N°. 9641 Woensdag 29 Juli. A0. 1891, <§eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- sn feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 28 Juli. l^euilleton. EINDELIJK ONTDEKT. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Vow Loiden por 5 maoade»f 1.1#. Ftunoo per post1.40. Aifionderlijbo Nommers.0.66. PRIJS DER ADVERTENTEÊN Va* 1—regel» ƒ1.06. Iedere regel meer f0.1T%. Gwotere lettere naar plaatsruimte. Voor hst iucasseereD bviten de stad wordt ƒ0.10 berekend. OMcieele Eennisgorlngen. Oproeping in werkelljken dienst van Jlilleien-Verlofgargers der lichtin gen van 1987, en 1899. Burgemeester en Wethouders van LeideD, Gezien de Circulaires van den Hoer Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland, van den lGden en den 29sten April 11., A. Noa. 1188 ou 1307 (2de afd.), Provinciaal Blad No. 23 en No. 30; Brengen ter kennis van de navolgende in dezo gemeente gevestigde milicien-verlofgangers der lich tingen van 18S7, 1888 en 1889, dat zij, krachtens art. 125 der Militiewet. onder de wapenen worden geroepen en daartoe op de hier-' onder vermelde dagen, des namiddags vóór vier uren, bij hunne corpsen tegenwoordig moeten zijn, in uniform gekleed en voorzien van al de voorwerpen van klee.ing en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, alsmede van verlof pas en zakboekje, zullende de opgeroepen maoschap- pen op de mede hierond< r aangewezen tijdstippen in het genot van onbepaald verlof worden hersteld, als: die behoorende tot het Regiment Grenadiers en Jagers, het 4de, het 7de, het lste, het 5de en het 8ste Regiment Infanterie, lichting 1888, van 10 Augustus tot en met 11 September 1691; het 2de, het 3de en het 6de Regiment Infanterie, lichting 1887, van 17 tot en met 29 Augustus; het 2de. hot 3de en het 6de Regiment Infanterie, liclitiug 1888, van 14 tot eu met 26 September; het 2de, het 3de en het 6de Regiment Infanterie, lichting 18S9, van 28 September tot en met 10 October; het lste Regiment Vcld-artillerio, lichting 1888, van 18 Augustus tot en met 15 September; het. 2de Regiment Yold-artillerie, lichting 1888, van 12 Augustus tot en met 15 September; het Coi-ps Rijdende Artillerie, lichting 1888, van 10 Augustus tot en met 12 September; het Corps Pontonniers, 2de Compagnie, lichting 18S8, van 10 Augustus tot en met 12 September; het lste Regiment Yesting-artillorie, 3de, 4de en 8ste Compagnieën, lichting 1889, van 10 Augustus tot on met 12 September; het lste Regiment VestiDg-artillerie, 10de Com pagnie, het 2de Regiment Vesting-artillerie, 2de, 4de, 6de, 7de en 10de Compagnieën, lichting 1889, van 24 Augustus tot en met 26 September; het 3de Regiment Vesting-artillerie, lste, 6de, 7de, 9de en 10de Compagnieën, lichting 1889, van 10 Augustus tot en met 12 September; het 3de Regiment Vesting-artillerie, 2de, Sde, 4do, 6de en 8s»e Compagnieën, lichting 1889, van 14 Sep tember tot en met 17 October; het 4do Regiment Vesting-artillerie, lste, 8de, 8ste en 10de Compagnieën, liclitiog 1889, van 7 September tot en met 10 October; het 4de Regiment Vesting-artillerie, 2de en 9de Compagnieën, lichtiDg 1889, van 28 September tot en met 31 October; het 4de Regiment Vesting-artillerie, 11de Com pagnie, lichting 1889, van 17 Augustus tot en met 19 September; het Corps Genietroepen (de Vesting-telegrafisten uitgezonderd), lichting 1888, vau 24 Augustus tot en met 26 September; de lste en 2de Compagnieën Hospitaalsoldaten, lichting 18S8, van 10 Augustus tot en met 11 Sep tember 1891 dat bedoelde miliciens mitsdien wordtnuitge- noodigd, zich op Donderdag den Gden Augustus aanstaande, des voormiddags tusschen 10 en 12 uren, voorzien van hun zakboekje, aan te melden ter plaatselijke Secrotarie, tot liet ontvangen van aan wijzing van do plaats waai been zij zicli hebben te begeven en van het huu eventueel toekomende dag geld of passage-biljet; en dat, bijaldien ziekte of andere wettige redenen hen mochten verhinderen aan deze oproeping te voldoen, zij daarvan tijdig ter plaatselijke Secretarie behooren kennis te geven, in het eerste geval onder overlegging eener geneeskundige verklaring. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 28 Juli 1891. E. KIST, Secretaris. Vergadering ?an den Gemeenteraad tan Lei den, op Donderdag 30 Juli, des namiddags te 2 uren. Punten ter behandeling: 1°. Benoeming van eene Commissie van drie leden voor het nazien Yan de Gomeente-rokening over 1890. 2°. Idem van drie Curatoren van het Gymnasium. (162) 3°. Voorstel tot aanvaarding van het geschenk, door de erven van wijlen Mr. Johan Van Buttinglia Wichers aan de gemeento aangeboden. (145) 4°. Vtrzoek van W. H. Bierman, om vrijstelling of torugbetaling van schoolgeld, Hoogere Burger school voor Jongens. (159) 5°. Idem als voren Yan N. W. Hofs'ede. (167) 6°. Idem als voren van J. A. K. H. W. Vogel. (167) 7°. Voorstel betrekkelijk de verhuring vau de be weiding van het Schuttersveld. (160) 8°. Idem betrekkelijk de tijdelijke aanstelling van twee leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (161) 9°. Idem tot aanschaffing van bonzeilen. (163) 10°. Verzoek van Gebr. Van Wijk en Co. tot ver nieuwing van eene waterloozing en plaatsing van een filtreerbalc. (164) 11°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van de Schutterij voor 1891. (165) 12°. Suppletoiro staten van begrooting en staten van af- en overschrijving, dienst 1890, van het B.-K. Wees- en Oudeliedenhuis en het R.-K. Armbestuur. (166) 13°. Idem van liet H. G.- of Arme Wees-en Kinder huis. (16G) 14°. Suppletoire begrroting, dieDst 1891, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (166) 15°. Verzoek van J. Kwakernaak, om een duiker te leggen door den Zijldijk en een grindbak in de Zijl te plaatsen. (168) 16°. Idem van Dr. J. J. Hartman, om ontslag als Conrector van het Gymnasium. (170) Toezegging van beroop naar Wieringer- waard is ontvangen door den heer B. D. Eerd- mans, thee!, docts. alhier, die voor Eonigen- burg en Hensbroek en Heer Hugowaard heeft bedankt. Voor de eerste maal is Zondag aan de „Vink", by Leiden, onder voorzitterschap van den heer Sunier, door 35 hoeren van Zwitsersche afkomst feestelijk het zeshonderd- jarig atichtingsfeest van den Zwitssrschen Bond herdacht. De consuls van Amsterdam en Rotterdam waren tegenwoordig. Men heeft besloten ook in on? land gelijk elders voort aan dien dag jaarlijks feestelijk te herdenken. Twee batterijen van het 2de reg. veld.- artillerie, uit het kamp bij Oldebroek terug- keerende, zullen Woendagochtend aanst. en twee andere batterijen Woensdagmiddag aanst. te Amersfoort aankomen per extra- treinen, om vervolgens naar hunne garni zoenen, 'a-Gravenhage en Leiden, te ver trekken. De beide batterijen van het lste reg. veld artillerie, te Amersfoort in garnizoen, vertrek ken dienzelfden ochtend van Amersfoort naar het kamp by Oldebroek, om aldaar tot 14 Au gustus aanat. te verblyven. De heer J. C. G. Gobius du Sart, pre dikant te Benthuizen, maakte, na afloop van de Zondagmorgen-godsdienstoefening, z(jne gemeente bekend, dat by bet beroep naar Eemnes-Buiten aangenomen heoft, en dat hy dientengevolge voor de op hem uitgebrachte beroeping naar Westmaas had bedankt. Ds. G. Ringnalda, te Utrecht, is beroepen naar de Ned.-Herv. gemeente te Oudshoorn. De groothertog van Saksen wordt reeds 2 Augustus te Schoveningen in het Hotel „Kurhaua" verwacht. De prins van Anhalt-Dessau is heden om 12 uren 10 min. met zpne gemalin uit Den Haag naar Amsterdam vertrokken. De heer P. N. Van der Brugge ia op zyn verzoek met 1 September a. s. eervol ontslagen uit zyne betrekking van leeraar aan de Hoogste Burgerschool voor jongens te 's Hage. Naar men verneemt, zal het derde of scbrifteiyk gedeelte van het notarieel examen worden afgenomen opVrydag 21 Augustus a. s. De 2de luitenant van het 3de regiment huzaren Taunay wordt met 1 November over geplaatst naar Amersfoort. De heer R. O. Van Manen, hoofdingenieur van 's Ryks waterstaat in Noord-Holland, is door den keizer van Duitschland benoemd tot ridder 3de kl. der orde van de Kroon van Pruisen. Volgens een gerucht voor welks juist heid wy echter niet instaan zou de voor bereiding tot het samenstellen van hot Kabinet, met welke de burgemeester van Amstordam, de heer Van Ttenboven, zich zou belast hebben, niet zyn geslaagd. Haagsch Dbl By koninklijk besluit is dr. W. Everts, directeur dor eerste afdeeling van het bis- schoppeiyk seminarie te Roermond, benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw; en zijn de hreren J. J. Groeve, lste custos by de Koninklyke Academie van Weten schappen te Amsterdam, en E. Gerdes, letter kundige te Doetmchem, benoemd tot broeder in die orde. Op last van den minister van oorlog zyn by de corpsen der lste divisie inf., welke den 25sten Aug. do legerplaats by Zeist zullen betrekkeD, commissies van officieren benoemd ter voorbereiding van de militaire feesten, by gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin in die legerplaats te houden. Op die dagen zullen er behalve de groote parade geene andere oefeningen plaats hebben. Naar aan de „Amst. Crt." uit Den Haag wordt gemeld, is er ernstig sprake van om den aftredenden minister van financiën, door mr. H. Cooman Borgesius, den liberalen afge vaardigde van Zutfen, te doen vervangen. De heer Noordtzy te Kampen verzoekt aan de „Amsterdammer" mede tedeelen, dat het bericht betreffende zyn voornomen om het Kamerlidmaatschap neer te leggen ten behoeve van een der thans in het ministerie zitting hebbende anti-revolutionaire leden onjuist is. De heer Noordtzy zal zelf het hem opge dragen mandaat vervullen. Het stoomschip „Koningin Emma," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 28 Juli van Port-Said; de „Sumatra," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 27 Juli Dun- goness; de „Prinses Marie," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 27 Juli van Perim. By koninklijk besluit is benoemd tot griffier by bet kantongerecht te Neuzen, mr. A. W. Van Everdingen, advocaat. Met ingang van 15 Augustus a. s. benoemd tot burgemeester d9r gemeenten Stad- en Ambt-Ommen, T. M. Wentholt, burgemeester der gemeente Steonwyk, met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking. De leeraar by het kon. instituut voor de marine te Willemsoord J. G. R. Vos, met ingang van 1 Sopt. a. s., eervol uit die be trekking ontslagen, onder toekenning van zoodanig wachtgeld, als waarop hy zal bevonden worden aanspraak te hebben. In zynen rang overgeplaatst by den gene- ralen 3taf, de kolonel K. Eland, van het wapen der genie, thans directeur van de Ilde afdeeling der krijgsschool. Verleend de volgende pensioenen, als aan A. Klumpers, wed. G. J. Spenkelink, commies 3de klasso by 's Ryka belastingen, ƒ80; A. Pieterse, wed. J. C. Pulles, zich genoemd hebbende Pullis, brieven- en telegrambesteller, 128; N. De Wit, wed. M. Hietborg, brieven besteller, 200. 2.) Mijne oogon waren nu gewoon geraakt aan de duisternis, en ik bemerkte een voet pad, dat door het veld naar den weg scheen te voeren. Ik sloeg dit in, denkende dat ik daardoor een eind loopens zou uitwinnen. Maar al spoedig vond ik tot myne spyt dat de kortste weg over het land nog niet de vlugste is. Ik ging voort over het vochtige gras, soms ook over iets anders dan gras, en begon iets te ruiken van de verkwikke iyke landelyke geuren, en myne opgeruimd heid steeg eenige graden. Ik kwam langs een laag, zwart, bouten gebouw, en veron derstelde dat het een koestal was; ik hoorde de dieren in den stal aan hunne kettingen trekken en hun voedsel kauwen. Langzamer hand bevond ik my weder op een tamelyk goeden weg, kwam langs eenige alleenstaande villauchtige huizen (aan één waarvan ik aan klopte en naar den weg vroeg), en kort6n tyd daarna, strompelend en plassend door modder en sintels, genoeg om een mensch wanhopig te maken, kwam ik uit op den hoek van het dal, waar Timperley lag. Ik stond stil en zag om mij heen. Zulk een schouwspel had ik nog nooit te voren gezion. Ik luisterde en voelde de koortsach tige haast van het ieven der Lancasbiresche nyverheid. Het snorren en gonzen van dui zenden assen, het snelle tikken en stooten van schietspoelen en weefgetouwen ou het regelmatig zuchten en ademhalen van reus achtige werktuigen, vermengd met het rui- scben van water en het moeilyk bygen van eene of andere stoommachine, als van eeu betooverden geest uit de Dn.zend-en-één-nacht. In bet eerst was ik niet in staat om uk te maken in welke van de verschillende groepen gebouwen beneden my da geluiden thuis behoorden. Aan myne rechterzijde stond eeLe fabriek, verscheidene verdiepingen hoog, wel ker helde-e vensters teruggekaatst worden in de glinsterende oppervlakte van een vyver, op welks rand, treurig eu somber, eenige verschrompelde boomen stonden. Links van my lag eene groep lange, lage gebouwen met glazen daken, welke met hunne glinsterende ruggen er uitzagen als monsterachtige, lig gende draken uit voorwereldiyke tydon. Ver derop in het dal stond eene andere groep gebouwen, gehuld in eene wolk van stoom. Recht vóór my lag eene fabritl. half in puin, zonder dak en kaal, met haren kiemen klokke- toren eu haren grooten schoorsteen, welke scherp afstak legen den hemel; daarachter was eene andere onregelmatige groep gebou wen. Een dozyn hooge schoorsleenen wieipen hun rook in de zwavelachtige lucht, welke doordrongen was van eene soort van gloed niet sterk genoeg om de duisternis te ver drijven, maar toch genoeg om de rivier, welke door cie vallei kronkelde, to doen glinste ren als eene zwarte, reusachtige slang. Nu en dan werden de fornun monden geopend en gloeiden met woosten glans, torvry! spook achtige tongen van akelige v'amm&n nrar boven sloegen. Terwgl ik toezag, werd ik door afschuw azngogrepen. Ik riep my in het geheugen der profeten bescuryving in het Oude Testa ment van het dal van Hinnom of Topheth, waarin de menschen offerden aan vreemde goden, en hunne zonen en aochteron dwon gen om „door het vuur te gaan voor Moloch." Dit hier voor my was voorzeker een geheim van den nieuweren tyd, waarin de zonen en dochtoran van Engeland gedwongen worden te gaan door het vuur van den Moloch van Rykdom en den Baal der aliesverslindende Industrie. En ten-, yi ik zoo toezag en hierover na dacht, stortte de klokketoren van de fabriek voor my mot een luiden slag naar 'oeneden en daar steeg op in de lucht, om met andere geluiden zich te vermengen, het doordrin gende schreeuwen van varkens en het hin niken van paarden. Ik was niet verwon derd; ik was a's hot ware eenigszins voor bereid om my niet te verwonderen ovoriets, wat dan ook, dat in deze streek voorviel. Evenwel ging ik haastig de helling af langs eon ruw pad, en vond den weg naar het dal en hot dorp. Ik hoorde stemmen en zag een kleinen onp menschen by de bouwvallige fabriek, maar de rivier, zwart en kwaiyk- riekend, was tusschen hen en my, zoodat ik myne nieuwsgierigheid onbevredigd moest laten. Ik vervol-de m«n weg het dorp in, dat, naar ik vond, lag achter de fabriek met de veie verdiepingen in de richting der ope ning van het dal, dichtby den straatweg, waarlangs ik had moeten binnenkomen. Ik had, om zoo te zeggen, myzelven binnen gelaten door eene achterdeur. Yéór ik goed en wol in het dorp was, kwam ik langs eene verzameling lage gehouwen met blinde muren naar de zyde van d6n weg, waaruit geeu geluid van leven of arbeid kwam. [.Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1