flat 9535 T$J[aaii<ia.g; S3 Maart. A0. 1891. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven Feuilleton. Het slangen meisje. Leiden, 21 Maart. paus dezsr courahtt: Voor Leiden per S maanden1.10. Preneo per poet.1.40. A/zonderlflk© Nommere0.05. PaiJB DER ADVERTHNTIHN: Yen 1—0 rogele ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17^. Grootoro lettere naar plaateruiriite. Voor hot in- eaeeeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. DAGBLAD. Vermaarde licldschc kunstenaars. III. Joris ran Schoten, in 1587 te Leiden ge boren, kende ale schoolknaap geen grooter genoegen dan in zjjn schrijfboek allerlei din gen („beoidekens en mannekens") te teekenen. Hoewel reeds lang de schoolbank ontwassen, bleef hem de lust tot teekenen eigen. Een buur, die zag, dat do jongeling reel aanleg •tot teekenen en schilderen had, raadde zijn ■ouders aan, hem in die kunst onderwijs te doen geren. Aan dions voorspraak dankte Joris het, dat hg op den leeftijd van bijna 17 jaren Koenraad van der Maas, die zeer kunBtig naar het leven kon conterfoiten, tot leermeester kreeg. Drie jaren heeft hij diens onderwijs met goed gevolg genoteD. HU was nu zoo Ter gevorderd, dat hU zichzelven ver der kon bekwamen. Niet lang daarna wonschte hg andere lan den te bezoeken, om er met uitnemende schilders konnis te maken, maar z(jne oud3rs wilder, hem geene toestemming gevon, in den vreemde te gaan, zoodat hg zijn voornemen moest opgeven en zich tevreden stollen, zijn voordeel te doen met het kopioeren van de kunstige schilderUen van Hollandsche mees ters. Hg heeft zijn tUd met vlijt en naar stigheid besteed en zich in het schilderen van historiën, landschappon en andere zaken onderscheiden. Ook kon hU zeer juist naar het leven con terfoiten. Verscheidene stukken, die in zgne vaderstad en elders gevonden werden, getuig den van zijne bedrevenheid. Onder dezetrok- kon vooral de aandacht de conterfeitsels van „do voornaamste officieren van zeven vaan- dols dor Leidsche echutterU" op den voorsten Doelen. Jan Jozofsz. van Goyen werd in 1596 te Leiden geboren. ZUn vader Jozef Jansz. van Goyen was een liefhebber van de toeken- en schilderkunst en gaf hem daarin de eersto lessen, waarna liïj onderwijs ontving van Kosnrasd van Schilperoort, die als een goed landschapschilder bekend stond. HU was toen 10 jaren oud, en maakte in 3 maanden zulke vorderingen, dat hg do eerste beginsolen kende. Daarna ontving bij een kleinen tUd van Mr. Is aak Nicole], die veel naam had, onderwijs. Waarschijnlijk bad deze, die ook burgemeester (vroeger schepen) was, niet altgd gelegenheid hem te onderrichten, en gevoelde van Schil peroort geen lust meer, hom, evenals te voren, voor esnige maanden wellicht, onderwUs te geven, althans hij kwam nu onder do leiding van Jan Arentsz. De MaD, een rodelgk goed schilder. Doch zgn vader liet hem niet lang bU dezen schilder en bracht hem bU Hendrik Clock, om het gla3schrijven en glasmaken te leeren. In dat werk had Jan geen lu3t. HU wilde niets liever dan zich in de schilderkunst bekwamen, waarom zfjn vader hem naar Willem Gerritsz., eon goed schilder te Hoorn, zond, bU wien hU twee jaren woonde, waarna hU te Leiden torugkwam en zichzelven ln het schilderen oefende. Toen hU 19 jaren was, deed hu eene reis naar Frankrijk en legde zich in dat land een jaar op de schilderkunst toe. Weder ln Leiden teruggekeerd, vertrok hü eerlang naar Haarlem, om het onderwUs van den uitmuntenden, vormaarden landschap schilder Esaias van den Velde te genieten. Veel heeft hg gedurende het jaar, dat bU bU hom leerde, geprofiteerd. Aan hem dankte hU het vooral, dat hU een der kunstigste land schapschilders Is geworden, wiens worken bU eiken liefhebber der schilderkunst in hoogs waarde werden gehouden. In 1632 verliet hg zijne vaderstad en vestigde zich in Den Haag, waar het hem niet ontbrak aan bestellingen, waarmee hU zgn roem verhoogde. Pieter Pietersz. De Neyn werd in 1597 te Leiden geboren. Hg leerde aanvankelUk het steenhouwen er kreeg, nadat hU zich daarin eenige jaren had geoefend, lust tot de mathe matische kunsten 6n wetenschappen, als: de architectuur, de perspectief, enz. ZUne ouders waren geene vermogende lieden en konden hem daarin geen onderwgs deen geven. Hij was dus wel genoodzaakt zUn handwerk te blgven uitoefenen, maar had bU eonigen ledi gen tUd, dan trachtte hij zich uit boeken do kennis eigen te maken, waarin bU zooveel belang stelde. Door aanhoudenden gverishet hem in een paar jaren gelukt zulke vorde ringen te maken, dat hu anderen in die kunsten en wetenschappen kon onderwijzen. Onder zUne vrienden waren verscheidano schilders. Hun werk voldeed hem dermate, dat hü begeerte kreeg zich op do schilder kunst toe te loggen. ZUne vorige studiën had den bewezen, waartoe hU het door groote vlijt en naarstigheid niet al had weten te brongen. Hg liet zich door niets afschrikken of ontmoedigen. Met de borst legde hg zich op het teekenen en schilderen toe, en na hierin door zelfoefening genoegzame vorderin gen te bobben gemaakt, wist hg vriendschap aan te knoopen met den uitstekenden land schapschilder Esaias van den Velde. Deze, die zoo gaarne jeugdige vernuften aanmoedigdo, Een verhaal van Eerman Kindt. Abra bracht opeens een korten, schrillen toon voort. Snel maakte de 6lang zich van den arm, welken zij omwonden had, los, kronkelde langzaam achteruit en viel in don korf terug, welken Abra nu eensklaps dicht sloeg, waarop bij ons half zegevierend aanzag. „Welnu", zoide de dokter, „wat verder?" „Wacht eerst vier en twintig uren", ant woordde de Indiaan rustig en bedaard. „Wat, wilt ge daarop eene weddenschap aangaan?" „Zeker, mynheer, in vier en twintig uren, zeg ik u." Hot groepje, dat dit zonderlinge schouw spel mede had aangezien, ging nu uit elkaar. Wij waren nu weer alleen met den ouden man, die nog altoo3 gehurkt op den grond zat en ons veo'.beteokenend aankeek. „En waarom zullen we wedden, Abra?" ,.Om een bonaerdpiastersiukik beu voor nemens naar Cairo te reizen, daar zal mgne kunst meer opgang rnaken, bier heb ik bgna alles, vertoond. Honderd piaster is eene klei nigheid voor een kunstenaar van naam, maar ik heb ze voor müne reis noodig." „Eu welken waarborg biedt gU ons, vriend Abra?" Nu", antwoordde bU aarzelend, maar stellig, „Ma ha." Mdha was het schuwe, donkore meisje, waarvan ik reeds melding gemaakt heb. „Nu, mUnheer, Maha is onze waarborg, zie maar eens!" En hU opende den grooten, vlakken korf aan zUne linkerhand. „Kyk maar eens naar do slang, hoe rustig zij slaapt, onderzoek het maar, ragntaeer, raak haar even met uwe rechterhand aan, strgk haar, als het koude gevosl u niet gzing- wekkend voorkomt; wordt ge er zelf koud van? Morgen om dezen tUd is zU levend en wakker." De dokter deed wat hem gevraagd werd en streelde de slapende slang. „ZUt ge ook bang? IJst ge er van?" „Neen, ik ben niet bang", zeide de dokter glimlachend, „maar aangenaam is het nu juist ook niet." Abra lachte en zeide „Nu, daar gfl hot niet akelig vindt, mgn- hoer, streel haar dan eenige malen, tien of twaalf keer, doe het gerust, steek dan de stelde eenige teekeningen en schilderUen te zUner beschikking om ze te kopi&eren. WU1 hU hierin naar wensch slaagde, begon van dan Velde hoe langer hoe meer belang in hem te stellen. HU wees hem op de gebre ken, die hU in de kopieön opmerkte, en gaf hem gaarne onderricht, daar hu zag, dat De Neyn een jongmensch was, die veel voor de schilderkunst beloofde. In weinig tgds maakte de joDgeling verrassende vorderingen. HU werd als uitstekend schilder gunstig hekend en kreeg zooveel bestellingen, dat hg in staat was met schilderen zijn gezin te onderhouden. Zijne stukken toonden eene groote kunstvaar digheid en voldeden algemeen uitermate. Niet alleen voor de liefhebbers in Loiden, maar ook van elders had hU veel te doen. Daar de behoeften van zgn gezin, door ver loop van tijd, grooter werden, zoo werd hg bedacht zUn inkomen te vermeerderen, door naast de schilderkunst ook het steenhouwen, welk handwerk hu eerst had, uit te oefenen. Hg richtte een steenhouwerswinkel op en kreeg woldra als steenhouwer ook een zoo gnnstigon naam, dat bU als zoodanig door het stedelUk bestuur werd aangesteld. Dat na dien tgd ook schilderstukken van zjjne hand verscheren, bewgst, dat hU, voor zooverre do tUd en züne krachten het hem toelieten, voortging met schilderen. De Neyn is niet oud geworden. HU stierf op den leeftUd van bp'na 42 jaar. In zUne laatste levensjaren leed hU voel aan kort ademigheid. Tot zijne niet geringe spijt, werd hg daardoor menigmaal in zijne werkzaam heid verhinderd. Hij bewees, hoever iemand, die lust en aanleg heeft, het in zUn hand werk of beroep kan brengen. In het verslag der Rotterdamsche Tram- wegmaatschappg, over het jaar 1890, uit te brengOD in de algomeene vergadering van aandeelhouders op 31 Maart a. s., wordt ge zegd dat da overneming der lUn Rotterdam Ouverschie het sluiten eener geldleening nood- zakolgk had gemaakt, welke ten bedrage van 100,000, rentende 4 pCt. 's jaars, a pari word geplaatst. Het reservefonds bedraagt nu 34,533. Voor het pensioenfonds werden van de salarissen ingehouden ƒ2792; de bgdrago der MpU- beliep 2766. Voor 73 beambten, nietleden van het pensioenfonds, is een be drag van 1800 op do spaarbank geplaatst. De ontvangsten waren van den paardentram- weg Rotterdam ƒ307,215, van den paarden- tramweg Leiden ƒ28,964, stoomtram Rottor- hand in den zak, en als ge thuis komt, stijjk dan M.iba één keer over het gelaat, één keer zeg ik, on dan weer over het hoofd, dan zal zU inslapen, zooals deze slang, en op den zelfden tUd als zU wakker worden. En dat wol binnen den tyd van vier en twintig uren." De dokter zag my met een vragenden blik aanik knikte toestemmend, zonder eigonlUk to weten waarom. HU streek met de hand over de levenlooze, vochtige massa, omtrent tien of twaalf keer; ik zag hoe hU van afschuw ineenkromp. „Well, Sir, go home!" zeide de oude. Wg gingen naar huis. Het schoone meisje stond aan de deur. Toen zg ons zag aankomen, steeg het bloed haar naar de bruine wangen, welke door hot heldere maanlicht worden beschenen. ZU boog h9t hoofd, alsof zU iets verwachttede dokter streek nu zacht met zijne hand over haar hoofd en gelaat. Op hetzelfde oogenblik zonk zij met eon nauw hoorbaren zucht, welke eigeniyk rueer had van een tevreden gemurmel, inéén. Ik moet bekennen dat wg beiden die lovenlooze gedaante yzingwekkend vonden. Zoo spoedig wU konden, liepen wU den ouden bediende om on3 tg helpen het jonge meisje op hare legerstede te loggen, de dokter dam Schiedam 100,905, omnibusdienst 17.739, advertentiön ƒ4858, enz., totaal 627,242. De uitgaven bedroegen f 452,277, zoodat eene 6aldo-wmst bluft van ƒ174,964. Voor afschrUving wordt gebruikt 69,766 en aan dividend 8 pCt. uitgekeerd over hot kapi taal van ƒ1,000,000. Het boekjaar heeft dus, volgens het verslag, een gunstiger resultaat opgeleverd dan een der voorgaande jaren. In het geheel werden vervoerd 6,010,223 reizigers, waarvan o. a. op den paardentram- weg te Rotterdam 4,803,311, per omnibus te Rotterdam 201,081, op den paardentramweg te Leiden 325,950 en per omnibus Leidon Leiderdorp 24,701 reizigers, met 3504.751/,. Op de paardentramlgn te Leiden zün af gegeven 406 abonnementen voor 1421, erv 35 stuks schoolkaarten voor 52.50 (tegen resp. 325 voor ƒ1184.50 en 45 voor 79.50 in 1889). Te Leiden werd op den druksten dag ont vangen 226.78, terwUl de minste opbrengst aldaar 30.4G was. Voor don omnibusdienst Loiden Leiderdorp is weder een geiyk subsidie verleend, zoadat bU verzekerd is tot 1 Nov. 1891. Te 's-Gravenhage had de aangekondigde algemeene vergadering plaats van het Genea logisch Heraldiek Genootschap „de NederlaDd- sche Leeuw". De secretaris, do heer A. A. Vorsterman van Oyon, bracht hot verslag uit over het afgeloopen jaar; hieruit bleek, dat het Genoot schap twoe verdiensteiyke leden, de heeron W. Van Os en jhr. J. F. Storm van 's-Gra- vasande van den Bramel, door den dood ver loor; dat het ledental toeneemt en door ruil in verbinding trad met „la Socióté d'archóolo- gie de Namur", te Namen, en „L'institut archéologiquo L'.égeoiso", te Luik. Da boekerij heeft veel Uitbreiding ondergaan door goscbeuken on ook werd melding ge maakt, bereids voor do tweede maal, van eeue aanzienlijke geldolgko schenking van een der leden, moer in het bgzonder bestomd voor den aankoop van boekon. Uit de rekening en verantwoording bleek dat een batig saldo aanwezig was. Het lid de heer C. W. H. Verstor, uit Leiden, bracht ter tafel eene belangrgko ver zameling oorspronkeiyke heraldische teekenin- gon van Emil Doeplor, te BerlUn, alsook fraaie teekeningen, door bomzelvon vervaardigd. Hij stelde voor om over eenigen tgd te 's-Hage eene heraldische tentoonstelling te houden met ontwerpen van deskundigen. Dit voorstel Tond veel bgval. wendde allerlei middelen aan om haar bg te brengen, doch tevergeefs. ZU haalde zacht, zeer zacht, adem, maar zü ademde toch. Wg waren belden koortsachtig gejaagd en waag den het nauwelUks eikander aan te zien. „Nu, dokter?" vroeg ik eindelük. „WU moeten het afwachten", zeide de dokter ernstig, „ik zal van nacht bU haar waken." Weer kokon wU beiden het meisje aan, dat in de weinige oogenbükken, dat wy te zamen spraken, eene andere houding had aan genomen. Zg lag eigenlgk geheel op-of liever te zamen gerold, maar toch, leelUk was zg geenszins. Zij had de armen over haar hoofd te zamen geslagen, de knieén tot bg de borst opge trokken, zg zag er evenals de slang in den korf uit. Zoo ging de nacht voorbg. Meer dan ééns was ik opgestaan, uit een onrustigen slaap wak ker geworden, ik wüde den dokter bU hot waken aflossen, maar by wilde daar niets van hooren. Tegen den morgen verscheen Abra. „Nu, is het mooie bruine vogjltje in slaap^ gevallen?" vroeg bg lachend, (JTVdJ vêrvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 9