N°. 9589- Maandas; 4 Mei. A*. 1891. feze (Courant wordt dagelijks, met "diizC^ering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Kikeriki. Leiden, 2 Mei. Feuilleton. „GERRITJ E." LEIDSCH DAItBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommersm 0.05. PETJS pjBJ* ABiVERTENTIËN V»n 1-6 rogel. fLOtTIodere regel meer Grootore letters naar plaatoTOffite. - Uot incasseereb buiten^uo fQ4° Aan da Abonné's daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 32 van Kikeriki. Burgemeester en wethouders van Leiden brengen ter algemeens kennis dat een aanvang is gemaakt met de beschryving der patent - plichtige 8iyt9rs, tappers, kroeg- en koffiehuis- houders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden rondgebracht en na verloop van drie dagen, vanwege den ontvanger der directe belastingen, tegen reru worden af gehaald. Dien pater.tplichtigen wordt herinnerd de bepaling der wet, dat zy hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zy de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1891/92 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zyn aangezuiverd, waarvan zal moeten blyken, alvorens de akten van patent aan hen kunnen worden afgegeven. Zoodra mogeiyk zullen hunne aanslagbiljetten worden bezorgd en de patentbladen in gereedheid gebracht, terwyl die dadeiyk moeten worden afgehaald. De tyd der uitgifte van de door depatent- plichtigen in te vullen verklaringen van aan gifte is voor het jaar 1891/92 vastgesteld op den 6den Mei a. s., en de wederinzameling tegen reru, door den ontvanger of zyn gemach tigde geteekend, zal acht dagen na de uitgifte geschieden. De registers der patentplichtigen zullen uiteriyk-den 31sten Mei a. s. worden gesloten en na dien tyd zullen Volstrekt geene verkla ringen worden aangenomen. Tevens zal den Gden Mei a. s. een aanvang worden gemaakt met de beschryving der be lasting op het personeel, voor het dienstjaar 1S91/92. Zy, die by het bezorgen der biljetten of ook by het terughalen daarvan zyn overgeslagen, mogen zich in geen geval beroepen op zoo danig verzuim, maar zyn integendeel gehouden otn de Teroischte en behooriyk ingevulde ver klaringen in te dienen ten kantore des ontvan gers, alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrygbaar zyn. Een ieder is; gehouden de te doene aangiften met zpne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand verklaart niet te kunnen schry ven, zal de ontvanger of zyn gemachtigde, desgevraagd, de invulling in zynen naam„ en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischen, verrichten, met vermelding der redenen waarom, en zal de aangifte door den ontvanger of zyn gemachtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met en benevens dezen, worden geteekend, na voorafgaande voorlezing. Voorts worden belanghebbenden herinnerd aan de verplichting om bij bezwaarschriften, zoo wat patent- als personeelo belasting betreft, over te leggen een duplicaat van het aanslag biljet, tegen betaling van 5 cents, by den ontvanger der directe belastingen verkrygbaar. Tot tegenechatters voor meergenoemde be lasting zyn benoemd de heeren J. C. Ryk, "W. A. Van Lith en A. Boekwyt. De luit. ter zee 1ste kl. J. J. Hissing wordt met den 6den dezer als stafofficier der zeemacht toegevoegd aan den generaal-majoor, comm. der stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak. By de vierde opvoering van „Koning Oedipus", te Utrecht, voor een zeer talryk publiek, werden deze week aan den com ponist der muziek, jhr. mr. Van Riemsdyk, twee kransen vereerd en aan den heer J. S. Rooyaards, die de rol van Jokaste vervulde, eene reusachtige bloemenmand. Na afloop der voorstelling werd, namens de heeren Van Herwerden, Van Riemsdyk en Morell, aan den regisseur, M. B. Mendes da Costa, en de vervuilers der hoofdrollen elk eene zilveren medaille uitgereikt, geslagen ter herinnering aan deze Oedipus-uitvoeringen. De commissie, het koor en de overige mede- spelenden ontvingen elk eene bronzen medaille, terwyl den voorzitter der regelingscommissie, H. P. L. C. De Kruyff Jr., eene oorkonde, dit feit vermeldende, werd aangeboden. Prof. Van Herwerden schonk onder luide toejuichingen den kinderen, die als Antigone en Ismene optraden, elk eene pop in Giieksche kleederdracht. Van den uitgever den heer P. Noordhoff, te Groningen, ontvingen wy een aantal boe ken ter aankondigingschoolboeken en werken van studie voor onderwyzers, herdrukken en nieuwe boeken, een dik pak. Zy behandelen vrywel alle vakken van het schoolprogramma de meeste hebben reeds in de school, in de onderwyzerswereld hunnen weg gevonden. Zy zyn in de vakbladen zeer gunstig beoordeeld en wij kunnen in eene aankondiging volstaan met naar dat oordeel en het veelvuldig ge bruik, de beste aanbeveling, te verwyzen. Het is bv. overbodig den atlas van den heer Bruins: „Het Beeld der Aarde" opzet- telyk te bespreken. De Atlas heeft reeds een vyfden druk beleefd en staat al3 een de.l' beste bekend. Men kan zich alleen aansluiten by het gunstig oordeel, door vakmannen ge veld over „Onze Aarde", het bekende Hand boek der Natuurkundige Aardrykskunde van dr. H. Blink, met den daarby behoorenden atlas. Intusschen zyn deze werken voor de onderwyzers, die ze met vrucht zullen be- studoeren. Voor de lagere school zyn het Aardrykskundig Leerboekje in twee deelen van den beer Aitton, voor de middelbare en de gymnasia de „Aardrykskunde van Neder land" van denzelfden schrijver, waarvan thans de tweede, verbeterde druk verscheen. De heer Aitton beweegt zich met niet minder gevolg op 't gebied van de geschie denis. Zyn „Overzicht der Algemeens Ge schiedenis" is thans in drie deelen compleet. Het uitvoerigst wordt de nieuwste geschie denis behandeld: de geheele wereldhistorie tot 1600 neemt minder bladzyden in beslag dan de Pransche revolutie en wat daar volgt tot onzen tyd. De schryver doet zooveel mo- gelyk de hoofdzaken uitkomen de geheele behandeling is gericht op de behoefte der school. De hoofdtrekken der vaderlandsche geschie denis geeft de heer O. Baas in „Onze His torie" en dat dit zyn „leesboek voor de volksschool" daar ingang heeft gevonden, blykt uit den negenden druk. Een gelyk aantal drukken zou ook „De Practische Taalmeester" van den heer Bruins aanbevelen, zoo men hier van eene aanbe veling mag spreken. Over 't geheel zyn er vele werkjes op 't gebied van de taal in de kleine bibliotheek, welke de heer Noordhoff ons zond. Daar is de „Volledige Leercursus der Duitsche Taal" in twee stukjes, van Valkhoff. Een goede naam en drie drukken van het tweede, zes van het eerste stukje! Nog bekender is de „Theoretisch-Practische Inleiding tot de Hoog- duitsche Taal" van don heer Spruyt. Van de Inleiding ligt een elfde druk voor ons. De „Oefeningen", behoorende by de Hoog- duitsche spraakkunst voor Nederlanders, van denzelfden schryver, hebben een zesden, ver beterden en door den heer Pol herzienen druk beleefd. Ook een zesde vermeerderde druk is verschenen van de „Mots et Expressions Familióres" van Delinotte, deze zeer nuttige inwyding in de Fransche conversatietaal. Geheel nieuw is het „Précis de Littérature fran$aise" van den heer Herckenrath, een kort begrip der Fransche letterkunde, dat een beknopt en juist overzicht geeft van hare I geschiedenis, met eene korte levensbeschry- ving van hare beroemde meesters. Een ander nieuw werk is „Het Duitsch v<, or Eerstbeginnenden" van den heer C. Vee. Jstra, zeer practisch voor schoolgebruik mgon, cht. B/1 koninklyk besluit zyn benoemdby het wap^n der inf., by den staf van het wapen, to*j luit.-kol., de majoor "W. G. F. Snyders, vafi den generalen staf, hoofd der Ilde afd. van riet depart, van oorlog, die tevens in zyn nieuwen rang, in zyne tegenwoordigs betrekking by genoemd departement gehand haafd blyfttot kapt., de 1ste luitenant G. A. Buhlman, van het 6de regiment, gede tacheerd bij de normaal-scbietschoolby het lste reg., tot luit.-kol., de majoor M. De Sit ter, van het corpsby het 3de reg., tot kapt. de lste luit. J. J. F. Schmitz, van het 8ste reg.by het 4de reg., tot luit.-kol-, de majoor N. "W. Hofstede, van het corps; tot majoor, de kapt. J. N. Hardeman, mede van het corps by het 6de reg., tot lsten luit. de 2de luit. L. T. H. baron Van Boecop, van het corp3; by het 7de reg. tot kapt. de lste luit. A. E. Roest van Limburg, van het 5de reg. De officieren van gezondheid der 2de kl. by de zeemacht J. Aaltsz en R.. Willemsey, met ingang van den 16den Mei a. s., bevor derd tot officier van gezondheid der lste kl. Met ingang van 1 Mei 1891lo. de djri- geeronde officier van gezondheid der 2de klasse C. De Mooy, van het personeel van den ge neeskundigen dienst der landmacht, op zyne aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 2025 'sjaars; 2o. aan genoemden hoofd-officier den rang verleend van dirigeerend officier van gezond- der lste klasse. De kapt. J. C. J. Wontzel, van het 7de reg. inf., op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1610 's jaars. Aan den militie-luitenant F. Rothe, van het 3de reg. huzaren, met 30 April, wegens geëindigden militiediensttyd, een eervol ont slag uit den militairen dienst verleend. Benoemd tot lid van het college van regen ten over de strafgevangenis ie Appingedam, mr. E. J. Thomassen Thuessink van der Hoop, griffier by het kantongerecht aldaar. Goedgekeurd het tarief No. 13a. van da Verzekeringbank „de Nederlanden", te Rotter dam: „Dadelyk aanvangende ïyfrente op twee hoofden. Eenige premiën ter verzekering van f 100 jaarlyksche rente, aanvangende by de verzekering en eindigende met den dcod des eerststervendeu." Door Joram Sneb. 8.) Het duurde echter niet lang of de pet kwam voor den dag, onkenbaar, omdat zy voortdurend platgetrapt en daardoor mis vormd was, ontoonbaar, prndat ze een gaven klomp modder was geworden. De hofmeester snapte het koopje, maar aan het adres van Gerritje werden min lief lijke uitdrukkingen gericht, en met luider stem verklaard dat „die Rooie hond hem dat ge leverd had." „Kon ik het maar bewijzen", gilde de hof meester, „dan zou ik hem in de nor trappen." „Kom, baasje! houd je maar kalm", zeide de bootsman, die ook niet tot de vrienden van den hofmeester geteld werd en speciaal goed met Gerritje was. „Je kan ook niks velen. Wat is nou dat beelje modder aan die pet", zei hy droogweg, „en kijk, als jy je wat afgeschuierd hebt, ben je weer klaar." Meteen wees hy op de broekpijpen van den beklaagde, en deze, nu eerst den vollen omvang van de slikparty bemerkende, waar van hy het slachtoffer was, droop spoedig af, met den zeer korten groet: „stik!..." Eenige uren later vinden wy de vijf kame raden ten huize van Numero Zes, waar het gezellig avondje zou gepasseerd worden. Voor spy's en drar.k was voldoende gezorgd. Vooral in het laatste was ruim voorzien, daar de gastheer „een orgel met vyftien tonen" had laten aanrukken, zynde eene kist met vyftien vierkante potten jenever (oude klare was toen nog niet bekend.) Deze was nu wel niet be stemd om gedurende dezen avond opgebruikt te worden, maar het openen er van was tot dezen plechtigen dag uitgesteld. Voor het gezellige had Emmeline een paar vriendinnen genoodigd, waarvan ééne de ongetrouwde weeuw van den kwartiermeester van het vorige schip was en de andere missies de „bemindes" waren geweest van een paar vertrokken kameraden van Gerritje. Eene harmonica, dat onmisbaar instrument aan boord om „den boel een beetje aan den gang te helpen", was door Numero Zes mee gebracht, die het instrument niet onverdien- stelyk bespeelde. Het werd dan ook al gehoord door onze vrienden, toen zy de lage woning binnentra den en begroet werden door mis3 Suashie en Eugenia, de vriendinnen van Emmeline. De gastheer ontving zyne gasten met het air van een gentleman, alles zoo complimen teus mogelyk. Maar Gerritje riep al spoedig: „Schei maar uit, dat heb jy achter de cou lissen beter geleerd dan wij." Dit was eene zinspeling op den tyd toen Numero Zes als figurant dienst deed in „de houten kast" op het Leidsche plein te Amster dam en Gerritje op het „schellinkie" met inspanning genoot van het ballet. „Co inne!" (kom binnen.) „Odi, missie!" (Goeden dag, juffrouw.) „Odi, masra!" (Goeden dag, mynheer.) „Fay you tang?" (Hoe vaart gy, hoe maak je het.) „My daiboe!" (Heel wel.) „Sit down!" (Gaizitten.) Na deze inleiding was het ys gebroken en de een meer, de ander minder in gesprek geraakt met de personen, waarmee de ge- noegiyke dag verder zou doorgebracht kun nen worden. Ofschoon zy elkander niet geheel vreemd waren, moet toch verklaard worden dat gast- vryheid eene der deugden in de "West is en derhalve zelfs geheel vreemden rekenen kun nen op eene goede ontvangst. Na eene poos met elkander gezongen en gemuciceerd te hebben, kwam er visite. De korporaal der mariniers met een paar lste klassen kwamen op bezoek, omdat ze landslui van Numero Zes waren en het aanwezige gezelschap nam ze met genoegen in zyn midden. Het gaf weer nieuwe stof tot onder houd; het bracht nieuwe vroolykheid in het troepje gasten. Gerritje overtrof zichzelven. Alle muize nissen waren uit zyn hoofd, thans vierde hy feest, en wel het geboortefeest van zyn Koning! Daarop werd dan ook teug op teug ge nomen en geraakte het gezelschap in eene hoogst vroolyke stemming, waartoe niet weinig de harmonica en de zang het hunne by- brachten. Nu was de korporaal der mariniers een goed bariton-zanger, wiens stem echter door het menigvuldig commandeeren wel wat ge leden had. Nadat nu een ieder iets ten beste had ge geven, bleef ook hy niet achter en zong het navolgende lied, dat hier ingelast wordt om tevens het bewys te leveren dat ook voor een goed lied nog plaats is aan boord en somwylen de „dichtersgave" aldaar niet alleen aan „losse" gedichten het aanzijn schenkt. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5