ernstig gewond. Voor zoover bekend is, zijn de reizigers met den schrik vrijgekomen. De locomotief van den trein is van den dyk in de Berkel gevallen. De weg is heden door het ongeval versperd. Eon geweldige wolkbreuk heeft de Russische stad Ekaterinoslav voor een groot deel verwoest. Honderdvijftig huizen en vier bruggen werden door het water meega- sleept, waarbij een groot aantal der bewoners verdronk. Negen en zestig lijken zijn reeds te voorschijn gebracht. Hot water stoeg in de hoofdstraten ter hoogte van 5 voet. Te Auckland is door een schoener de bemanning aangebracht van de bark „Com- padre", welke eenige maanden geleden van Calcutta naar Chili vertrok. De „Compadre" geraakte in volle zee in brand en werd daar enboven door een hevigen storm aangegrepen. De kapitein deed den steven naar de kust der provicie Otago wenden. Vóór het die bereikte verdween het schip in de golven. De schipbreukelingen werden echter op de rotsen geworpen en brachten daar 103 dagen in de grootste ellende en ontbering door, waaraan zij thans gelukkig zijn onttrokken. lilt den Amsterdanischen Baad. De gemeenteraad van Amsterdam hield gisternamiddag eene vergadering, welke door eene groote rumoerige menigte op de publieke tribune werd bijgewoond, die nieuwsgierig was naar den afloop der interpellatie van het Raadslid Wüste over de houding der politie op den Dam by de taptoe tijdens het bezoek van den Duitschen Keizer. De agenten moesten bij hot binnendringen in de raadszaal de menigte in bedwang houden, waaruit herhaaldelijk angstkreten opstegen. By de opening der vergadering dankte de burgemeester namens H. M. de Regentes den Raad voor de waardige ontvangst van de Hooge Bezoekers in de vorige week. Een adres was ingekomen van C. H. Rotgans, waarbij hy z'ch beklaagt over verwonding, bekomen bij gelegenheid van de taptoe op den Dam. In handen van den voorzitter om op te zenden aan den officier van justitie. Een koetsier vroeg by adres schadever goeding ad f 60 voor zyn rytuig, dat by de taptoe door de menigte, opgedrongen door de politie, is omgeworpen en beschadigd. In handen van B. en Ws. voor onderzoek. De heer Witste kreeg nu het woord. Spr. dankte den burgemeester voor het kranig ontvangen van het Duitsche KeDiatflPaGoTCibli echt6r hooren, eene klacht nl. over de houding waren, „ge kunt toch onmogelijk in allen ernst dit alles van mij overnemen; dat kan, dat mag ik niet toelaten, ik schaam er mij over u pryzen genoemd te hebben." Zij zag hem vriendelyk aan. „Valt het u moeilijk van de vruchten van uw arbeid te scheiden? Lieve herinneringen, nietwaar? O, ik begryp het zoo! Maar wees onbezorgd; ze blijven in de familie." Getroffen zag Max Odrich haar aan. „Wat bedoelt ge?" „Wat kunt ge u goed houden. Begrijpt ge mij inderdaad niet?" „Inderdaad „Nu, dan zal ik mij heel duidelijk en be grijpelijk uitdrukken, maar dan moet je niet boos worden. Zie je, dit atelier en dit ge- heele huis staan my niets aan." Dat begreep Max Odrich maar al te goed. Hij werd vuurrood, daarop doodsbleek. Had hy iets anders verwacht? „Nu wilde ik je in overweging geven van woonplaats te veranderen", ging Agathe kalm voort, ,.en voortaan de myne mot mil to deelen." Indien plotseling een bliksemstraal voor de voeten van den schilder nedergedaald ware, zou hij niet dieper getroffen kunnen zyn ge worden, maar het licht van dezen straal sloeg tegelyk verwarmend in zyn hart en verlichtte dit. „Agathe, versta ik het goed, is het dus mogelyk?!" „Ja", luidde haar eenvoudig antwoord, terwyl een gelukkige lach haar gelaat over- toog, „ik wil op dit oogenblik óók eene be kentenis voor je afleggen, je behoeft me •niets te zeggen; reeds lang heb ik je zwygen verstaan en daar jy my stom vroeg, moest ik je luide antwoord geven. Ja ik bemin je, evenals jy my bemintNooit had ik dit kunnen denken. Ik waande mijn hart zoo goed gepantserd. - Toen heb ik het niet willen erkennen, maar nu eerst zie ik het in: je bent een dief - myn hartedief!" Uit het Duitsch. p. c. der politie by de taptoe. Diep is spr. veront waardigd, en de burgerij van eiken stand is zeer beleedigd. De burgemeester als hoofd der politie kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de handelingen van inforieure ambtenaren. Een langdurig onderzoek is niet noodig. Spr. be vond zich in het huis op den hoek van Dam en Nieuwendykom zeven uren was de Dam wol vol volk, doch ware toen het plein afgezet, er zou niets gebeurd zijn. Eer3t te 8 uren kwam eene brigade agenten en drong de me nigte achteruit; - van beide zyden, van pu bliek en politie, ging het kalm. Plotseling werden stokken gebruikt en er op ingeslagen. Te halfnegen kwam de bereden politie, die den toestand nog verwarder maakte. Alle voorgevallen onaangenaamheden zyn het ge volg van het niet tydig afzetten van den Dam en het gebruik maken der wapenstokken. Waarom is do Dam niet afgezet? Waarom is, als de politie daartoe niet berekend was, geen gebruik gemaakt van de cavalerie Spr. waardeert de houding der burgery, die zich niet verzette. Wie is verantwoordelyk voor de slechte maatregelen? Na op deze vraag antwoord bekomen te hebben, behoudt spr. zich het recht voor eene motie voor te stel len om het beleid der politie af te keuren. De burgemeester zeide natuurlyk niet in te staan voor alle daden der politie. Diep be treurde spr. dat eene schaduwzyde is gewor pen op de Keizersdagen, waar het hem bleek hoe ordelievend de burgery is. Het ryden op den Dam is door B. en Ws. verboden tusschen 8 en 11 uren; men wilde niet den geheelen Dam afzetten om ieder zooveel mogelyk te doen genieten. De politie wilde staketsels, doch B. en Ws. ontraadden dit. Last werd gegeven 2 uren vóór den aan vang het Damplein af te doen zetten en de bereden politie te doen komen. Wat er geschied is, kan spreker niet zeggen, daar hy er niet tegenwoordig by was; de commissaris heeft orde gegeven den stok te trekken, doch niet om te slaan, slechts om te zwaaien. Er zyn fouten begaan, de afzetting had vroeger moeten geschieden, en ook het rytuig- verkeer had niet mogen plaats vindon, terwyl de opruiming te spoedig heeft plaats gehad. Volmondig erkent spreker dit, en heeft dit tot den hoofdcommissaris en den commissaris gezegd, en tevens dat zoodanige fouten niet mee;; mocht^jjlfe^^'er" heeft plaats gehad en houdt zich verzekerd, dat by voorkomende gelegenheden betere maatregelen zullen ge nomen worden. De heer Witste dankte den burgemeester, en hoopte dat men in het vervolg maat regelen met nog beter overleg zou nomen. Spreker weet van zekeren heer Heyerbak dat de heer Stork heeft gezegd„hak er (vloek) maar op in!" Vast staat dat de politie gruwzaam is opge treden. Gewenscht had spr. eene toezegging van den burgemeester dat een ernstig onder zoek zou ingesteld worden en dat de hoogere ambtenaren, die de bevelen gegeven hebben, fiink op hunne plaats zouden gezet worden. De burgemeester zeide dat hy reeds zyne meening aan de ambtenaren heeft gezegd; verneemt hy meer byzonderheden, dan wil hy nog een onderzoek laten doen, doch liefst door de justitie, opdat een en ander klaar en duidelyk worde. De heer Hugo Muller releveerde nogmaals de feiten, en noemde de bereden politie over bodig of schadelyk. De Raad heeft zich voor eenigen tijd togen zoodanig corps verzet; wie betaalt de kosten van de tijdelijke bereden politie? De leiding van do politie is verkeerd geweest, de leiding is er de schuld van, dat er fouten zyn be gaan; aan de mindere politie-agenten is niets te wyten. Spreker wenschte geen onderzoek, nu de justitie zich met de zaak bemoeit. De vraag is slechts: wie heeft de leiding gehad? Op dien persoon moet de geheele verantwoor delykheid rusten. De burgery wil zulke barbaarsche hande lingen niet meer zien voorkomen, en zy wil, naar spr'3 meening, een voorbeeld gesteld zien. Een oproer, waarby honderden zouden zyn gevallen, hing Woensdag avond 1 Juli aan een zyden draadje. Spr. wil nog niet concludeeren, doch zou het beste achten een adres te rich ten aan H. M. de Regentes om den hoofdcom missaris Steenkamp te ontslaan. (Het publiek is zeer rumoerig; de voorzitter dreigt met ontruiming). De hoor Alting Mees constateert ook dat de schuld ligt by den hoofdcommissaris. De taptoe was een militair feest; waarom is het niet in orde gehouden door de militaire macht? Ds politie is impopulair; door zulke tooneelen wordt ze het nog meer. Spr. noemt de han delingen grenzende aan idiotismeheeren, die met spreker in de Groote Club zaten, konden het slaan en houwen niet langer aanzien en verwyderden zich. De heer Witste had inmiddels eene motie voorgesteld om burgemeester en wethouders „uit te noodigen maatregelen te beramen, opdat de burgery voortaan van zulke handelingen kon gevrywaard worden." De heer Heemskerk meende dat de motie totaal niets zeide en van optimisme getuigde. Onder dezen hoofdcommissaris zou telkens alles opnieuw gebeuren. De heer Hotting stelde eveneens voor, aan H. M. de Regentes het ontslag aan te vragen van den commissaris van politie den heer Steenkamp. De heer Heineken viel ook den hoofdcom missaris aan en wilde diens ontslag. De burgemeester vroeg of dit wel recht vaardig wasoveral elders is de politie good opgetreden. Moet nu een man verwyderd worden, wiens verdiensten overigens erkend worden, omdat ééne fout hegaan is? De heer Sassen hoopt op een minder radicaal voorstel dau dat des heeren Nolting om ons uit den onaangenamen toestand te redden. Hy heeft nog niet de overtuiging, dat het beleid van den hoofdcommissaris ontslag noodig maakt. AVy moeten voorzichtig zyn en 8pr. schaart zich aan de zyde des heeren Van Hall, die meent dat de Raad zich voor overyling moet wachten. Voordat het schuldig wordt uitgesproken, wenscht deze een grondig onderzoek. De heer Heemskerk wyst er op, dat de leiding der politie by den hoofdcommissaris is. De fouten in de leiding zijn erkend en geconstateerd; er zyn menschen, die in levens gevaar hebben verkeerd op eer. oogenblik, dat zy zich niet konden onttrekken. Nu is bewezen dat de schuld daarvan lag by de leiding in óéne hand. Ware het niet bewezen, dan toch zou 't moeten worden aangenomen. Aldus wordt ook gehandeld by andere takken van dienst, want spr. constateert, dat hier niemand de leiding heeft verdedigd. Is dit zoo, dan moet die man worden ontslagen en daarin steekt niets onrechtvaardigs. De Raad is niet verantwoord' tegen de burgerii. als de zaak .o.tvsrpen van eenige motion en dat de zaak dan blyft zooals zy is. De heer De Vries van Buuren zegt dat 3e beste orders niet helpen, als zy niet wor den nagekomen, en spr. kent iemand, die den heer Stork zynen manschapen heeft hooren aanmanen voorzichtig te zyn. Daarom stelt hy den Raad voor, eene commissie van onder zoek te benoemen. De heer Serrurier, wethouder van publieke werken, verdedigt den hoofdcommissaris van politie. Hy zeide, dat, was de hoofdcommissaris aan eene fout schuldig, dit in gelyk geval was met B. en Ws., die met een en ander in kennis waren. De heeren Van Hall en Sassen stelden eene motie voor, betreurende de ongeregeld heden, een streng onderzoek willende inge steld zien omtrent de voorgevallen gebeur tenissen en aanwyzing der personen, die in deze schuldig zyn te noemen, den uitslag daarvan aan den Raad mede te deelen. De heer Wüste verklaarde zich {liet over tuigd, dat de heer Steenkamp de eenige schul dige is; wellicht, waarschynlyk zyn er nog anderen. Nu bedoelt zyne motie juist een on derzoek uit te lokken en die personen te ver- wyderen, die aan het gebeurde schuldig zijn. De heer Gerritsen brengt de zitting van het laatste najaar in herinnering, waarbij de go- moederen van de leden in spanning waren en het gevaarlyk was iets tegen de politie in 't midden te brengen. Toen namen de leden 't hem zeer kwalyk, dat hy een hoogst af keurenswaardig oordeel uitsprak over den hoofdcommissaris Steenkamp. Thans is de geheele Raad verontwaardigd over de houding van de politie en toch, tot sprekers verwon dering, tracht men de verantwoordelykheid van den hoofdcommissaris weg te redeneeren. De heer Van Hall: „Neen!" De heer Gerritsen vervolgt, dat thans de zaak van meer beteekenis is, omdat de zaken geschied zijn te midden der gegoede bur gery. (Sensatie, verontwaardiging, stemmen: „ooooh!") Spreker herhaalt dat de zaak meer relief krijgt omdat zy is geschied in 't midden van de gegoede burgerywat geschied is, is te wyten niet aan de gevolgen, maar aan de oorzaken, aan de bevelen, die van hooger hand zyn ge komen. Is dat niet het geval, dan moet het corps politieagenten zeer gedemoraliseerd zyn, als de agenten uit eigen beweging er op in slaan. Dan is dit corps zóó gedemoraliseerd, dat de man, die er aan 't hoofd van staat, niet gehandhaafd mag worden (Eenige stemmen: „zeer juist Immers, zoo ging de heer Gerritsen voort, er is niet alleen geslagen, maar geschopt. Welnu, dit alles dreigde ons bespotteiyk te maken in de oogen van heel Europa; want als de burgerij kwaad gewild had, zou ze het Dam plein hebben bezet en zou niet alleen de taptoe niet hebben kunnen doorgaan, maar zou onder do oogen der Duitsc-he vorstelyke personen zelfs een verschrikkelyk oproer zyn uitgebarsten. En moet men na dat alles nog vragen, of dat alleen de schuld is van een brigadier, of een ondergeschikten commissaris? Neen, spreker vraagt of thans niet het oogenblik gekomen is, ook in verband met hetgeen vroeger geschied is, om hem, die aan het hoofd der politie staat, de volle verantwoor delykheid van het gebeurde te doen dragen. Wat gebeurd is, staat niet op zichzelf. Deze fout heeft men te beschouwen in verband met vroegere fouten en daarvan kan geen ander gevolg zijn, dan het ontslag van den hoofdcommissaris. Het gaat niet aan, zegt de Voorzitter, dat men zegt, dat men nu alleen een onderzoek wil omdat de gegoede burgery het gebeurde gezien heeft. De menschen, die binnen zyn gebracht, waren deels beschonken. Er was slechts één persoon, die eene kneuzing had. By spr. zyn geen andere klachten ingekomen dan van Rotgans en den koetsier; men spreekt nu van dooden, maar volgens spr's onderzoek zyn er slechts drie jongens in het Gasthuis gebracht, die den volgenden dag weer aan bet werk zyn gegaan. Zou het dus niet recht vaardig geweest zyn, dat de klachten by spreker waren ingekomeD, dan had hy nader kunnen onderzoeken. Onrechtvaardigheid zal spr. niet toelaten jegens den minsten agent, maar ook niot jegens den hoogsten ambtenaar. Van dooden heeft spr. niets vernomen, ondanks dat hy de menschen, die gewond zyn, heeft trachten op to sporen. De heer Sassen zegt dat hy geen party wil trekken voor het optreden der politie, maar hïi iiaafi t - ot-ortuiging, oat de hoofd commissaris de eenige schuldige is, en die overtuiging moet men hebben om het voor stel van den beer Nolting te doen aannemen. En waar de heer Gerritsen zegt dat. men deze fout moet beoordeelen in verband met vroegere feiten, dan vindt spr. dat eene ge- vaarlyke theorie. De heer Gerritsen: (gerekt) „ja!" De heer Sassen vervolgende, zegt dien spr. dat hy dan vroeger de „courage de soa opinion" had moeten hebben en zich had moeten uitlaten als hy thans doet. De heer Wüste vraagt den heer Gerritsen of hy eene insinuatie heeft bedoeld op spreker en de andere leden van den Raad, toen hij zei, dat er nu de nadruk op is gelegd, omdat gegoede personen het hebben gezien en alsof daarom spr. er het woord over voert. De heer Gerritsen ontkent dat hy die be doeling gehad heeft. De heer D. Jitla ondersteuut de motie-Van Hall Sassen. Een ambtenaar kan niet ont slagen worden zonder een onderzoek door eene commissie uit den Raad. De beer Heemskerk meent dat men wel overtuigd kan zyn wie de verantwoordelykheid kan en moet dragen, namelyk hy, by wien de leiding berust. De Voorzitter herhaalt dat de commissar,s staketsels heeft gevraagd, die door B. en Ws. zyn geweigerd. Men mag niet <1 priori zeggen, dat de maatregelen niet goed waren. De politie zou om 7 uren op 't Stadhuis komen Sensatie, stemmenneen De heer Gerritsen Mynheer de Voorzitter, U bent niet goed ingelicht. De Voorzitter: Mynheer Gerritsen, vraagt u 't woord? De heer Gerritsen: Ja, Mynheer! De VoorzitterDe heer Heineken heeft het woord. (Gelach). De heer Heineken herinnert aan het politie onderzoek van 1887, toen de heer Pynappel twyfelde of zulk een administratief onderzoek wel goede resultaten kan opleveren, gelyk hy door geschriften aantoont. De Voorzitter zegt dat hy ook 't liefst een justitieel onderzoek wenschte. Dan zal ook blyken, dat bepaald is, dat de politie hier om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 2