CSm De interpellatie over den toestand in Suriname. De ernstige berichten, omtrent de regeerde, toestanden in Suriname in de laatsta dagen verspreid, gaven der Tweede Kamer aan leiding aan de Regeering over deze zaak inlichtingen te vragen. In den aanvang der vergadering van gisteren vroeg en verkreeg de heer Gleichman dan ook verlof tot het Btellen van een paar vragen aan den minister van koloniën. Aan den wensch van den inter- p3llant om niettegenstaande de gewichtige werkzaamheden, welke de Kamer over de Legerwet bezig houdt, de interpellatie eenigs- zins spoedig aan de orde te stellen, kon ge reedelyker worden voldaan, nu het bleek, dat het doen van mededeelingen aan de Kamer reeds in het plan der Reeeering had gel°gen. «J»- - - i X. f f- 'Alzoo kwam de Interpellatie liög voor de pauze aan de orde. Wijzende op de bekende berichten in „Het Vaderland", stelde de heer Gleichman d¥te vragen: „Wat is der Regeering bekend omtrent üèn onrustbaïenden toestand, welke, volgens „Het Vad.n, in Suriname zou bestaan?" „Voor zoover de Regeering die berichten geheel of gedeeltelijk als juist erkent, welke maatregelen heeft de Regeering dan genomen of denkt zij te nemen tot herstel van de orde en tot beveiliging van personen en goederen in de kolonie?" De minister van Koloniën antwoordde dat de Regeering Donderdag-avond uit Paramaribo het telegram heeft ontvangen gelijk het in „Het Yad." is opgenomen, te laat, om het nog in de „Staats-Crt." te plaateen. Gisteren, Vrijdag morgen, heeft de minister van den Gouverneur het volgende telegram ontvangen „Sedert eergisteren rustverstoring wegens Statenfeest, ontstaan door voortdurend han delen door Procureur-Generaal tegen mijne bevelen, in verstandhouding met (de) Staten. Beide dagen gelukt herstel der orde door persoonlijk optreden en zonder bloedvergieten. Rustverstoringen waren tot gisteren van geen bedenkelijken aard. „Sedert gisteren vier uren was rust geheel hersteld. Nacht volmaakt rustig. Politie heeft hedenochtend weder gehandeld tegen uit drukkelijke bevelen. Rustige marktbezoekers gewelddadig weggedreven en een neger door politiecommissaris doodgeschoten. Thans toe stand niet zonder zorg. Herstel der orde opgedragen aan zee- en landmacht, 'samen met politie. Ik sein nader. Lohman." Dit telegram, zeide de minister, is blijkbaar Donderdag-ochtend verzonden. Inmiddels bad de minister, naar aanleiding van het telegram in „Het Vaderland", den Gouverneur tehg-a phisch inlichting gevraagd. De minister be twijfelt of het telegram reeds een antwoord daarop is. Mocht dit antwoord komen, dan zal de minister het dadelijk mededeelen aan de Tweede Kamer. Na ontvangst van het tweede offici- eele telegram heeft de minister den Gouver neur en den Proc.-Generaal telegraphisch gelast om samen te werken en zich met elkander te verstaan. (Gelach). Dit is voor het oogenblik al wat de minister kon doen. De gewapende macht is reeds opgeroepen. Van hieruit kan de minister het afzenden van die militaire hulp niet gelasten, omdat h\j den omvang van het gebeurde niet kan nagaan. De minister durft echter vertrouwen dat de beide ambtenaren hun plicht zullen vervullen. Thans wilde hij zeer nadrukkelijk doen uitkomen, dat in dezen ernstigen toe stand samenwerking het allereerste vereischte is. Andere maatregelen kan de minister voor het oogenblik niet nemen, omdat hp zich hier onmogelijk eene juiste voorstelling van de zaak kan maken. De heer Gleichman meende dat er nog wel eene andere aanleiding voor de ongeregeld heden kan bestaan dan de door de Regeering genoemde. Hjj wees op de wijze, waarop de „"West-Indiër" zich uitgelaten heeft over het ontslag van den heer Lohman als Gouverneur. Nu heeft de minister gelast samenwerking tusschen den Gouverneur en den Procureur- Generaal, Wat zal zulk een bevel uitwerken Heeft de Regeering niet vroeger reeds zulk eene lastgeving gedaan? De Gouverneur heeft nu de land- en zeemacht te hulp geroepen in verband met de politie. Staat deze nog onder de bevelen van den Procureur-Generaal? De minister schijnt het volle besef der verant woordelijkheid, die thans op hem rust, niet te beseffen. Voor eene politieke uitspraak is het thans het oogenblik niet. Eerst zal moeten blijken, wat de Regeering doet. Maar tegen over deze gebeurtenissen treedt de voortdu rende verdediging van den Gouverneur door dezen minister in een eigenaardig licht. De minister kan toegeven dat er nog wel eene andere aanleiding dan het feest der Sta ten voor de onlusten kan geweest zyn, maar de naaste aanleiding was dat feest. De Re- georing kan voor het oogenblik niet meer doen dan zjj gedaan heeft. De tegenwoordige Gouverneur is nog altjjd de verantwoordelijke man en hjj kan geen gevolg geven aan het verlangen der Staten om de macht in handen van den Proc.-Generaal te leggen. De minister moet aannemen dat de beide hoofdambtena ren aan zjjn last gevolg zullen geven. De heer Borgesieis constateerde dat, terwijl de minister thans zoo optimistisch is, op hem het grootste deel rust der verantwoordelijk heid voor het gebeurde. Want het was te voor zien, Jat dit moêht gebeüfèn b(j de heer- schende spfinh'.üg tüSsdhen den Gouverneur etl den Procureur-Generaal, waarvan de offi- ciëele bescheiden aanwezig zjjn. Die stukken bewijzen dat de oiiobnigheid tusschen die beide mannen êeh Waar schandaal voor de kolonie is geworden en van zulke mannen vertrouwt de minister, dat z(j hun plicht zul len doen! Neen, zij verdienen dat vertrouwen r.iet en de minister had andere jnaatregelen moeten nemen. Het door den minister ge zonden telegram dient slechts als een doekje voor het bloeden. Aan den Procureur Generaal wordt thans de hoofdschuld gegeven en die ambtenaar is het hoofd van de politie; terwijl de Procureur-Generaal beweert dat hij niets kan doen omdat hjj tegengowerkt wordt door den Gouverneur. Onder deze omstandigheden moest overwogen worden of niet een of meer hooge dignitarissen telegraphisch moest afgezet worden. De heer Heemskerk: Moet dan de Koning abdiceeren ten behoeve der Staten? De heer Borgesius: Telkens als w(j den minister hier hebben gesproken over Suriname, wees men ons op het gemis aan zedelijk ge drag by de Staten; en nu beroept men zich op dat college, dat er geheel buiten staat. Dat beroep is minst genomen misplaatst. Met zorg wordt de toestand door spr. ingezien; maar dat is zeker, dat de minister heeft ge toond het gewicht zijner verantwoordelykheid niet te beseffen. De heer Keuchenius verzette zich ertegen, dat de heer Borgesius de verantwoordelykheid op den minister wierp. Spr. kent de feiten slechts uit de couranten, maar wat de pers ons tegenwoordig omtrent Suriname mede deelt, is herhaaldeiyk gelogenstraft geworden. Voorzichtigheid is derhalve noodig tegenover deze anonieme mededeelingen. Wy moeten ons ook niet laten medeslepen door de harts- tochteiykheid en het vuur van den heer Borgesius. Op het enkele telegram, dat nu is medegedeeld, kunnen wij derhalve niet volledig oordeelen. Zooveel is echter gebleken, dat de rustverstoring niet ontstaan is uit het verzet van de bevolking tegen den Gouverneur. Aan dezen is zelfs eene ovatie gebracht door de bevolking, hetgeen bewpst dat, deze het bestuur van den Gouverneur ten volle waar deert en dat de minister geiyk had den Gouverneur te verdedigen, die de liefde, de achting en het vertrouwen der bevolking heeft verworven. Jammer dan ook, dat deze Gou verneur, die tot zegen der bevolking heeft bestuurd, ontydig zyn ontslag heeft ingediend. De Kamer doet het bost zich verder buiten de zaak le houden en haar aan het beleid van den Gouverneur over te laten, ook omdat wij hier niet volledig op de hoogte zyn en omdat het anders maar moet leiden tot meer dere verbittering van de strydende partyen. Er bestaat een geschil tusschen den Gou verneur en den Procureur-Generaa). Hadde het Regeeringsreglement het toegelaten, dan hadden daartegen maatregelen moeten zyn genomen. De Gouverneur is het hoogste gezag in de kolonie; onder hem staat de Procureur- Generaal. Deze had moeten geschorst worden, maar het Regeeringsreglement laat dit niet toe. Thans heeft zich evenwel het geval voor gedaan, voorzien by artt. 31 en 32 R.-R. waarin de Gouverneur tydeiyk den staat van beleg had kunnen afkondigen en alle ambte naren tydeiyk schorsen en spr. gaf den minis ter in overweging, den Gouverneur telegra phisch op die bevoegdheid te wyzenby ge bruikmaking daarvan zal de rust weldra zpn hersteld. Door de houding, thans door de autoriteiten aangenomen, is zulk eene voor ziening thans onvermydelyk. Naar aanleiding van een door den heer Gleichman gedaan citaat uit de „Volksbode", verdedigde spr. zoo niet den toon, aan toch de strekking van den inhoud van dat bisd. De andere organen hebben geen ander doel dan om, in vereeniging met de Nederlandsche pers, den Gouverneur te bestoken en zpn gezag te discrediteeren, ten gevolge waarvan de Gouverneur zpn ontslag heeft genomen, wat door do goedgezinde bevolking zeer wordt betreurd. Wp hebben in ons land ook wel oproertjes van dien aard gehad en nog wel in groote gemeenten, waarbp het wetgevend gezag zich onthouden hóeft van inmenging. Deze Kamer vooral behoort allerminst mede te werken om aan de Regeering de middelen te onthouden om het gezag ie handhaven. In verband hiermede bracht spr. ten slotte de quaestie van het contingent voor het Neder landsche leger. De Voorzitter viel hem toen in de rede. S§ lieer Smidl begreep dat na de benoe mingen, door de ministers Keuchenius en Mackay gedaan, hunne lofspraak op den Gou verneur geen verwondering kon baren. Maar daarmede houdt ook alles op. En nu is het een feit, dat zelfs de heer Keuchenius de thans door den minister verordende maat regelen niet kan goedkeuren. Het is een hoogst moeielyke toestand. Wp staan hier tegenover de twee hoogste Regeeringspersonen in Su riname, beiden door de tegenwoordige Re geering benoemd. En nu beveelt de heer Keuchenius, die zegt den toestand niet te kunnen b9oordeelen, uiterste maatregelen aan tegen den Procureur-Generaal. Hoe kan dat? Daarenboven, de feitelpke toestand is, dat de Gouverneur zpn ontslag heeft genomen te midden van het conflict, en dat de Regeering den Gouverneur heeft losgelaten en den Pro cureur Generaal heeft gehandhaafd. Onder zulke omstandigheden gaat het niet aan, den laatste thans te desavoueeren. Wp mogen ons, zeide de heer Keuchoniu», niet door de mededeelingen der pers op een dwaalspoor laten brengen. Wp kennen, voegde by er bp, den toestand nog niet. Komt dit overeen met zpne eigen houding tegenover vorige Kabinetten in landen, die nog verder verwpderd zpn dan Suriname? Daarenboven, wy hebben hier nu een officieel telegram van den Gouverneur zeiven. Maar waar is het bewps dat de hoofdinhoud van de couranten berichten niet telkens bevestigd is geworden De feitelpke opgaven van de Regeering echter waren telkens zoo onvolledig of machiavel listisch voorgesteld, dat men moeielyk de juiste waarheid kon onderkennen. Komende tot de quaestie der rystverzen- ding van hier en de daarover door den minis ter gegeven inlichtingen, zeide spr. dat de Donderdagavond ontvangen berichten melden dat de verzending heeft plaats gehad, ondanks de Gouverneur telegraphisch had bericht, dat het niet noodig was. De hoofd zaak is, dat de Kamer het recht heeft te oordeelen over hetgeen bekend is. Het bevel tot samenwerking van den Gouverneur met den Proc.-Generaal staat geiyk met de zaak aan haren loop overlaten. De verantwoordelijk heid over het gebeurde en voor hetgeen nog gebeuren kan, laat spr. echter, naar hetgeen steeds verlangd werd, aan den minister over, wien hp nu ten allen tpde van advies wil dienen. Hp constateerde dat wat nu op 12 Mei te Paramaribo is gebeurd, reeds den üden April was voorzien in de kolonie. „De Volksbode" heeft toen reeds het feest der Staten als eene demonstratie aangekondigd en eene contra-demonstratie aangeraden of aangekondigd, en als er eene botsing zou ontstaan, zouden al de bewoners van Para en de Saramacca in de stad zijn om zich tegenover de „vredestichters" te plaatsen. En of nu de rpst en het meel, door den Gouverneur opontboden, voor die negers noo dig waren, dat liet spreker in het midden. De heer Lieftinck meende dat de Kamer den minister, die met de zaak doodverlegen is, van raad moet dienen. Hetgeen nu ge beurd is, is hier voorspeld; het is maar al te zeer bewaarheid. Er heerscht nu eene soort van opstand in de kolonie. En is dan nu de verzoening tusschen den Gouverneur en den Proc.-Generaal mogeiyk en denkbaar? Spreker hoopte dat er nog wel iets zal zpn te bederven overgebleven, en dat er alsnog gunstiger be richten zullen komen. Maar de raad om den Proc.-Gen. te verwpderen, waar den Gouverneur het vertrouwen is ontzegd, gaat niet aan. Ook kan het vertrouwen aan den heer Kalff niet geschonken worden. Maar zou men beide ambtenaren niet kun nen schorsen en het gezag tydelpk over dragen aan den commandant van de „Som- melsdijk", die voor wal ligt? Het geldt hier de zaak der Regeeringhet geldt geen politiek beginsel, maar het behoud der kc'ooie. De heer Heemskerk herinnerde dat de 1 Wintgens reeds in 1865 waarschuwde te, de toekenning van zelfbestuur aar. de kolo Daarvan is terecht de toestand van twees voorspeld. Het centraal gezag behoort 1 derhalve tusschenbeide te treden. De Gom neur moet zyne hoogste macht doen geld Het is niet gebleken dat hy in strpd hs gehandeld met wettelpke voorschriften. niet dat de Gouverneur heeft toegepast artikel betrekkelyk de afkondiging van staat van beleg. Maar niets vreemds is er dat een lid der Kamer de Regeerirg wpst een artikel, waaraan de Gouverneur eene a ceptioneele bevoegdheid kan ontleenen. Ter verduideiyking zpner interruptie a.' straks zeide spr., dat wanneer as Regeerini ambtenaren thans telegraphisch werden gezet, dit een desaveu zou zpr. aan Ha i die het koninklyk gezag heeft te handhavi De heer Keuchenius verdedigde nader zf meening, daarbij verklarende dat hp het lang der kolonie nooit heeft opgeofferd 3 het belang om den Gouverneur te handhav: Dit is evenmin het geval bp den tegenwo digen Gouverneur. Overigens vond spreker ee reden van gerustheid in het feit. dat niet bevolking in verzet is tegen den Gouv neur, maar slechts eene party. De minister van koloniën constateerde cl feiteiyk het geschilpunt (het ontbieden v, i de gewapende macht) blykens het telegra I is opgelost, zoodat zpn bevel tot samenw< king wèl effect kan hebben. Den raad v 1 den heer Keuchenius kon hp niet opvolge vooralsnog beschouwde hp den toestand da, toe niet zoo ernstig. De interpellatie is gesloten in afwachti van nadere telegrammen, aan de Kamer me te deelen. In een opruiend artikel in zijn nummer van April nl. adviseerde „De Volksbode" den Gouvernt om de gevraagde toestemming der zich gevon hebbende commissie uit de iogezetenen om d 12den Mei door allerlei volksspelen en roeiwedstrijd te vieren, niet te geveD, omdat op don feestdag „1 bewoners van Saramacca en Para in de stad zuil zijn en eene boteing tueechen dezen en de feestvierend, niet zou uitblijven." De Para-bewoners, dit boorende, verklaarden nis met de oproeping van „De Volksbode" te doen willen hebben, en dat, mochten sommigen hunc in do stad zpn, zij aan het feest voor de Stat- wel zouden deelnemen. In een tweede opruiend artikel, met eene vertalii in het Neger-EngelBch, waarschuwde „De Volksbod, het volk aan het feest van 12 Mei deel te neme Dat feest toch was, naar „De Volksbode," een fee voor de koloniale Staten, die gemaakt hadden d de belastingen opgevoerd waren, zoodat nu me voor bakkeljauw en rijst betaald moest worden het hoofdgeld vermeerderd wasdie het den Gouw neur kwalijk nemen, dat hij, uit vrees dat het vc te veel aan de kooplieden zou moeten betalen, rr en meel had doen komen; die den Gouverneur aa' gevallen hadden in de bekende Para-zaak, eene zaa waarover het blad liever zou heenstappen o geen kwaad bloed te zetten; „als het volk in Nedt land klaagt en ontevreden is, dan zeggen de Karna tooh niet: „schiet maar dood." Het was meer d£ tijd zoo luidde het stuk verder dat iederet nu er geeDe slaven meer waren, het kiesrecht mot hebben en daartoe moesten de Staten gedwongt worden. Dit stuk liet niet na de gewenschte uitwerkiDg hebben. Het volk, dat anders zich met politie, zaken niet inlaat, geloofde nu. door de wijze waart in het Neger-Engelsch een en ander waB uiteeng zet, waarlijk dat „De Volkebode" waarheid sprak'I honderden exemplaren werd het blad verkoel zelfa op de centraal-echool der Moravische zendic en men betaalde voor één exemplaar wel 20 cent Het denkbeeld (aldus schrijft de part. Surinaas ache correspondent yan „Het Vad.", dd. Paramarit 22 April), dat de Gouverneur, dio, waar het 6 mindero klasse betreft, zoo meegaand is in zake betaling der belastingen, nn ook volgens „De Volk bode," als do Staten er maar niet waren, zelfs rij en meel en wie weet wat meer onder het volk zo doen deelen, zon niet achterwege doen blijven, ci den beer Lohman in eens weer de volksgunst meest, te doen worden. Eene deputatie van marktvrouwet ging Z. Ex. bedanken voor zijne goede intentie» van mond tot mond ging het nieuws hoe goed 1 Gouverneur was en hoe noodig 't was hem tegen borgerjj 1° bescherming te nemen. Op klaarlichtei dag werden op de openbare straten, in do vorig week, fatsoenlijke en respectabele burgers door ht gemeen aangevallen en uitgescholden en bedreigingt: met moord en brandstichting werden openlijk ver nomen. En 't slimste van alles was, dat de politie die bet zag en hoorde, er niets tegen deed. Red.) UITLOTINGEN. Premie-leening der staa Brussel, 1886. Trekking van 15 Mei. Ser. 81597 No. 21, fr. 100,000ssr. 113SC0 No. 21, fr. 2500; ser. 111903 No. 11, fr. 1000; ser. 81101 No. 2 en ser. 97707 No. 10 fr. 500 Verder vielen pryzen van 150 fr. op de series 6191 No. 14 18717 No. 4 19501 No. 23 - 36396 No. 8 - 30396 No. 14 - 4S90fl No. 21 - 52489 No. 21 - 57185 No. 13 -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 8