Toen de Duitscher nog ongeveer veertig schreden van hen verwijderd was, riep hp hun toe: „Hebt gij eene zeilboot verloren?" Tan Pluygers, aan de studie der Romeinsche oudheden en mocht meer dan eene sclioone proeve van zpn arbeid levereD. Ditzelfde moet ook getuigd worden van Wilken. Hp beheorschte volkomen het terrein zpner kennis in onze Oost-Indién, zelf door ervaring opgedaan en door de studie tot groote hoogte opgevoerd. En met welk een echt wetenschappelpk inzicht wist hp zijne kennis te ordenen en vruchtbaar te maken ook voor anderen! Het werk, dat hij onder handen had en over zoo menig onderwerp een verrassend licht doet opgaan, heeft hp niet mogen voltooien. En Nederland heeft een zoodanig werk zoo dringend noodig, met het oog op de taak, welke het in Indié ter ver vulling is opgelegd. Ten slotte durft de voor zitter uit aller naam verklaren, dat hot verlies der beide geleerden door de Academie zeer wordt betreurd en dat hunne nagedachtenis in dankbare herinnering zal blpven voortleven. Hierna gaf de heer De Hoop Schoffel' eenige exegetische opmerkingen over Jak. 19, 10, 11, II: 1, 8, 9 en 18, III: 1 en Efezon: 18. Ongeveer 170 jongens worden met 1°. Octo ber a. s. vsn de Kweekschool voor Zeevaart alhier naar Hr. Hs. opleidingsschip „Admiraal Yan Wassenaer", te Amsterdam, overgeplaatst- Een doel van het oud, vroeger te Rotterdam gestationneerd opleidingsschip „Anna Pau- lowna" wordt tot slaapplaats ingericht. Bp de stemmingen voor de candidaten- Ipst voor het voorzitterschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zullen vermoede lpk het meest in aanmerking komen de heeren Gleichman, Van der Schrieck, Goeman Bor- gesius en Beelaerts van Blokland. In de residentie is gisteravond aange komen Lord Reay (baron Mackay). Met een extra-trein van het Staatsspoor, ter hunner beschikking gesteld, zpn gister avond de leden van het Congres voor Land bouw, die deelgenomen hebben aan het bezoek der kolonie to Frederiksoord, te 's-Gravenhage teruggekomen. De liberale leden van de Tweede Kamer, zooals die thans is saamgesteld, zpn uitge- noodigd tot eene bpeenkomst der parip op hedenavond. In den internationalen zangwedstrpd te Keulen verwierven ook de volgende ver- eenigingen prpzen: „Souvenir des Montag- nards" van Tilburg een tweeden prijs, „Roermonds Mannenkoor" van Roermond een derden prps en de „Vereenigde Zangers" van Amsterdam een vierden prps. De Koninkipke Zangvereeniging „Caecilia" „Ja, sir i" riep de grootste van de beide onbekenden. „Wp hadden de boot niet goed vastgemaakt-, naar het schpnt; zoo is zp weggedreven, terwpl wp op het eiland waren. Een verwenscht ongeluk, want mijn kame raad en ik konden niet zwemmen en het eiland ligt midden in het meer, tien mplen van den naasten oever. Gp zpt voor ons een ware redder in den nood, sir! Kom maar spoedig hierheen, als het u belieft. Het is werkeipk onze boot. Nietwaar, er staat eene kleine handpers in, eene soort drukpers?" „Ja, dat is zooantwoordde de Duitsclier en richtte de boot naar den zandigen oever. „Dank u zeer, sir!" zeide de onbekende, die reeds gesproken had. „Nu zal ik de boot toch beter vastleggen, opdat zp niet weer wegdrpve." Hp stak eene houten pen in het zand, waaraan een touw was gebonden dit knoopte hp nu vast aan een pzeren kram in den boeg van het vaartuig. „Zoo, nu gaat de knoop niet los, daar wil ik op zweren!" De man was een echte Yankee van onge veer vpftig jaren, met een sluw, mager ge zicht en net gekleed. Zpn begeleider was voel jonger en zag er eenigszins artistiek uit in zijne lange grpze jas en met den te 's-Gravenhage heeft, behalve den hoofd prijs, nog een tweeden prps voor „prima-vista"- zang behaald. Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Regentes kwamen gisternamiddag om halfvier met een extra-trein der Staats- spoorweg-maatschappp van het Loo in de residentie aan. Op het stationsplankier, waar, buiten de autoriteiten, geen publiek werd toegelaten, hadden zich ter begroeting van de Koninginnen vereenigd: de ministers van binnenlandsche zaken, marine, financiën en oorlog, de Com missaris der Koninginde waarnemende bur gemeester de heer Lisman, de generaals majoor Van Helden en Taets van Amerongen de kolonel plaatselpko commandant; voorts de groot-officieren van het Koninklpk Huis graaf Schimmelpenninck, generaal graaf Dumonceau, benevens de vice-admiraal jhr. De Casembroot. Nadat de Regentes, gevolgd door Haro dochter, die eene pop in de armen droeg, den salonwagen had verlaten, stelde Hr. Ms. Com missaris den waarnemenden burgemeester aan H. M. voor. De Regentes begaf zich daarna naar de voormelde autoriteiten en staatsdie naren en richtte tot- elk hunner een woord, terwijl de jeugdige Koningin ieder van de heeren met eene vriendelpke neiging de hand reikte. HH. MM. verwplden vervolgens een oogen- blik in de wachtkamer 1ste kl., voor deze gelegenheid tot hofsalon ingericht, en kwamen daarna in de buitenveranda, welke aan den uitgang der wachtkamer aan weerszpden met eene groep van tropische gewassen was af geschoten. Toen de beide Koninginnen het open rijtuig bestegen, gingen er hoezees op uit de rpen dor menigte, die de aankomst van het Ko ninkipke gezin afwachtte. Langs den weg van het station naar het Paleis bewogen zich honderden nieuwsgierigen. Het met HH. MM. teruggekeerde gevolg bestond uit de beide Hofdames, den kapitein- luit. ter zee Zegers Veeckens, adjudant; den particulieren secretaris jhr. De Ranitz, den Kamerheer ridder Huyssen van Kattendpko en den ritmeester baron Van Sptzama, ordon- nance-officieren. De Koninkipke trein werd vanwege de spoorwegdirectie begeleid door den directeur- generaal en den inspecteur. Kort na aankomst in de stad is Koningin Wilhelmina en daarna de Koningin-Regentes in open rptuig uitgereden in de richting van Scheveningen. weeken, witten, breedgeranden vilten hoed op het gelokte hoofd. Hij scheen aan de oogen te ipden, want hij droeg een blauwen bril. „Sir, welk toeval voerde u tot ons groot geluk naar dit afgelegen meer vroeg de eerste. „Ik ben ingenieur van den grooten zaag molen aan den Maskegon", zeide Aimer, ter wijl hp met zpn hond aan land sprong. „Op het oogenbiik hebben onze arbeiders het werk gestaakt; ik heb dus nu vacantie en deed een uitstapje hierheen. Er staan prachtige boomen aan het meer. Ik denk dat wp, zoodra het werk weer hervat is, onze afdeeling hout hakkers daarheen zenden." Die met den blauwen bril zag 2pn metge zel aan en bromde iets tusschen de tanden. „En nu, mpne heeren, wie zpt gp dan eigonipk?" vroeg de Duitscher. „Ik heet Jones", antwoordde de Yankee met een listig knipoogen tegen zpn begeleider. „Deze jonge man heet Smith en is mijn neef." „Zpt gp aan het jagen?" „Neen, sir, wp hebben geene geweren mee gebracht." „Op dit eiland is liet ook moeilpk iets te schieten; men ziet hier bosch noch boom." „Gp moet weten, sir, dat mpn neef teekenaar en schilder is en hier studies maakt; lip teekent de mooiste boschpartpen," Naar men verneemt keeren Hare Majes teiten a. s. Donderdag 17 dezer 's namiddags kwartier voor zessen naar het Loo terug. Tot ambtenaren van den Burgerlpken Stand te Waddingsveen zpn gekozen de heeren Sprupt en Jongenburger. De gemeentebegrooting te Waddingsveen bedraagt in ontvangst en uitgaaf f 27933.64. De najaarsvergadering der onderwpzers in het arrondissement Gouda zal plaats hebben op Zaterdag 19 September. Do heeren Post humus van Gouda en Akkerhuys van Schoon hoven treden als sprekers op. In de op gistoren te Alkmaar gehouden algemeene vergadering der Hollandscho Maat schappij van Landbouw is besloten dat de algemeene tentoonstelling dier Maatschappij in Sept. 1892 zal worden gehouden te Leidon. Tot voorzitter werd met overgroote meer derheid gekozen de heer Herman F. Bultman. Tot lid van het hoofdbestuur werd be noemd jhr. J. B. Van Merlen en tot lid der finantiéole commissie de heer Teengs. op Dinsdag den loden S-.ptenriber 1891, tot opening van de gewone vergadering der Statea-Cieneraal. De heer Mr. A. Van Naamen van Eemnes, die den Voorzittersstoel bekleedt, opent, nadat de leden der boide Kamers zich- in de zaal, bestemd voor de zittingen der Tweede Kamer, vereenigd hebben, tegen halféén de zitting, en laat door den griffier der Eerste Kamer voorlezen een Koninklpk Besluit van den 2den September jl., houdende zpno benoeming tot Voorzitter der Eerste Kamer gedurende het aanstaande zittingjaar. De Voorzitter, wien derhalve, overeenkom stig het voorschrift van artikel 108 der Grond wet, de leiding der Vergadering is opgedragen, benoemt eene commissie, die Hare Majesteit de Koningin-Regentes, bij Hoogstderzelver aankomst in het gebouw der Staten-Generaal, zal ontvangen en uitgeleide doen. De ministers, hoofden van ministeriëele De partementen en de leden van den Raad van State vervoegen zich te één uur mede in de Vergaderzaal. Hare Majesteit de Koningin-Regentes, die zich op de in het programma voor de opening omschreven wpze naar het gebouw der Staten- Generaal begeven heeft, wordt, na een kort tpdsverloop aldaar aangekomen, in de vergader zaal binnengeleid. „Maar dit kale eiland, denk ik, is toch niets minder dan schoon." „Hm men had ons gezegd dat op dit eenzame eiland in het meer een oude merk waardige Indiaansche grafheuvel is. Om daar omtrent meer zekerheid te hebben, zijn wp hier geland." „Maar men heeft ons bedrogen of zich ver gist", voegde de man met don kunstenaars- kop or haastig aan toe. „Wij zochten er wel naar, maar wp vonden geen spoor van een oud Indianengraf." „Waartoe hebt gp dan eene drukpers noodig in de wildernis?" vroeg Aimer nieuwsgierig. „Het komt mij voor, dat zp hier een nutte loos voorwerp is." „Hm, sir, het ding is eene nieuwe uitvin ding van mp", antwoordde de Yankee. „Ik ben namelpk instrumentmaker en heb eene nieuwe soort kopiierpers uitgevonden, waarop ik een patent wil nemen." „Maar ik begrpp niet, waarom gp het toe stel hier hebt gebracht." „Louter toeval, sir! Gp moet weten, dat ik mpne slotenmakerij te Sheboygan en Wis consin verkocht heb en mp nog slechts inlaat met uitvindingen, evenals mpn neef zich bezighoudt met de kunst. [Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1