N°. 9680 Zaterdag 13 Septeixibei*. A0. 1891, ,Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van -Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 11 September. Feuilieton. GEFUSILLEERD. LEIDSCH fiS DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. Tweede Blad. Van den heer W. P. E. Van Beusechem heeft 's R\jks Ethnographisch Museum alhier ten geschenke ontvangen eene uitgebreide en hoogst belangrijke verzameling ethnographische voorwerpen, meest alle uit de Redjanglanden in de residentie Palembang, aan de oostelijke helling van het Barisangebergte, de grens scheiding van de residentie Benkoelen. De voorwerpen, die betrekking hebben op de zee- visschery, zijn echter uit de laatstgenoemde residentie en meer in het bijzonder uit de afdeelingen Laïs en Manna. Daarbij dient te worden vermeld dat het Museum tot dusver zeer weinig voorwerpen uit de Redjanglanden bezat. Sts.-Ort Bij eeno te Amsterdam vanwege het departement van koloniën gehouden aanbe steding was o. a. het minst ingeschreven door do „Leidsche Katoen-Maatschappü", alhier, voor 69,000 M. verbandkatoen, a 8121.30; door dezelfde voor ongebl. katoen, a f 4868.55 door dezelfdo voor 14,910 M. zwart katoen, a ƒ3295.11; door dezelfde voor 14,875 M. zwart katoen, a f 3287.37 door dezelfde voor nog 14,875 M. zwart katoen, a 3287.37door de „Leidsche Dekenfabriek", alhier, voor 196 wollen dekens, a 404.74. Gisteren werden door het provinciaal kerkbestuur van Noord-Brabant met Limburg tot de evangelie-bediening toegelaten de hoeren: J. H. De Muinck Keizer, uit Nieuw-Scheemda, en A. Rutgers van der Loeff Az., uit Leiden. Beiden stellen zich voorloopig niet beroepbaar. A. s. Zondag morgen te halftien hoopt voor de Ned.-Herv. gom. van Oegstgeest op te treden dr. J. H. Gunning J.Hz., van Leiden. De vacature-beurt in de kerk der Ned.-Herv. gemeente van Hoogmade zal dien dag des namiddags te twee uren worden waargenomen door den heer H. J. Yan Nouhuys, predikant te Oudshoorn. De gehouden collecte ton behoeve van de vereeniging „Trouw aan Koning en Vader land" tot vorming van een ondersteunings fonds voor behoeftige oud-strjjders, dragers van het Metalen Kruis of de Citadel-medaille, heeft opgebracht te Zoetermeer 16.23'/, en te Zegwaard ƒ12.161/,. Men leest in het „Vad." het volgende: „Zp'n wij rvèl onderricht, dan houdt men zich aan 't departement van oorlog onledig met de samenstelling eener zoogenaamde Noodwet, welke er op moet zijn ingericht om de defi- E.) Niemand dacht destijds aan aanslagen veilig bewoog de bij allen beminde czaar zich te midden van het volk, iedereen kon zich met geringe moeite toegang tot hem verschaffen en een groot deel van de thans nog onder hot Russische volk voortlevende vereering voor Alexander II berust op de beminnelijkheid van den keizer, die niemand zijner onderdanen ooit gehoor weigerde. In de vestibule van het winterpaleis stond Marja Saloesjkin, wie het gelukt was door relaties in St.-Petersburg en door den almachtigen roebel zich tot hier toegang te verschaffen. Bevende verbeidde zy het oogen- blik, waarop zij de genade van den czaar wilde inroepen, en nog meer vreesde zy voor zijne beslissing. Binnen een halfuur wist zij waarschijnlijk of zy nog hopen mocht of niet. Buiten hoorde men een luid geroep. Een rijtuig reed voor, welks paarden plotseling tot staan werden gebracht. Men hoorde het gekletter der wapenen, waarmede de wachten presenteerden, de vleugeldeuren werden open- nitieve Legerwet voor lang overbodig te maken. „Naar men wil, zou de minister van oorlog het voornemen koesteren om de schutterijen onder het departement van oorlog te brengen." Ds. G. J. Vos Flz., sedert 1874 predikant bij de Ned.-Herv. gemeente te Rotterdam, is overleden. Bjj koninklijk besluit is de tweede lui tenant G. K. Müller, van het 5de regiment infanterie, voor den tijd van drie jaren ge detacheerd bij de landmacht in IVest-Indife. Met ingang van 15 dezer benoemd tot burgemeester der gemeente Steenwijk jhr. C. J. Lewe van Aduard, burgemeester der ge meente Appingedam, met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking. Met ingang van 15 dezer aan A. .T. Lin deman, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als burgemeester van Herwijnen. De commies bij het departement van marine F. Jas, met ingang van 1 October a. s., be vorderd tot hoofdcommies. De machinist bij 's R(jks werf te Helle- voetsluis, H. IV. Schade, wegens meer dan 55-jarigen ouderdom bjj meer dan tienjarigen dienst, met 1 October a. s., eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend, behoudens toe kenning van het pensioen, waarop hy volgens de wettelijke bepalingen aanspraak heeft. KOLONIËN. BATAVIA, 4-7 Aug. (Engelsche Mail.) Van den resident van Timor en Onderhoo- righeden is het volgende telegram ontvangen Koepang, 29 Juli. „Geene bijzonderheden op politiek gebied. Ziekte onder paarden. Op Timor is influenza zeer besmettelijk en kwaadaardig." In den nacht van 27 op 28 Juli brak in de dessa Tjilengkrang ter hoofdplaats Soeme- dang (Preanger-Regentschappen) een brand uit, die 24 huizen, 7 loemboengs en 3 loodsen in de asch legde. Volgens bericht van den resident van Soerakarta heeft op 18 Juli jl. op den berg Pamesoe benoorden het pakhuis IVatoesam- bong eene aardverschuiving plaats gehad over eene lengte van 212, eene breedte van 80 en eene diepte van 15 voet, waardoor een klein sawah-vak werd verwoest. Uit Kotta-Radja wordt dd. 1 Aug. aan de „Deli-Courant" geschreven: In onze hoofdveste is het rustig. Bezoeken van Radja's tot onderwerping of toenadering hebben wjj in langen tyd niet gehad. De hoo- loebalang van de IX mookims, Toekoe Nan- geworpen en achter de zware gordijnen ver scheen de gestalte van den keizer, die haastig de trap opging, welke naar de bovenverdieping leidde. Aan den voet der trap wierp eene in het zwart gekleede dame zich aan zijne voeten. „Majesteit", zeide zij in de Duitsche taal, „genade voor een ongelukkige 1" Getroffen aanschouwde de keizer de schoone vrouw, wier gezicht zooveel vertwijfeling, zooveel angst uitdrukte. Aan de omstandig heid, dat Marja Saloesjkin hem in het Duitsch aansprak, herkende de czaar dat hij met eene beschaafde en voorname dame te doen had. Aan het Russische hof werd destyds byna zonder uitzondering Duitsch of Fransch en zeer weinig Russisch gesproken, terwijl thans het omgekeerde het geval is. Czaar Alexander beurde Marja op en zeide „Stel u gerust; ik wil hooren wat gij my te zeggen hebt. Maar hier kunnen wjj niet blijven, het is zeer koud en gij zult kou vatten." Hy bood Marja den arm aan en geleidde haar de trap op, terwijl de jonge weduwe half bewusteloos naast hem ging. In de studeerkamer van den czaar kwam zij weer in zooverre tot zichzelve, dat zij de deel nemende vraag van den czaar hoorde, die geroi, is na een paar dagen verblijf in Kam pong Lohang weer naar buiten vertrokken. Volgens nadere berichten heeft de vijand in den avond van den 7den Juli bij eene ont moeting met de brigade marechaussees, drie dooden en elf gewonden gehad. Eene brigade marechaussees onder den ser geant Reis, die in den nacht van den 21sten op den 22sten Juli het voorterrein tusschen Boekit-Karang en Roempit moest bewaken, ontdekte op ongeveer 1000 meters van de spoorbaan bjj een bamboestoel een Aljehsche versterking met een groot huis er in en een in een boom geplaatst schilderhuis. De wallen werden onmiddellijk door de marechaussees geslecht, het schilderhuis neergehaald en met het huis in brand gestoken. Zonder door den vijand te z(jn bemerkt, werd de terugtocht ondernomen. Omtrent het gebeurde te Bonthain meldt de „Jav. Ct.": Blijkens een van den gouver neur van Celebes en onderhoorigheden, onder dagteekening van 29 dezer ontvangen tele- graphisch bericht, werd Bonthain den 23sten te voren door eeno bende van' ongeveer 300 Maiwareezen aangevallen. De assistent-resident der Zuiderdistricten slaagde er in, hen met behulp van lieden uit Bonthain te verdrijven met achterlating van 10 dooden. De gouver neur vertrok den 24sten met een detachement van 2 officieren en 75 onderofficieren en minderen derwaarts en keerde den 28sten te Makassar terug, terwijl het detachement voor loopig te Bonthain werd gelaten. Door den gouverneur-generaal van Nod.-India zijn de volgende beachikkingen genomen: Civiel Departement. Vorloend: Een 2-jarig ver lof naar Europa, wegens ziekte, aan het tijdelijk lid der Algemecno Itekonkamor B. 41. H. Heuvoldop oen id. id. wegens ziekte, aan den voorzitter van den landraad to ProboliDggo mi. I. B. Burger, on aan den onderwijzer leto kl. bjj bet op. lager ond. voor Europeanen en met dezen gelykgeatelden A. M. Overeijnder; een id. id. wegens ziekte, aan den onderwijzer 2de kl. bjj bot op. lager ond. voor Euro peanen en met dezen gclijkgestolden J. L. Van der Made, en aan den ambtenaar op wachtgeld E. W. L. Iilzardi, laatstelijk ontvanger dc-r in- en uitvocrr. on ace. te Tegal. Ontslagen: Op verzook, wegens vertrek, eervol als lid van don residontieraad to Djokjakarta F. Pb. Van Suclilelen, onder dankbetuiging voor de door bem als zoodai ig bewezen diensten. Benoemd: Tot litl van den residontieraad te Djokjakarta li. Weijuaebenk, particulier; tot griffier van de landraden to Garoet. Mangoenrcdja, Taseik- malaja, Manondjaja (Prcanger-RegentschappeD) en Tjiamis (CheribonJ, de late klerk ter griffie van den landraad te Garoet W. H. Goudman; tot tijdelijk opziener dor lsto klasse bij het boschwezen op Java en Madocra, ton behoeve van bet boacbilietriet SemarangVorstenlanden, dc opziener 2do kl. bij dien tak van dienst F. Baudoin; tot onderwijzer 2de kl. bij het op. lagor ond. voor EuropeaDcn en met haar uitnoodigde, hem mede te deelen, wat de reden was van hare komst. Zjj wist dat zij voor de beslissing stond, on zij vertelde onom wonden alles, wat voorgevallen was. Zjj sprak van hare liefde voor Fedor Von Buttler op eene wijze, welke den monarch scheen te treffen. Zij verweet zichzelve alle schuld, brak ten slotte in tranen uit en wilde zich nogmaals aan des keizers voeten werpen. Maar czaar Alexander hield haar tegen en geleidde haar naar een zetel. Daarna liep hy eenige keeren haastig de kamer op en neer en zeide eindelijk: „Marja Saloesjkin, ik verkeer zelf in eene ongelukkige positie. Ik zou u gaarno willen helpen, maar de discipline in het leger moet gehandhaafd wordendaarom kan ik den ongelukkige geene gratie schenken. Ik twyfel er geen oogenblik aan, dat alles zich heeft toegedragen, zooals gy my verteld hebt. Ik kan den man, die u beleedigde en uwen ge liefde gedwongen heeft, zich aan hem te vergrijpen, wel straffen, maar ik kan iemand, die zóó tegen de discipline zondigde, niet ongestraft laten. De straf, welke de ijzeren militiewet voorschrijft, is hard, is wreed mis schien, maar ik mag haar niet opheffen. De discipline zou ophouden, geen superieur, zelfs ik niet, zou in het vervolg gevrijwaard z\jn PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1G regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17-J. Grootero letters naar plaatsruimte. Yoor liet incasseeren buiteu do stad wordt ƒ0.10 berekend. dezen gelijkgestelden, de onderwijzer 3de klasse W. Yan der Meulen; tot 2den deurwaarder bij den raad van justitie te Batavia, do concierge bij het hoog gerechtshof in Nederl.-Indiö P. F. Wascli; bij bet openbaar lager onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in Ned.-Indië: tot onderwijzer der lste kl., de onderw. der 2de kl. W. F. Comme- rell; tot onderwijzer 2de kl., de onderw. 3de kl. B. Yan Gelder. Machtiging verleend: Tot uitreiking aan P. H. Meulemans eener akte van toelating tot uit oefening, als apothelcor, dor artsenijbercidkunst iu Ned.-Indie. Verplaatst: Van het gouvernement Atjeh en Onderh. naar het gouv. Sumatra's Westkust, de controleur lste kl. B. A. J. Yan Delden; van het gouv. Sumatra's Westkust naar het gouv. Atjeh en Oüdorliooriglieden, do contr. 2de kl. jhr. J. K. F. H. Von Schmidt auf AlteDstadt; van het gouv. Celebes en Onderh. naar de rcs. Lampongsche districten, do contr. 2de kl. A. C. Veenhuijzen. Benoemd: Tot onderwijzor 8do kl., G. H Prin sen Geerligs, onderwijzer voor den Indischen dienst, daartoe nit Nederland uitgezonden. Geplaatst: Als hulponderwijzer aan de open bare lagere gemengde school te MalaDg (Pasoevoean), de benoemde onderwijzer 3de klasse G. H. Prinsen Geerligs. Departement van Oorlog. Y e r 1 e e n d Een 2-jarig verlof naar Nederland, wegens 15 jaren onafgebroken dienst in Ned.-Indiê, aan den kapt. der inf. A. J. O. Groeneveld. Benoemd: Tot milit. commandant van Sumatra's Westkust, de kolonel dor inf. M. A. Du Croo. Geplaatst: Geneeskundige dienstBij den ge westelijken en plaateelijken geneeskundigen dienstin do 3de mil. afd. op Java, hospitaal te Socrabaia, de off. van gez. lste kl. P. A. Platteeuw, onlangs van vei'lof uit Nederland teruggekeerd. Overgeplaatst: Gewestelijke en plaatselijke staven: Als plaatselijk commandant te Kotta-Radja, en in verband hiermede gevoerd a la suito van zijn wapen, de luit.-kol. W. F. Braun, van het garnizoeud- bat. van Sumatra's Westkust. Infanterie: Bij het 8ste bat., dc lste luit. J. F. H. Bontenakel, van het garnizoens bat. van Atjeh cn Onderh.;'bij liet 17do bat., de lsto luit. W. A. Tromp, van bet garnizoons- bat. van Atjeh en Onderh.; lij bet lste dopót-bat., de lsto luit. W. Kramers, van het garnizoens-bat, van Atjeh en ODderh.bij hot 4de depót-bat. te Fort de Koek, de lsto luit. A. K. F. Swart, van bet garnizoens-bat. van Atjeh en Ouderh.; bij bet gar nizoens-bat. van de Westerafd. van Borneo, do lste luit. H. F. J. Rudolph, van het 12de bat. Artillerie Als comm. der art. in do 3de mil. afd. op Java to Soorabaia, do majoor G. Feuilletau do Brnyn, van de 16de comp. (6de comp. vesting-art.) aldaar. Genie: Bij den geweetelijken en plaatselijken genie- dienst in de 2de mil. afd. op Java te Willem I, do kapt. H. A. Berkhout, van dien van de Westerafd. van Borneo te Pontianak, on bij dien dienBt aldaar, de lsto luit. W. F. Batonburg, van dien van Palem bang te Laliat. Bij het hospitaal te Batavia, do militaire apotheker lsto kl. B. Frglink, van dat to Padang en bij dat hospitaal, do militairo apotheker lste lil. J. Douwes, Yan dat te Soerabaia. Benoemd: Tot adjudant dc-r lste mil. afd. op Java, de lsto luit.-adjudant J. Schnijder, van het 9de bat, inf., met bepaling dat hij bij zijn wapen zal worden gevoerd iv la suite; tot adjudant van bet 9de bat,, de lsto luitenant J. Hildering, van het 18de bataljoD. Deparlemeni van Marine. Benoemd: Met ingaug van den datum, waarop hij ontslag bekomt uit Harer Majesteits zeedienst, tot 2den machinist bij de Gouv. marine, de machinibt 3de kl. bij de Kon. Ned. marine G. J. Dassel. voor beleedigingen." Alexander bleef voor Marja Saloesjkin staan, die zacht weende. „Wat zoudt g(j doen", zeide hy, „als ik. dezen man bywyzo van gratie naar de mynen van Siberit- liet zenden?" „Ik zou hem volgen!" „Weet gij, dat dit een zekere dood voor u is, de dood onder do meest pynlijke omstan digheden?" „Ik weet het, maar deze dood zal nog lichter zy'n dan die, welken ik nu ster ven moet." De keizer wendde zich af, en weder liep hy eenige keeren de kamer op en neor. Ein- delyk vroeg hy „Hoe heet de overste van het regiment?" „Peter Petrowitsj Sudeikin", fluisterde Marja. De czaar ging naar de schryftafel en schreef haastig eenig regels op een blad papier. Vervolgens naderde hij Marja en een glim lach lag op zijn gelaat. „Stel u gerust!" zeide hy. „De discipline moet wel is waar gehandhaafd worden, maar de menschelykheid zal toch tot haar recht komen." Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5