N°. 9653
Zaterdag; 15 Augustus.
A". 1891.
•Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 14 Augustus.
Feuilleton.
EINDELIJK ONTDEKT.
merken. -J op te
LEIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COÏÏRINTr
▼•or Loiden por 3 moondenf 1,19.
Franco per post1.4t.
Alkonderltjko Nommera,9.9$.
PRIJS DER ADVERTENTFÊN:
▼a* 16 regel* ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$.
drootere letters naar plaatsraimto. Voor bet
incasseereo buiten do stad wordt ƒ0.10 berekend.
■Hedennamiddag om twee uren waren op
bat Schuttersveld alhier aangetreden de beide
te dezer stede m garnizoen liggende bataljons
van het vierde regiment infanterie by gele
genheid der installatie van de drie nieuwbe
noemde officieren I. A. Leers, J. G. W. Leers
en M. II. Eyssell.
Toen een carré gevormd was, werden laatst
genoemden door den kolonel-commandant
Vogel, die eerst de manschappen had geïn
specteerd, toegesproken en beèedigd, waarna
zy door de overige officieren werden geluk-
gewenscht, de troepen, welke gecommandeerd
werden door majoor Bloem, de geweren
presenteerden en de muziek het "Wilhelmus
deed hooren.
De nieuwe tweede luitenants zjjn ingedeeld
resp. bij de 1ste cornp. 2de bat., 2de comp.
2de bat. en 2de comp. 4de bat.
Tot de op het terrein aanwezigen behoorde
ook de vader van de beide eerstgenoemde
officiereu, de gepensionneerde kolonel Leer3,
die mede veler gelukwenschen mocht ont
vangen.
In den omtrek, zoowel in de Aloëlaan als
angs den Singel, werd de plechtigheid door
eene groote menigte aanschouwd.
Na afloop daarvan werd nog eene militaire
wandeling door de stad gemaakt, ook om het
regiments-vaandel weer naar de woning van
den commandant terug te brengen.
De heer Th. D. "Willemse zal morgen,
15 Augustus, den dag herdenken, waarop
h(i 50 jaren geleden bjj de dd. schutterij
Averd ingelijfd- Gedurende al dien tijd is
hij onafgebroken bij de dd. schutterij alhier
- in functie geweeat en tot op heden is hjj er
nog werkzaam als mr. kleedermaker, met
-den graad van sergeant-majoor.
3 Dr. J. Verdam heeft verzocht tegen 1 Notj.
a. s. eervol te worden ontslagen als hoog
leeraar aan de gemeente-universiteit te Am-
terdam, ten govolge zijner benoeming tot
oogleeraar aan de rijks universiteit te Leiden.
In overeenstemming met het advies van
uratoren der Universiteit, stellen B. en "Ws.
an Amsterdam aan den Baad voor, het ge
raagde ontslag op de meest eervolle wijze
te verleenen.
Door den Baad der gemeente Zoeter-
woude i3 afwijzend beschikt op een verzoek
van den heer I. Plantfeber, onderwijzer aan
de openbare lagere school in de Heerenstraat,
om zijne jaarwedde, welke f 400 bedraagt,
te verhoogen.
Door denzelfden Raad i3 besloten aan het
bestuur van de bijzondere school te Leider
dorp eene jaarlijksche bijdrage van f 20 te
verleenen, uitsluitend tot betaling voor het
overzetten van de kinderen, wonende aan den
Hoogen Rijndijk en die genoemde school be
zoeken.
De pastoor van Stompwjjk herdenkt
morgen, Zaterdag, den dag, dat hij vóór 25
jaren tot priester werd gewijd.
Voor de akte Fransch, lager onderwijs,
is gisteren te 's-Gravenhage toegelaten de
heer A. Westerbeek, van Katwijk.
Zondag, 16 Aug. a. s., des voorm. te
halftien, hoopt de heer baron Van Doorn van
Westcapelle, van 's-Gravenhage, als voorganger
op te treden in de Ned. Herv. kerk te Oegstgeest.
Te Katwijk aan den Rijn stierf dezer
dagen op 71-jarigen leeftijd pator Optenoordt,
wiens heengaan zeer betreurd wordt. Hij was
een geleerd man. Vroeger doceerde hij rhetorica.
In het begin dezer week stierf te Leider
dorp, in een klooster, zuster Maria. Vóór hare
intrede in het klooster, nu 29 jaar geleden, was
zij, onder het pseudoniem Dorothea al9
Katholieke dichteres en novellenschrijfster,
am de lezers van de „Katholieke Illustratie",
den „Vincentius-Almanak" en andere tijdschrif
ten bekend.
Voor de betrekking van directeur der
gemeentelijke gasfabriek te Delft wordt voor
gedragen de heer C. P. E. Ribbius, directeur
der gemeentelijke duinwaterleiding aldaar.
Z. H. de groothertog van Baden, die in
de residentie vertoeft, is gisteren ten bezoek
geweest bij Hare Majesteiten do Koninginnen
op het Loo.
Het hoofdbestuur der Vereeniging „Trouw
aan Koning en Vaderland" heeft aan de bur
gemeesters der gemeenten in Nederland mede
gedeeld, dat zij in de gelegenheid zjjn, om op
12 September a. s. eene uitkeering te doen
aan degenen, die hen zijn opgegeven als gerech
tigden tot het dragon van het- Metalen Kruis
en de Citadel-medaille, en stellen z(j zich voor
ds bewijzen van uitbetaling aan de burge
meesters te doen toekomen, met verzoek die
te doen uitreiken aan de in hunne gemeente
gevestigde gerechtigden, en hopen zij de uit
betaling door tusschenkomst dor posterijen
te kunnen doen plaats hebben. Voorts hebben
zij by koninklijk besluit van 29 Juli jl. mach
tiging erlangd tot het houden eener algemeene
collecte, en verzoeke» zij den burgemeesters
eenige ingezetenen uit te noodigen, die zich
met het houden dier collecte willen belasten.
Gelijk bekend is, werd door de „Ver
eeniging tot Verbetering van den Volkszang",
te Amsterdam, eenige maanden geleden, uit
gegeven een gewijzigd „"Wien Neerlandsch
bloed" en een nieuw „Wilhelmuslied", beide
van de hand des heeren J. W. Van Dalfsen.
Het bestuur der Vereeniging heeft zich veel
moeite gegeven, om deze liederen in korten
tijd eene groote bekendheid te doen verkrijgen,
en het is in die poging uitnemend geslaagd.
In bijna alle dag- en weekbladen van allerlei
richting, welke in ons land verschijnen, zijn
de liederen opgenomen, terwijl in weinige
dagen meer dan tweeduizend aanvragen om
toezending van afdrukken der liederen bij den
secretaris inkwamen. Aan al die aanvragen
werd voldaan; van het verlof tot nadrukken
werd door enkelen gebruik gemaakt; door
sommige drukkers, particulieren en vereeni-
gingen zijn duizenden exemplaren verspreid
en in enkele nieuw verschenen liederbundels
werden de beide volksliederen opgenomen.
Gerust kan dus het bestuur verklaren, dat
zijn doel voorloopig bereikt is en het gewijzigd
„Wien Neerlandsch bloed" van de „Vereeniging
tot Verbetering van den Volkszang" alreeds
eene groote bekendheid in den lande heeft
verkregen.
Met het oog op den aanstaanden jaardag
onzer jeugdige Koningin wenscht het bestuur
thans weder de aandacht op deze liederen
te vestigen. Voor wie er tot nu toe geen
kennis mede maakte, bestaat nog steeds ge
legenheid gratis een afdruk te ontvangen,
op franco aanvrage bij den lsten secretaris,
den heer K. Van der Veen (Frederik-Hen-
drik-plantsoen No. 7, te Amsterdam.) Voor
het ontvangen van grootero getallen wende
men zich tot Gebr. Tuinzing, drukkers te
Rotterdam, die de liederen tegen billijken
prijs verkrijgbaar stellen.
Het bestuur der Vereeniging hoopt door
die maatregolen eene algemeene bekendheid
aan deze beide liederen te geven en aldus
hot doel der Vereeniging, de verbetering van
het volksgezang, ook door het bevorderen
der eenheid in de keuze van volksliederen,
een stapje nader te komen.
Bjj koninklijk besluit is benoemd tot
ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw, de kolonel G. L. Doorman, comman
dant van het 3de reg. veld-artillerie.
Benoemd tot adjudant in buitengewonen
dien9t van H. M. de Koningin, de luitenant-
generaal C. D. H. Scheider, inspecteur der
artillerie.
De gewone audiëntiën van de ministers
van binnenlandsche zaken en van waterstaat,
handel en nijverheid zullen aanstaanden
Zaterdag 15 dezer niet plaats hebben.
Uit het Gemeenteverslag over 1890.
Het aantal fabrikanten en werkbazen, die
door beschermde personen in hunne fabrieken
of werkplaatsen arbeid in den zin der wet
lieten verrichten, bedroeg ongeveer 86.
Enkele malen werd door den Burgemeester,
krachtons art. 5 der wet, vergunning verleend
om gedurende hoogstens 2 achtereenvolgende
dagen, den arbeid van kinderen beneden den
wettelijken leeftijd of van vrouwen tot 9 uren
te doen voortduren, terwijl in een enkel spoed-
eischend geval door den werkgever verlenging
van voornoemden termijn aan den Commissaris
des Konings in deze provincie werd aange
vraagd.
Een der agenten van politie is speciaal
belast met het doen van inspectiën, terwijl
in het afgeloopen jaar 40 werkplaatsen zijn
bezocht.
De ingevolge art. 15 der wet door bestuur
ders of hoofden van bedrijven gedane kennis
gevingen van aan personen in hun dienst
overkomen ongelukken werdon geregeld aan
den betrokken Inspecteur van den Arbeid
medegedeeld. Uit het onderzoek, ingesteld naar
de oorzaken en gevolgen dier ongelukken,
bleek dat zij meestal moesten worden toe
geschreven aan eigen schuld of onvoorzichtig
heid van den persoon, die door het ongeval
was getroffen; in enkele gevallen waren zij
te wijten aan een noodlottig toeval, slechts
hoogst zelden aan onvoldoenden toestand van
het materieel in de fabriek of werkplaats.
In den loop van 1890 werd 35-maal kennis
gegeven van een in den zin der Arbeidswet
bodoeld ongeluk.
Vanwege de politie wordt een nader door-
loopond onderzoek ingesteld aangaande den
afloop van het ongeval, en van den uitslag
daarvan, met bijvoeging van alle bijzonder
heden, werd steeds aan den Inspecteur van
den Arbeid in de 3de inspectie te Haarlem
kennis gegeven.
Gedurende het tijdvak van 1 Januari tot
en met 14 October 1890 worden van en naar
Leiden door den Staatsspoorweg (Leiden-
Woerden) vervoerd
77595 reizigers. Opbrengst f 81514.42
258545 K. G. bestelgoed 5718.6S
21136254 K. G. vrachtgoed 35047.50
21276 stuks paarden en vee 5759.98
5 stuks rijtuigen 73 96
In de periode van 15 October ultimo De
cember 1890:
29.)
„Ik geloof dat uw hoer iets beter wordt,
John", zeide Louiso.
„Ja", zeide John, „ik geloof het ook, juf-
_frouw 1 M)j dunkt, hjj kon nog wel weer zoo
llir.k worden, als hij was, voordat de andere
mynheer naar Londen ging."
Toen ik het dorp doorging naar mijne
woning, dacht ik na over deze woorden van
Johnhoe „flink" dacht ik, was de oude
Jacob geweest, vóór zijn neef naar Londen
ging? Als hij zijn spraakvermogen kon terug
krijgen, zou bij iets belangrijks aangaande
hem vertellen kunnen?
VUL
2-5 Maart 1882.
Wjj beiden, juffrouw Lacroix en Ik, wacht
ten ongeduldig op nieuws van Freeman uit
London. Van dag tot dag wachtte ik cp e6n
brief; en dag op dag, als ik haar ontmoette
óf in de hut van oom Jacob óf bij d9 kleme
rots bü Timperley-Hall, moest ik haar zeggen
dat er nog geen brief gekomen was. Zjj begon
spoedig teekenen te geven van die diepe
teleurstelling, waartoe een jong meisje zoo
dikwijls komt by het voortdurende en onbe
paalde uitstellen eener gekoesterde hoop. In
mijn pogen om haar moed in te spreken gaf
ik myzelven ook moed, door te gelooven dat
eene alles beheerschende macht dit geheim
in hare hand hield en er een grootsch doel
mede voor haden dat alleen, om het later
met meer kracht en uitwerking te openbaren.
En telkens weer verlangde ik er naar, haar
in myne armen te mogen sluiten en haar te
mogen verzekeren, dat, wat er ook mocht
gebeuren, ik altyd haar toegenegen minnaar
en dienaar zou zyn, maar ik voelde te goed,
dat zoo iets niet ging, dat hot niet edel zou
zyn haar myne liefde op te dringen, terwyi
zy zoo geheel opging in eene zaak van meer
belang. Daarom legde ik myzelven eene strenge
terughouding op en zag uit naar den dag,
waarop haar blik vanaelf aioh op my richten
zou, als op den hoofdpersoon in het oplossen
van het. raadsel, dat haar zoo lang had be
klemd. Maar haar gezelschap vervulde my
met genot voor het tegenwoordige en met
hoop op de toekomst.
Op zekeren avond, toen ik haar ont
moette op den heuvel, werden wy beiasy
verrast door den helderen, vollen zang van
een vogel.
„Is dat een merel?" zeide ik fluisterend.
Zy luisterde ademloos en genoot met volle
teugen.
„O", fluisterde zy op het laatst, „het is een
nachtegaal het is een nachtegaal" en het
arme meisje begon te snikken.
„Hoe kan zoo'n Kef klein vogeltje zóó ver
van zyn weg afgeraakt zyn naar deze ver
schrikkelijke plaats?"
Ik luisterde, byna even bewogen als zy.
Ik was ook overtuigd, dat het een nachte
gaal was en ik zag en voelde duidelyker
dan ooit, welk een afkeer en verlatenheid
haar het leven in Timperley-Hall moest dosït
gevoelen.
Dit inziende verlangde ik hoe lan ger hoo
meer, om haar daaruit te verlosse'., en h.aar
de vroolijkheid ea het genot, zc,o eigen aan
de jeugd, terug te geven'aaar te brengen in
het onschuldige genot Tan een zonnigen
hamel, van groene velden en schaduwrijke
bosschen, welh^^gmj <joor het der vogelen.
Na genotvol eenige minuien naar het be
koorlijk^ gezw^t geluisterd te hebben, gingen
wü samen verder, elkaar ons genot vertellende,
Het pad van de t otsliep achter Timperley um e-a
voerde langs twee of drie kleine neftf^jiijjp.^
Het verraste ons, toen wy by onze nadering
u t een dezer huizon muziek en zang hoorden
van ongewone schoonheid. Het werd juist
donker; het licht eener lamp scheen door een
der vensters, waar de luiken nog niet voor
gedaan waren, en wy zagen duideiyk een man
by de piano zitten en naast hem stond een
meisje, slank en lenig van houding, hare
hand op zyn schouder leunende. Zy zong zoo
helder en liefiyk als een vogelhet was een
liedje, dat toen zeer in trek wa3, genaamd
„Ode aan den Ryn."
Toen wy voorbygingen, eindigde het lied
en de speler keerde zich omwy zagen zyn
gelaat en riepen:
„Wel, het ia Frank I"
Dus dit was do reden van zyne onver
schilligheid voor de schoonheid en droevige
aanvalligheid van Louiso! Die ontdekking, ik
moet het bekennen, gaf mij zekere voldoening;
want het is eenigszins onaangenaam voor
iemand, als hy weet dat de bekooriykheden,
welke aya hart gewonnen hebbep, geer, in
vloed uitaeff.nen op een qnder, die
schools ;n Ja gelegenheid is pgj .m.
TVordt vervolgd.)
V