N#. 9597.
Maandag 8 Juiii.
A0. 1891.
(Deze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Leiden, 6 Jnni.
Feuilleton.
DOKTER JANIN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera,0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Yen 16 regels ƒ1.05. Iedere rogel moer ƒ0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet
incasseeren bniten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
- De „Temps" bevat den tekst van de
uitspraak van keizer Alexander in het geschil
tusschen Frankrijk en ons land over de grens
scheiding in Guyana.
Daarin komt o. a. het volgende voor:
„Overwegende dat de overeenkomst van
25 Aug. 1817, waarbij de voorwaarden zijn
vastgesteld omtrent het wederom afstaan van
Fransch Guyana aan Frankrijk door Portugal,
nooit door Nederland erkend is;
„dat bovendien deze overeenkomst niet tot
grondslag kan dienen voor eene oplossing
van de aanhangige quaest-ie, omdat Portugal,
dat krachtens het verdrag van Utrecht van
1713 bezit genomen had van een deel van
FranBch Guyana, in 1815 aan Frankrijk niet
anders kon teruggeven dan het haar afge
stane grondgebied, terwijl de grenzen van
dit gebied door het verdrag van Utrecht van
1713 in geenon deele werden bepaald.
„Overwegende van een anderen kant:
„dat hot Hollandsche gouvernement, zooals
kan blijken uit de feiten, welke door het
Fransche gouvernement niet worden tegen
gesproken, op het einde der vorige eeuw
militaire posten aan de Lawa bezet hield;
„dat de Fransche autoriteiten van Guyana
herhaalde malen erkend hebben dat de negers,
die op het betwiste grondgebied gevestigd
zijn, middellijk of onmiddellijk van de Hol
landsche heerschappij afhankelijk zijn en dat
deze autoriteiten met de inlandscbe stammen,
die dit gebied bewoonden, niet in betrekking
traden dan door tusschenkomst en in bijzijn
van de vertegenwoordigers der Hollandsche
autoriteiten
„dat het door de beide belanghebbende
landen zonder tegenspraak erkend wordt, dat
de rivier de Marowyne van haar oorsprong
af tot grensscheiding van de beide respectieve
koloniën dienen moet;
„dat de gomengde commissie van 1861
gegevens heeft verzameld, die ten voordeele
pleiten van erkenning van de Lawa als boven-
rivier van de Marowyne;
„verklaren wij op deze gronden, dat de
Lawa beschouwd moet worden als grensrivier,
welke moet dienen tot grensscheiding tus
schen de beide bezittingen.
„Krachtens deze scheidsrechterlijke uit
spraak moet het grondgebied, opwaarts loo-
pende van het punt, waar de rivieren de
Lawa en de Tapanalroni samenkomen, voort
aan aan Holland behooren, zonder daarbij
echter vooruit te loopen op de rechten, die
ter goeder trouw door Fransche onderdanen
binnen de grenzen van het grondgebied,
waarover het geschil geloopen heeft, verkre
gen zijn.
„Gegeven te Gatchin, 13/25 Mei 1891.
(get.) Alexander."
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met 1 September a. s. te vervullen is de be
trekking van leeraar in het handteekenen
aan de Kijks hoogere burgerschool met 3-
jarigen cursus te Zalt-Bommel; jaarwedde
f 900. Zjj, die voor deze betrekking in aan
merking wenschen te komen, gelieven zich
vóór 15 Juni a. s. aan te melden bij den in
specteur van het middelbaar onderwijs, dr.
W. B. J. Van Eyk, te 's-Gravenbage.
Door iemand, die onbekend wenscht te
blijven, is aan de Haarlemsche afdoeling der
Maatschappij van Weldadigheid eene som
van f 10,000 geschonken.
Bjj resolutie van 25 Mei jl. zijn door den
minister van financiën de noodige voorschriften
gegeven nopens de uitbetaling van weduwen-
en weezenpensioenen voor burgerlijke amb
tenaren. Onder anderen is bepaald dat de
pensioenen zullen worden betaald door den
directeur van het voor die weduwen en wee
zen ingestelde fonds door middel van pensioen-
quitantiSn, die aan de belanghebbenden wor
den toegezonden nadat de gequiteerde attes
tation de vita door hen aan de directie van
het fonds zijn overgelegd en in orde bevon
den. De pensioenquitantiën zijn verjaard,
indien zij niet zijn ingevorderd binnen een
jaar nk den dag, waarop zjj zijn afgogeven.
Die quitantiën kunnen, als zij door den be
trokken betaalmeester zjjn in orde bevonden,
op verzoek van de belanghebbenden worden
betaalbaar gesteld bjj een ontvanger dor directe
belastingen.
Biykens een door den minister van bin
nenlandsche zaken overeenkomstig zijne toe
zegging in de vergadering der Eerste Kamer
van 19 Februari jl. aan de Eerste Kamer toe
gezonden staat van het aantal personen, die
bij de herziening der kiezerslijsten in 1S89
en 1890 van de lijsten zijn afgevoerd wegens
respectievelijk in 188S en 1S89 genoten onder
stand van eene instelling van weldadigheid
of van een gemeentebestuur, bedroeg dit aantal
personen in 1889828, en in 1890709.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
eerlang zal worden overgegaan tot de aan
stelling van twee Ryks-landbouwleeraren. Zjj,
die voor deze betrekking in aanmerking wen
schen te komen, gelieven zich vóór 1 Juli
aan te melden bij den inspecteur van het
middelbaar onderwijs, dr. W. B. J. Van Eyk,
te 's-Gravenhage.
Bij koninklijk besluit van 1 dezer is be
paald, dat de stembriefjes ter verkiezing van
leden der Tweede Kamer van de Staten-
Generaal in de hoofdkiesdistricten Brielle,
Helder, Dokkum, Goes, Hontenisse, Oostburg
en Zieriksee, op Dinsdag 9 Juni a. s. in te
leveren, zullen geopend worden op Donderdag
11 Juni daaraanvolgende.
Gemengd Nieu -w ei.
Volgens de jongste Indische mail
ontstond te Batavia 's nachts om circa 12 uren
in de Benedenstad, eenige huizen van het
vendukantoor af, in het bovenhuis van eene
Chineesche apotheek, brand. De zolder en het
dak brandden zoo goed als geheel af en slechts
door de vereenigde krachtige werking van
een achttal hand- en twee stoombrandspuiten
gelukte het de belendende pereeelen te be
waren. Indien het onderhuis aan 't branden
was gegaan, zegt het „Bat. Nbl.", zou het
vuur zeker een veel grooter omvang gekregen
hebben, omdat daar door den apotheker, Boe
Iveng Tjoan geheeten, een aantal vaten met
arak obat opgeslagen was. Buiten deze
brandbare stof bevond zich naast het ver
brande perceel een depot voor houtwerken
van Siak.
De brand begon ongeveer halftwaalf, heeft
geduurd tot iets over éénen en is veroorzaakt
doordat Boe Keng Tjoan, die reeds sedert
eenigen tijd malende was, in eene van zjjne
vlagen van krankzinnigheid zich van kant
willende maken, zjjn beddegoedjin brand stak.
Hjj sliep alleen op zolder en zjjn vrouw en
dochtertje in een beneden-appartement. Om
iets over elven werd de njonja gewekt door
eene scherpe brandlucht en zich naar boven
begevende, vond zij het bed in lichtelaaie en
haren man verdwenen. Wellicht verbijsterd
door het gezicht der vlammen en niets beters
wetende te doen, vluchtte de arme vrouw met
haar dochtertje zonder een van hare buren
of wie ook van het geval kennis te geven,
naar hare familie op Pintoe Ketjil.
Om halftwaalf zag Keng Tjoans buurman,
toen hij achter zijne woning nog een luchtje
schepte, op de nok van het huis eene krui
pende gedaante, die zich behoedzaam daar
langs bewoog en dien hjj voor een dief hield.
Zijn geroep „Maling"! „Maling"! deed de be
woners van het steegje, achter zjjne woning
gelegen, allen verschrikt uit hunne huizen snel
len. De man op het dak deed intusschen geene
moeite om weg te komen, maar bleef gehurkt
op de nok zitten. Doordat de maan bjjna
geen licht verspreidde, herkende niemand in
hem den gekken apotheker,
Kort nadat het eerste sein van onraad ge
geven was, stegen er donkere rookwolken uit
het dak op. Het brandsignaal werd geslagen
en alles geraakte in rep en roer. Een jonge
Chinees, een broer van den buurman, greep,
daar de daarmede belaste persoon nog niet
aanwezig was, eene slang van eene brandspuit
en klauterde daarmede het dak op.
Voordat hij boven was gekomen, werd hij
door den krankzinnige met een hagelbui van
pannen begroet, waarvan één hem vrij ernstig
aan zjjn hoofd wondde, waarop hjj den aftocht
blies. Toen de brand bijna gebluscht was,
sprong de apotheker, die het geheele schouw
spel van zijne hooge plaats met verwilderde
blikken aangestaard had, in de nog smeulende
puinhoopen, het ljjk werd later zoo goed als
ongeschonden te voorschijn gehaald, slechts
de beenen waren verbrand. De dood is dan
ook veroorzaakt door den val, zoodat de onge
lukkige niet lang geleden kan hebben. Keng
Tjoan moet vóór dezen keer reeds twee malen
beproefd hebben zich van kant te maken,
eerst door ophanging en toen door het drinken
van petroleum.
In eene uitgebreide kuiper ij te
Brooklyn is een grooto brand uitgebroken,
waardoor drie blokken fabrieken en winkels
of pakhuizen werden vernield. De schade wordt
op 2 millioen dollars geschat.
Moer dan 600 Israëlieten, uit
Rusland verdreven, zijn gisteren te Rotterdam
aangekomen en zouden heden direct per
stoomschip „Spaarndam" van de N.-A. S.-M.
naar Nieuw-York vertrekken. Het aantal
tusschendeks-passagiers is zóó groot, dat on
geveer 400 moeten achterblijven. Do „Edam,"
welke 10 Juni naar Baltimore gaat, zal de
achtergeblevenen medenemeu en te Nieuw-
York aan wal zetten, om van daar naar
Baltimore door te varen.
Uit Schiedam wordt aan de „N.
R. C." gemeld; Gistermiddag werd uit de
j Maas vóór deze stad een handelsreiziger op-
gehaald, die, voor een Rottordamsch huis
j reizende, bjj het afstappen van de boot in
het water was gevallen. De drenkeling, wien
door de politie de eerste hulp werd verleend,
is naar het ziekenhuis overgebracht.
DE GEHEIMEN
van een krankzinnigengesticht.
56.)
Aan don knecht, dien de dames zonden,
om hem voor het souper te roepen, zeide
hu dat hjj zich liet verontschuldigen, omdat
zware hoofdpijn hem dwong zijne kamer
te houden.
De dames lieten hem daarop hun leed
wezen betuigen en Alfred deed kort daarna
het licht uit, om niet in de noodzakelijkheid
te zjin het altijd mogelijke bezoek van zijn
neef te moeten ontvangen.
Tot middernacht zat hjj aan het venster
en blikte omhoog naar den helderen sterren
hemel en boe langer hjj aan zjjne gedachten
den vrjjen loop liet, hoe dieper de haat tegen
Huida's vader wortel schoot in zijne ziel.
De gedachte aan het ljjden van zjjn vader
vervulde hem met ontzetting; Janin en Her
man Frohberg! die twee schurken zouden
daarvoor boeten.
En toch was een dezer schurken de vader
van het meisje, dat hjj zóó innig liefhad,
dat hjj van deze liefde geen afstand meer kon
doer.Maar mocht hij hem daarom sparen
en vergiffenis schenken?
Het was een vreeslijke strijd, dien Alfred
in deze uren voerde, maar de haat zegevierde.
In het tuchthuis moesten deze beide schur
ken het loon voor hunne afschuwelijke mis
daad ontvangen, al zou Alfreds gansche levens
geluk er ook mee gemoeid zjjn! De recht
vaardigheid eischte dit offer en hjj was be
reid het te brongen. Zoo lang als nu, was
hem nog nooit een nacht gevallen. Hjj wierp
zich geheel gekleed op bed, maar hjj vond
geene rust; geen slaap look zijne oogen; hjj
kon in zjjn koortsachtig ongeduld het uur
niet afwachten, waarin hy zyn vader devrii-
heid hoopte te hergeven en hem voor het
eerst in zyn leven zou zien.
Dan weer werd hy door twyfel gefolterd.
Hy kende zyn vader niet; hoe licht was er
dus bedrog in het spel. Een bedrieger, die
met den oppasser samenspande, kon zich
voor zyn vader uitgeven, en als het bedrog
aan den dag kwam, had de oppasser zich
met het ontvangen geld reeds lang uit de
voeten gemaakt. Maar deze twyfel verdween
weer by de herinnering aan hetgeen de op
passer hem gezegd had. Zulk een bedrog
was toch niet goed denkbaar; in geen geval
mocht de vrees voor de mogelykheid er van
hem terughouden om het afgesproken plan
ten uitvoer te brengen.
Eindelyk brak de morgenschemering aan,
een vroolyken, zonnigen dag belovend.
De koffers waren gepakt; alles was tot
het vertrek gereed. Alfred wilde den korten
weg tot aan het station te voet afleggen en
daar een beambte opdragen, zyne bagage te
halen en hem na te zendenmaar toen hy
op het punt was de kamer te verlaten, stond
plotseling zyn neef vóór hem, by wiens onver-
wachten aanblik de haat in al zyne kracht
weer opgewekt werd.
Met geweld bedwong hp zich om ten minste
voor het uiterlyk kalm te schynen.
De oude heer scheen dat niet te bemer
ken; op beleefden toon, half schertsend, half
zyn leedwezen betuigend, vroeg hy of Alfred
werkelyk besloten was, zyn huis te verlaten
en of hp niet liever nog eenige dagen wilde
blyven.
Alfred beantwoordde de laatste vraag ont
kennend en voegde er het verzoek by, de
dames uit zyn naam te groeten.
Mynheer Frohberg wilde hem zoo niet
laten gaanhy noodigde hem uit eerst samen
te ontbyten en Alfred moest dit, hoewel met
innerlijken afkeer, aannemen, want by mocht
den schurk nu nog niet toonen, hoe
gloeiend hy hom haatte en verafschuwde.
Het ontbyt liet gelukkig niet lang op zich
wachten en de oude heer sprak slechts over
onverschillige dingen, waardoor Alfred niet
genoodzaakt was, levendig aan het gesprek
deel te nemen. Na het ontbyt kwam het
rytuig voor; de koetsier haalde de bagage
uit Alfreds kamer en Herman Frohberg nam
nu op zyne beleefde wyze afscheid van
zyn gast.
„Ik hoop u spoedig weder by ons te zien",
zeide hy, terwyl hy zyn neef de hand schudde
en de onrustige oogen eene korte poos op
hem liet rusten; „gy zult ons ten allen tyde
welkom zyn."
„Gij wilt dus werkelyk vertrekkken?"
vroeg Hulda, die op dit oogenblik binnentrad.
„Zooals gy ziet", antwoordde Alfred, die,
zonder zelf te weten waarom, voor den ver-
wytenden blik van het sc-hoone meisje do
oogen moest neerslaan. „Ik kan niet langer
blyven; zaken met myn bankier
„Maar gy komt terug, metwaar?" viel
Hulda hem op hoopvollen toon in de rede.
„Dat beloof ik u!"
„In geen geval moogt gy de reis naar Amerika
aanvaarden zonder ons eerst vaarwel gezegd te
hebben", vervolgde mynheer Frohborg weer.
Vervolg ommezijde,)