N°. 9639. Maandag; 27 «Juli. A0. 1891. feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Feuilleton. EINDELIJK ONTDEKT, Leiden, 25 Juli. Feuilleton. De parél van Helgoland. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Toor L«iden per 3 maandenl.lt. Franco per post1.40. Aizonderlijke Norcmers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 16 regel» ƒ1.05. Iedore regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Binnen eenige dagen zal een aanvang ge maakt worden met een nieuw Feuilleton: van J. MACLAREN COBBAN. Ie Roommeter. De roommeter, het woord zegt het reeds, is een werktuig of beter een toestel, waar mede men de hooveelheid room kan bepalen, die zich op de melk, welke hp bevat, heeft gevormd. Het bedrag van den room wordt door eene schaal, welke op 't instrument is aangebracht, aangeduid, en men kan, als de melk voldoende is uitgeroomd, op die schaal aflezen, hoeveel honderdste deelen of procenten i van de hoeveelheid melk de room inhoudt. Het vetgehalte der melk staat met hare hoe veelheid in verband, echter niet in evenredig verband, zoodat melk, die 2-maal moer room geeft dan andere melk, niet noodwendig -2-maal zooveel vet behoeft te bevatten. En hierin juist ligt de betrekkelijke onwaarde van het instrument en de reden, waarom bet velen heeft teleurgesteld, d. i. verkeerde uit komsten gegeven, uitkomsten, die niet klopten met de werkelijkheid. Een onderzoeker ver kroeg bjj IS pet. room, aangeduid door den roommeter 3.2 pet. vet en daarna by 12 pet. room 3.7 pet. vet: bij minder room alzoo meer vet. Later werd de proef herhaald en gaf tot uitkomst eerst bjj 12 pet. room 2.2 pet. vet en daarna, weer bij 12 pet. room, 4 pet. vet. Hieruit blijkt genoegzaam dat de roommeter, op ziehzelven gebruikt, niet betrouwbaar is. In de eerste plaats heeft op het opschieten van den room de temperatuur van de melk een grooten invloed. De melk wordt taaier en kleveriger, naarmate ze meer is afgekoeld. In koudere melk kleven meer vochtdeeltjos aan de vetkogeltjes dan in warmere en dien tengevolge moet de roomlaag op de eerste dikker worden dan op de laatste. Maar uit die dikkere roomlaag op koude melk mag men natuurlijk niet afleiden dat de melk rijk aan vet is; niet het mesrdere vet, maar het meerdere vocht maakt de roomlaag zoo dik. Om dus melk met den roommeter te onderzoeken, is een volstrekt verei3chte, dat ze bij de verschillende proeven ook steeds dezelfde temperatuur heeft. Boven dien moet ze telkens even lang in het room- glas hebben gestaan. Immers, in de oudste melk vormt zich het eerst melkzuur en dit doet de kaasstof der melk stollen, waardoor de vetbolletjes minder goed naar boven kunnen stijgen. Het vet moet ongehinderd zich door de melk heen kunnen bewegen en op zijn tocht geene hinder nissen ontmoeten. Daarom is een w(jd glas altijd te verkiezen boven een nauw; hoe dichter de kanten bij elkaar liggen, hoe be perkter ook de ruimte voor het opstijgende vet wordt er, hoe gauwer dit ook met het glas in contact komt. Zooveel mogelijk moet hier wrijving vermeden worden. Ook de diepte van den roommeter is niet zonder invloed. Hoe grooter toch de afstand is van den bodem tot de bovenste molklaag, hoe grooter ook de weg zal z(jn, dien de vet bolletjes hebben af te leggen. De bovenste komen wel ter bekwamer tijd aan de opper vlakte, maar do onderste niet. Voor zij zou den arriveeren in de roomlaag, is de melk meer of minder zuur geworden en de kaas- stof dus in een toestand gekomen, die geducht hinderlijk is voor het opstijgende vet. En al voldoet men nu aan hetgeen waarop we wezen, dan nog hebben we rekening te houden met den aard der melk. Zoo kan 't gebeuren b. v. dat de melk wel genoegzaam vet is, maar in don roommeter daarvan niet het bewijs geeft, wyl de vetkogeltjes in een te fijn verdeelden toestand voorkwamen. Er is zelfs zulke vette melk, dat men ze niet karnen kan. Onlangs zagen we nog zoo n monster. Is nu het vet der melk abnor maal fijn, d. w. z. zijn de vetbolletjes buiten gewoon klein, dan heeft de roomvorming veel te langzaam plaats. De kleine kogeltjes toch nemen naar evenredigheid van hun gewicht veel meer vocht mee naar boven dan de groote, worden dientengevolge te zwaar belast en blijven deels in de melk achter, zonder dus aan de oppervlakte te komen. In dit geval nu zou de roommeter zeggen„minder goedo melk" en toch had hij het mis. We moeten er ook op wijzen, dat geschudde melk moeilijk uitroomt. Waar de te onder zoeken vloeistof in dezen dus vóór het nemen der proef getransporteerd is geworden in een of ander voertuig, daar zal alweer de room meter uitkomsten aanwijzen, die met de wer kelijkheid in strijd zjjn. Ook andere oorzaken hebben invloed op eene trage roomvorming: plotselinge veranderingen in de voeding van het melkvee, slecht voedsel, beschimmeld hooi b. v., slecht drinkwater enz. Wie een room meter wil gebruiken, kan niet beter doen dan hem vergelijkenderwijze te gebruiken. Daarmee bedoelen we dit. Stel dat ge weet, dat ge eene koe hebt, die in alle opzichten goed is, die dus melk geeft met een alleszins bevredigend vetgehalte. Dit beest is de norm, de basis en dient dus als type voor het overige vee. De melk van deze standaardkoe, om haar zoo eens te noemen, wordt onderzocht onder van te voren bepaalde omstandigheden, d. i. op eene vastgestelde temperatuur, op eene be paalde plaats en in een roomglas van be paalde afmetingen. Terzelfder tyd onderzoekt men, precies onder dezelfde omstandigheden, de melk eener andere koe. Zijn nu de uit komsten eender, d. i. zijn de roomlagen in beide glazen even dik, dan mag men aanne men, dat de onderzochte melk die van de standaardkoe evenaart. Op deze wijze aan gewend, kan de roommeter zijn nut hobbon; zonder vergelijking zegt hij niets, ten minste geeft by geene betrouwbare uitkomsten. In vereeniging met den melkweger is b(j meer te recommandeeren. Nog iets over de inrichting van het room glas zelf. De roommeter van Chevalier is een zuiver cylindervormig glas met breeden voet, 20 c. M. hoog en van binnen 4 c. M. wijd. By het bovenste lijntje van de schaal staat O (nul). Tot dit punt vult men den roommeter met melk. De te vullen ruimte is in 100 gelijke deelen verdeeld. De verdeeling wordt slechts voortgezet langs de bovenste helft van het gevulde gedeelte: dus is het streepje, aangeduid door 't getal 50, 't laatste. De scheiding van room en melk wordt genoeg zaam door de verschillende kleuren der beide vloeistoffen aangewezen. Do lijn, die melk en room scheidt, ligt tusschen het 10de en 14de lijntje, althans bij goede melk. Na de melk zachtjes doorgeroerd te hebben, vuile men het glas tot O en zorge er voor dat de melk daarbij niet schuimt. Kniel staart, G. Dr.os. Aan een vijand van Heeremoes! Dat U met belangstelling mijne Landbouw artikelen in het „Leidsch Dagblad" leest, ver heugt me zeer en dat u me eene vraag hebt te doen getuigt van uwe belangstelling. Maar, mijn waarde Heer, waarom noemt u niet uw naam tegenover my? Dat vind ik niet royaal. Ik geef U bij dezen dan ook de stellige ver zekering, dat ik op ongeteekende brieven of kaarten aan myn adres niet attendeer. Toe vallig is er van my in een onzer Landbouw bladen een art. over „Onkruid" onderweg. Achtend, Uw Dw. Dr. Kudelstaart, G. Dros. Onze gemeente is weer door een treffend verlies getroffen geworden wegens het afster ven van een zeer geacht en verdienstelyk man. De heer mr. Samuel Le Poole is heden nacht plotseling overleden. Den 9den Juni 1834 hier ter stede geboren, bereikte hy alzoo den leeftyd van 57 jaren. Hy was mede-eigenaar der sedert reeds in de vorige eeuw alhier op de Garenmarkt be staande fabriek ter vervaardiging van vlag- gedoek enz., alom in binnen- en buitenland bekend onder de firma J. A. Le Poole. De overledene had zich doen kennen als oen edel mensch, humaan en welwillend tegenover een ieder, van wat rang of stand ook, en hulp biedende waar die van hem werd ingeroepen of waar hy die - ook on gevraagd - workelyk noodig achtte. Weldoen, zonder aanzien des persoons, was een zyner schoone karaktertrekken. Hy had een open oog en warm hart voor de belangen van zy'n evenmensch. Dat hy in het vertrouwen zyner stadge- nooten mocht deelen, bleok uit de herhaalde malen dat hy tot lid van den gemeenteraad werd gekozen, waar hy indertyd deantirevo- lutionnaire party vertegenwoordigde. Om byzondere redenen meende hy later voor de hernieuwing van zyn mandaat te moeten bedanken. Geduronde vele jaren heeft hy ook zitting in de Provinciale Staten van Zuid-Holland als afgevaardigde voor het district Delft. In beide betrekkingen onderscheidde hy zich door eene ijverige behartiging der hem toever trouwde belangen. Als lid der Staten van dit gewest word hy onlangs benoemd in de commissie tot onder zoek der voorstellen, by genoemd college ingediend betreffende de krankzinnigenge stichten. Zyn afsterven zal niet alleen door zyne hem zoo liefhebbende familiebetrekkingen, die door dit verlies zoo plotseling en innig diep getroffen zyn geworden, maar ook daar buiten zwaar worden gevoeld. Zyne nagedachtenis zal in gezegend aan denken blyven. 3.) In ongestoord geluk waren de eerste maan den van hun huweiyk heengevloden. Eerst toen zy haren echtgenoot in het begin van dén zomer een dochtertje had geschonken, had zy in zyn voorkomen eene zeldzame schuwheid en angst ontwaard. In de der tiende maand van hun huweiyk was hy op zekeren dag van eene zyner gewone wande lingen niet weer teruggekeerd. Nadat zy den volgenden dag tevergeefs op zyn terugkeer had gewacht, had zy zich in nameloozen angst tot de Hamburgsche politie gewend, maar alle navorschingen naar graaf Górtz-Wrisberg vom Rhein, want dat was de volle naam van haren echtgenoot, waren vruchteloos gebleven. Het vreeselyke vermoeden, dat namelyk een ellendeling een roekeloos spel met haar gespeeld had, dat ook de heimelyko huwe lijksinzegening een laag bedrog was geweest, maakte zich meer en meer van haar meester. Zy smeekte den graaf, baren tweeden vader, zich harer te ontfermen, en haar de red dende h-r.nd toe te steken. Haren vader, wien zy ontvlucht was, durfde zy niet weer onder de oogen komen, hoewel de som, welke haren man had ach tergelaten, verteerd was en zy met haar kind spoedig aan de ellende zou zyn prys- gegeven. En tot aanvulling van dezen brief deelde de graaf mede: „Na ontvangst van den brief reisde ik onmiddeliyk naar Hamburg en vond Anna hevig ziek. Eene medelydende buurvrouw had zich baar lot en dat van haar kind aan getrokken. Ik zorgde voor eene goede ver pleging en nauwgezette geneeskundige hulp, en zoo kon ik baar zonder ernstige bezorgd heid verlaten. Voor haar volkomen herstel is echter, volgens het oordeel van den dokter, in de eerste plaats noodig, dat zy haren vader wederziet en van hemzelven de gerust stelling ontvangt, dat hy haar vergeeft en haar r.og altyd als zyne dochter erkent." ®s oude Jan Mohr kwam reeds den vol genden d2g met graaf Bothmer te Ham burg aan en de zieke sloeg snikkend bare armen om den hals van den verge venden vader. Graaf Christiaan Von Bothmer doet zich in zyne verdere deelneming in het lot der verlatene kennen als een toonbeeld van zeld zame edelmoedigheid en waarachtig ridder- j lyken zin. Nooit kan de gekrenkte waardig- heid eener vrouw een beter en cnbaatzuch- tiger verdediger gevonden hebben. Hij be loofde zyne ongelukkige beschermolinge niet eerder te zullen rusten „al zou bet ook de helft van zyn vermogen kosten" voor dat hy het spoor van den ellendigen be drieger gevonden en hem tot terugkeer naar do verlatene of indien hy met een eer- looze van zyn stand te doen had hem ter bloedige verantwoording in het tweegevecht geroepen had. In de eerste plaats moest uitgemaakt wor den, of hot huweiyk wettig, dan wel go- lijk Anna vreesde een laag bedrog was geweest, waarby een bedrieger de rol van geestelyke vervuld had. Graaf Bothmer vond na eenige bemoeiingen in den Hamburgscher, syndicus Karl Sieveling een krachtigen steun voor zijno navorschin gen, en het gelukte, na veel moeite den geestelyke op te sporen, d.e tot de officiêele verklaring gedwongen werd, dat hy op den bewusten dag den piiasterlykon zegen over graaf Górtz-Wrisberg vom Rkeime en Anna Mohr had uitgesproken. Dar.e verklaring verdreef in hot eerst de dsnkerste schaduw uit het hart der hcMagenh- waardige vrouw; hare eer was door dit docu ment gered, haar kind uit een wettig huwe iyk voortgesproten. Nadere opgaven omtrent den persoon van den graaf, kon de priester evenwel niet geven. Graaf Bothmer stelde nu uitgebreide navor schingen in omtrent den naam Górtz-Wris berg vom Rheino. Het bleek dat er inderdaad eene grafelyke familie van dien naam in Hannover woonde. Alle inlichtingen evenwel, welke Bothmer in Rittmarshausen en Wris- bergholzen, de beide Hannoveraansche bezit tingen der grafelyke familie Göitz-Wrisberg, inwon, gaven de zekerheid dat geen lid van dit geslacht met den verdwenen graafGürtz- Wrisberg identiek was. Niettemin wezen vele omstandigheden er op dat de eerlooze, die zich met dezen naam had gemaskeerd, tot de hooge kringen van den adel behoorde. Anna had opgemerkt dat haar man allo aan hom gorichte brieven, welke steeds onder den naam Gürtz-Wris» berg vom Rheine poste-re3tante verzond.en werden, zelf afhaalde, en dat de couverten niet, zelden wapenzegels droegen. Maty niet 'net geringste overblijfsel van een bjief was tij zyne vlyc-ht achtergebleven. (Wordt, ver00lyd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1