N°. 9632.
A0. 1891.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Zaterdag 1§ Juli.
LEIDSCI
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor L«iden p«r 3 maandenƒ1.19.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Norrmers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
1C regel» ƒ1.05. Iedere regel meer fQ.n\e
Groot©re lettere naar plaatsruimte. Voor het
incaaaeeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekond.
Leiden, 17 Jnli.
:M— Het aantal bezoekers der Rijksverzame
lingen en monumenten, gedurende het tweede
kwartaal van liet jaar 1891, bedroeg:
Koninklijk kabinet van schilderijen te 's-Hage
7493, museum Meermanno Westreenianum te
's-Gravenhage 41, Koninklijk penningkabinet
te 's-Gravenhage 62, Rijks-Museum te Am
sterdam 77,829, Rijks-Museum van Oudheden
te Leiden 1463, Rjjks-Ethnographisch museum
te Leiden 96 -), Rijks-kabinet van prenten en
pleisterbeelden te Leiden 27, Gevangenpoort
te 's-Gravenhage 5879, Muiderslot 526, Ruïne
van Brederode 3035, Monument te Heiligerlee
-S74, historische zaal in het Prinsenhof te
Delft 1758.
De gebouwen op het Rapenburg en de
Heerengracht, alsmede het Kampongterrein,
■waren tijdelijk gesloten.
Te 's-Gravenhage is Woensdag de Synode
der Ned.-Herv. Kerk weder bijeengekomen.
Herbenoemd is tot president de heer M. A.
Perk, van Amsterdam; tot vice-president de
heer C. H. Ten Harmsen van der Beek, van
Valburg. Tot secundus van den vice-president
is benoemd de heer G. J. Van Lakerveld, van
Helmond.
De eerste zitting werd geopend door den
■president van jaren, den heer H. R. War-
molts, predikant te Eekta, met toespraak en
gebed. In de toespraak werd met een warm
woord van waardeering herdacht het onlangs
•overleden lid der Synode, de heer J. A. T.
Ruijsch, afgevaardigd ouderling door het prov.
-kerkbestuur van Overijsel.
In de Synode hebben o. a. zitting: afge-
aardigden vanwege de kerkelijke inrichtingen
an hooger onderwijsdr. M. A. Gooszen,
ogleeraar; secundus dr. J. Offerhaus, hoog-
raar. Vanwege de prov. kerkbesturen de
Waalsche commissie, alsmede E. César Segers,
ptedikant te LeidenMr. J. Bredius, ouderling,
te Leiden.
Door de anti-revolutionnaire kiesvereeni-
ging „Nederland en Oranje," te Zoeterwoude,
■zjjn tot candidaten gesteld voor de a. s. ge
meenteraadsverkiezing, de heeren J. Dingjan,
•J. A. Endtz en J. De Lange.
Bovengenoemde heeren verklaarden zich be
reid de candidatuur te aanvaarden.
De heer D. A. J. G. L. Eggink, ambte
naar ter Secretarie van Haarlemmermeer,
heeft met goed gevolg hot ambtenaars-examen
afgelegd.
bot)
De Z o n tl a g s li c c r.
„Zie eens, sirKunt gij, die een zoo groot
geleerde zijt, mij verklaren, hoe dat in zijn
werk is gegaan
Deze nam eenige kogeltjes in de hand en
bekeek ze.
Hf „De natuur is altijd de grootste meesteres",
sprak hij. „Geene machine, geeDe bekwame
enschenhand zou dit werk hebben kunnen
rrichten. Het gesmolten metaalmengsel is
van eene aanzienlijke hoogte gevallen?"
Van eene hoogte van circa negentig voet."
„Dan heeft met. het vloeibare, maar onder-
langzamerhand vast wordende metaal
tzelfde plaats gehad als met waterdrop-
Is uit hooge regenwolken, welke, door eene
ijskoude luchtlaag vallend, in volkomen ronde
gelkorrels veranderen."
„Ia, sir, git hebt geiykzoo moet h6t zjjn."
Defoe zag Watts aan en sprak
„Deze uitviuding of liever deze ontdekking
hijnt my van zeer groote beteekenis toe voor
de Engelsche ny verheid."
Ï*„Hoe bedoelt gy dat, sir?"
H „Geene fabriek kan met behulp van de
vernuftigste machines langs kunstmatigen
We? hagel voor jachtgeweren zoo goed en
I
Meldden wy gisteren, dat de gemeente
raad te Oegstgeest met vier nieuwe leden
moet worden aangevuld, thans kunnen wy
uit goede bron mededeelen dat door „Neder
land en Oranje" besloten is tot het stellen
van zes anti-R.-C. candidaten en wel voorde
twee aftredende leden (wit stembiljet) de
heeren K. Van Asperen en C. Vink en voor
de vier nieuwe leden (groen stembiljet) de
heeren A. Den Haan, H. Van der Hey, L. E.
Nieuwenhuizen en J. C. Spaargaren, die allen
de candidatuur hebben aangenomen.
Dit is echter niet geschied voordat her
haalde malen door het bestuur van de kies-
vereeniging „Nederland en Oranje" tevergeefs
pogingen waren aangewend om met het be
stuur van de nieuw gevormde R.-C. kiesver-
eeniging in overleg te treden tot het gemeen-
schappelyk stellen van zes candidaten, hetgeen
niet is mogen gelukken.
Te Sassenheim zal Dinsdag a. s. de ver
kiezing plaats hebben van 3 raadsleden. Twee
zotels in den Raad vallen open door periodieke
aftreding van de heeren J. A. Charbon en
S. baron Van Heemstra en de derde door het
bedanken als lid van den heer A. Prins.
Aan het te 's-Gravenhage gehouden
Staatsexamen tot toelating aan de universi
teit namen deel vyf candidaten voor de facul
teiten der rechtsgeleerdheid, godgeleerdheid of
letteren. Toegelaten zyn de heeren P. M. J.
Koek en J. F. Cremers.
Afgewezen werden 2 candidaten. Met één
wordt het examen nog voortgezet.
Voor de faculteiten der geneeskunde of der
wi3- en natuurkunde werden vyf candidaten
geëxamineerd. Toegelaten zyn de heeren J.
G. J. Blaisse, A. L. M.Bogers, L. J. M. Eygen-
raam en E. Hoeberechts.
Afgewezen werd 1 candidaat. Eén candi-
daat voor alle faculteiten werd toegelaten
voor die der geneeskunde enz., de heer A.
A. Fokker. Vier hadden zich vóór het examen
teruggetrokken.
In de heden gehouden vergadering der
Provinciale Staten van Zuid-Holland (waarin
de provinciale rekening over 1889 in ontvang
ad ƒ831,206.80, in uitgaaf ad 783,414.57'/j
en dus met een batig saldo van 47,792.22'/1,
werd goedgekeurd), had plaats de benoeming
van een buitengewoon lid van Gedep. Staten.
Herbenoemd werd mr. J. A. Vaillant, met
44 stemmen, tegen 23 op den heer Van
Hogendorp, en 1 op de heeren Duynstee en
Bevers.
geiykvormig fabriceeren als deze kogeltjes zyn."
„Dus men zou
„Men zou hageltorens moeten oprichten,
om op die wyze door doelmatige toestellen
gesmolten lood in een beneden aangebracht
waterbekken te laten vallen. De beste munitie
voor jachtgebruik zou op de eenvoudigste
wyze in elke verlangde grootte en qualiteit
verkregen kunnen worden."
„Ha!" riep Watts in geestdrift uit, „dat
i3 een gelukkig denkbeeld! Men zou in wei
nige jaren ryk worden door deze uitvinding."
„Daarvan ben ik ook overtuigd. Neem er
by voorbaat patent voor."
„Dat zal ik doen."
„Zal ik u daarby behulpzaam zyn?"
„Gaarne, sir! Gy zyt zoo goed met zulke
zaken op de hoogte. En sta my dan toe,
waarde vriend en geestverwant, dat ik u
laat deelen in de winst."
„Dat neem ik in dank aan. Maar vergeet
dien wakkeren gezel, den braven Jocelyn
Davis, niet. Hy is als het ware de eigenlyke
oorzaak der gewichtige uitvinding. Maak hem
nu tot uwen compagnon en laat hem met
zijne geliefde Lettice trouwen."
Watts was overgelukkig en stemde in alles
toe. Nog denzelfden dag stelde by zyne
dochter en Jocelyn Davis er mee in kennis,
dat de wenschen van hunr.e halten verwe
zenlijkt zouden worden.
Tevens kwam in behandeling het voorstel
betrekkelijk de subsidiëering voor de uitbrei
ding van de krankzinnigengestichten te Delft
en te Dordrecht.
(Naar aanleiding van het reeds bekend rap
port omtrent het verhandelde in de afdeelin-
gen, heeft de Commissie van Rapporteurs
ondersteund een voorstel om de zaak nog
eens ter onderzoek in handen te stellen van
eene commissie uit de Prov. Staten, ter over
weging van het denkbeeld om gemeenten of
corporatiën te subsidiëeren, die, voor zooveel
nog noodig, zulke inrichtingen nieuw willen
vestigen en exploiteeren.)
Gedep. Staten hebben dit voorstel overge
nomen met byvoeging van eene bepaalde uit -
noodiging om een nader voorstel te doen.
De heer Crena De Jongh (Dordrecht), hoe
wel het eene hopelooze poging achtende om
de vergadering thans eene definitieve beslis
sing over de hoofdzaak te doen nemen, meende
toch te moeten doen opmerken dat art. 11
der wet op het krankzinnigenwezen geene
moreele verplichting, geiyk de Comm. van
Rapp. het noemt, op de Staten legt met be
trekking tot hetgeen de wyze van verpleging
betreft.
Uit de geschiedenis van dat wetsartikel
trachtte hy aan te toonen dat het eene
feitelijke verplichting aan de provincie op
legt, niet wat de zorg voor de verpleging be
treft, maar wel wat de zorg aangaat voor
de plaatsruimte. Het geneeskundig staats
toezicht nu heeft de uitbreiding der be
doelde gestichten bepaaldelijk aanbevolen.
Spr. stelde derhalve voor, aan de eventueel
te benoemen commissie het onderzoek op
te dragen naar hetgeen de wettelijke ver
plichting der Staten medebrengt, zonder van
moreele verplichting te spreken.
De heer Sluiter wees er op, dat, lettende
op de by Koninkiyk besluit vastgestelde
maxima van lyders in de beide gestichten
(186 voor Delft en 200 voor Dordrecht) er
op dit oogenblik nog ruimte is voor nieuwe
lyders. En nu bestaat voor de provincie ook
eene moreele verplichting met betrekking tot
de belangen der belastingschuldigen. De grie
ven tegen de verpleging zijn trouwens sterk
overdreven. De aard dier gestichten kan spr.
dan ook niet bewegen de moreele verant-
woordeiykheid op zich te nemen voor de
uitbreiding van de gestichten. Hy zou echter
met de voorkeur geven aan subsidiëering van
gemeenten of corporatiën, ook omdat er geene
William Watts nam patent op de nieuwe
uitvinding. Defoe was hem daarby behulp
zaam en knoopte voor hem relaties aan met
kapitalisten.
De eerste „bageltoren" werd in Bristol
opgericht. Het nieuwe fabrikaat vond den
grootsten byval in Engeland, in geheel Europa,
ook in Amerika en Azië.
Watts en zyn schoonzoon Jocelyn Davis,
die met de schoone Lettice een gelukkig
leven leidde, verwierven een grooten rykdom
door hunne uitvinding.
In het jaar 1732 werd het patent voor
eene aanzienlyke som gelds verkocht aan
de fabrikanten Walkers, Maltby Comp. en
deze heeren bouwden hageltorens in Bristol,
Chester en Newcastle.
Daniël Defoe werd door zyn aandeel in de
uitvinding in de gelegenheid gesteld, met
zyne Londensche crediteuren een akkoord te
sluiten. Daarna vertrok hy weer naar de
hoofdstad. Zyn werk „Essay on projects"
maakte veel opgang toen het in druk ver
scheen en bezorgde hem de gunst van den
koning. Met vlytige en bekwame pen schreef
hy nog vele andere nuttige boeken. In brat
jaar 1719 gaf hy zyn onsterflyken „Robinson
CrusoO" uit, door welk werk hy zich voor
altyd eene eereplaats verwierf in de letter
kundige wereld.
geschikte terreinen zyn te vinden en omdat
men ook eene scherpe concurrentie zou uit
lokken. Hy achtte dat uitstel volkomen
gemotiveerd.
Gisteren heeft, naar we reeds meldden.
H. M. Koningin Wilhelmina den eersten steen
gelegd voor de nieuwe Hervormde kerk, welke
te Apeldoorn zal verryzen.
De Vorstinnen waren vergezeld door een
talryk gevolg, waaronder men generaal Van
der Heyden opmerkte, en het prachtige
weder had een zeer groot aantal belangstel
lenden uitgelokt om van de plechtigheid,
welke om halfdrie plaats had, getuigen te zyn.
De amphitheatersgewyze opgerichte tribune
was geheel ingenomen door de 400 a 500
genoodigden, torwyi ter linkerzyde daarvan
de plaats voor de zangvereeniging „Con
cordia" was aangewezen.
By hare aankomst werden de Vorstinnen
door den burgemeester verwelkomd, terwyi
vyf jongedames, kinderen van de heeren
J. A. Van Steyn, jhr. J. A. Repelaer en ds.
C. Hattink, bloemen voor de beide Vorstinnen
strooiden.
Toen dezen gezeten waren, nam mr. W. B.
Bergsma het woord om dank te zeggen voor
de welwillendheid.
Vóór de steenlegging zong het zangkoor
een toepasselyk lied, waarvan de woorden
zyn vervaardigd door ds. C. Hattink, luidende
als volgt:
Zegen, God vol mededoogen
Baar, die thans het werk verricht!
En Uw gunst daal' uit den Hoogen
Op het Huis, dat wordt gesticht!
Geef dat dra de Kerk voltooid zy,
Onder 's Heeren oog gebouwd.
En het nageslacht verschoond zy
Van een ramp, als werd aanschouwd.
Nadat het college van kerkvoogden, nota
belen en predikanten, alsmede de architect,
de heer J. Verheul Dz., door den burgemeester
aan H. H. M. M. waren voorgesteld, werd de
oorkonde onderteekend door de beide Koning
innen en eenige autoriteiten, benevens door de
heeren Verheul en Wegerif.
De cbristeiyke zangvereeniging „Concordia"
zong vervolgens een lied, waarna ds. Hattink
eene feestrede hield.
Het stuk werd daarna in de holte gelegd,
welke door den gedenksteen, waarin de datum
gebeiteld was, werd gesloten.
Koningin Wilhelmina nam daarna den gis
teren door ons beschreven zilveren truffei
ter hand, legde drie steenen op den gedenk
steen, sloeg ze vast, onder het uitspreken
der woorden: „God zegene dezen eteen!"
Na de steenlegging zong het koor het
tweede couplet van het lied, hetwelk luidt
d' Eerste steen ligt nu ter neder,
En 't verheugt ons aller hart
Straks bedekt een tweede weder
't Schrift, dat zóó vernieling tart.
Zegen, Vader! uit den Hoogen
Haar, die 't werk thans hoeft verricht;
Blyve steeds voor ieders oogen
't Schyneel van Uw aangezicht!
Zy, die niet tot de genoodigden behoorden,
hebben van do plechtigheid niet zooveel kun
nen zien als wanneer dit geschied ware op
den lSden Juni 11.. Toen was de achterzijde-
zeer goed te overzien, tbans zyn de muren
echter reeds vry hoog opgetrokken, soodat
deze het gezicht belemmeren.
HH. MM. verlieten na afloop van de plech
tigheid in open rytuigen het terrtvr.
Men meldt uit Amsterdam dat de ver-
eeniging tot instandhouding Tan. het Concert
gebouw met haar gowyzigd plan tot uitgifte
eener premieleening van drie ton geslaagd
is. Amsterdam behoudt dus zyn schoon orkest.
De Regeering heeft aan de Tweede
Kamer alsnog hara Memorie van Antmcord
ingezonden omAront het, wetsont <rcTp tot
onteigening yoyr hêtj stichten ysr. D6n nieuw