N°. 964-7.
Woensdag 5 Augustus.
A®. 1891a
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 4 Augustus.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 8 maandenl.lt.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIËN
Ten 16 regelt ƒ1.05. Iedere regel meer 0 17fj.
Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor hofc
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berokoucL
De Vereeniging „Kennis is Macht" alhier,
■svelke voor allen, die den leeftijd van zestien
jaren bereikt hebben, dus niet enkel voor
handelsbedienden de gelegenheid openstelt
zich te bekwamen in het Nederlandsch,
Fransch, Duitsch, Engelsch en het boekhouden,
bestaat reeds ruim vijftien jaren en neemt
steeds in bloei toe. Zij voorziet in eene be
hoefte en heeft dus recht van bestaan. Door
de oprichting van een Leesgezelschap kunnen
hare leden verschillende binnen- en buiten-
landsche tijdschriften en boekwerken in lezing
krijgen en zich daardoor op de hoogte houden
van alles, wat hun op wetenschappelijk en
handelsgebied van nut wezen kan.
Jongelieden beneden de zestien jaren worden
in de gelegenheid gesteld het op de school
geleerde te onderhouden op de „Voorbereidende
school" der Vereeniging, in 1882 opgericht.
De nieuwe cursus van „Kennis is Macht"
vangt weldra weer aan, zooals in dit blad
geplaatste advertentiën ter kennis brachten.
De tjjd van aanmelding nadert. Men late de
gelegenheid niet ongebruikt voorbijgaan
Menigeen heeft reeds eene goede betrekking
gevonden, dank zij het vanwege „Kennis is
Macht" genoten onderwijs.
Bij de heden gehouden herstemming ter
verkiezing van vier leden voor den gemeente
raad alhier werden ingeleverd aan het:
lste bureel (Stadhuis) van de 741 k. 419 bilj.
2de (Den Burcht) 777 401
3de (School Mare) 840 444
Te zamen van de 2358 k. 1204 bilj.
Bij de vorige verkiezing (op 21 Juli) waren
ingeleverd: aan het lste bureel 435, aan het
2de bureel 422 en aan het 3de bureel 488,
te zamen 1345 stembiljetten.
Onze stadgenoot prof. Ten Brink woonde
het historisch-archaeologisch congres te Brussel
bij en bij het feestmaal zat hij aan de eere
tafel aan, die door graaf Goblet d'Alviella
werd gepresideerd.
In de 17de zitting dor Algemeene Synode
kwam bericht in van dr. H. G. Hagen, pred.
te Leiden, dat hij zjjne benoeming als lid der
Algemeene Synodale commissio aannam.
In behandeling is gekomen het verslag vol
gens art. 19 van het regl. op het hoogor
onderwijs enz., ingediend door de kerkelijke
hoogleeraren te Leiden, Utrecht, Groningen
en Amsterdam, over den staat van hooger
onderwijs in de godgeleerdheid vanwege de
Ned.-Herv. kerk.
Uit dit verslag bleok, dat te Leiden op de
lijsten voor de verschillende colleges door een
getal van 13 tot 17 studenten was geteekend
en dat door sommigen van dezen de lessen
getrouw, door anderen minder geregeld bijge
woond werden.
Te Utrecht geschiedde zulks bjj sommige
colleges door gemiddeld 15 a 20, bij andere
door 20 a 25 studenten, waaronder ook eenige
Duitsche studenten, waarvan getuigd wordt
dat de lessen vrij getrouw gevolgd werden.
Te Groningen door gemiddeld 20 en van
Amsterdam wordt zonder opgave van getal
getuigd, dat daar alle colleges ook in dezen
cursus zeer getrouw bezocht werden.
Te Leiden werden 15 voorbereidende kerke
lijke examens, waaronder één met ongunstigen
uitslag, afgenomen en werden 12 voorstellen
gedaan; te Utrecht 15 examens, waarvan
één met ongunstigen uitslag, en werden 14
voorstellen gehouden en zouden vóór het begin
der vacantie nog 4 examens plaats hebben;
te Groningen 4 examens, terwijl 4 voorstellen
werden gehouden; en te Amsterdam 6 exa
mens, alle met gunstig gevolg en werden
evenveel voorstellen gehouden.
Do Synode heeft het volgend telegram ge
richt aan de Koningin-Regentes:
Mevrouw!
Op het voor Uwer Majestoits Huis en het
volk van Nederland zoo heuglijk feest Uwer
geboorte nadert de Algemeene Synode der
Nederlandsche Hervormde kerk eerbiediglijk
Uwe Majesteit ter aanbieding van hare op
rechte gelukwenschen. Zfl doet dit met oot-
moedigen dank aan God Almachtig, die aan
Uwer Majesteits loven weder een jaar toe
voegde, en met de hartgrondige bede, dat het
Hem moge gehagen Uwe Majesteit tot in
lengte van dagen te sparen, Haar daarbij
gezondheid, kracht en wijsheid schenkende
om het schip van den Staat, met vaste
hand, tot heil der natie te besturen en het
gewichtige werk der opvoeding van Harer
Majesteits Dochter, Neerlands geliefdeKoningin,
gelukkig te voltooien.
Koningin Wilhelmina heeft hare moeder,
op haren verjaardag, eene aardige verrassing
bereid. Geheel uit eigen ingeving en zonder
dat men het ten paleize had bemerkt, had
onze jeugdige Koningin den heer Bisschop
verzocht hare beeltenis te schilderen, ten einde
die aan hare moeder te kunnen aanbieden.
De gevierde schilder heeft zich op uitne
mende wjjze van zjjne taak, welke ditmaal
zeer moeilijk was, gekweten.
Het portret is levensgroot, ten voeten uit.
De Koningin is gekleed in een kleed, dat
wjjlen de Koning haar bijzonder gaarne zag
dragen, nl. eene navolging van een gewaad
van Amalia van Solms; een wit satijnen on
derkleed, rjjk met edelgesteenten bestikt,
daarover een opperkleed met de bekende pof
mouwen, van rose brocaat, met goudstoffen
randen, fraai geborduurd, afgezet. Om den
hals draagt de Koningin den historischen,
hoog opstaanden guipurekraag en een snoer
groote paarlen, terwijl op het opperkleed een
diamanten borststuk is aangebracht. In de
hand draagt zjj een veeren waaier.
Op den achtergrond van hot schilderstuk
zjjn de koninklijke wapens en de naam en
jaarcijfers van de Koningin geschilderd. Ter
zijde van haar staat eene tafel, waarop een
opengeslagen boek, dat het portret van Willem
den Zwijger vertoont. De jeugdige trekken
onzer Koningin zjjn op het portret, ondanks
de eigenaardige kleeding, uitstekend weerge
geven. (Vad.)
Namens den burgemeester te Bodegrave
is aan het bestuur der vereeniging „Mantefiore"
te Rotterdam eene som van 150.03 ter hand
gesteld, zijnde het bedrag eener in eerstge
noemde gemeente gehouden collecte ten be
hoeve der Russische verdrukte Israëlieten.
In het „Hotel des Indes" te 's-Graven-
hage is aangekomen de kapitein in Deenschen
dienst Tychsen, die hier te lande, met ver
gunning van den minister van oorlog, eenige
geniewerken zal bezoeken.
De gewone audiëntiën van de ministers
van financiën en van oorlog op Donderdag 6,
en die van den minister van marine op Vrjjdag
7 dezer zullen niet plaats hebben.
Het stoomschip „Soerabaia", van Rotter
dam naar Batavia, is 2 Aug. Gibraltar ge
passeerd; de „Didam", van Nieuw-York naar
Amsterdam, passeerde 1 Aug. Scilly; de
„Maasdam", van Nieuw-York naar Rotterdam,
is 3 Aug. Prawlepoint gepasseerd; de „Prins
Alexander", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 3 Aug. Gibraltar; de „Zaandam"
arriveerde 31 Juli van Rotterdam te Balti
more; de „Amsterdam" vertrok 1 Aug. van
Nieuw-York naar Rotterdam; de „OraDje-
Nassau", van West-Indië naar Amsterdam,
arriveerde 3 Aug. te Havre; de „Prinses
Amalia", van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 2 Aug. van Aden; de „Prins Hendrik",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 2
Aug. te Southamptonde „Prins van Oranje",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 2 Aug.
van Djeddah; de „Rotterdam," van Amster
dam naar Nieuw-York, passeerde 3 Aug.
Lizard; de „Soenda", van Batavia naar Am
sterdam, arriveerde 2 Aug. te Marseille; de
„Veendam," van Rotterdam naar Niouw-York,
passeerde 2 Aug. Lizard.
Het feest der oud-strijders.
Slot
Gedurende het concert kon in bussen go-
offeid worden tot bevordering van het onder-
steuningswerk van behoeftige oud-strijders
een beroep op de bekende liefdadigheid onzer
landgenooten, dat, te oordeelen naar de op
brengst, zooals gewoonlijk niet tevergeefs
bleek te z(jn.
Na den vauxhall in den Dierentuin hebben
de Metalen-Kruisridders gedurende den nacht
hun bivac opgeslagen in de verschillende
hotels, logementen en kosthuizen, welke door
de zorgen van het uitvoerend feestcomité,
daarbij krachtig bijgestaan door de heeren
officieren van het garnizoen, leden der
feestcommissie, voor de van elders gekomen
oud-strjjders waren beschikbaar gehouden.
Den volgenden, Zondag-ochtend, moesten de
oudgedienden reeds vroeg uit de veeren, want
er werd appèl gehouden op het Plein 1813,
voor het monument, dat gowjjd is aan de
herwinning onzer onafhankelijkheid. De bij
eenkomst van belangstellende oud-strijders, en
hun aantal was groot, beoogde eene hulde aan
Koning Willem I.
Te dien einde stelden zich de oud-krijgers
in een kring rondom het gedenkteoken op en
toon plaatste zich de onvermoeide president,
baron d'Ablaiug, voor het front zijner troepen,
om door het spreken van een gepast woord
aan aller tegenwoordigheid op deze riek
wijding te geven.
Wijzende op den Vorst Koning Willem
I wiens beeltenis hier in metaal voor
aller oog verrees, bracht de voorzitter in her
innering hoe toenmaals uit den mond van
dien souverein het Voorwaarts klonk, dat
aller harten deed trillen en een zoo groot
gedeelte der bevolking vrijwillig naar do
wapenen deed grijpen.
Een driewerf hoezee steeg nu uit de ge
lederen der mannen, die aan 's Konings roep
stem in die dagen gehoor hebben gegeven,
omhoog, waarmede deze gedachtenis-hulde
een einde nam.
De stoet zette zich nu in beweging naar de
Groote Kerk, maar hield op weg nog stil bij
het Ruiterstandbeeld van den Zwijger, in het
gezicht van welk standbeeld de voorzitter
eeno warme ontboezeming hield ter herinne
ring aan de nagedachtenis van don giond-
logger van het geslacht der Oranjes, aan
wie Nederland zoo groote verplichtingen heeft
en welke dynastie, hetzij onder de vroeger
daaruit gesproten regeerders, hetzij onder de
opvolgende koningen van ons Stamhuis, zoo
veel gedaan heeft voor onze vrijheid en onaf
hankelijkheid.
En den blik richtende naar het tegenover
gelegen Koninklijk Paleis, bracht de spreker
in herinnering hoe gisteren de verjaardag van
onze Koningin-Regentes in de residentie en
alom in den lande gevierd werd, om te be
sluiten met een luid hoezee op de beide
Koninginnen.
Bij hunne komst in de Groote Kerk vonden
de strijders het ruime bedehuis gevuld met
eene belangstellende schare uit de stad.
Geen enkel plaatsje was onbezet, op de
galerijen, de zijbanken, den orgelomgang, ja
zelfs in de gangen hadden de overtalrjjke
belangstellenden zich verzameld.
Als voorganger trad op ds. H. L. Oort,
eveneens gelijk zoovelen zijner toehoorders
versierd met het Metalen Kruis.
Spreker begon zijne rede met er op te
wjjzen hoe het 60ste herdenkingsfeest aan
de gebeurtenissen tijdens de Belgische woelin
gen alom in den lande bijval had gevonden.
Voor geen klein deel zal hiervan wel de
oorzaak zijn geweest dat juist de herdenkings
dag van den tiendaagschen veldtocht samen
valt met don verjaardag van onze gehelde
Koningin-Regentes.
'tWas, zeide spr., eene aangename uitnoo-
diging, die tot mjj gericht werd, hier heden
voor u op te treden, want, waarom zou ik
het ook verzwijgen, een oud man spreekt nog
gaarne eens over de gebeurtenissen zjjner
jeugd, en vooral over die herinneringen, waar
aan men met blijdschap terugdenkt.
Maar dit is niet de eenige reden, waarom
het verzook voor mi) zoo aangenaam was.
Er is iets gewichtigere. Het was de gedachte,
die my streelde, dit feest in een Godshuis
te vieren. Want daar voornamelijk kan men
getuigen: „De Heer hoeft groote dingen aan
ons godaan." Vooral bjj het herdenken van
den dag van 5 October 1830, toen de Koning
het „Te wapen" deed hooren, toen was het
„met God voor Vaderland en Koning" dat wij
naar de grenzen snelden. Als wjj nu terug
denken aan den strijd, die eenigen tjjd later
volgde, mogen wij ons beroemen op ce trouw
van God, die Hij in die dagen aan ons heeft
betoond.
Aan het einde zijner rede, waarin spr. ook
eenige bijzonderheden van den tiendaagschen
veldtocht besprak, smeekte de eerwaarde
predikant in een gebed 's Hemels zegen af
voor ons Vaderland en voor onze beide
Koninginnen.
Een plechtig oogenblik was het, toen op
verzoek van den grijzen godsdienstleeraar
zjjne toehoorders gezamenlijk het vierde cou
plet van ons Volkslied staande aanhieven.
Krachtig klonk het „Bescherm, o God, bewaak
den grond" door de kerkgewelven.
Na het uitspreken van de zegenbede ver
lieten allen het kerkgebouw, onderwijl het
orgel het „Wien Neerlandsch bloed" bleef
doorspelen.
Na afloop van de godsdienstige plechtig
heid werd in optocht, aan het hoofd waarvan
tamboers en hoornblazers dor schutterij gingen,
oen bezoek gebracht aan het standbeeld van
Willem II, op het Buitenhof. Ook hier werd
om dit gedenkteeken een carré gevormd,
dat ingesloten werd door eene haag van
nieuwsgierigen en belangstellenden, en voerde
de oud-vrijwilliger baron d'Ablaing weer het
woord.
By de herdenking van den tiendaagschen
veldtocht mocht de Prins van Oranje, de
dappere opperbevelhebber, niet vergeten
worden.
Als hulde zijner gedachtenis st6lde hij
voor oen driewerf hoozee aan te heffen. Alzoo
geschieddo onder trommelslag en trompet
geschal.
Ter vereoring van den held werd aan het
standbeeld een prachtige mot de linten der
eereteekenen van 1830 '32 versierde lauwer
krans achtergelaten, welke, onder het gejuich
van allen, die van deze gedachtenisviering
getuigen waren, aan het gevest van de
sabel werd gehangen.
Reeds bjj het verlaten van de Groote Kerk
viel de regen bij stroomen, zoodat de gang
naar het standbeeld een optocht var. regen
schermen mocht heoten. Voor het gedenk
teeken overviel den betoogers eene zware
stortbui, welke het verdere gedeelte van den
feestdag dreigde in hot water te doen vallen.
Gelukkig dreef de bui voorbij, ja, kwam
het Oranjezonnetje, hoewel slechts flauw,
door de wolken gluren tegen den tijd, dat de
parade ter gelegenheid van den verjaardag
van H. M. do Koningin-Regentes zou ge
houden worden.
Op het uur, besterad voor de parade, was
de Maliebaan aan alle kanten omzoomd door
toeschouwers en nieuwsgierigen.
Bjj deze parade word alle eer bewezen aan
de oud-strijders, die in 2 kolonneB opgesteld
werden. De vlaggen der corpsen van de
universiteiten Leiden en Groningen en van