N°. 9535.
]>Xaaiitla2; 23 Maart.
A0. 1891,
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Feuilleton.
Het slangenmeisje.
Leiden, 21 Maart.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS BRZBR COURANT:
Ufci far i
PRIJS DXR ADVERTENTIËN:
Tm I—I rrgrtl f l.M. U4m rrgrl aw
SfMtm MUm Mil fUatmuat*. Taar kM
MUb 4a a*i «aHt ft.it bwekuR
Asm de Abonné's daarop, wordt by dit
nomaer verzonden No. 26 van Kikeriki.
Ter aanvulling van de beide vorige
Eiandbou w-artikelen.
Er staat geschreven„zoo dan wie weet
goed te doen en het niet doet, dien is het
zonde." Ongetwyfeld zyn we allen overtuigd
of althaus gelooven we allen dat melk een
zeer voedzame drank is en het zou ons zeer
verwonderen als van de tien melk drinkende
menschen er niet minstens acht een breeden
rug kregen, wel te verstaan als ze een drie
litertjes per dag gebruiken en niet evenveel
glaasjes, zooals zeker patiönt van zekeren
dokter deed, niettegenstaande hem de nood-
zakeiykheid van het gebruik van 3 liter per
dag was voorgehouden.
Nu dan, omdat melk ook voor een jong
dier goed is, mag men het kalf daarvan den
geheelen zomer niet spenen. Het moet '/2 a
5/i liter van dezen voedenden dranlc krijgen
tot aan den staltyd toe. En als nu deze of
gene belanghebbende berekent dat hem dit
t a 5 cents extra per dag kost, dan moet
hij zeggen: wat deze melk een ander waard
is ze mg in de eerste plaats waard,
ongeveer net als de marketenter op het ijs,
('t was nog in de dagen van Olim) die riep:
„v\jr cent voor een borreltje, hoor, want vier
is het me zelf waard 1"
't Spreekt vanzelf dat hst kalf in den zomor
van oene beste wel moet kunnen profiteeren,
omdat het dan ook versche lucht en eene
onbeperkte vrijheid geniet, die beide op den
groei van den kleine een weldadigen invloed
zullen uitoefenen. Omdat alle scherpe over
gangen hier moeten vermeden worden, be
hoeft het nauwelyks te worden vermeld, dat
de overgang van den stal tot de weide moet
plaats hebben op een daarvoor alleszins ge-
schikten dag.
Hier, in het vrije veld, mag natuurlijk
gra6 niet het eenige voedsel z(jn, maar geve
men naast de zoete melk van zooeven wei,
wat karnemelk en eenig krachtvoer. Ook moet
de rust van het kalf buiten volkomen ver
zekerd zijn, d. w. z. het moet ongestoord kun
nen leven en dus verwyderd blyven van ge
raas en getier. Als men iets doet, moet men
het goed doen en zooveel mogeiyk alle zeilen
bijzetten ter bereiking van het goede doel.
Schrik werkt storend op de zenuwen en met
Een verhaal van Eerman Kinil.
Slot.)
Dat was de laatste maal, dat ik Abra ge
zien heb. Den volgenden dag was hy ver
dwenen, tevergeefs deden wy in de stad na-
vorschingon, beiden hadden zich verwyderd.
Kort daarna moest ik het echoone Smyrna
verlaten en de laatste gesprekken, welke de
dokter en ik samen voerden, handelden over
Ma bi', Abra en den stam der Legges. Ik ver
zocht dokter Bochoridc-s my te schrijven als
hij toevallig iets zekers of naders van hun
beider lot te weten mocht komen. En dat
.gebeurde dan ook werkeiyk een korten tyd
daarna.
Vóór mij liggen eenige bladen papier, het
is het kleine krabbelachtlge schrift van myn
vriend den dokter.
„Eindeiyk, nadat wij negen maanden van
elkander gescheiden geweest zyn", schreef hy,
„heb ik weder iets van Abra en Matui ge
hoord. Verbeeld u, daar schryft my een vroe
gere academievriend, dat in Bombay een
slangenbezweerder verschenen was, die met
eene groote menigte slangen en een jong
deze staan weer de voedingsverrichtingen in
een nauw verband.
Is de weidegang ten einde, dan moet weer
het winterkwartier worden betrokken, maar
ook dit mag niet zonder voorbereiding ge
schieden, wyl anders de groei van hot jonge
dier eemgen tyd stilstaat, oene omstandigheid,
die lynrecht in stryd is met de bedoeling
des fokkers. Geven we daarom in den herfst
wat hooi op hot land of ook wat gras op
stallangzamerhand van het eene meer en
van het andere minder.
We spraken zooeven van eene beste weide
on bedoelden daarmede natuurlyk eene, welke
ryk is aan zoete grassen, oeno, welke steeds
in goeden doen verkeert, welke op tyd degeiyk
bemest wordt, ten einde voedzaam gras te
kunnen voortbrengen. Vele landeryen worden
stiefmoederiyk behandeld en van haar kan
men dus ook niet veel verwachten. Immer
moet het „geven" aan het „trekken" vooraf
gaan. De vaste deelen van het lichaam, d. z.
de beendoren, moeten, evenals het vleescb,
uit het opgenomen voedsel worden opge
bouwd, en zal dit naar behooren kunnen ge
schieden, dan moeten ook vooral in het gras
de bestanddeelen der beenderen in de ver
schillende voedingsstoffen aanwezig zyn. Ont
breken ze grootendeels daarin, dan wordt het
beendergestel der betrokken dieren zwak en
zal zich hot verschynsel van beenbreuken
voordoen. Hierdoor heeft reeds menige boer
een best beest verloren.
En toch, hoe licht kunnen zulke verliezen
in hoofdzaak voorkomen worden. Beenderen
bestaan voor een groot, deel uit phosphorzure
kalk en komt deze stof voldoende in het dierlyk
lichaam voor, dan zullen zijne vaste bestand
deelen ook forsch en sterk worden. Nu bevat
wel is waar gras deze kalksoort, maar niet
altyd in voldoende mate. Ga maar eens na
wat al niet uit gras wordt opgebouwd en
nimmer weer tot de weide terugkeert. Vl6esch,
beenderen, melk, het ontstaat alles in den
zomer uit het voedingsmiddel by uitnemend
heid, uit het gras, en ook als hooi speelt dit
een belangryke rol. Wat wordt er dus niet
eene phosphorzure kalk aan het land onttrok
ken! En kwam deze maar weer terug na
oenigen tyd, dan bleef alles by het oude,
maar neen, wie zyne koeien, zyne paarden,
zyne boter en kaas verkoopt, raakt daarmee
ook de genoemde kalksoort kwyt, welke in
de verkochte waar aanwezig is. Stalmest kan
doorgaans het ontstane tekort niet dekken,
ergo moeten onze weiden opzettelyk van phos
phorzure kalk worden voorzien. Waar dit niet
meisje voorstellingen gaf. Vrsemd genoeg,
zoo schreef hy, „het jonge meisje valt in
slaap en slaapt zoolang de oude het wil, als
men maar even mot de hand over haar heen-
8trykt, waarmede men kort te voren eene
slang heeft aangeraakt. Dat moet Abra zyn
en niemand anders, en Mah:i."
Eer. ander gedeelte van den brief luidde:
„Ja, werkeiyk, myn vriend, ik heb berich
ten ingewoimen, het is de oude en het lieve
meisje, de schoone tl ahaIn Europa, hier
zelfs, zou men de oude in zyne handelingen
belemmeren, maar daar, waar by nu is, kan
men hem niets doen. Hy moet door eene
groote massa slangen omringd zyn, welke by
tot slapen dwingt, of liever toovert. Lach
niet om dat laatste woord,k herhaal het
toovert; zij slapen dan één dag, vier, vyf
zes dagen, zoolang men wil. En Maha ook.
De menschen kunnen er met genoeg naar
kykenom geld doet hij het niet, schryft
myn vriend, alleen maar om eindelyk en
eindelyk Maha in eene slang te veranderen."
Ik herinner my nog zeer goed, boe het
papier in myne handen beefde, toen ik deze
regels las.
Weer zag ik haar voor my, die kleine,
buigzame gestalte, half kmd, half vrouw.
Weer zag ik in het beeld, dat ik my voor
wordt gedaan en waar dus redenen bestaan
om te gelooven, dat het beendergestel der
dieren allesbehalve sterk zal zyn, daar moet
men opzettelyk kalk voerendaar moet men
het geprecipiteerde basisch phosphorzure kalk
verstrekken in zyn drank.
Niemand behoeft dit om de kosten te laten,
want als men een kalf 10 gram per dag
geeft beginnen met 5 gram en opklimmen
tot 10 dan zal dit zoo ongeveer in do i
a 5 dagen voor 1 cent zyn, een niet noemens
waardig bedrag alzoo. Twijfelt men aan zyne
weiden ten opzichte van haar phosphorzuur-
gehalte, dan doet men wol ook aan de vol
wassen dieren eenige kalk te geven15 a 20
gram per stuk en per dag; drachtige dieren,
omdat zy een dut bel stel beenderen hebben
te onderhouden, iets meer.
Hoewel zout geen voedingsmiddel is, ver
vult het toch eene belangryke rol in het dierlyk
lichaamhet wekt den eetlust op als gevolg
van eene weldadige werking op de spysver-
tering. Het maakt het voeder smakelyk, ge
nietbaar en daarom achten we het eene be
hoefte voor het vee. Tien gram per kalf en
per dag is genoeg. Wie hier van het goede te
veel wil, zal zich deeriyk bedriogen.
Nog moeten we er aan herinneren, dat de
eens aangenomen voedertyden worden behou
den, want het is hoogst nadeeüg voor den
groei, de normale ontwikkeling van een dier
als het nu eens op dit en dan weer op een
ander uur zyn rantsoen krygt. De beesten
kennen evengoed hun klokje als wywachten
maakt hen ook zenuwachtig.
Wit men den kal-oren als drank geeft,
moet steeds lauw-warm zynhet valt moei-
ïyker diarrhee te genezen dan te verwekken.
Moge de door ons beschouwde wyze van
kalveren opvoeden misschien een weinigje
duur zyn, naderhand zal het ongetwyfeld blij
ken dat ook hier was duurkoop, goedkoop.
Kudelstaart. G. Dros.
De afdeeling Leiden en Omstreken der
Nederlandsche Maatschappy voor Tuinbouw
en Plantkunde hield weder eene vergadering,
welke de voorzitter opende met een woord
van hulde aan onze Koningin-Regentes, aan
wie het heeft behaagd Beschermvrouw te
willen worden van deze Maatschappy.
Er was ingekomen eene mededeeling van
het Hoofdbestuur, dat bet besloten heeft tot
het houden eener tweede winterbyeenkomst,
welke den 2den April a. s. te Utrecht zal
gehouden worden.
den geest riep, die onbesebrytlyke treurig
heid, welke op haar geheele gelaat scheen
afgedrukt, die tengere bruine handjes over
hare borst gevouwen, haar sluik neerhan
gende haren, het nauwe gewaad los om het
slanke lichaam geslagen, evenals eene in Azië
verplaatste Mignor.
Diep ter neder geslagen nam ik hc-den weer
het laatste blad in de hand.
„Ik weet," zoo schreef de dokter verder,
„dat hetgeen ik nu ga schrijven, u hevig
zal aandoen. Het is nu byna een jaar geleden,
dat ik u meldde, hetgeen ik omtrent Abra
en Maba hoorde. Abra had kort daarna Bombay
verlaten en dwaalde met Maha nu hier dan
daar heen, om eindelyk naar Delhi terug te
koeren. Hier begon het oudo leven weer, dat
tooveren en bezweren. Doch wat gebeurt er.
Een jaloersch mededinger zocht hem te over
treffen, zoo deelt ons het Dagblad uit Delhi
mede en eindelyk, waarom zou ik het
langer verzwygen hoorde mon dat do hut,
waarin Abra en Malia woonden, eens plot
seling in vlammen is opgogaan en in een
hoopje aseh veranderde, dat 's nachts door
den wind uit elkaar stoof."
Dat is alles wat van Abra en Maha, het
slangenmetsje, is overgebloven.
De voorzitter noodigde de leden uit, de
vraagpunten op te geven, welke zy besproken
wenschen te zien in genoemde byeenkomst,
waaraan echter dezen keer geen gevolg ge
geven werd. Vervolgens spoorde de secretaris
de leden aan om de byeenkomst te Utrecht
te bezoeken.
De heeren Speet en Mater verklaarden zich
bereid, evenals vorige jaren, boschgrond voor
gezamoDlyke rekening te ontbieden.
Vervolgens verzocht de voorzitter beant
woording der vraag van den heer H. Witte:
Wat heeft men opgemerkt met betrekking
tot de schade, door de strenge vorst aan
winterharde planten veroorzaakt?
De heer K. Wezelenburg, van Boskoop,
voldeed hieraan door het opnoemen eener
lange reeks namen van planten, die te Bos
koop bevroren zyn. Van andere zyn de meeste
dood. De groene hulst verliest al het blad,
maar leeft nog.
Van de 300 Rhododendvum-soorten zullen
misschien 25 soorten onbeschadigd zyn.
De Erica herbacea, Hydrangea hortensia en
gouden regen hebben veel geleden.
Perziken en abrikozen, te veld staande,
alsook gekuilde boomen, waaronder zelfs iepen,
haddon eveneens veel schade. De heer W.
raadde aan om de vervroren heesters dit jaar
niet te verplanten.
De heer J. Mater verklaarde dat de Tri-
tonia uvaria, Hellebores, Narcis van Sion en
anderen bevroren zyn; de heer Hemerik
voegde hioraan toe de Lilium candidum. Daar
beweerd werd dat ook de perebloesem door
de vorst vernield is, had de heer A. Korser
eenige onderzocht en beschadigd bevonden;
ook hadden by hem de rozen, en zelfs de
Myosotis en Galanthus nivalis, veel geleden.
Opmerkeiyk is het hoe verschillend de uit
werking der vorst op een en dezelfde plan
tensoorten is geweest, zooala de heer Verboog
verklaarde van rozen, die, in den oenen tuin
goed gezond, doch een eind verder in een
anderen, doch overigons geiyk gelegen tuin,
doodgevroren waren.
Algemeen werd de groote schade vooral
toegeschreven aan het vroege invallen van
de vorst en den vochtigen toestand van den
grond op dat tydstip.
In de pauze werd een groot aantal
bloeiende planten verloot uit de collectie, waar
mede de zaal door den heer Hemerik versierd
was. De voorzitter bracht voornoemden heer
hulde voor de schoone verzameling planten,
zoowel ter versiering als ter verloting door
hem beschikbaar gesteld.
De heor Vuyck wenschte zyne vroeger ge
leverde bydrage over de voeding der planten
nu nader toe te lichten door eenige proeven.
Na deze voor de leden zeer duideiyke proe
ven, besprak de heor Vuyck de Bouillie bor
delaise als middel tot bestryding van de
aardappelziekte, en noemde eenige resultaten
van in Zeeland genomen proeven.
Op de vraag van den heer Ballego, of de
Bouillie ook dienstig kon zyn als middel legen
het wit in de rozen, kon de heer Vuyck geen
beslist antwoord geven; wel spoorde hy aan
om er de proef mede te nemen, daar het
tegen ziekten van plantaardigen aard, in het
byzonder schimmels, zeer goed aangewend
kon worden.
De heer Van de Pavord Smits raadde onder
dompeling van de wortels in de Bouillie aan,
zooal3 dit in Frankryk met den wynstok ge
daan wordt.
De heer J. C. G. Gobius du Sart, predikant
by de Ned.-Herv. gemeente van Bonthuizen,
heeft voor het beroep naar Mynsheereuland
bedankt.
Hoewel het gouden priesterfeest van
don heer Snickers, R. K. aartsbisschop te
Utrecht, eigoniyk op 27 Maait valt, zal hot
om den Goeden Vrydag, die daarmee samen
valt, verschoven worden tot Vrydag na Pa-
schen (3 April.)