N°. S640.
Dinsdag Juli.
A0. 1891.
ge ze £cnrant wordt dagelijks, met uitzondering
van -Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 27 Juli.
Feuilleton.
De parel Tan Helgoland.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUS DEZER COURANT:
fwr Leid«a p«r t muodra1.1A
Frano* per postLM.
AisonderltiLe Nommen.0.65.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Tu 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer ƒ0.11)}.
Qf»oter» lettere neer pleatsraimte. ▼oer bet
inceseoereo bruten de sted wordt ƒ0.10 berekend.
Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede dat er dringend behoefte bestaat aan
nieuwe bonzeilen ter vervanging van die, welke
door het veelvuldig gebruik versleten zijn.
Zoowel in het belang der gemeente als voor
belanghebbenden, die van de zeilen eer. druk
gebruik tegen betaliDg maken, is het wen-
schelük dat tot de aanschaffing van een zestal
bonzeilen wordt overgegaan, waarvan de
kosten f 250 zouden bedragen.
B. en Ws. geven derhalve in overweging
tot de aanschaffing van die zeilen te beslui
ten en art. 112 der begrooting voor den loo
penden dienst met bovengenoemd bedrag te
verhoogen.
Evenmin als bil de commissie van fabri
cage bestaat er bij B. en Ws. bezwaar tegen
de inwilliging van het verzoek van do firma
Gebrs. Van Wijk Co., om de bestaande
waterleiding van hare fabriek aan de Hooge-
woerd naar den Kieuwen Rijn te vernieuwen
en om een filtreerbak te plaatsen.
Zij geven den Raad derhalve in overweging
de gevraagde vergunning te verleenen ondor
de in het rapport der commissie van fabricage
voorgestelde voorwaarden.
Tevens berichten zjj dat het onderzoek van
den staat van af- en overschrijving op de
begrooting van de dd. Schutterij alhier, over
het jaar 1S91, tot geene bedenkingen heeft
geleid. Z(j stellen mitsdien voor dezen staat
voorloopig vast te stellen.
Bij Raadsbesluit van 28 Augustus 1890
werd bet college van B. en Ws. gemachtigd
tot de tijdelijke aanstelling over to gaan van
twee leeraren aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens en wel van een leeraar voor
het Hoogduitsch op oone jaarwedde van f 100
en een leeraar voor de wiskunde en de mecha
nica op eene jaarwedde van f 1200.
Vermits, blijkens het rapport van de com
missie van toezicht op de scholen voor middel
baar onderwijs, met den aanvang van den
nieuwen cursus wederom althans ééne der
hoogste twee klassen zal moeten worden ge
splitst, geven zij in overweging, hun college
te machtigen om, zoo noodig, de bovenbedoelde
tijdelijke aanstelling van twee leeraren, in dit
geval de hoeren J. W. Leen en H. Breuning,
voor één jaar te verlengen.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van W. H. Bierman, majoor bij het
2de regiment-veld-artillerie, die zich in April
in deze gemeente heeft gevestigd, deelen
B. en Ws. den gemeenteraad mede dat de
zoon van adressant den 9den April j.l. tot de
Hoogere Burgerschool voor Jongens is toe
gelaten, zoodat zij in overweging geven aan
adressant vrijstelling of terugbetaling van
schoolgeld te verleenen voor zijn zoon, leerling
der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over
de laatste twee kwartalen van den cursus
1890/91.
Ten gevolge van het door curatoren van
het gymnasium zeer betreurd overlijden van
dr. J. J. Cornelissen, in wien zij een kundig
en ijverig lid van hun college verliezen, zal
in de daardoor ontstane vacature moeten
worden voorzien. Overeenkomstig art. 28 der
Verordening van 5 Juni 1S79, doen zjj den
Raad de volgende aanbevelingslijst van twee
personen toekomen: lo. dr. J. Van Leeuwen
Jz. en 2o. mr. H. L. Drucker.
Tevens ontstaan met 1 October a. s. in hun
college twee vacatures door de periodieke
aftreding van mr. C. Cock en dr. T. Zaaijer,
ter vervulling van welke vacaturen zjj de
volgende aanbevelingslijst van twee personen
aanbieden: lo. mr. C. Cock en mr. F. Was;
2o. dr. T. Zaaijer 6n dr. E. F. Van Dissel.
B. en Ws. geven den gemeenteraad in
overweging goed te keuren
a. de suppletoirs staten van begrooting en
de staten van af- en overschrijving, dienst 1S90,
van het R.-K. Wees- en Oudeiiedenhuis en
het R.-K. Armbestuur.
b. do suppletoirs begrooting en den staat van
af- en overschrijving dienst 1890, van het
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis.
c. de suppletoirs begrooting, dienst 1891,
van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis.
Naar aanleiding van desbetreffende adres
sen deelen B. en Ws. den Raad mede dat de
leerling Hofstede vóór den lsten Juni jl. de
Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft
verlaten en de leerling Vogel op 5 Mei jl. op
de school is gekomen.
Zij geven daarom in overweging vrijstelling
of terugbetaling van schoolgeld te verleenen
aan N. W. Hofstede wegens vertrek uit de
gemeente voor zijn zoon, vroeger leerling der
Hoogere Burgerschool voor Jongens, over het
laatste kwartaal van den cursus 1890/91, en
aan J. A. K. H. W. Vogel, wbgens vestiging
in do gemeente, voor zijn zoon, leerling der
Hoogere Burgerschool, over de eersto twee
kwartalen van den cursus 1890/91.
Tevens deelen zij den Raad mede dat er ook
bij hen geene bedenkingen bestaan tegen de
inwilliging van het verzoek van J. Kwaker-
naak. om een duiker te leggen door den Zlil-
dijk voor z(jne hofstede in de Zijliaan en
Mejjepolder, kadastraal bekend gemeente Lei
derdorp, Sectie A, No. 1816 en een grindbak
in de Zijl te plaatsen.
Z{j nemen daarom de vrijheid te adviseeren
de gevraagde vergunning te verleenen met
inachtneming van de in het rapport der com
missie van fabricage voorgestelde voorwaarden.
De naar Groningen beroepen predikant
bij de Remonstrant8che gemeente alhier, dr.
J. A. Beijerman, nam gistermorgen afscheid
van haar met eene godsdienstoefening in het
kerkgebouw aan den Middelweg.
Eene zeer talrijke schare was naar deze
plechtigheid opgekomen, zoodanig, dat er geen
plaatsje openbleef.
De leeraar sprak naar aanleiding van 1
Timotheus 6 vers 6.
Terwijl hij den kansel betrad, zong het
zangkoor der gemeente het volgende lied:
't Heengaan valt altijd zwaar,
't Scheiden van vrinden,
't Afscheid, het kost zooveel,
Als wij beminden.
Maar als de liefde blijft
Wonen in 't harte,
Droog ik mijn tranen af,
Wijkt mijne smarte.
Neem onzen heilwensch aan,
Vind steeds het beste,
Al wat uw ziel begeert,
In Gruno's voste.
God zij uw hulp en steun
Op al uw wegen,
Steil' U in ruimen kring
Velen ten zegen!
Aan het slot zijner schoone rede, waarin
hij verzekerde hoe hij ruim 12'/, jaar bij de
gemeente met dankbaarheid was werkzaam
geweest, riep hg allen een vaarwel naar
lichaam en geest toe.
Hjj eindigde haar met deze woorden
Zoo staan wjj dan voortaan niet meer in
dezelfde verhouding tot elkander, leden en
vrienden der Remonstrantsche gemeente te
Leidenweldra zal een ander man deze plaats
innemen, uwe kinderen tot zich roepen, vriend
van uw huis trachten te worden. Hoe wen-
schen wjj allen, dat het hem dan gelukken
moge nog krachtiger hot beginsel van ons
genootschap, de vrije vroomheid, te doen
kennen en liefhebben! Gij en ik, wij zullen
er ons hartelijk om verblijden. Maar al scheid
ik van deze plaats om elders een nog ruimeren
werkkring te aanvaarden, de herinnering aan
mij, mijn arbeid en mijn huis moge bij u nog
eenigen tijd blijven voortleven; volgt ons naar
Gruno's veste met eene vriendelijke gedachte
en spreke uw hart een „God zogene u!"
over ons uit!
Zijne afscheidsrede heeft heden bij de firma
C. Kooyker alhier in druk het licht gezien.
Na het uitspreken van den zegen zong
het zangkoor hem het volgende lied toe:
„üit 'toog, maar niet uit 't harte 1"
Z(j in het scheidingsuur,
In al mijn leed en smarte,
Mjjn troostgrond op den duur!
Legt gjj te dezer stede
Den herdersstaf nu neer,
U volgt ons aller bede
Tot God den Hemelheer.
Uw prediking blijft leven,
Ook na uw afscheidsgroet.
God zal den wasdom geven
In 't diepst van ons gemoed.
Niets zal ons ooit ontrooven
Den indruk van uw woord,
O, zalig, die 't gelooven,
Wat ooit de tjjd verstoort!
In do consistoriekamer werd hjj vervolgens
toegespreken door prof. dr. C. P. Tiele, als
vice-voorziïter van den kerkeraad, en daarna
door den heer A. J. Binnendijk, die hem tevens
een geschenk overhandigde, bestaande uit een
door den heer J. A. Loober vervaardigd groot
étui met rood marokko-rug, dito hoeken,
linnen plat en goud geaderd op snee.
De hoeken zijn met vergulde lijnen afgezet,
terwijl op het plat deze opdracht in letters
van dezelfde kleur voorkomt:
„Het Bestuur der Rem. Geref. Gem. te
Leiden aan dr. J. A. Bejjerman. 26 Juli 1891."
Het étui bevat stads- en andere gezichten,
alsmede photographieën van het inwendige der
kerk, van de gevels van kerk (Middelweg)
en pastorie (Hooglandsche Kerkgracht), als
mede van het kerkbestuur.
Dezo afbeeldingen waren vervaardigd door
den heer H. Jonker, aan wien de levering
van het geheel was opgedragen.
Het fraaie geschenk werd met erkentelijk
heid door dr. Bejjerman aangenomen en met
hun aller zegenbede heeft hjj do leden van
j het bestuur verlaten.
Hedenmorgen om halfnegen is hjj naar
Groningen vertrokken. Aan het station alhier
waren de leden van het kerkbestuur, bene
vens vele vrienden, vriendinnen en enkele
leerlingen aanwezig, om van den geachten
leeraar een laatst afscheid te i—
Slot.)
Het was niet onmogelijk dat een nood
lottig toeval een onschuldige in de zware
verdenking gewikkeld had, dat bjj een nader
onderzoek het gevonden spoor valsch bleek
te zjjn.
Men gaf graaf Bothmer daarom eenstemmig
den raad de verdere stappen tot opheldering
der zaak met de grootste omzichtigheid te
doen. De gehouden vergadering bleef natuurlijk
g03n geheim. Anna Mohrs raadselachtige
huwelijksgescliiederiis werd eensklaps hot
voorwerp van de dagelijksche gesprekken,
met name in de adellijke kringen. Levendig
streed men over het vóór en tegen in de
schuld van den aangeklaagde. Dat vorst
Lichnowski zelf onzichtbaar bleef, scheen
voor velen eer.e verdachte omstandigheid des
te meer te zjjn. Met spanning zag men de
verdere onthullingen ta gemoet, welke graaf
Bothmers onvermoeide ijver aan het licht
zou brengen.
Bothmer was onmiddellijk in alle stSto
naar Opper-Silezië gereisd. Daar bezat vorst
Felix Lichnowski de majoraatsgoedenon
ICuchelna, Grasowka en Bolahtz. Naar het
nieuwe operatieplan van graaf Bothmer
moest het medaillon-portret de sleutel voor
da oplossing van het raadsel worden. In elk
geval was het kleine portret naar een grooter
portret vervaardigdals het nog bestond,
dan kon het alleen op een der kasteelen
zjjn, en de vergeljjking van beide portretten
moest dan de schuld van den vorst voldin
gend bewijzen. Zelfs de overeenstemming van
het portretje met de familie-portretten zou
eene gewichtige aanwijzing zijn voor de
schuld van den vorst.
De verwachtingen van den graaf zouden
evenwel teleurgesteld worden. Ofschoon hij
onder een sluw voorwendsel toegang tet alle
vertrekken wist te verkrijgen, vond hjj niet,
wat bjj had vermoed. Een portret van den
vorst was nergens te vinden, terwijl bjj eene
vergelijking van het medaillon-portret met de
familieportretten slechts eene zeer geringe
overeenkomst geconstrueerd kon worden. Zoo
keerde hij onverrichterzake naar Mecklenburg
terug, maar gaf niettemin de hoop niet op,
het geheim te onthullen.
Hij was namelijk bjj zijn bezoek aan de
bezittingen van vorst Lishnowski te weten
gekomen, dat sedert het jaar 1S41, en wel
om denzelfden tjjd, dat graaf Gurtz Wrisberg
vom Rheine zijne echtgenoote had verlaten,
vorst Lichnowski eene reis naar Lissabon
had ondernomen en daar nog vertoefde. Den
graaf scheen nu nog slechts een laatste en
uiterste middel-over te blijven: zoodra vorst
Lichnowski teruggekeerd was, hem persoon
lijk op te zoeken en zich door eigen aan
schouwing te overtuigen, of inderdaad het
portret in die mate geleek, dat het de gekoes
terde verdenking rechtvaardigde. Anna Mohr
zou dan daarop stond hjj nog met dezelfde
onwrikbaarheid als den eersten dag van zjjn
optreden dezelfde voldoening hebben als
eene dame van hooge geboorte.
Vorst Lichnowski keerde eerst na verschei
dene jaren van zijne reis uit Spanje terug en
begon kort daarna zjjne in de geschiedenis
van d9 revolutie van 1848 gedenkwaardig»
rol te spelen, waarbij h(j als lid van het
Hoogerhuis in den eersten Pruisischen Land
dag (1817) 6n ais woordvoerder der rechter
zijde in het Frankfurter Parlement (184Sj de
algernec-ne aandacht op zich vestigde.
Doch graaf Bothmer, de onvermoeide advo
caat der schoone Holgoiandscbe, mocht zjjn
merkwaardig ambt van rechter niet verder
voortzetten. Eene pijnlijke ziekte hield hem
aan het ziekbed gekluisterd, waarvan de
wakkero man niet weer opstond.
Den 12dea April 184S, kort na het uit
breken van den revolutiesto.-m, sloot bijvoor
altijd de oogen, en nog in hetzelfde jaar werd
hjj gevolgd door hem, op wien zjjne zware
verdenking tot zjjn dood bieef rusten.*'Vorst
Lichnowski viel mot generaal Auerswald bjj
den opstand van den 18den September op de
Bornheimer heide, door de kogels van een
verbitterd gepeupel doorboord.
Daarmede was tevens Anna Morhrs raadsel
achtige zaak ten eind9. Ondanks de zware
vermoedens tegen vorst Lichnowski, mag het
latere geslacht zich ternauwernood verstouten,
over den verdachte den staf te breken.
De levensgeschiedenis van Anna Mohr vond
intusschen nog een verzoenend einde. Zij
reikte kort na den dood van haren edohnoe-
digen vriend, nadat haar merkwaardig huweljjk
bjj rechterlijk vonnis ontbonden was, aan
kapitein Von Raven, in Wismar, de band.
Hare uit haar eerste huweljjk voortgesproten
dochter Alice, die als freule Von Raven bij
haar bleef, moet volgens geloofwaardige ge
tuigen door hare in het oog vallende gelij
kenis met het medaillonportret r.og later de
herinnering aan dezen enopgehelderden liefdes
roman gewekt hebben.