H°. 9610. Dinsdag £23 .Timi. A®. 1891. feze ^Courant wordt dagelijks, met uitzondering van en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 22 Juni. Feuilleton. DOKTER JASPER!. LEIDSCH DAGBLAD. prijs Dezer courant: Teor Leiden per 8 maanden1.10. Franco por post1.40. Msonderlrjko Nommera.0.05. prijs der ad vertent iën: Tan 16 regelt ƒ1.06. Iedere regel meer /"O.lTf. Grootere lettere naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad irordt ƒ0.10 berekend. OfQcieel© KennisgöTingeiL Hoog ere Burgerschool voor Meisjes. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiclen brengen bij <hze ter kennis van belanghebbenden dit het toelatings-examen voor de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes zal aanvangen op Vrijdag 10 Juli a. e., des morgens te negen uren, in het schoollokaal aan de Garenmarkt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 22 Juui 1891. E. KIST, Secretaris. Naar ons nader wordt medegedeeld, berust het bericht, als zou prof. dr. P. Van Geer er in toegestemd hebben eene eandidatuur voor den gemeenteraad te aanvaarden, op eene vergissing. De vergadering van groep I der Vrijzinnige Iviesvereeniging was slechts van huishoudelyken aard, eène z. g. vriendschap pelijke samenkomst, waarin wel van godachten werd gewisseld omtrent verschillende per sonen, die voor eene eandidatuur zouden in aanmerking kunnen komen, doch van can- didaat-stellen was nog geen sprake. Op zulke groep-vergaderingen wordt ook over personen gestemd, en zjj, die dan een bij het reglement bepaald aantal stemmen verkregen hebben, worden door het bestuur aan de algemeene ledenvergadering voorgedragen, welke alsdan eene bepaalde uitspraak doet omtrent hen, die candidaat gesteld zullen worden. De volgende maand staat onze gemeente weder een bezoek van Amerikanen te wachten. Gelijk men weet, vluchtte in delTdeeauw de beker.de John Robinson om den wille der geloofsvervolging uit Engeland naar de Ver- eenigde Nederlanden, waar hij te Leiden in een in de Kloksteeg gelegen perceel een veilig toevluchtsoord vond. Te dier zelfder plaatse werd in het jaar 16S3 door Jean Pesyn en zijne huisvrouw Marie De Lannoy een gebouw gesticht, het tegen woordige Fransclie hofje. Een steen boven den ingang geeft in gul den letteren de volgendo bestemming er van te lezen: „Dus ziet men uit het puin van een bouw- [vallig Nest Een braaf Gebouw gesticht door vruchtlooze [Echtgenooten Voor veel behoeftigen, schoon vreemden, die [verstooten Zijn uit hun Vaderland, en veilig hier gevest." Later werd in de pui van dat gebouw, naast den ingang, nog een steen gemetseld ter herinnering aan gezegden John Robinson, vermeldende dat hij alhier van 1611 1625 cp dezelfde plek leefde, werkte en stierf. Bjj dezen enkelen gedenksteen, welke door sommige straatjongens nu en dan wel wat besmet en geschonden is geworden, zal het e.hter niet blijven. Tegenover dat Pesyn's hof bevindt zich het z. g. Doophek van de Pieterskerk, en daar, waar vroeger eene pomp stond, is nu in den buitenmuur een vierkant vak uitgebeiteld, van ongeveer 2 meter hoogte bij 1.25 meter breedte. In die ruimte is thans eene prachtige bronzen plaat, omgeven door eene lijst van hetzelfde metaal, met toestemming van de Gemeente-commissie der Ned.-Herv. gemeente alhier, aangebracht geworden. De voorstelling van die plaat is gewijd aan den moer genoemden Robinson. En haut relief geeft zjj te zien het schip, waarmede hij van hier, waar hij zijn werkkring op den duur te beperkt vond, uaar Amerika is ver trokken, en daaronder in kloeke letters in de Engelsche taal oene beschrijving met ver schillende feiten van den Pelgrimstocht naar do Nieuwe Wereld, waaraan bij zulk een werkdadig aandeel nam. In dat werelddeel wordt hjj door de afstam melingen der Pelgrim Fathers van de 17de eeuw voortdurend nog hoog vereerd en de op verzoek van hen hier nu bevestigde metalen plaat is daarvan een hernieuwd bewijs. De monumentale plaat is door hen uit Nieuw-York overgezonden en aan de Pieters kerk aangebracht, omdat, gelijk er mede op vermeld staat, Robinson in dat gebouw word begraven. Naar wy vernemen, zal de plechtige ont hulling van de gedenkplaat, welke nu nog met planken voor het oog bedekt wordt, geschieden den 16den Juli a. s. door eene dsputatie, welke daartoe uit Amerika naar hier zal overkomen. De eerste zomerdag van dit jaar was tevens een zomersche dag, niettegenstaande den noordenwind en de veranderingen, welke het luchtgewelf nu en dan onderging. Tegen den avond werd het zelfs prachtig weer, zoodat „Musis Sacrum" het met zijn concert moeilijk beter kon treffen. De opkomst der leden met hunne- dames was dientengevolge zeer groot, on Mann's stafmuziekcorps van het vierde regiment in fanterie voerde een programma uit, dat het gehoor voortdurend in de hoogste mate boeide. Aan luide en herhaalde blijken van waar deering ontbrak het dan ook niet. Zoowel meer of minder bekende nommers als die, welke voor het eerst werden uitgevoerd, mochten er terecht in doelen. Mann's heerlijke fantaisie op Bizet's „Car men" besloot op waardige wijze dezen inder daad zoo schoonen avond. De heer E. A. Van Tonderen Jr., thans werkzaam aan het vrachtgoederenkantoor van de Hollandsche IJzeren-Spoorweg-Maatschappy alhier, is, met ingang van den lsten Juli a.s., benoemd tot adspirant-adjunct-kashouder der Maatschappij te Amsterdam. Naar aanleiding van het feit, dat op de vraag van de Leidsche Kamer van Koophandel van de 59 fabrikanten alhier 32 zich beslist vóór, 9 slechts tegen wettelijke regeling van de werklieden-pensionneering verklaard hebben en IS zich niet hebben uitgelaten, zoodat men vrij mag aannemen dat twee derden vóór en één derde er tegen gekant zijn, noodigt dr. J. Th. Mouton andere fabrikanten in de industriéele centra des lands uit hem hunne zienswijze te willen doen kennen, opdat hy eene meer algemeene uitspraak kunne mede- deelen in de vergadering der Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerksnyver- heid, welke in Sept. a. s. wordt gehouden. Hij verlangt alleen per briefkaart te vernemen of men Tóór of tegen wettelijke per.sionneering is, of zijn oordeel van den aard der regeling afhankelijk stelt. Maar ook uitvoeriger med9- deelingen zullen hem aangenaaam zijn on desverkiezende zal h(j, van de antwoorden gebruik makende, geer.e namen noemen. Bjj ae heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partijen van 50, 10 en 5 hectoliters, waren de prijzen: ƒ24, 5 en 2 50. De rekening wegens de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven van Z.-Holland over 1889 bedraagt in ontvangst ƒ831,207.80 en in uitgaaf 7S3.415 07'/2. Het batig saldo over 1889 is dus 47,792.22'/,. De begrooting voor 1892 is in inkomsten en uitgaven geraamd op 1,347,388.74'/2. Ter bestrijding der uitgaven stollen Ged. Staten voor, bij de Regeering de heifiag aan te vra gen van S opcenten op de hoofdsom der grond belasting voor do gebouwde en voor do onge bouwde eigendommen over 1892, en van 5 opc. op het personeel. Onder de uitgaven komen voor: verbete ring van de watergemeonsekap tusschen Rijn en Schie 680,000, bijdragen voor de uit breiding dor krankzinnigengestichten to Delft en te Dordrecht 307,000subsidiënge meentelijke bewaarscholen 2000, Kon. Mu ziekschool te 's-Hage 2000, doofstommen- instituut Rotterdam 5000de Ambachts school te 's-Hage en te Rotterdam ieder 2000, Industrieschool voor meisjes te 's-Hage 2000, Kweekschool voor Bewaarschool-onderwijze ressen te Leiden 2500, Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" te Leiden 1000, Prac- tische Ambachtsschool te Leiden 1000, In dustrieschool voor meisjes te Rotterdam 2000, Academie van Beeldende Kunsten te 's-Hage 2000, Zuid-Hollandsche Leerhoeve voor Zui velbereiding 3000, minvermogende ooglijders te Rotterdam 2000, Sophia-kinderziekenhuis aldaar ƒ1000; de teekensoholen te Noordwijk en te WoerdeD, de Ambachtsschool te Alfen, de teekenschool te Bodegrave. Eene leening van 9 ton wordt voorgesteld. Van de geldleening in serieün in 1885 vastgesteld van ƒ2,200,000.— te leenen van 1886 tot 1890, is slechts ƒ1,550,000. uitge geven. Er is grond te meenen dat dit mindere bedrag van ƒ650,000.— voldoende zal zijn om met de bijdrage van 's Gravenhage ad ƒ230,833.—die in 1893 betaald moet worden, de dan nog noodige kosten der vaartverbetering te dekken. Zaterdag-avond word op „Zomerzorg" erns vergadering gehouden van de leden der liberale kiesvereeniging „Volksbelang" in het hoofdkiesdistrict Katwijk. Er werd besloten individueel de eandidatuur van den heer J. H. Donner te zullen steunen. De collecte voor het fonds tot aanmoe diging en ondersteuning van den gewapen- den dienst in de Nederlanden bracht te Oegst- geest 54.75'/2 en te Voorhout 11.67 op De Provinciale Staten van Zuid-Holland zullen in hunne aanstaande zomervergade ring, behalve de bogrootingen met de daarbij behoorende subsidie-aanvragen, een voorstel tot het verleenen van bijdragen uit de pro vinciale fondsen in de kosten van uitbreiding der geneeskundige gestichten voor krankzin nigen to Delft en Dordrecht behandelen. Ged. Staten hebben voorgesteld te besluiten aan de gemeenten Delft en Dordrecht, voor da verbouwing en uitbreiding van het in ieder dier gemeenten bestaande geneeskundig gesticht voor krankzinnigen een subsidie van 50 pet. in de daarvoor gevorderde kosten te verleenen tot een maximum van ƒ100,000 voor Delft en van 165,000 voor Dordrecht, onder voor waarde o. a., dat de besturen van dio gemeen ten zich verbinden: tot het voortdurend ingericht houden van het krankzinnigenge sticht hunner gemeento tot het verplegen te Delft van minstens 360 en te Dordrecht van minstens 342 krankzinnigen in do 3de (of DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. 85) Hem moest het duistere geheim bekend zijnzijne bewering, dat haar vader hun om vergiffenis moest smeeken, verschrikte haar in de hoogste mate. De sleutel stak nog in de lade; de papieren, welke Frederik er uitgehaald had, lagen door elkaar op de schrijftafel. Hulda wilde ze in orde brengen en weer in de lade wegbergen; haar vader zag dan ten minste niet dadelijk, wat er gedurende zijne afwezigheid was voorgevallen. Zjj vreesde eene uitbarsting van zjjn toom misschien kon zij hem er langzamerhand op voorbereidendat was in elk geval raadzamer. Eu als zij nu onder deze papieren de bewijzen eens vond, welke zij sinds het bezoek van Bochnor tovergeefs gezocht had! Die vraag verschrikte haar; haar blik viel op een brief, waarvan het sierlijk geschreven adres hare aandacht trok. Zij ontvouwde hem; het bloed stolde in hare aderen, toen zij de onderteekening zag. Haastig stak zij hem in den zak, wierp de overige papieren weer in do lade en sloot ze. De vrees, hier door haren vader gevonden te zullen worden en hem to woord te moeten staan, dreef haar weg; hier vond zij daar geone kalmte toe. Zij had juist de kamer verlaten, toen zij zich plotseling tegenover een man bevond, die bij haren aanblik verschrikt terugweek. De grove kleeding van dezen man en zijn ontsteld gelaat deden haar vevmoeden, dat zij een landlooper voor zich had, dioiets kwaads in den zin had. „Ik zoek mijnheer Frohberg", zeide hij op een toon, alsof by zijn binnendringen wilde verontschuldigen. „Wat wilt gij van hem?" vroeg Hulda. „Wie zijt gij?" „Juffrouw, ik moet „Kom niet nader, of ik roep onze dienst boden!" zeide het jonge meisje met verhef fing van stem. „Mijn vader is niet thuis, maar een woord van my is voldoende „Zijt gij bang voor mij?" viel dokter Janins vertrouwde, want hjj was de vreem deling, haar in de rede. „Ik heb slechts een paar woorden aan uw vader te zeggen, en toch geen tijd om op zijne terugkomst te wachten. Misschien kunt gij mjj zeggen, of er vóór mjj een man hier is geweest, die dezelfde kloeding droog als ik?" „Ik heb zulk een man niet gezien. Als gij mij wilt zeggen, wat gij mijn vader hebt mee te doelen, dan zal ik hem de boodschap overbrengen." Frederik keek het jonge meisje een ge- ruimen tijd uitvorschond aan. „Goed", antwoordde hij. „Zeg hem dan dat de oppasser Tom uit het krankzinnigen gesticht ontsnapt is en vastgehouden moet worden, als hjj hier komt." Plotseling rees er eene gedachte bjj Hulda op. „En Alfred Frohberg?" vroeg zij. De oppasser keek haar verwonderd aan. „Wat weet gij daarvan?" antwoordde hjj. „Myn vader heeft voor mjj geene gehei men", zeide het jonge meisje met gedwongen kalmte. „De vlucht van den oppasser moet ons zeer verontrusten." „Gij kunt gerust zy'n; het gerecht was daar juist nog in het gesticht, maar heeft niets ontdekt. Als Tom maar weergevonden wo\dt, vóór hy alles verraden heeft dat is do hoofdzaak." Frederik snelde bjj deze woorden weg. Stom en bewegingloos, niet in st3at een woord te spreken, keek Hulda hem na. Nu had zy zekerheid en de allerlaatste twyfel werd weggenomen door den inhoud van den brief, welken zy or.der haars vaders papieren gevonden had. Het goheim was ontsluierd, maar dat ver oorzaakte haar slechts smart, eene bittere, onuitsprekelijk groote smart. Met achting en liefde had zy tot nu toe tot haren vader op gezien; nu moest zjj hom verachten en met afschuw aan hem donken. Dezo ontzettende misdaad kon zjj niet verontschuldigen; slechts lage hebzucht was de drijfveer geweest, wolke hem daartoe verleid had. En toch sprak er nog altjjd oene stem in haar edel hart voor hem; zij gruwde bjj de gedachte aan het tuchthuis, en kon die maar niet van zich afzetten. Zjj bleef in hare kamer om bjj zichzolve te overleggen, welke stappen nu gedaan moesten worden, en langzamerhand werd het kalmer in haar binnenste. De avond was reeds gevallen, toen haar vader terugkeerde; hy gaf zjjn paard aan den knecht over en begaf zich naar zjjne kamer; een bediende volgde hem met de brandende lamp. [Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1