DAGBLAD.
N°. 8674,
Zaterdag .3 September.
A0. 1891
(Beze ^ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste B/ad.
Leiden, 4 September.
Feuilleton.
"eindelijk ontdekt.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maandenf 1.10.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1C regols f 1.05. Iedere regol meer f 0.17£.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het
incassooren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Ofliciëclo Kcnnissovingen.
Patentbladen.
De Burgemeester, hoofd van het bestuur der ge
meente Leiden, brengt ter kennis van de belang
hebbenden dat de pntentbladen van koffiehuis-
houders, slijters en tappers, dienst 1891/92,
voor de wjjken I tot en met IX, bij het college van zettere,
in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente,
op vertoon van het aanslagbiljet, waaruit ingevolge
art. 25, vijfde lid der wet van 21 Moi 1819 (Staatsblad
No. 34) moet blijken dat do helft van den aanslag
over het dienstjaar is voldaan, alsnog verkrijgbaar
zjjn op Vrydag 4 en Zaterdag 5 September
a. s., telkens des namiddags één tot drie uren,
terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafge
haalde patentbladen ter uitreiking moeten worden ge
geven aan de deurwaarders der directe belastingen
alhier, die voor hunne moeite mogen eischen tien
cents zonder meer.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
1 Sept. 1891. DE KANTER.
Pafcotbladen.
De Burgemeester, Hoofd van het Bestuur der ge
meente Leiden, brengt ter konnis van de belangheb
benden, dat de Patentbladen voord® gepatenteerden,
wonende in de Wijken I en II, over het dienst
jaar 1891/92, bij het College van Zetters, in eender
vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op
vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op
Vrij dag 4, Zaterdag 5, Maandag 7 en Dins
dag 8 Sept. a. s., telkens des namiddags vanéén
tot drie uren, terwyl na het verstrijken van dien
termijn de onafgehaalde Patentbladen
ter uitreiking moeten worden gegeven aan de Deur
waarders der Directe Belastingen, die voor hunne
moeite mogen eischen tien oents, zonder meer.
Leiden, Do Burgemeester voornoemd,
3 Sept. 1891. DE KANTER.
Bakens bij den Raad van State, voor de
gescliillen van bestuur, ingekomen koninklijk
besluit is de Rijks-subsidie over 1890 vast
gesteld als volgt: voor de school van de
Vereeniging tot instandhouding eener bijzon
dere school voor meer uitgebreid lager onder
wijs aan den Stillen Rijn alhier, op 1158.33.
Tot commissaris bij de Nederlandsche
Handelmaatschappij te Leiden is voor de vaca
ture, ontstaan door het overlijden van mr.
S. Le Poole, gekozen dr. D. Bierens de Haan.
Prof. Or. Schlegel, uit Leiden, woont
het Oriëntalisten-Congres te Londen bij.
Door'het prov. kerkbestuur van Drente
zijn tot de evangelie-bediening in de Ned.-
Herv. kerk toegelaten dr. J. D. De Lind van
Wijngaarden en A. L. Th. Van der Ven,
theol. docts., beiden van de universiteit te
Leiden.
In de vergadering van den gemeenteraad
te Rjjnsburg heeft de installatie plaats gehad
van de nieuwgekozen raadsleden.
Als wethouders werden verkozen de heeren
H. Van Egmond en J. Van Egmond Dz. De
vorige wethouders waren bij hunne periodieke
aftreding als Raadslid niet herkozen.
Tot predikant bij de Ned.-Herv. ge
meente te Sassenheim is beroepen ds. G.
Mannsveld, te Nichtevecht.
De prysuitdoeling en het kinderfeest op
de openbare scholen te Waddingsveen zijn
voor de leerlingen naar het meeste genoegen
afgoloopen. Op de R.-K. school had mede
van gemeentewege eene prjjsuitdeeling plaats,
terwijl deze op do school met den Bijbel,
wegens de invallende vacantie, op 8 Sept.
a. s. zal gehouden worden.
De gemeenteraad te Waddingsveen heeft
besloten tot opheffing dor commissie van
plaatselijk schooltoezicht, in te gaan met 1
October a. s.
De beide hoofden der openbare scholen al
daar hebben per request aan den gemeente
raad een subsidie aangevraagd tot wederop
richting der schoolbibliotheken, 't Is te hopen
dat deze zoo hoogst noodige en nuttige zaken
opnieuw aan de scholen zullen worden ver
bonden.
Ten gevolge van den uitslag van de
onlangs gehouden vergelijkende examens van
adspiranten voor eene plaatsing als volontair
bij den artillerie-cursus te Delft en den voor
bereidenden practischon cursus der militaire
school te Haarlem, komen de navolgende
jongelieden voor eene plaatsing b(j die inrich
tingen, op 1 October a. s., in aanmerking.
Artillerie cursusH. De Ranitz, P. A. Van
Leeuwen, P. Bakker, H. Harmsen, K. E.
Oudendijk en A. M. Valkenburg.
Voorbereidende practische cursus der mili
taire schoolG. R. Fauchey, J. L. M. Van
den Brandhof, D. J. Cramer, E. De Kruyff,
G. Haenen, J. Leyds, IC. Van Drunen, W. H.
L. Vogel, J. Gouwe, J. Steen, H. G. M. De
Jongh, J. Feitsma, H. Van Dam, W. Van
der Vlerk, H. C. B. Schregardus, M. G. Labrée,
W. J. M. Diekhof, L. Van de Pol, H. H. Bila
en C. J. Bruyn.
Aan den voor den dienst in OostTndié
bestemden officier van^gewondheid 2de kl. G.
Van Dorssen is, tot voortzetting zijner studiën,
drie maanden verlof verleend naar Freiburg.
De Staatscourant van 4 dezer bevat een
koninklijk besluit van 1 dezer, waarbij, °P
de voordracht van den Raad van ministers,
dd. 31 Aug., wordt bepaald dat de tegen-
woordige zitting van de Staten-Generaal zal
worden gesloten op Zaterdag 12 dezer, des
namiddags te 3 uren. De minister van binnen-
landsche zaken wordt gemachtigd, zich op
het vermelde tijdstip te begeven naar de ver
gadering der Staten-Generaal, ten einde in
eene vereenigde vergadering der beide Kamers
de zitting in naam der Koningin te sluiten.
B(j koninklijk besluit van 2 dezer is tot
voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, gedurende de zitting, die zal aan
vangen op den derden Dinsdag in September
1891, benoemd mr. A. Van Naamen van
Eemnes, lid van die Kamer. Sts.-Crt
H. M. de Koningin en de Koningin-
Rogentes vertrekken Maandag-ochtend per
extra-trein van het paleis „Het Loo" naar Arn
hem en vandaar per rijtuig naar Oostorbeek
en Renkum, om de militaire manoeuvres in
die omstreken in oogonschouw te nemen.
De Koninginnen zullen het 2de ontbijt op
het lustoord „Oranje-Nassau's-oord" gebruiken
en vóór het diner op „Het Loo" terugkeeren.
Hot plan bestaat bij eenige vrienden van
den afgetreden burgemeester van Amsterdam
de portretten van de heeren Van Tienhoven
en N; G. Pierson te laten schilderen, en die
aan te bieden aan de gemeente. Eene circu
laire zal met het oog hierop aan een deel der
burgerij worden gezonden.
Den 30sten October a. s. zal het 25 jaar
geleden zijn, dat de heer Haffmans tot lid
van do Tweede Kamer werd gekozen.
De „Apeld. Crt." deelt het volgende mede
Aan H. M. Koningin Wilhelmina was op
HDs. jaardag door Hare Koninkjyke Moeder
eene aardige verrassing bereid.
In den loop van den ochtend begaven zich
HH. MM. naar het chalet in liet Park, waar
kort daarna een overdekte wagen verschoen,
bespannen met 3 der ponny's. Bij het chalet
gekomen, werd halt gehouden, het omhulsel
van den wagen afgenomen en de vos-
ponny, het geliefde paardje „Baby" der
Koningin, daalde keurig opgetuigd van dien
wagen langs een hellend vlak, gespannen
voor eene sierlijke klein-model Noord-Holland-
sche sjees, terwijl zich in de sjees eene prach
tige zwoep bevond, keurig ingelegd met ivoor
tusschen de zilveren draden, waarmede de stok
omgeven is.
Deze verrassing word met groote ingeno
menheid door Koningin Wilhelmina ontvangen.
Onmiddellijk maakte zjj er een rit mede door
het Park en later nogmaals.
De sjees, Hollandsch model, is in één woord
prachtig te noemende hand van den kunst
schilder heoft genoemd voertuig tot een zeld
zaam prachtig geschenk gemaakt, en het tuig
is eveneens in overeenstemming hiermede ge
bracht.
De gemeentebegrooting van Amsterdam
voor het jaar 1892 sluit in ontvangst en in
uitgaaf met een bedrag van ƒ12,773,611,
tegenover ƒ12,121,111, het eindcijfer dei-
vastgestelde bogrooting voor het voorafgaande
dienstjaar 1891.
De raming der gewone uitgaven blijkt
652,500 moer te bedragen dan do som, voor
den loopenden dienst toegestaan, terwjl de
gewone ontvangsten, waaronder gerekend het
batige saldo van don dienst 1890, niet hooger
dan ongeveer ƒ9,270,000, dat is 148,900
meer dan voor 1891, zouden zjjn geraamd,
wanneer niet werd voorgesteld verhooging
van de plaatselijke directe belasting naar het
inkomen met pCt. en eene vorhooging op
het personeel mot 10 opcenten [met andere
woorden 3'/2 pCt. inkomstenbelasting en 85
opcenten op het personeel].
Tegenover eene slechts matige vermeer
dering der inkomsten stond derhalve eene
stijging der uitgaven tot oen buitengewoon
hooger bedrag.
Bjj koninklijk besluit van 30 Aug. jl.
zjjn ter zake van hun gedrag bj de krijgs
verrichtingen in At jeh, gedurende het jaar 1890
lo. bevorderd tot riddor 3de kl. dor Militaire
Willemsorde, de generaal-majoor H. K. F.
Van Teyn, on de majoor der infant. G. H. R.
Halewijn
2o. benoemd tot ridder 4de kl. der Militaire
Willemsorde: a. van dezeemacht: de luit. ter
zee 1ste kl. J. M. P. Kluit en de luit. ter zee
2do kl. C. J. Van der Ileggo Spies; 6. van
de landmachtde majoor der infanterie S. De
la Parra, do kapitein der inf. H. G. Willems,
de 1ste luit. der inf. E. G. O. Lange, de 2de
luit. der inf. H. N. A. Swart, de 1ste luit.
der cav. A. B. J. W. Posno, de kapitein der
art. M. B. Rost van Tonningen, de 1ste luit.
der genie F. A. C. A. Pels Rjjcken, (gedeta
cheerd geweest van het leger hier te lande),
de offic. van gez. 2de kl. dr. J. Van der Wal
en J. A. Tamson en de fuselier G. A. Vermeer;
terwijl daarbij voorts de eerosabel met hot
gebruikelijk opschrift is toegekend aan den
kapitein dor inf. H. F. C. Van Bjlovelt, en
bepaald is, dat bij afzonderlijke dagorders, zoo
in Indié als in Nederland, eervol zuilen worden
vermelda. van do zeomachtde 1ste luit.
der mariniers J. C. Schraver, de kwartierm.
F. J. De Buyzer, do marinier 1ste kl. E.
Heilbron, de matroos 1ste kl. C. Bakker, id.
61.)
„Gj zjjt een paar schooiers! Gemeene
kerels! Ik zal u, mijnheer de predikant,
laten oppakken, omdat gij mij belasterd hebt
Hoe had hij zich in zyne drift verpraat!
„Herr Steinhardt", zeide ik dadelijk, „de
platen werden, voor zoover ik weet, zonder
een enkel woord van verklaring, vertoond en
niemand kon zeggen of het voorgestelde op
werkelijkheid berustte. Maar uwe schuldige,
bevlekte ziel heeft u aangeklaagd. En zij
I spreekt aldusGjj zjjt de moordenaar van
uw compagnon Lacroix, en wat er van hem
over is, zal men, goed geborgen, kunnen
vinden onder dien omgevallen muur."
Hjj stond daar met geopenden mond en
z(jn forsch lichaam trilde; dol van woede,
maakte hjj eene beweging, alsof hy mij met
zjjne zware vuist verpletteren wilde, toen
Birley plotseling tusschen ons in ging staan.
„Kom, Manuel, dat niet 1 Zooals ik u reeds
vroeger eens gezegd heb, gij hebt nog niet
afgerekend met de wet en met Lancashire.
Gjj moest liever naar huis gaan, of ga naar
uwe proeven!"
„Dwaas!" riep hy uit, my nog steeds
aanstarende. „Idioot! Welk spoor van bewys
hebt gy voor die onzinnige beschuldiging,
welke gy my aanwryft?"
„Vooreerst heb ik een bewys, dat mynheer
Lacroix, vóór hy u in de fabriek opzocht,
hier is geweest om zyn ouden oom te be
zoeken."
„Zoo! Heeft die oude idioot eindeiyk zyne
spraak teruggekregen?"
Wy stonden allen verbaasd, Steinhardt
evenzeer als wy, over de uitwerking, welke
deze woorden op den ouden man hadden. Ik
had toevallig gemerkt dat hy gedurende dat
geheele voorval, yverig, hoewel met moeite,
geluisterd had. Vrees greep mu aan, alsof ik
een doode zag opstaan, toen hy opeens in
zijne volle lengte oprees en trillende van
ontroering trachtte te spreken. Dat kon hy
niet, maar bliksemsnel strekte hy zyn arm
naar de deur uit. Steinhardt keok hem met
open oogen aan, toen deed hy, alsof hy
heengaan wilde.
„Ga, Manuel; ga, man!" drong Birley by
hem aan, de deur openhoudende.
Hij ging zonder een woord te spre
ken en de oude man viel achterover in
zpn stoel en had weldra opgehouden
te leven.
XVII.
De afloop.
Birley bleef dien nacht in het huis van
Jacob. Toen ik naar huis ging, zag ik vol
verbazing, jn het eerst vol schrik, dat er
lichten dwaalden aan den overkant van do
rivier, dichtby de plek, waar tydeljjk het
graf van mynheer Lacroix geweest was.
Ik zag personen heon en weer gaanik hoorde
geluiden geluiden als van een houweel.
„Zjj breken het graf openriep ik uit en
besloot er heen te gaan. Ik liep vlug naar
de plek. By den omgevallen muur den
reusachtigen grafsteen van Lacroix, waar een
door de zonverbrand werkman op losbeukte
stonden in stille verwachting een dertig of
veertig mannen en jongens en een paar vrou
wen, met doeken om hare hoofden gewonden.
Velen van hen droogen het veelkleurige ge
waad der chemische fabrieken.
„Sla op die plek, waar gy dat gras ziet",
riep ik den werkman toe. Ik had snel het
besluit genomen om, daar ik liet werk niet
verhmderen kon, lien te helpen.
Toen ih djj, Zeide, keerden zich allen naar
mij oil. en zagen mij aan.
„Gy weet iets van de zaak. is het niet.
mynheer?" vroeg een van hen mjj.
„Iets", zeide ik.
„Ik geloof, mynheer Unwin", zeide een
oud man, wien ik herkende als den vader
van den man, by wiens sterfbed ik eenige
maanden geleden geroepen was, „ik geloof
dat, wat gy van avond met die platen ver
toond hebt, hetzelfde geval is, waarover mjin
zoon aan het ylen was."
Het was dus bekend, dat ik in die voor
stelling de hand gehad had.
Zwygend sloeg de man met het houweel
de steenen los, nu en dan een oogenbiik op
houdende, totdat eon ander -de brokken ter
zyde gesmeten had. Weldra had hy er een
gedeelte van opgeruimd en hy begon zorg-_
vuldig don grond open te hakken.
Men bracht hem eene spade en hy w/r rp
do aarde weg. En al dien tyd liet hei ou(je
ventilatietoestel zuchtende klaagton^ h'ooren
"alsof het onder den indruk wa-
van hetgeen
er gebeurde.
„Ik heb op iets gestel,,, riep de wk.
man uit, opeens op 10U(j0n()e me(. een9 g0.
jaagde, fluisterend-^ stem
Verscheiden^ ï,anaen Onderzochten nu de
opeptng.
{Wtrdl vervolg'!)