Burgerlijke Stand.
Gemengd Nieuws.
De opbrengst der Noord-Zuid-
Holl. Stoomtramweg-Maatschappy Haarlem
Leiden bedroeg in Juli 1891 ƒ9148.12 en
in Juli 1890 9754.72. Sedert 1 Januari
1891 ƒ55,734.46 tegen ƒ57,191.411/, over
hetzelfde tijdvak van 1890.
Men meldt uit Katwijk aan Zee:
Toen de stoomtram van hier naar Leiden
dezer dagen van het strand het dorp inreed,
geraakte de laatste personenwagen in eene
kromming van den weg uit het spoor. Aan
een hoekhuis gekomen, waarin een timmer
manswerkplaats zich bevindt, liep de wagen
in een venster en veroorzaakte groote schade,
daar hy een deel van den muur indrukte.
Daar de wagen ledig was, bemerkte men
het ongeval niet en bleef de locomotief voort-
stoomen, waardoor de wagen, welke was
blijven haken in den muur, letterlijk uit el
kander getrokken werd.
De oorzaak van dit ongeluk schrijft men
hieraan toe, dat de baanveger daar ter plaatse
wel 't losse zand uit de rails verwijderd had,
maar dat er door den regen, welke des nachts
was gevallen, nog hard zand in was over
gebleven.
Een merkwaardig verschijnsel
doet zich dezer dagen te Rypwetering in de
vogelenwereld voor.
In een boom nabij de woning van den vee
houder L. Straathof aldaar had een kleine
vogel, misschien een roodborstje, zijn nest
gebouwd. Van dit nest maakte ook een koe
koek gebruik, om er een ei in te leggen en
dit verder naar koekoeksgebruik aan zijn lot
over te laten. Het ei werd door het roodborstje
uitgebroed en het jong trouw door het lieve
diertje verzorgd. Vóór veertien dagen viel de
jonge koekoek uit het nest en daar h\j nog
niet kon vliegen, bleef hij op den grond spar
telen.
Dit werd door L. Straathof opgemerkt. Deze
nam den vogel op, plaatste hem in eene
groote kooi, waarvan de openingen in de traliën
ruim twee cM. breed zijn, en hing die aan
de buitenzijde van den muur zijner woning.
Het duurde niet lang of het roodborstje kwam
met een wormpje in den snavel op de kooi
aanvliegen, werkte zich er door en voorzag
den koekoek van dit wormpje. Van dien tijd
af tot heden heeft dit dagelijks dikwijls plaats
gehad, en ofschoon de koekoek thans reeds
vrij groot is en waarschijnlijk al vliegen kan,
gaat het roodborstje steeds met zijne trouwe
verzorging voort.
In het O o s t e n rjjksche Wolfgang-
meer kwam deze week een geneesheer van
80 jaren om het leven, met eene boerin en
een meisje, dat hem over het meer zou roei6n.
Hij was door de boerin geroepen bij een zieke
en de roeiboot kwam in botsing met eene
stoomboot en sloeg daardoor om. De kapitein
der stoomboot sprong in het water en slaagde
er in den geneesheer onmiddellijk boven water
te brengen, maar hij was door de schroef der
stoomboot aan het hoofd gekwetst en overleed
na korten tijd.
Uit herhaalde proefnemingen is
gebleken, dat de machinist van den trein uit
Joinville, waardoor onlangs het schrikkelilk
ongeluk' te Saint-Handé veroorzaakt werd,
zeer goed dien trein tijdig tot staan had
kunnen brengen, indien hy slechts van het
ramtoestel had gebruik gemaakt. Dat dit vol
strekt niet onklaar was, gelijk hy beweerde,
is thans uitgemaakt.
Kort na de ramp had zich te Parijs het
gerucht verspreid, dat de markies De Mont-
ferrato zich onder de slachtoffers bevond. Men
grondde dit vermoeden op het feit, dat naast
den gewaanden markies eene jongedame ge
vonden werd, die een visitekaartje ten name
van „Markiezin De Montferrato" in den zak had.
Het is gebleken dat het gevonden lijk niet
was dat van den markiesdeze laatste heeft
zelf een brief geschreven aan het blad „La
Tribuna'', waarin hy verklaart dat hy zich
volkomen gezond bevindt en volstrekt niet in
den verongelukten trein is geweest. De iden
titeit der jongedame, die het bewuste visite
kaartje by zich droeg, is tot nu toe nog niet
vastgesteld.
De onderchef te Vincennes, die in hechtenis
werd genomen, is thans weder voorloopigop
vrije voeten gesteld.
Uit Rusland. Een deel der
stad Swyaschk is afgebrand. Nauwelyks het
tiende deel der verbrande have was verzekerd.
De overheid stond 4000 roebels toe tot leni
ging van den eersten nood. De gouverneur
van Kazan is er aangekomen om te beraad
slagen over mogeiyke hulp van Staatswege.
Zestien Zuid-Russische Israëlietische fami-
lién zyn te Bochara aangekomen. Zy hadden
Palestina weder verlaten en wilden zich in
Transkaspië vestigen, maar mochten niet.
Men leest in de Transvaalsche
„VolksBtem" van 7 Juli:
Sequah, de beroemde wonderdokter, is nu
hard bezig met zyne verrichtingen te Pretoria.
Eiken namiddag en avond is hy met zyn
wagen op het Kerkplein, alwaar hy dan tan
den trekt en raadgevingen mededeelt, alles
voor niet. Het is eene aardigheid om te zien
hoe hy de tanden als in een oogwenk en
schynbaar zonder eenige inspanning of pyn
trekt. Hy maakt geene aanspraak op boven-
natuuriyke krachten óf voor zichzelven óf voor
de geneesmiddelen, welke hy verkoopt, maar
toch moeten, volgens zyn zeggen, zyne mid
delen wonderlyk snelwerkende en veelomvat
tende geneeskrachten bezitten, vooral voor de
vele krankheden, ontstaande door de nieren en
lever, en hy onderneemt om de ergste gevallen
van zinkings en dergelyke kwalen met onge-
loofiyke snelheid te genezen.
In W e s t - V i r g i n i a is weder de
lynchwet toegepast. De heer Brumfield had
een Italiaan, die zich aan diefstal schuldig
maakte, op heeterdaad betrapt en een schot
op hem gelost. De vrienden van dezen zwoe
ren wraak, vielen onlangs de woning van den
heer Brumfield aan en brachten hem met
vrouw en kinderen om het leven. De moorde
naars namen de vlucht. Volgens de laatste
berichten is de politie hen op het spoor en
was zy by eene poging tot inhechtenisneming
gedwongen te schieten, waarby acht der
Italianen gedood werden.
De P a r y s c h e p ol i t i e h e e f t z i ch
meester gemaakt van eene bende jonge in
brekers, tusschen elf en vyftien jaren oud.
Zy huisden in eene verlaten steengroef van
Perreux, waar men eene menigte horlogos,
juweelen, schilderyen, meubelen en levens
middelen enz. aantrof, die deze jeugdige deug
nieten uit verschillende woningen en zelfs
uit de kerk van Perreux geroofd hadden.
Aanvoerder was zekere veertienjarige Vincent
Legrand, dien de agenten 's nachts te Nogent
aan de Marne op een hoop vuilnis slapende
hadden aangetroffen en aan wiens met moeite
afgeperste bekentenissen men het te danken
had, dat de overigen werden gevat.
Te Parijs zyn Dinsdag opééns
al de 10,000 pneumatische klokken blyven
stilstaan, precies te 12 uren. O,* het plein
der Republiek was eene der met saamgepersie
lucht gevulde buizen gesprongen. Eerst te
middernacht waren de 20,000 wyzers weder
aan den gang.
In de vroeger vermelde vrees e-
ïyke zaak van den te Strabin doodgehonger
den gevangene, een 25-jarigen doofstommen
bedelaar, dien men in voorloopige bewaring
genomen en vergeten had, heeft het ge
rechtshof te Troppau vonnis gewezen. Het
bleek dat do ongelukkige zich stukken uit
de handen had gebeten om zyn honger te
stillen. De burgemeester Johann Schmied, die
den sleutel van het cachot ontvangen bad
en wist dat er een arrestant was, maar een
voudig dagen en dagen lang den sleutel be
hield, zonder te informeeren hoe men by den
gevangene kwam, is tot eene maand, de hoef
smid Curda, die den man liet gevangen zetten,
tot 2, en zyn knecht, die den sleutel haalde
by den politie dienaar (die ziek was), en dien
by den burgemeester terugbracht, tot 4 weken
gevangenisstraf veroordeeld. Zy hebben allen
appèl aangeteekend.
Een Leidenaar door Sequah genezen.
De roem van Sequah, den wonderdokter,
die te Rotterdam optreedt om dat deel der
menschheid, dat lydende is aan rheumatiek,
van zyne dikwyis ondraaglyke pijnen te ver
lossen, is ook doorgedrongen tot het Neder-
landsch Atheen, dank zy vooral den rytoer,
door den esculaap door de Rotterdamsche
straten gehouden en den berichten, welke de
geheele pers omtrent hem heeft opgenomen.
Menschen, die vooringenomen zyn tegen
alles wat vreemd is en uit den vreemde
komt, hetgeen van Sequah wordt veronder
steld, hechten ten eenenmale geen geloof
aan genezing door dien „vreemden snoes
haan." Zy zeggen dat het hem enkel maar
te doen is om tleschjes te verkoopen en dat
hy daarom zooveel beweging en reclame
maakt, die de goedgeloovigen verblindt en
hunne verbeelding zelfs zulke parten speelt,
dat zy hunne pynen voor een poosje niet
meer gevoelen. Nu, anti-Sequahgezinden, dit
is ook al wat waard, al is het dan maar
voor een poosje!
Maar luistert, tegen- en voorstanders van
den wonderman, en ook gy, neutralen in deze
geneesquaestie, luistert vooral, gy, lijdenden
aan rheumatiek, naar wat wy hebben hooren
verhalen van een inwoner onzer gemeente
onB zeer goed bekend, maar wiens naam wy
liever, om 's mans vreugde niet voor een
deel door aanvallen met mond en oogen van
nieuwsgierigen en belangstellenden weg te
nemen, niet vermelden die door Sequah
werd behandeld en dat met het gunstigste
gevolg 1
Denkt niet, gy, kwaaddenkenden, dat Sequah
in dit artikeltje, hetzy rechtstreeks, hetzy
middeliyk, de hand heeft. O neen, Sequah
wist er niets van, dat we hem vandaag zoo'n
dienst gingen bewyzen. Dus: „Wee hem, die
hier kwaad van denkt!"
De Leidenaar, die allengs tot het besluit
kwam dat van Rotterdam alleen heil voor
hem te wachten was, deelde op den dag der
jongste gemeenteraadsherstemmiDgen aan
zyne naaste betrekkingen mede dat hij er
dan maar eens op los zou gaan, om van de
rheumatiek in een zyner beenen bevryd te
worden.
Hy begaf zich dan ook, na bekomen ver
gunning van die bloedverwanten, naar de
Rotte-stad en richtte zyne schreden naar het
„Verkooplokaal," waar Sequah eiken avond
zitting houdt. Tal van politie-agenten aan de
buitendeur trachtten elkeen, die nog binnen
kon geduld worden, veilig het percedoinnen
te loodsen, zoo ook onzen stadgenoot.
Als door eene gunstige beschikking ont
moette hy dra den wonderman, die hem in zyne
vreemde taal, door een tolk verstaanbaar
gemaakt, vroeg of hy óók lydende was,
waarop bevestigend werd geantwoord. Er
ontspon zich een gesprek en ten slotte no
teerde de tolk naam en adres van den sol
licitant naar genezing, hem tevens mededee-
lende dat het dien avond kl te druk was c-n
dat hy den volgenden avond maar moe-t
terugkomen. Dan zou hy geholpen worden.
De Leidenaar ging naar huis met het vaste
voornemen gehoor te geven aan 's tolks raad.
Ook den volgonden avond slaagde onze
vriend er in vry spoedig het lokaal binnen
te komen, waar hy eindelyk zoo gelukkig
was den dokter en den tolk te naderen. Zy
hielden zich alsof zy onzen stadgenoot met
meer kenden (misschien herkenden zy hein
ook niet vanwege de kennismaking met zoo-
velen), maar toen deze den tolk herinnerde
aan zyne aanteekeningen, ging er een licht
voor hen op. Het was beloofd; hy meest dan
maar volgen.
Zyn been was zichtbaar aangedaan. Met
geenszins vluggen tred volgde hy iemand,
die er zóó slecht aan toe was, dat hij moest
gedragen worden. Deze werd eerst geholpen.
Daarna werd den niet meer jongen Leide
naar verzocht, ten aanschouwe der verza
melde menigte, het trapje te beklimmen, dat
leidde naar het hooger dan de zaal gelegen
terrein der geneeskundige verrichtingen. Weer
was 't het been aan te zien, dat het niet was
als andere, gezonde beenen.
Met luider stemme werd naam, woonplaats en
beroep van den rheumatiek-lyder verkondigd,
met de vraag er by of iemand uit het pu
bliek hem ook soms kende. Enkelen riepen
Ja, ja! De ïyder moest getuigen dat hy leed.
Alsnu werd by door een gordyn aan den
blik der toeschouwers onttrokken, voor zoo
veel noodig van kleederen ontdaan en hem
de vereischte liggende houding gegeven. Ver
volgens kreeg hy iets te drinken en daarna
werd het bewuste been ingewreven met eene
vloeistof, welke verkoelend werkte. Onmid-
dellyk daarop begon de wonderdokter, onder
toezicht van een gewonen geneesheer, het
been, waarop nog roode plekken van trek
pleisters geconstateerd werden, te wryven
met Sequahs wonderdadig geneesmiddel. Met
dat wryven ging het er duchtig naar toe;
zelfs gebruikte Sequah er den elleboog voor.
Het been werd heet als vuur. De man kon
niet stil blyven, maar dat was geen bezwaar,
want de muziek begeleidde, ja overstemde
zyne smartkreten.
Na lang wryven moest de patiënt maar
eens zeggen of hy nog wat voelde, en, eerlyk
als deze is, verklaarde hy dat de pyn wel
minder, maar nog niet verdwenen was.
Dan nog maar wryven 1 Nog zoo'n krach
tige behandeling en de pyn was weg en
bleef weg.
Hoezee! Nu aangekleed en voor het publiek
getreden, naam en woonplaats nogmaals ver
meld en verklaard en getoond dat hy genezen
is! Getoond, want hem werd verzocht eenige
gymnastische en aan groote vroolykheid
ra—aan*—tmm
doende denken bewegingen te maken, welke
hy inderdaad kon uitvoeren als in de dagen
zyner jeugd.
Inmiddels werden de fleschjes, vry groot
van stuk en slank van gedaante, te koop
aangeboden. Tal van handen ontmoetten die
des gewonen dokters, die de flesschen aan
reikt en daarvoor de ryksdaalders in ontvangst
neemt. Van vóór in de zaal reizen de flacons
over de hoofden naar achteren, van achteraan
gaan de ryksdaalders van hand tot hand
naar voren!
Die dokter is het ook, die personen, die
minder talent hebben om door te sluipen dan
onze stadgenoot of dat ten eenenmale niet
kunnen, een recept van toegang tot Sequah
geeft, in ruil voor een gulden.
De held van dit stuk behoorde tot degenen,
wien gratis hulp werd verstrekt. Zelfs een
paar flacons, één met de in te nemen, de
ander met de te verwry ven vloeistof, in reuk
en smaak overeenkomende, werd hem ter
geschenke gegeven. Ongetwyfeld zal hy, zoo
lang de pyn wegblyft, dit souvenir in hooge
eere houden.
Het was ondertusschen reeds laat geworden,
zuó laat, dat de genezene vreesde den trein
naar Leiden te zullen misloopen. Hy had
echter nog niet op zyne herkregen vryheid
van beweging gerekend en „haalde" den trein
wel, zoodat de zynen hem nog vóór zy ter
ruste gingen konden hooren gewagen van de
groote dingen, aan zyn been geschied.
Onze stadgenoot pryst Sequah en wie zou
dat in zyne plaats niet doen?
Sequah schynt wel iets, dat naar een wonder
zweemt, te kunnen uitrichten, al is hij dan
ook niet in staat armpjes en beentjes aan te
brengen, waar die ontbreken, zooals sommige
Rotterdamsche moeders hebben gemeend.
Het blijft evenwel nog de vraag of zyn
middel, met „eigen hulp" aangewend, dus
zonder 's dokters elleboog, resultaat zal hebben.
Mochten er echter stadgenooten zyn, die
geen baat hebben gevonden by Sequahs be
handeling, dat zy ons dat dan mededeelenl
Op onze beurt kunnen wy het dan ook ter
kennisse brengen, niet omdat wy jaloersch zyn
op Sequah, maar ter wille van do eerlykheid.
Programma van muziekuitvoeringen.
MUSIS SACRUM. Zondag 9 Aug., te half-
acht, te geven door het Stafmuziekcorps van het
4de Regiment Infanterie, directeur: de heer Gottfried
Mann. Eerste afdeeling: No. 1. „Do Subline no
Ridicule", Marehe, Mann; 2. Ouverture zur Oper
„C-zaar und Zimmermann," Lortzing; 8. Traum-Wa\-
zer, C. Millöcker; 4. Fantaisie de l'Opéra de Thomas:
„Lc Songe d'une Nuit d'Eté", Buyesens. Tweede
afdeelingNo. 5. OuvertureRuy Bias", Mendels
sohn; 6. „La Corte de Granada", Fantaeia Morisca,
li. Chapi; 7. a. Meditation adaptée au lr. Prélude
de Bach, Gounodb. Spanischer Tanz No. 5. (arr.
C. Lau), M. Moszkowski; 8. Fantaisie de l'Opéra de
Eosaini: „Guillaume Teil", Mann.
ZOMERZORG. Dinsdag 11 Aug. te half&cht.
Haimonie-Concort, te geven door het Stafmuziekcorps
van het 4de Regiment Infanterie, directeur: de heer
Gottfried Mann. Eerste afdeeliDg: No. 1. Marsch
van de Utrechtsche Shelfish-Club, J. Wagenaar; 2.
Ouverture: „La Petite Mariéo", Ch. Lecocq 3 Sou
venir de l'Opéra: „Rigoletto", G. Verdi; 4. Rêverie.
Adagio, H. Vieuxtemps; 5. Fantaisio de l'Opéra de
Bizet: „Les Pccueurs de Perlea", A. Seidel.
Tweede AfdeelingNo. 6. Ouverture zu „Athalfc",
Mendelssohn; 7. „La Corte do Granada", R. Cb%>i;
8. a. Preludio en Siciliana uit de Opéra „Cavallerm
Rusticana" (Op verzoek), Pietro Maecagni; b. „Le
Ros8ignol", Valse-Ariëtte, (1ste Uitvoering), Léo
Délibes; 9. Fantaisie über Motive aus E. Wagner's
„Lohengrin", (Op verzoek), Mann.
Aangekomen Badgasten te Katwijk aan Zee.
„Hotel du Rhin"De hoeren F. C. Gay, H. K.
Loud, J. H. Francken, A. P. M. Van Oordt, C. Eck
stein, de heer en mevr. A. Ernst-, 2 d., 1 z. en 2
diensth., de heer B. Kleij, de heer en mevr. Lam
mere, 2 d. en 2 dienstb., de heer en mevr. Lam
ping en 1 dame.
Groot Badhotel: de lieer J. B. Mechanicus, G. Jr
Corts, de heer en mevr. L. Liebur Wijnmalen, mevr.
H. Wendelsohn, mej. M. Dumsweg, mevr. Boncel de-
MauregnaultVan Doorninck.
Hotel „Pension", Van TellingenMojn. M. A. en
M. C. Reesse, mevr. Jansen en 4 k.
Villa C. Kruyt: De heer J. K. C. Sneltjee, de heer
en mevr. J. C. W. LegnerBarnown.
Hotel „Zeerust": Mevr. wed. C. J. Westermann
Heinze, de damos S. M. en J. C. Weeterman en 2
Jongehde heer Bloembergen Schultze, de beer 6n
mevr. mr. De CroockewitQuintus, 3 k. en dienstb.
Wijk B 143: Mej. J. A. Van Deventer.
Wijk C 127Jongeh H. en jongejuffr. E. Usee!
de Schepper.
Wijk C 166De heer en mevr. mr. N. S. T. Van
Menrs en 2 doohtess.
Wijk C 89 Mej. Van Driens en 2 k. van de. Van
Brakel.
Wijk C 127: Mej. E. H. Van Sillewoldt bd jongeh.
M. Furstner.
Wijk D 153 Prof. J. Devos.
Wijk E 3 De heer en mevr. Th. Laves.
Hotel „De Roskam"De heerea Aug. Pfaltz eD
Carl Piepho.
OEGSTGEEST. Geboren: Geertrnida, d. van
1). Warners en J. C. Wassenaar. Maria, d. van
J. J. Guldemond en J. Treur. Arie, z. van J-
C. Van Egmond en N. Verboon.
Gehuwd: A. Segaar 25 j., wedDr. van A. v. d.
j Lof, en M. Ravensbcrgen 26 j.