M°. 8587. Woensdag 7 Mei. A". 1891. ,gcze [Courant wordt dagelijks, met uitzondering var. Zon- en feestdagen, uitgegeven. Bit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 26 Mei. Feuilleton. DOKTER JANIN. 111 9 LEIDSCÏÏ Égl DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per postB 1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Aan de universiteit alhier is het candidaats- examen in de geneeskunde afgelegd door den heer G. N. De Voogt en het tweede natuur kundig examen door den heer W. G. A. Bruinier. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Baltimore, door middel van het stoomschip „Zaandam", van Botter dam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk morgen ochtend om 7.55 bezorgd zjjn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Door de firma Van Lelyveldt en Hubrecht is aan het gemeentebestuur van Valkenburg het verzoek gericht, om, ter uitbreiding van I hare schelpkalkfabriek aldaar, toestemming te verkrijgen tot het bouwen van 2 kalkovens, waardoor het getal dier ovens tot 10 zou stijgen. Ds. C. R. Rijnenberg, predikant te Val kenburg, is voornemens zijne afscheidsrede aldaar te houden op 14 Juni a. s., wegens zijn vertrek naar Perwerd, bij Dokkum. Bedankt is voor het beroep bjj de Herv. gem. te Leimuiden door ds. L. Smit, te Nieuw-Vennep. De president van het bestuur der Martha- stichting te Alfen aan den Rjjn ontving van N. N. te Amsterdam de som van 5000 ten behoeve van die stichting. De ziekte toestand van den oud-rector dr. Beijnen te 's-Hage blijft zorgwekkend. De 1ste luit. K. A. Enklaar, van hel 4 de rog. inf. te Haarlem, wordt met 1 Oct. gedetacheerd bij de 2de afdeeling der krijgs school voor officieren te 's-Hage. Na een langdurig ljjden is overleden mr. D. Binger, rechter in de arrondissements rechtbank te Amsterdam, sedert Hei 1878. AYegens zijne bekwaamheid en zijn minzaam karakter stond hy, zoo by zyne ambtgenooten als bij de balie, hoog aangeschreven. Nader wordt gemeld dat het bezoek van den keizer en de keizerin van Duitschland aan H. M. de Regentes zal plaats hebben in j de laatste dagen van Juni of den lsten Juli, en dat laatstgenoemde de vorstelijke personen te Amsterdam wenscht te ontvangen. Het verblijf zal waarschijnlijk twee of drie - dagen duren. De groothertogin van Saksen-Weimar is DE GEHEIMEN van een krankzinnigengesticht. I 33.) lenerioeieV Als door een electrischen schok getroffen, sprong de oude man van zijn stoel op; zijne koortsachtig gloeiende oogen en zijne,trillend® lippen duidden eene hevige ontroering aan, welke hij tevergeefs zocht te bedwingen. „Pauline Brand was mijne verloofde", zeide hij met bevende stem„zjj was voor God mijne vrouw en haar zooh is mjjn zoon." „Deze jonge man vertoeft nu bjj uw neef," vervolgde de oppasser weer, „en dokter Janin vreest hem." „O, ga naar hem toe, zeker heeft men ook hem gezegd dat ik „Een beetje geduld, zoo spoedig en gemak- k- keljjk gaat dat niet. Janin is zeer achter dochtig en gij hebt hem zooeven daar nog in gesterkt. Hij gelooft niet dat gij ziek zijt en hij doorgrondt het masker, dat gij hem tot nog toe getoond hebt en beschuldigt mij dat ik met u samenspan om hem te bedrie gen. Gy zult wel begrypen dat ik onder deze plotseling veranderde omstandigheden een gisteravond te 11 uren van Het Loo te 's-Gra- venhage aangekomen en aan het Staatsspoor wegstation uit naam der Koninginnen begroet door den opper-ceremoniomeester baron Du Tour, in hofkostuum, dragende het grootlint van de AVeimarsche orde, en voorts opge wacht door de generaals Dumoncoau en Taets Van Amerongen, den gouverneur der residentie, Hr. Ms. commissaris in de provin cie Zuid Holland, den burgemeester, deleden der koninklyke hofhouding en het adminis tratief personeel der groothertogin te 's-Gra- venhage. De vorstin begaf zich naar het paleis „Buitenrust" aan den Scheveningschen weg. Do minister van binnenlandsche zaken heeft, op het bericht van den inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht voor Over- ysel en Drente van 24 dezer en met het oog op art. 18 der wet van 4 December 1872 (Stbl. No. 134) ter algemeene kennis gebracht, dat de pokken in de gemeente Stad-Almeloo en Ambt-Almeloo epidemisch verbreid zyn. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbende, dat te vervullen is de betrekking van leeraar in de wiskunde en het boekhouden aan de Ryks hoogere burgerschool met 3 jarigen cursus te Meppel. Jaarwedde ƒ1800. Zy, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 8 Juni a. 8. aan te melden bij den inspecteur van het middelbaar onderwys dr. A. T. Van Aken, te 's-Gravenhage. By koninklijk besluit is aan C. Aals, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van kamerbewaarder en con cierge by de Algemeene Rekenkamer. Met ingang van 1G Juni a. s. benoemd tot directeur van het vereenigd post- en telegraaf kantoor te Geertruidenberg, A. Luteyn, thans in getyko betrekking te AVillemstad. Gemengd Nieuws. Nog rooken de puinhoopen der door brand vernielde meelfabriek alhier, en wederom woedde te dezer stede een felle brand, thans op den Nieuwen Ryn naby de Korenbeurs, tegenover de Vischmarkt, in het perceel, bewoond door den heer Jan Hps Azn., handelaar in drogeryen, verfwaren, speceryen, parfumerieën, zeep en vele verdere huishou- deiyke artikelen. Het onheil werd gisteravond omstreeks elf uren ontdekt door eenige aldaar in den om trek wonende personen, die achter de groots spiegelruit van den winkel groote vlammen moeilyk standpunt tegenover dien man in neem, en dat ik slechts met de uiterste voor zichtigheid kan te werk gaan." „Als gy naar myn zoon gaat, zal hij de noodige maatregelen nemen", zeide de oude man met toenemende ontroering. „Deel hem alles, mee en „Neem my niet kwalyik, maar ik zal niet zoo gek zyn om myzelven in gevaar te bren gen", viel Tom hem eenigszins spottend in de rede. „De jongeheer zou misschien in staat zyn, my zonder complimenten te laten gevangennemen, zonder er verder over na te denken, of hem dit tot eenig nut kon zyn. Myne voorwaarden zou hy van de hand wyzen, want hy weet niet hoe moeilyk het is, dokter Janin een slachtoffer te ontrukken. Hy zou zyne toevlucht tot het gerecht en de politie nemen en ondanks deze machtige hulp toch niets bereiken. Janin treft zyne maat regelen zóó goed, dat men hem niets ten laste kan leggen, wanneer men hem niet met veel overleg in de val lokt. Ik moet zeer voorzichtig zyn, myn waaide heer, en gy moet geduld hebben." „Hoe lang nog?" zuchtte de oude man. „Hoe lang dat ook nog duren moge, gy moet wachten." „Ik heb reeds vyf-en-twintig jaar gewacht." zagen, welke weldra die ruit met een gewel digen slag deden springen en enkelen eerst aan eene ontploffing deden denken. Zoodoende vonden de vlammen een uitweg naar buiten, sloegen ver over de straat en klommen tegen den gevel op. Be hitte was daardoor geweldig, maar toch hielden de agenten van politie, die spoedig van het commissariaat met den slangenwa gen kwamen aanryden, zich kranig, want toen niemand meer voor het huis kon we gens genoemde felle hitte, brachten zy hun bluschwerktuig voorby het perceel, om zich onmiddellyk daarby op te stellen en het eerste water te geven. Kort daarop werden ze door de Weesburgers met hunne spuit gevolgd. Gevoed als de vlammen werden door de in den winkel aanwezige zeer brandbare stoffen, waartoe ook nog behoorde een vat petroleum, dat gisteren pas was ontvangen en afgetapt, was binnen eenige oegenblikken ook de bovenverdieping aangetast, welke niet voor woonkamer, maar, omdat de eigenaar nog vrygezel is, voor bergplaats was inge richt. Hier vond het vernielende element dus nieuw voedsel. Zelfs de takken der hoornen op straat begonnen te branden. Steeds omvangryker werden de vlammen, welke zich eindelyk ook aan den zolder en het dak mededeelden, zoodat het perceel van beneden tot boven ééne vuurkolom vertoonde, welke zich over de daken der andere huizen in een kolossalen vonkenregen oploste. Inmiddels spoten do aangerukte spuiten dapper in dien vuurpoel, welke soms allerlei kleuren vertoonde, en toen vervolgens ook de stoomspuit, welke niet heel vroeg aan wezig was, werkte, was de invloed van de massa ingeworpen water weldra merkbaar. Het mocht der brandweer dan ook gelukken het vuur tot dit eene perceel te beperken, ofschoon de belendende perceelen aan groot gevaar hadden blootgestaan. Behalve eenige schade door verschroeiing aan den gevel, beliepen ze meestal water schade. Natuurlyk was men in die perceelen reeds by het ontstaan van den brand bedacht op redding van wat in de eerste plaats gered moest worden. Zoo werd het eene perceel boven bewoond door een heer, wiens echt- genoote pas een paar dagen geleden moeder was geworden. In dekens gewikkeld werd ze de trap af en door de langs het brandende perceel loopende gang naar achteren vervoerd, waar men tegen den Burcht en vervolgens „ZOO lang duurt het niet meer, misschien niet eens vyf-en-twintig dagen. Zoodra de jongeheer myne voorwaarden aangenomen en mij vasten borg gesteld heeft, zal ik u onmid dellyk de vryheid g6ven. Maar ik herhaal het, daarover kunnen nog eenige dagen ver- loopen en ik raad u ten sterkste aan niets te eten of te drinken, wat ik u niet zelf gebracht heb." De patiënt keek den oppasser verwonderd aan; de toon, waarop Tom dit gezegd had, was wel in staat om hem in ernst ongerust te maken, en een vreeselyk vermoeden m zyne ziel op te wekken. „Gy weet het, Janine grondbeginsel is: het doel heiligt de middelen", ging Tom voort, „ik weet niet, wat hy zal doen, nadat hy eene samenzwering tusschen ons beiden ontdekt meent te hebben, maar wy hebben in elk geval het ergste te vreezen, en dus is het raadzaam op alles voorbereid te zyn. Toon geene achterdocht, als het drinken u gebracht wordt, onverschillig wat het ook is, neem het aan en gooi het later weg; mocht de giftmenger zelf komen en u willen dwingen, het op te drinken, laat dan, als uit onvoorzichtigheid, het glas uit de hand vallen. Dat is alles, wat ik u voor het oogenblik te zeggen heb; verdere onderhandelingen PRIJS DER ADYERTENTIÊN: Tan 16 regels ƒ1.05. Iedere regol meer 0.17$. Grotere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. door een pakhuis in de Burchtsteeg uitkwam, waar ze by den heer Stijnman welwillend werd opgenomen. Haar toestand moet naar omstandigheden vry wel zyn. Van het andere perceel, het koffiehuis „De Gouden Leeuw", werden de kinderen by den heer Feenders, hoek Burchtsteeg, in veiligheid gebracht. Het perceel, dat betrekkelyk niet diep inliep, omdat daarachter het lokaal van het vroegere koffiohuis „De Pauw" is gelegen, dat in het geheel geene schade bekwam, is zoo goed als geheel uitgebrand. By het ontstaan van den brand was de heer Mys niet thuis. Op de tyding er van spoedde hy zich er heen, doch het was onmogeiyk nog iets te redden. Hy moet wel voor een en ander geassu reerd zyn geweest, doch te laag. De oorzaak van het ontstaan van den brand is onbekend. Na het inrukken van de handspuiten, moest de stoomspuit by herhaling nog water geven, zelfs nog om halfdrie in den nacht, daar zich telkens op sommige plekken weer vuur ver toonde. Later bleef er alleen eene kleine handspuit achter, het zoogenoemde „drietje", welke ook ook nog dienst moest doen, en om vyf uren bleek dat er aan de achterzyde van „De Gouden Leeuw" zelf water noodig was, wyi daar vuur werd opgemerkt, waarschynlyk ten gevolge van de in den aanvang overgeslagen vonken óf vlammen. Opgeroepen door do kleine en de groote- brandklok, alsmede door tromgeroffel, werd het schouwspel door eene ontzaglyke menschen- massa gadegeslagen. Het terrein was door politie, schuttery en infanterie afgezet. Van andere zyde dan het giste- ren door ons vermelde bericht omtrent een balk, welke op de „Ter-Wadding"-brug dwars over de rails van de IJselstoomtram gelegd en daarop stevig bevestigd zou zyn geworden, wordt ons nu geschreven dat de „balk" een bezemsteel was en niemand kan constateeren dat deze aan de rails werd bevestigd, dat die steel ongeveer 10 meter ver werd voortge- schoven door de machine, dat aan den steel zich bevond een yzerdraadje (daaraan heeft vermoedelyk eene lampion gehangen) en dat men uit de aanwezigheid van dat draadje mogeiyk het vastbinden heeft afgeleid. De „balk" lag ook niet op de brug, doch op het eindpunt van den wissel, by „De Vink." Het gevaar was dus niet zoo byzonder groot. De bezemsteel, aangezien voor een balk, 1a moot ik voor later bewaren, waarde heer!" „Halt, halt!" riep de oude man, doch de oppasser lette daar niet meer op, maar opende snel zonder geruisch de deur en trad in de gang. „Nu is de baan betreden", mompelde hy, „nu heet het: voorwaarts! Terug kan ik niet meer en blyven staan kan ik ook niet, als ik myzelven niet in gevaar wil brengen." Hy sloot den corridor af en ging naar be neden, om in den tuin het opzicht te hou den over de patiënten, die zich hier 's mid dags met het een of ander onledig hielden of wat mochten wandelen. Vijfde Hoofdstuk. Alfred Frohberg scheen het doel, waarmee hy in het vaderland teruggekeerd was, geheel en al vergeten te hebben; zyn neef geloofde het ten minste en de jonge man vond het natuurlyk in zyn eigen belang hem in dit geloof te sterken. De oude heer bekommerde zich weinig óm zyn neef; hy had de bibliotheek, de paarden en rytuigen ter zyner beschikking gesteld en sprak 's morgens en 's middags aan tafel een uurtje met hem. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1