K». 9579.
Zaterdas IC Mei.
A4. 1891.
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
Tweede Blad.
Burgerlijke Stand.
Feuilleton.
DOKTER JANIN.
LEIDSCH
DAöBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden. ...".\7.\.77 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommero0.05.
vit en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 16 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17J.
Gtootere lettere naar plaatsruimte. Voor hei
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Suriname.
Da minister van koloniën heeft aan de
Tweede Kamer doen toekomen eene nota van
inlichtingen op het adros van Van Tubergen
en Daam c. s., houdende klacht over het be
stellen van rijst en meel ten behoeve van de
kolonie Suriname, zonder voorafgaande open
bare inschrijving.
Den 21sten Maart jl. ontving de min. een
telegram van den gouverneur, waarin ver
zocht werd om, ter voorkoming van hongers
nood, met het op 2 April van Amsterdam
vertrekkende stoomschip van den Koninklijken
West-Indischen maildienst 500,000 K.G., zijnde
p. m. 5000 balen rijst en evenveel tarwemeel,
uit te zenden. Den 25sten Maart ontving de
minister, des gevraagd, per telegraaf eene
nadere bevestiging van de noodzakelijkheid
dior aanvraag.
Slechts 7 dagen bleven over om aan 's gou
verneurs dringend verzoek gevolg te geven;
tijd voor het uitschrijven van eene openbare
uitbestoding was er dus niet. De beschikbare
ruimte van het eerst vertrekkend stoomschip
op 2 April liet slechts toe daarmede een klein
gedeelte te verzendenmet de daarop vol
gende gelegenheid werd op 10 April weder
een gedeelte verzonden, alles te zamen 2400
balen rijst en 3700 balen meel. Inmiddels
was er bericht van den gouverneur ontvangen,
waarin h(j verzocht met de verscheping van
het meerdere tot nader order te wachten,
daar wellicht hetgeen verzonden was, vol
doende zou zijn om in den nood te voorzien.
De leveranciers werden bereid gevonden in
de niet-levering van dat meerdere te bewilli
gen. Het uitgezondene beantwoordde in allen
deele aan de oischon, die het dep. v. koloniën
gewoon is aan do artikelen, waarvan hier
sprake is, te stellen.
Dat het ingrijpen der Regeering in dit geval
de belangen van den handel heeft geschaad,
erkent de min. De uitzender heeft zelfs den
prijs van de rijst, welke reeds met circa 50 pet.
naar boven was gedreven, tot het normale
peil doen terugkeeren. Dit bewijst tevens dat
liet ingrilpen der Regoering gerechtvaardigd
•was en in het belang der kolonie zelfs zeer
noodzakelijk. In Suriname had mendeRogee-
ring zelfs reeds aangevallen over haar dralen
in „De Surinamer" treft haar hot verwijt, dat
zij de zaken maar liet loopen.
Het telegram, door do Kol. Staten van
Suriname aan den minister van koloniën
gericht, is, naar het „Vad." mededeelt, van
den volgenden inhoud:
„Na eene ovatie van de negers aan den Gou
verneur, is heden de oproerige beweging van
gisteren ernstiger voortgezet. Winkels en kan
toren zijn gesloten. Politie-agenten zijn gewond
en machteloos. De toestand is bedenkelijk.
Wij verzoeken u den Gouverneur per telogram
te gelasten don procureur generaal niet verder
te verhinderen in de handhaving van orde en
in de beveiliging van personen en goederen
en den procureur-generaal te machtigen de
hulp der militaire macht in te roepon."
Zooals men zich wellicht herinnert, zou
12 Mei hot 25-jarig bestaan der Staten fees
telijk gevierd worden. Waarschijnlijk, zegt hot
„Vad.", heeft dit tot de botsingen aanleiding
gegeven.
uvineugd Nieuwe.
Te Katwijk aan Zee zijn in de
eerste helft dezer wook aangekomen 57 schui
ten versche visch; zjj besomden van ƒ14 tot
ƒ39. Prijzen tarbot 6, griet 40 a 90 c.t.,
tong 50 a 80 ct., midd. 25 a 40 et., bunschol
10 a 20 ct., rog 10 a 20 ct., kabeljauw 1.10,
groote zeehanen 65 ct. per stuk, schol ƒ2.40
a ƒ3, groote kokant ƒ1.80 a 1.90, kleinere
1.20, scharren ƒ3.10 a 3.60, kleine zee
hanen ƒ1.75 a ƒ2 per mand. Aangevoerd
87 manden garnalen, welke 1.50 a ƒ2.45
per mand opbrachten.
Gisteren vortrok uit Roelof-
Arendsveen met de stoomboot „Stad Amster
dam" een tiental tuinders, om in de hoofd
stad des lands het eerste proefje hunner ge
wassen, peulen en doperwten, aan den man
te brengen. Dit feit wordt elk jaar met vreugde
begroet, omdat het de eerste stap is op den
weg, die naar den „gouden berg" voert.
Uit Arnhem deelt men dd. 13
dezer het volgende mede
Er lieerschto hedennamiddag hier eene
groote levendigheid in de omgeving van
„Musis Sacrum." Rijtuigen reden af on aan,
waarin damos waren gezeten, die de grilligste
kostumes vertoonden: Russinnen, Griekinnon,
Japaneezen, fin de-siöcle-dames, Marker en
Urker visschersmeisjes, Friezinnetjes, enz.
Al deze dames waren bestemd voor de fancy-
fair, d. w. z. om te bedienen, te verkoopen, enz.
De fancy fair wordt gehouden ten behoeve
van het kinderziekenhuis, dat vergroot moot
worden. In de groote zaal van „Musis" is
het marktplein gebouwd. De omgeving is
Moorschhet aantal tentjes, het eene al fraaier
dan het andere - maar altijd in stijl door de
tapijtversieringen - is uitlokkend, vooral
omdat de bevallige koopsters u zulks met
woord en daad bewijzen. In de kofSezaal zijn
de aquarellen ter bezichtiging gesteld, welke
de schilder Apol op zijne reis naar de Noord
pool maakte, en in de nieuwe zaal worden
hedenavond eene operette en eene c-omedie en
morgenavond drie tableaux-vivants vertoond.
In het begin der kermis arri-
veerden te Groningen eenige hardloopers van
professie, die dat beroep zonder de vereischte
vergunning uitoefenden. De politie bemoeide
zic-h met de zaak, met het gevolg dat die
artisten(?) gelukkig voor hen het hazen
pad met hunne have, bestaande in een kermis
wagen met paarden, hebben gekozen.
Aangaande den moord, gepleegd
op de 74-jarige weduwe De Haan, te Dracht
ster-Compagnie, (Fr.) verneemt de „Zw. Crt."
nog 't volgende:
Een rijksveldwachter uit Opsterland moest
den reeds sedert eenige dagen in hechtenis
zijnden beschuldigde De Vries over eene zaak
betrekkelijk huur spreken en begaf zich daar
toe naar de gevangenis te Heerenveen. Hjj
werd daar bjj den gevangene toegelaten on
na de zaak aangaande de huur afgehandeld
te hebben, wist de rijksveldwachter het ge
sprek te brengen op den vermoedeljjken moord
van de wed. De Haan. Hoewel de beschul
digde in den beginne terughoudend was, wist
de rijksveldwachter het gesprek zóódanig te
plooien, dat er van weerszijden meer vertrou
wen kwam, met 't gevolg, dat De Vries den
moord bekende. Hjj was, zoo deelde h(j mede,
tegën den tijd, dat zp gewoon was naar bed
te gaan, in 't achterhuis geslopen en had
daar oen touw genomen, waarmede het schaap
gebonden word. Nu was hjj in de kamer ge
gaan, had de vrouw van achteren aangegre
pen, haar hot touw om den hals geslagen
en zoo geworgd. Om nu aan 't geval den
schijn te geven, dat zjj zichzelve had opge
hangen, had hjj 't lijk aan de ladder opge
hangen. De rijksveldwachter deed dadeljjk
mededeeling dezer bekentenis aan den officier
van justitie. Toen De Vries voor den rechter
van instructie verscheen, herhaalde bij de bo-
kontenis. De redonen, welke hem tot den
moord hebben aangezet, moeton deze zjjn.
H(j wist dat de weduwe den volgonden mor
gen naar Siegerswoude zou gaan, waar liet
meisje, met wie hjj hoopte te trouwen, woont.
Daar lijj tijdens zjjne inwoning b(j de weduwe
vernomen had, dat deze sterk tegen dit hu
welijk was, vreosdo hij dat zjj middelen zou
aanwenden, om aan de verkeering een einde
te maken en daarom had hjj haar van kant
gemaakt.
Uit Gibraltar wordt geseind dat
de Italiaansche stoomboot „Stura", bestemd
van Napels naar Nieuw-Yorkt, met 860 land
verhuizers aan boord, Woensdag-avond bjj
Europe-point in aanvaring is gekomen met de
Engelsche stoomboot „Buccaneer." Er ontstond
groote paniek onder do landverhuizers, maar
ongelukken kwamen niet voor. Beide stoom-
booten leden schade, de Italiaansche boot in
zóó erge mate, dat het noodig was per telograaf
eene andere boot te ontbieden, ten einde do
landverhuizers naar Nieuw-York te brengen.
Uit Weenen wordt aan de „Tim6 8"
gemeld dat de toestand der Joden te Corfu
hoe langer hoe hachelijker wordt. Het Joden-
kwartier moet in een formeelen staat van
beleg zjjn, terwijl het gepeupel het Israëlie-
tisch kerkhof heeft verwoest en de plaatse
lijke nieuwsbladen voortgaan het volk tegen
de Joden op te hitsen. Buitendien heerscht
er groot gebrek aan lovensmiddelen.
De Joden, ziende dat de Grieksche autori
teiten niet bij machte zjjn hen te beschermen,
zullen zich thans tot de groote mogendheden
wenden. Twee Joden z(jn den 12den dezer om
het loven gebracht. De Fransche rogeering
zendt, thans den kruiser „Baudin" om hars
onderdanen te Corfu te beschermen, en ook
de Britsche regeering heeft een oorlogsschip
daarheen gezonden.
Te Wuhu, eene belangrijke han
delsstad aan de Yang-toe Kiang (China), heeft
het gepeupel vijandelijkheden jegens de daar
wonende Europeanen gepleegd. Z(j drongen op
het gebouw der Roomsch-Katholieke zending
aan, waar zjj brand stichtten. De bewoners
wisten zich gelukkig op de schepen in de rivier-
te redden, zoodat geen verlies van menschon-
levens is te betreuren.
ALKEMADE. Geboren: Teunis, 7.. v. Jacob
Los eu Barbara Arida Los. Alida Maria, d. v.
Cornelia Borst en Jacoba Schrama. Maria. d. v.
Anthonius Matthias Yan Yelzou en Antjo Hoogon-
boom. Adriaan, zoon van Jacob Hermanns Do
Boer Sap, schipper, en Sara Kieboom.
Overleden: Jacobus Cornells Van 't Rood,
pastoor, 74 j. Cornelia Johannes Bocxe, 47 j.
wedr. van Aaltje Elstgeest.
Ondertrouwd: Martinus Van Nieuwkoop, jm.
23 j. en Marijtjo Hulsbos, jd. 21 j. Martinus
HoogoveeD, 2G j. en Trijntje Slootweg, jd. 22 j.
Leendert Kerkvliet, jm. 25 j. en Maria Yan Wic-
ringen jd. 21 j. Jan Zwaan, jm. 30 j. on Kornelia
Verhaar jd. 29 j. Cornelia Turk, jm. 27 j. en
Marijtje Bouwmeester, jd. 24 j.
DE GEHEIMEN
van. een krankzinnigengesticht.
13.)
„Als ik zulk eon rijken vader had als gij,
Frohberg, zou ik niets om do winst geven",
zeide de ander.
„Het een maakt het ander weer goed",
schertste een derde. „Ongelukkig in het spel,
gelukkig in de liefde."
„Kunt gjj dat op uzelven toepassen?"
vroeg Frohberg. „Gij z(jt in den regel toch
ook ongelukkig in het spel."
„Nu, of ik in de liefde gelukkig ben, zult
gjj beter weten dan ik", antwoordde de aan
gesprokene, een bleek, blond jongmensch,
■wiens trotsch omgekrulde bovenlip nauwelijks
door hst eerste zachte dons bedekt werd.
„Dagelijks hebt gij gelegenheid, uwe zuster
te vragen, welken indruk ik bi) de laatste
buitenpartij op haar gemaakt heb."
„Eabenau wordt overmoedig", spotte Wetter,
terwijl hij den dobbelbeker schudde.
„Overmoedig! Hoe zoo?"
,,Qt) wilt het onderste uit de kan hebben."
„Nu, als gi) gelooft dat het daarom te doen
is, dan verklaar ik van do huwelijksgift af
stand te zullen doen."
„Het schijnt mi) too dat do heeren de huid
verkoopen vóór de beer gevangen isl" zeide
Frohberg hoonand. „Tot nog too heeft mjjne
zuster nog aan geen uwer de voorkeur ge
geven."
„Waarom zullen wij wedden, dat zij binnen
vier weken mijne verloofde is?" riep Rabenau
uit, met deu overmoed van iemand, die zeer
met zichzelven is ingenomen.
„Rabenau, gij gaat ts ver", waarschuwde
Wetter.
„Een souper met champagne! Aange
nomen?"
„Wat zegt g(j er van, Frohberg?"
„Ik neem de weddenschap aan", antwoordde
deze schouderophalend.
„Maar gjj moet mij op uw woord van eer
beloven dat gij niets aan uwe zuster zult
laten merken", bracht Rabenau in.
„Ik laat niets merken, maar zal ook uwe
voorspraak niet zijn."
„Bah, ik heb geene voorspraak noodig!
Dus wordt de weddenschap aangenomen?"
„Ja", was het eenstemmige antwoordtoen
volgde er een schaterend gelach.
Alfred kende de jongedame wel niet, over
wio hier gesproker) werd. maar hij gevoelde
zich toch diep beleedigd over de schaamte-
looze wijzo, waarop deze lichtzinnige jonge
lieden in zekeren zin over het levensgeluk
van een jong meisje beslisten. Hjj moest er
onwillekeurig over nadenken, welke gevolgen
die verloving moest hebbon, als het dezen
eerlooze gelukte, hot onschuldigo meisje te
bedriegen en te misleiden. En hoe licht was
dat niet mogelijk! Zulke menschen verston
den het, zich aangenaam bjj dames voor te
doen, gevoelens te huichelen, waarvan z(j
zelfs geen begrip hebben en een argeloos,
lichtgeloovig meisjeshart to verstrikken. Hp
zou hebben kunnen opspringen en den knaap
eene strenge terechtwijzing goven, maar hp
bedwong zich. Wat ging het, om de waar
heid te zeggen, hem ook eigenlijk aan? En
als hjj dien innerljjken drang volgde, stelde
hij zich dan niet bloot aan het gevaar van
met spot en grofheden overladen te worden
Bovendien hield hem nog eeno andere vraag
bezig. Wie was deze Frohberg? Was het de
zoon van zijn neef? Bochner had hem ge
zegd dat die zoon een verkwister en een
losbol was; dat paste juist op dezen jongen
man en de gelijkenis in de gelaatstrekken
sprak ook voor de bevestiging der opgeko
men vraag. Als de vader de onedele gevoelens
van zijn zoon deelde, mocht Alfred met ernstige
bezorgdheid tegen eene oer3te ontmoeting mot
hem opzien.
„Mag ik u verzoeken uw naam in het
vreemdelingenboek te schrijven?" zeide de
kellner, den jongen man uit zijn gepeins op
wekkend; „dat is eenmaal zoo hot gebruik."
Alfred knikte en nam werktuiglijk de pen
op; hjj zette zijn naain en gaf daarna het
boek terug.
„Laat mjj het boek ovon zien!" riep Froh
berg. „Men wil toch wel graag weten, met
wien men in gezelschap is", voegde hij or
tot zijne. vrienden bp.
Alfred beet zich op de lippen - dat klonk
bijna als oene beloodiging.
„Alfred Frohberg", riep Rabenau uit; „zeker
een neef van je, Frederik 1"
„Yoor zoover ik weet, heb ik geen neef,
die denzelfden Daam draagt", antwoordde
Frohberg, „en als er ook al oen bestaat, wat
geef ik daar om!"
„Niets, mijnheer", zeide Alfred, die zjjno
drift niet langer meester was, terwijl hp op
stond en don spotter met een verachteiyken
blik mat. „Als gij misschien de zoon van
mijnheer Herman Frohborg zjjt, dan spijt
hot mij zeer, dat ik niet alleen met u den
zelfden naam draag, maar dat ik m(jookuw
bloedverwant moet noemen." Verv. Omrnee.)