Nr. 9676. jöiusclag; S @»epteiiil>ei*. A°. 1891, <Beze tCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 September. Feuilleton. EINDELIJK ONTDEKT. LEI DSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidei. per 3 martijden:f 1.10. Franco per post1.40. Afy.on«jerli)'.ce Xomioerx0.05. Met eenvoudige, maar daardoor des te meer treffende plechtigheid werd heden op het Papegaai-bolwerk, nabjj de voorm. Mare- poort, ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den lsten schrijver der Koninklijke Neder- landsche Marine, Jan Verschoor. Sinds korten tijd in onze gemeente woon achtig, waar hjj hulp en herstel zocht voor eene kwaal, die hem ongeschikt maakte actief te blijven dienen, heeft hij niet lang genot gehad van de rust, welke hem na een veel bewogen leven thans zoo goed te pas kwam, Op 22 Oct. 1S66 in dienst gekomen, heeft hjj gedurende vijf-en-twintig jaren als onder officier de gevaren van zee en klimaat onder vonden, en den lande op de navolgende schepen gediend, als: Wachtschepen te Wil lemsoord, Hellevoetsluis en Amsterdam, drij vende batterij „Neptunus", stoomschepen „Valk", „Kjjkduin", „Zilveren Kruis", „Vap Galen", „Atjeh", „Tromp", „Evertsen" en „De Ruyter". Met de „Zilveren Kruis" deed hij eene reis orn de wereld en hij wist heel wat bijzonderheden te verhalen van het leven in West-Indië en de geschiedenis van deze kolonie, terwijl zijne aanwezigheid inOost-Indie ook van langen duur was. Hij was versierd met de kleine gouden medaille voor 36-jaren trouwen dienst (met inbegrip van de dubbel tellende Indische dienstjaren) en werd naar zjjne laatste rust plaats begeleid door de onderofficieren van de marine, gedetacheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier. Aan de geopende groeve werden door dpn lsten schrijver H. Mooy eenige van waardee- ring getuigende woorden gesproken omtrent den braven, drie-en-veertig-jarigen kameraad, wien allen van harte een langer genot van zijn huiselijk leven hadden gewenscht en ge gund, maar in wien zij thans een hulpvaardi gen en steeds weiwillenden makker hebben verloren. Zyne assche ruste in vrede! Bij koninklijk besluit is, op grond van verkregen rechten, ingevolge de wet van 9 Mei 1890 (Staatsblad No. 79), betreffende de pen sioenen der weduwen en weezen van burger lijke ambtenaren, pensioen verleend aan M. Krems, wed. C. W. Robert, custos bjj het Slot.) „Ha, ha! riep Birley, met opgeruimde stem, „ik heb een woordje met u te spreken, jongedame Louise keek eerst hem, toen zijne zuster aan. „Wie van ons beiden bedoelt gij, mijnheer Birley?" vroeg zij. „Wie van u beiden? Wel, het was mogelijk geweest dat Sally er ook mede te maken had, maar dat is nu niet zoo. Ik bedoel u, gravin." „Gravin?" riep zij uit. „Wel, wat heeft u zoo vrooljjk gestemd, mijnheer Birley?" „Ik weet niet geheel zeker", zeide ik, ver langende de zaak maar te bespoedigen, „of mijnheer Birley gelijk heeft met u gravin te noemenmaar wjj hebben ontdekt dat uw neef, de graaf, dood is, en dat gy, als naaste erf gename, in het bezit komt van het kasteel De Laeroix en de andere goederen. Gy zjjt eene rijke erfgename, Louise, hetzij gy dan gravin moogt zjjn of niet." „Ik?" riep zij uit. „Wat is dat voor eene geschiedenis Birley ging zitten en begon te vertellen, terwijl ik mij naar het venster begaf. Zonder nauwkeurig op te letten, zag ik dat zjj ge duldig luisterde naar zyn omstandig verhaal en nu en dan my en hare vrienden aanzag. „Dus, gravin", eindigde Birley, „daar zijt gy nu en wij allen zyn uwe nederige, ge hoorzame dienaars." munt- en penningkabinet van de Rjjks-univer- siteit te Leiden, 50. Door de anti-revolutionnaire kiesvereeni- ging te Delft is candidaat gesteld voor het lidmaatschap der Provinciale Staten (vacature- mr. S. Le Poole) de heer H. Seret, afgevaar digde voor de Tweede Kamer voor Gorkum. By da hedon gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste pryzen: 58, 29, ƒ6.10 en 3.05; de laagste 58, ƒ29, 6 en ƒ3. Ds. J. H. Willebrands, predikant bij de Ned.-Herv. gemeente te Oude- en Nieuwe- Wetering, heeft voor het beroep naar Baam- brugge bedankt. De wekelyksche besprekingen van H. M. de Koningin-Regentes met de ministers, welke in het laatst van de jongste ministerieel^ crisis hadden opgehouden, worden weder hervatj. Morgen, Dinsdag, zal de minister van justitiq, mr. Smidt, door H. M. op het Loo worden ontvangen. Men schrijft ons uit 's-Gravenhage, dd. 7 September: Toen gisteravond de binnen- en buiten- landsche leden en gedelegeerden van het In ternationaal Landbouwcongres zich naar de- schouwburgzaal van het Kurhaus begaven, ten einde tegenwoordig te zyn by de officitele ontvangst door het gemeentebestuur, werdén zy by het binnentreden van het gebouw reeds aangenaam verrast door den weg van groen en bloemen, welke langs de trappen naar de theaterzaal leidde. Een even feestelyken aanblik bood de ont vangstzaal zelve, omlijst als alle spiegels waren met guirlandes van festoen en bloemen, terwjjl het spiegelglas zelf aan het beneden einde beschilderd was met korenhalmen en andere soorten van het graangewas, eone eigenaardige decoratie voor een gezelschap van beroemdheden op landbouwkundig ge bied. Plantengroepen sierden bovendien ver schillende plaatsen in de zaal. Uit die voor het tooneel verrees de beeltenis van H. M. de Koningin onder een wiegelenden palm, terwyl boven eene andere pyramide van groen het borstbeeld van H. M. de Koningin-Regentes sierlyk uitkwam. De waarnemende burgemeester, de wet- Verbaasd zag ik dat zij haar hoofd in hare handen verborg en in tranen uitbarstte. „Ik wensch in het geheel geene gravin te worden", riep zy uit, of iets anders te zijn, dan ik ben! En gy allen wilt my vanuweg- stooten! Ik wil hun kasteel en hun geld niet hebben Opeens verdween al mjjne bezorgdheid, alle vrees voor wat mjjn plicht zou zyn, en ik was aan hare zjjde, noemde haar bjj haren naam en verzekerde haar dat wy haar even zeer beminden als vroeger. Als in een droom zag ik Birley en zjjne zuster stil het vertrek uitgaan. „Louise", zeide ik, „laat mjj het u zeggen; ik heb er aan gedacht of ik u niet op moest geven u uw woord teruggeven, dat gjj my gaaft, vóór gjj of ik vermoedden, dat gjj die groote dame zoudt worden, die gjj nu zyt. Het was verschrikkelijk, verschrikkelijk om er aan te denken, maar Louise wat moet ik doen?" Zy keerde haar bevallig, schoon gelaat naar mij toe en zag door hare tranen heen, welke nog als dauw om hare oogen parelden. „Gjj bemint mjj dus nog evenzeer als vroeger? Maar waarom zoudt gij niet? Ben ik niet dezelfde Louise van vroeger? Ik zie niet in, dat kasteelen en inkomsten het over bodig maken, dat gjj mjj zoudt beminnen." „Dus, gij wenscht niet -" „Stil", riep zjj uit, mijn mond met hare hand dichthoudende. „Zeg zulke dingen niet! Het is goddeloosMaar ik weet, gjj twijfeldet niet aan mjj! Ik weet het! Ik weet het!" houder, de secretaris en onderscheidene raads leden bevonden zich reeds ter plaatse toen de eerste congressisten in de zaal verschenen. De officiëele ontvangst had door den wet houder Lisman in het Kurhaus plaats omdat de burgemeester in Zwitserland en het stad huis te bekrompen is voor zulk eene aan zienlijke receptie. Langzamerhand zag men de meest bekende mannen op inlandsch en internationaal land bouwgebied zich in de zaal bewegen. Men maakte of hernieuwde de kennis en verwel komde elkaar op de meest hartelijke wjjze. Verschillende vertegenwoordigers van vreemde mogendheden bjj ons Hof stelden er prjjs op hun landgenooten, afgevaardigden van regee ringen of landbouwvereenigingen, binnen te leiden of te vergezellen en aan de congres leden voor te stellen. Onder de tonen van het „Wien Neerlandsch Bloed", door de strjjkmuziek der schutterij aangeheven tot teeken dat de feestelijke ont vangst zou geopend worden, schaarden zich de waarn. burgemeester en de wethouders aan de tafel op een estrade en vormden de congressisten daarvoor in halven cirkel een dichte groep. De waarnemende burgemeester, de heer Lisman, nam daarop het woord om in een korte, zaakrjjke rede de aanwezigen hartelijk welkom te heeten. Hjj begon met te herin neren, hoe deze internationale landbouw-con- gressen waren ontstaan tjjdens de wereld tentoonstelling teParjjs, door de samenwerking van v.ele bekwame mannen, wien de landbouw ter harte ging, onder wie hjj in de aller eerste plaats noemde den oud-minister van Landbouw in Frankrijk, den heer Méline, die het tegenwoordig Congres het voorrecht had in zjjn midden te zien, nadat hjj het vorig Congres te Parjjs in 1889 had gepresideerd. Was het Parjjsche Congres vruchtbaar in uitkomsten geweest en hadden do vergade ringen aldaar uitgeblonken door ernstige en belangwekkende beraadslagingen, de leden hadden getoond een goed werk te willen ver richten ten bate der menschheid. Een overzicht van de uitkomsten van het Parjjsche Congres wenschte bij thans niet te geven, in de vol gende dagen zou daarop zeker voldoende wor den gewezendeze uitkomst verheugde hem Zal ik nog verder vertellen? Waarom zou ik? Elk lezer kan hetgeen nog volgt gemak keljjk gissen; dat Louise De Laeroix nu voor de wereld bekend staat als mevrouw Gerald Unwin voor mjj als de dierbare deel - genoote van al mjjne vreugde, zorg en plich ten, de trouwe en teedere ziel, die alle ver schrikkingen en schaduwen van het verleden ter zjjde gezet heeft en trouw de lessen van nederigheid, trouw, geduld en plichtsvervulling opvolgt. „Wat", zal men vragen, „werd er van Frank Steinhardt en zjjne kleine, melodieuso schooljuffrouw?" Frank hield meer van muziek dan van fabrieken. De zaak werd dus verkocht en Frank en mevrouw Frank staan goed be kend in muzikale kringenhjj als pianist, zjj als zangeres van naam. Ik kan niet eindigen zonder nog iets te zeggen aangaande die vreemde vrouw, wier visioenen zooveel toebrachten, om het Lacroix- geheim te onthullen het arme Fraulein Haas. Ik stelde de onaangename taak, om haar op de hoogte te brengen van den dood van Steinhardt, zoolang mogeljjk uit. Toen ik haar eindeljjk schreef, deelde ik haar in weinig woorden mede dat een retort gespron gen was, terwjjl hjj zich met eene proef bezighield, en dat hij dadelijk dood was. Spoedig na mjjn brief kreeg ik een kaartje van haar, waarop slechts deze woorden stonden: „Ik wist het. Het was Gods werk." PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Yan 1G regels ƒ1.05. Iedere regel ;n<>f f0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiton de stad wordt /"0.10 berekend. in elk geval, allereerst dat dionten: volge het tweede congres te 's-Gravenhage was bijeen gekomen, dat men de residentie der Neder landen het eerst had in aanmerking doen komen na Parjjs voor de ontvangst der Con gresleden. Namens hot Dagoljjksch Bestuur heette hjj de leden harteljjk welkom. Wjj zijn er trotsch op zeide de heer Lisman hier te ontvangen de élite der landbouwkundigen en mannen van wetenschap. Mogen uwe be raadslagingen vruchtbaar zjjn voor hethooge belang van den landbouw en uw verbljjfhier zóó aangenaam zjjn, dat gjj bij uw vaarwel een harteljjk „tot wederzien" voegt. Op den goeden uitslag van het Congres cn den voorspoed van de leden stelde de heer Lisman een dronk in, welke warm door de aanwezigen werd toegejuicht. De heer Méline, die bjj zjjn binnentreden door allen, die onder zjjn presidium op het vorig Congres vergaderden en thans hier tegen woordig waren, als het ware omstuwd werd en daarbjj het voorwerp was van bijzondere belangstelling, nam, terwyl do ster der orde van den Nederlandschen Leeuw zjjn borst sierde, hierop het woord om voor de vriende lijke woorden dank te betuigen tochten vele anderen daartoe eorder gerechtigd zjjn, als overtuigd voorstander en bevorderaar van deze Congressen durfde hjj dat woord van dank uitspreken. Slaagde het Parjjsche Congres, het dankte dit aan de medewerking van de vertegenwoordigers uit den vreemde, vooral uit Nederland, en allereerst aan den heer Bauduin, aan wiens kennis, karakter en wel willendheid hjj rechtmatige hulde bracht. Met liefde waren de leden gekomen in het land, dat zoo uitmuntende voorwa. rden aanbiedt voor de bevordering van den 1 jidb'Óuw. Per soonlijk kende hjj het land reeds, dat zooveel degelijke landbouwkundigen oplevert en waarin zoo grondig de landbouwzaken worden over wogen. Sedert zjjn verbljjf te Amsterdam, acht jaren geleden, had hjj een onuitwischbaren indruk van het land ontvangen, dat overal in zjjn groote werken den stempel draagt van het menschel jjk vernuft. Eenmaal hier geweest, wenscht men er terug te keeren. Gelukkig is het uur van scheiden nog ver verwijderd. Met hartelyken dank voor de vriendelijke ont vangst door het gemeentebestuur sprak hjj de beste wenschen uit voor den voorspoed en den bloei van 's-Gravenhage. Ook deze woorden werden levendig toege juicht. Nadat de heer Lisman met een „Leve het Congresvoor deze woorden dank had betuigd, werd de champagne rondgeschonken en ken nis aangeknoopt of hernieuwd. Na een half uurtje nam ten slotte de heer Bauduin het woord, om namens het Uitvoe rend Comité het Gemeentebestuur dank te zeggen voor de beleefde ontvangst, aan de Congresleden bereid. Den Haag moge geen middelpunt zjjn van landbouw, het is eene stad, waar men gaarne komt en gaarne het geld verteert, in den landbouw verdiend. Met groote voldoening zag hjj dat het Gemeente bestuur de waarde van het Congres erkende en van harte hoopte hjj dat het mocht bijdra gen tot verhooging van den bloei van dezen belangrijken tak van njjverheid. Namens alle leden betuigde hjj dank voor de gastvrijheid, door het Gemeentebestuur betoond, en niet minder voor de vriendelijke en schitterende wjjze, waanop de Kurhaus-directie dezen avond hare zalen had beschikbaar gesteld. Namens de directie noodigde hjj do leden uit het con cert in de Kurzaal bij te wonen, waaraan door zeer velen werd voldaan. Heden-, Maandag-ochtend, vingen de eigen lijke werkzaamheden aan. De groote zaal van den Zoölogischen Tuin was daartoe met groen en bloemen opgesierd. Het bureau van het Congres zat op eene verhevenheid. Tot de aanwezige gtnoodigden behoorden o. a. de ministers van waterstaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1