an, 'st'jK*. 9566. lZ>oii<lei'(Iag 30 ApriL A*. 1891. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. it nommer bestaat uit TWEE M Bladen. Eerste Blad. Leiden, 29 April. het WM wegeT ten zi| T, 'oudo.l st. 2828 LEIDSCH DAGBLAD. PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maandenf 1.10. Franco per post..1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Gwotere lettors naar plaatsruimte. Voor het inoaesoeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. 17 [N Oflicieele Kenniagerlnyem not. de DRMHWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter gemeene kennis dat door JAN VAN DER MEER, onendo to Oegstgeost, KLAZINA VAN DER MEER, isvrouw van Cornelia Van der Geer, te Leiden •onachtig, en JOHANNES JACOBUS RIJNAARTS, mende te Letir, verzoekschriften zijn ingediend om rgunning voor den kleinhandel in sterken drank reap, de porceelen Breestrant No. 28, Beestenmarkt No. en Beestenmarkt No. 84. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeefiter. 9 April 1891. E. KIST, Secretarie. Vanwege de Leidsche afdeeling der Maat- chappy tot bevordering der Toonkunst werd isteravond in den schouwburg alhier den leden met hunne dames de -40ste muziek- litvoering aangeboden, bestaande in eene 1 amermuziek-6oirée, gegeven door de heerèn oh. Mésschaert (zang) en Julius Röntgen fciano), leeraren aan het'Conservatorium der tf msterdameche afdeeling. Hetzelfde programma, dat hier door beiden kerd ten gehoore gebracht, was door hen l eeds in de hoofdstad uitgevoerd en in ver- iand met den bijval, welke toen aldaar werd .ndervonden, is hot begrijpelijk dat het bestuur ier Leidsche afdeeling op bet denkbeeld kwam, :ulk een kunstgenot, ale er mede wordt ge- .maakt, ook zon leden te doen genieten. Tot dit plan kon het te gereeder komen wegens de gunetige verslagen, welke de Amsterdamscbe bladen, zooale „Hot Nieuws van den Dag," „Het Handelsblad" en bet weekblad „De Amsterdammer" van dosoirée hadden gegeven, van welke verslagen den Leidschen leden nu aan het programma toe gevoegde afdrukken werden verschaft. Daardoor werden de leden volkomen voor bereid op het kostelijke, dat hun te wachten stond, en is odzb taak tot het uitbrengen van een verslag gemakkelijker gemaakt, want alles geschiedde ook hier overeenkomstig de gewenschte wijze. Het publiek betoonde bij herhaling zijne warme waardeering voor den heerlijken zang en het prachtige spel; de pianist, die ook wegens de zang-begeleiding eene zware taak te vervullen bad, werd telkens terug geroepen, terwijl den zanger, die de laatste door hem gezongen romance moest herhalen, reeds vroeger een fraaie krans was aange boden geworden. Alle rangen wareu bijzonder goed bezet. Aan de universiteit alhier is het doctoraal examen in de rechtswetenschap afgelegd door den heer J. Gerritsen. In den schouwburg alhier zal morgen avond Multatull's meesterwerk „Max Have- laar", voor het (ooneel bewerkt door Henry Van Kuyk, op do planken worden gebracht. Door hetzelfde gezelschap, dat het hier zal opvoeren, werd het onlangs ook te Utrecht vertoond, en het „Utr. Dbl.", dat eerst vreesde dat zulk eene vertooning eene daad van wan- dalisme zou zijn geweest, zeide daarna: „"Wij woonden de voorstelling met belangstelling b(j en gaarne verklaren wy dat de bewer king voorzeker niet onverdienstelijk is en de voornaamste looneelen werkelijk indruk maakten." Verder zegt het blad dat de onderscheiden rollen met blijkbare voorliefde werden vervuld en dat den heer Van Kuyk niet alleen als auteur en tooneelspeler, maar ook als regisseur lof toekomt; de mise-en-scöne overtrof de ver wachting. Bedankt is voor do toezegging van be roep naar de Ned.-Herv. gemeente te Valken burg, bij Leiden, door ds. L. Smit, te Nieuw- Vennep. Eenigen tijd geleden heeft de Kamer van Koophandel te Rotterdam met het oog op de a. s. zomerdienstregeling het navol gende onder de aandacht van de directie der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen gebracht. De ochtendtrein van Rotterdam naarDuitsch- land (via Utrecht Arnhem) vertrekt thans 8.55, is 10.50 te Arnhem om vervolgens, na aan verschillende tusschenstations gestopt te hebben, 12.56 te Oberhausen aan te komen. De trein van Amsterdam vertrekt om 10 uren, is 11.20 te Arnhem en gaat direct door naar Oberhausen, waar hjj 1.08 aankomt. Vandaar gaan de reizigers uit beide steden met donzelfden trein verder, terwijl die van Rotterdam over bijna hetzelfde traject onge veer een uur langer hebben gedaan. De Rotterdamsche trein rijdt het traject naar Arnhem (110 K. M.) in 1 uur 55 min., de Amsterdamsche de 91 K. M. tot Arnhem in 1 uur 20 min.; de laatste houdt eebter nergens op. Ware dit ook met den Rotterdamscben het geval; dan zou die, met dezelfde enelbeid rijdende, in 1 uur 86 min. te Arnhem kunnen zijn of 19 minuten vlugger. Mocht er echter o verwegend bezwaar bestaan, den trein van Rotterdam nergens te doen ophouden, daar de reizigers uit Den Haag, Leiden, Gouda en Utrecht moeten worden opgenomen, dan zou althans deze verbetering kunnen worden aangebracht, dat de Rotter damsche trein correspondeerde op den Amster- dam6cheD, die 11.20 uit Arnhem vertrekt. Dit zou een verschil van 30 min. uitmaken en de trein zou, zonder sneller te rijden dan su, een half uur later, alzoo 9.30, uit Rotter dam kunnen gaan. Dit ia voor eenochtendtrein lang niet onverechillig, en niet alleen het reizend publiek uit Rotterdam, maar ook de doorgaande reizigers uit Engeland, en die uit Den Ha3g, Leiden, Gouda en Utrecht zouden daarmee gebaat zijn. Het gaat toch ook niet aan, dat reizigers uit al die plaatsen naar Duitschland van Arnhem tot Oberhausen moeten gebruik maken van een trein, die aan de meeste tusschenstations stopt. Met deze beschouwingen heeft de Leidsche Kamer van Koophandel destijds hare adhaesie betuigd, terwijl z(j thans bericht heeft ontvan gen, dat de Exploitatie-Maatschappij bjj de a. s. zomordienstregeling aan bovengenoemde be zwaren zooveel mogelijk tegemoet zalkomen. Jhr. mr. J. B. A. J. M. Verbeijen, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, te 's-Hertogenbosch, is door den koning der Belgen benoemd tot officier der Leopoldsorde. Jhr. Van Vessem, intendant der koninklijke paleizen te Amsterdam en in Den Haag, is op 75-jarigen ouderdom overleden. De minister van binnenlandeche zaken en die van financiën beb'oen ingetrokken hunne beschikking van 7 Aug. 1S90, voor zoover daarbij de in- en doorvoer van lompen, ge bruikte kleedingstukken en ongewasschen lijf; en beddegoed uit Venetië verboden wordt, omdat, volgens ingekomen ambtsberichten, de pokken aldaar niet meer epidemisch heerschen. Kegeling van onzen krijgsdienst. Bij do hervatting van de beraadslaging over de Legerwet verklaarde de heer De Beaufort dat hij, als leek, als niet-militair, de zaak uit een algemeen oogpunt zou beschou wen. In de definition „militaristisch" en „anti militaristisch" vindt hij iets onbestemds, iets nevelachtigs. Z. i. kan een leger ook in kleine landen niet worden gemist. HU betoogde verder uitvoerig dat echter voor een klein land de verdediging afhankelijk moest zijn van de finantiêele kracht. Nu is bewezen in 1870 dat ons leger voldoende was om de.neutraliteit to bewaren, want de mogend heden hebben die erkend. Sedert is ons land niet uitgebreid. Thans wordt afscbalfing der plaatsvervanging als sleepboot gebruikt om het oorlogsvaartuig des ministers over de parlementaire wateren te brengen, maar ze heeft niets te maken met onze legerformatie. Daarbij zal zb ben, die thans zoo stérk er voor ijveren, niet bevredigen, maar noodzakelijk moeten lijden tot algemeenen dienstplicht. Sprekers stelsel is: algemeene dienstplicht met korte oefeningen, type-Zwitserland, dat getoond heeft in staat te zjjn zijne neutraliteit te kunnen handhaven. Aansluiting bij andere mogendheden zou hjj zeer verderfelijk vinden en een eersten stap tot het verlies onzer on afhankelijkheid. Hy zal verdere discussie af wachten, maar moet nu ernstig bezwaar maken om voor te stemmen zonder dat wij zigingen in zijn geest worden aangebracht. De heer Famcombe Sanders bestreed de technische samenstelling der wet en zou er Diet voc-r stemmen. Hy stond öók't Zwitser - sche stelsel voor. Van ODder op moet de op leiding worden ingericht, om trapsgewys tot de hoogere scholen te geraken. Voorts moeten wy hebben verplichte schietoefeningen. Iedere man moet vertrouwd gemaakt worden met het geweer. In de wijze, waarop de Regeering onze landweer wil organieeeren, vond spr. bezwaar. Voor tyden van gevaar zal zij geen practisch effect geven wat de oud officieren betreft. Spr. zou dus deze wet niet aannemen, vooreerst omdat wy er gedurende een men- BChenleven aan vast zouden zittenook niet om eene soort van referendum by de stembus uit te lokken, omdat het volk do eigenlijke gevolgen der wet nog niet kan overzien. Hij zou zich ook niet laten afschrikken door de bewering, dat ons leger zoo slecht zou zyn. Dat is niet waar, in elk geval is bet veel beter dan in 1870 en bovendien kan deze wet toch niet volledig werken voor over 14 jaren. In zoover bedoelde hij „dat Hannibal nog niet aan de poorten staat"; de heer Rutgers heeft dat onlangs verkeerd opgevat. Als wy zoolang nog moeten wachten, komt het op enkele maanden niet aan. Dat was sprekers bedoeling. Daarna bestreed de heer Van Houten even eens het ontwerp. Hy begon met den heer Rooseboom te bestryden, wiens critiek iedereen en alles gold, maar die zelf de verdediging van het ontwerp naliet. Zyn eigen optreden buiten de Kamer verdedigde spr. vervolgens. Het beginsel der legerwet noemde hy goed, maar het wordt zóó slecht uitgewerkt, dat het voor do party, die haar aanneemt, nog vee) pernicleuser gevolgen zal hebben dan de schoolwet van 1878. Het beginsel van de persoonlyke dienstvervulling is terecht genoemd eene sleepboot, die de wet er door moet slepen. Het is de vlag, welke de con trabande dekt. Het beginsel van den per- soonlyken dienstplicht desorganiseert de maat- schappy om het leger te organiseeren. Deze nivelleering in schyn stelt elke consideratie van maatschappoiyk belang ten achter. Spr. is sinds lang voorstander van het stelsel-De Roo. De heer Rooseboom meende echter dat de heer De Roo deze wet niet zou hebben bestreden; (De heer Rooseboom: ik doelde op de ge schriften van den heer De Roo; of hy oppo sitie zou hebben gemaakt, betwyfel ik niet, want oppositie maakte hy altijd). Spr. noemde het eene lasterlyke insinuatie aan de nagedachtenis van iemand, die niet in de gelegenheid was zyne plannen uit te werken, om te zeggen, dat de lieer De Roo slechts oppositie kon maken. (De voorzitter verzocht den spr. het woord lasterlyke tegenover een medelid terug te nemen). Spr. zeide dat hy niet bepaald op do woorden van den heer Rooseboom doelde, maar beriep zich tegenover hem op het oordeel van majoor Glasius ten aanzien van den heer De Roo. Voorts wees hy op het oordeel van den oud minister Geertsema over het stelsel-De Roo, hetwelk in liberale kringen indertijd alge meen byval vond. De bewering van den heer Rooseboom dat dit slechts eene kleine kern zou geweest zyn, werd door spreker met een beroep op de politieke geschiedenis van die dagen stellig weersproken. Spr. deed verder uitkomen dat wel te onder scheiden zyn oefenplicht volgens het voorschrift in de grondwet en militaire rykebeerendiensten. De laatsten behooren afkoopbaar te zyn. Algemeene oefenplicht is mogelijk, indien deze beperkt wordt tot het hoogst noodige en in den koristen tyd geschiedt. Moet het leger georganiseerd worden voor veldslagen in open veld? Neen, dat willen wy niet en toch is dit ontwerp op niets anders Ingericht dan op formatie van drie of vier division en op aanvulling van dezeD. Wanneer wy echter aan do grenzen moeten stryden, dan moeten wy ook over de grenzen kunnen trekken. Door schrapping van het woord veldleger is de oppositie daarentegen niet ontwapend. De minister heeft het veldleger verdekt opgesteld en de commissie van voorbereiding wil het nog verder uit het leger verwy deren. Het officierscorps is nietonzelfzuchtiger dan de burgerlyke autoriteiten De heer RooseboomDe vraag was of men eigenlyk tegen de wet is, maar baar aanbe veelt o m promotie te maken. De heer Van Houten: Waar is dat gezegd? Er is alleen gezegd, dat de uitbreiding leger- piomotio ten gevolge heeft. Ook de burgers bevelen het ontwerp aan, omdat het leger in aanzien zal stygen. Ook dat ie een belang, waardoor men niet onpartydig oordeelt. Men wil ook de oppassers uit den beteren etand. Zoo niot, waar biyft dan de gelijkheid?Maar officieren zyn in dezen ook niet de beate des kundigen, want boven alles staat de staat kundige vryheid en by elke militaire organi satie moet daaraan ook in de eerste plaats worden gedacht. Ten slotte vroeg spreker den heer Roose boom of het met het nu voorgedragen stelsel zulk een mooi einde zou wozen als maar de helft der natie tot de verdediging zou mode- werken. Dat is de zwakste zyde van bet ontwerp. De voorzitter zal lieden voorstellen voor deze wet den werktyd der Tweede Kamer uit te breiden. Gemengd Nieuws* Ter eere van het gouden echtpaar Delforno, wonende in het Noordeinde, hebben heden de buurtgenodten aldaar van de wo ningen de driekleur uitgestoken. Ook op bet terrein der waterwerken buiten de voormalige Wittepoort, aan de Haagsche Trekvaart, wapperen enkele vlaggen ter eere van den opzichter Reyneveld, die zyn zilveren huweiyksfeest viert. Zekere J. W., zoon van den vracht schipper W., varende van Leiderdorp op LeideD, geraakte hedermamiddag, omstreeks halftwee, in den Nieuwen Ryn te water, doordien de boom in den grond bleef steken. Na naar den kant te zyn gezwommen, werd hy door den brugwachter v. B. op het droge gebracht, waarna hij zyn tocht met een nat pak naar Leiderdorp voortzette. Gisternamiddag, om vier uren, had de timmerman P. L., die op „De Vink" aan het werk was, het ongeluk van het dak te vallen. Hy bekwam letsel aan den arm en aan de zy, zoodat hy op een wagen naar de ouderlijke woning aan den Vliet alhier werd vervoerd, waar geneeskundige bulp werd ontboden. In den vroegen morgen van beden zeilde de zwager van schipper Lely- veld, wonende te Stompwyk, den Vliet af en zag naby de woning „Allemansgeest," onder Voorschoten, laatstgenoemde met zyne schuit aan den wal gemeerd liggen. Hy gaf aan zyn knecht order naast die schuit aan te leggen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1