- Ten einde de lotelingen der lichting van
1S91, die zich in den dienst der militie wen-
achen te doen vervangen door een militie-
plichtige der liohting van 1884, daartoe ln
de gelegenheid te stellen zonder hen te ver
plichten tydeiyk zeiven in werkelyken dienst
te treden, ligt het in het voornemen van den
minister van oorlog, aan zoodanige lotolingen
op hun verzoek een verlof by de inlijving
voor hoogstens zes weken te doen verleenen
immers, indien geene onvoorziene omstandig
heden, die opnieuw tot eene verlenging van
den diensttyd van laatstgenoemde lichting
leiden, zich tegen eene regeling als voren
bedoeld verzetten.
Aan ieder militieplichtige van laatstge
noemde lichting, die daarvoor naar de moening
der commandeerende officieren in aanmerking
komt, wordt op zijne aanvrage eene schrifte
lijke verklaring afgegeven, inhoudende dat
zijn tot op de dagteekening dier verklaring
gehouden gedrag van dien aard is geweest,
dat hem deswege bij zyn ontslag uit den
di9nst het bewijs van goed gedrag niet ge
weigerd zal worden.
- De firma Ribblnk, Van Bork Co., te
Amsterdam, heeft een adres aan den Raad
der gemeente Zoeterwoude gericht, daarin
verzoekende aan haar voor 25 jaren uitslui
tende vergunning te verleenen tot aanleg en
exploitatie van telephoongeleidingen in die
gemeente, tot het plaatsen van palen op ge
meentegrond, het leggen van kabels in ge
meentewateren, en het bevestigen van steun
punten voor hunne geleidingen aan gemeente
eigendommen.
- Blijkens de vastgestelde kiezerslijsten
zijn er te Sassenheim 137 kiezers voorleden
der Tweede Kamer, Provinciale Staten en van
den Gemeenteraad.
- De zangvereeniging te Waddings veen
zal onder directie van den heer Spaanderman,
van Gouda, eene uitvoering geven in do kerk
der Hervormde gemeente, op den tweeden
Paaschdag, des avonds te zeven uren.
- H. M. de Koningin-Regentes is Bescherm
vrouw geworden van de Nederlandsche Ver-
eeniging van Weldadigheid te Brussel.
- Koningin Wilhelmina deed Zaterdag
morgen met haren oom, den Erf vorst van Wal
deck, een rytoer door de omstreken der resi
dentie.
- Beroepen is by de Remonstr. gem. te
Boskoop de heer C. D. Sax Jr., prop, by de
Broederschap.
- Te Hillogom had voor rekening van het
R.-K. Kerkbestuur de aanbesteding plaats van
het bouwen van eene R.-K. Parochiale Jongens
school met onderwyzerswoning. Iogeieverd
waren elf biljetten. Hoogste inschrijver was
de heer C. Coblentz te Haarlem voor 15,647
laagste inschryver de heer C. Aikemade te
Noordwyk voor 13,667, aan wien het werk
is gegund.
- Een zevental ambtenaren van hetRyks
telegraafkantoor te Amsterdam herdachten
gisteren hunnen 25-jarigen dienst. Het zyn de
heeren: C. C. Beumer Hardenberg, H. J. C.
Kunne, W. Otto, J. Zitersteyn, W. K. Kuiler,
J. H. Brondert, allen telegrafisten 1ste kl„
9n L. Boone, klerk 1ste kl.
- Naar de „Zw. Crt." verneemt, is de heer
Deutmann, kunstschilder te Antwerpen, weder
benoemd tot koninkiyk nensionnaire.
- Tot kapelmeester van het muziekcorps
der dd. echuttery te Middelburg is aangesteld
de heer J. C. Geyp, stafmuzikant van het
8ste reg. inf., thans te Arnhem.
Uit de 51 sollicitanten werd eerst een 5tal
en daarna een 2tal opgemaakt, bestaande uit
den heer Geyp, bovengenoemd, en den heer
Jan Morke, te Dordrecht.
- Professor Liebreich, uit Beriyn, wordt
over acht dagen in Den Haag terugverwacht.
- Biykens een by het departement van kolo-
mén ontvangen telegram van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië zyn in Groot-
Atjeh twee bentings naby Kandang (liggende
ten zuiden van Lampeneroet) genomen, waarby
de kapitein der infanterie H. Yan Wicheren
en vier mindere militairen sneuvelden en tien
minderen gewond werden.
- Voor het aanstaande speelseizoen is aan
de Nederlandsche Opera verbonden de te Brus
sel welbekende tenor F. Van der Stappen.
Door deN.-Am.S.-Maatschappy wordtop
1 April met het stoomschip „Edam" eene
nieuwe lyn geopend naar Baltimore. Deze af
vaart, alsmede de 2de per „Schiedam" op 29
April, hebben pl3ats van Rotterdamde derde
op 27 Mei met de „Zaandam" van Amster
dam, om dan vervolgens elke 14 dagen zoo
mogelyk beurtelings van Rotterdam en Am
sterdam te vertrekken.
Op deze lyn worden alleen lete- en 3de-
klaase-paseagiers vervoerd.
By koninkiyk besluit is aan C. Boldingh
Gz., op zyn verzoek, met ingang van 1 Mei
1891, eervol ontslag verleend als notaris te
Hoorn.
Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervan-
ger in het kanton Rotterdam No. 2, mr.
E. L. Jacobson en mr. I. A. Höffelt, beiden
advocaat en procureur te Rotterdam.
Met ingang van 1 April 1891 benoemd
tot directeur van het postkantoor toEmmen,
S. Beumée, thans commies der posteryen van
de 4de klasse.
Met ingang van 1 April 1891 benoemd tot
directeur van het post- en telegraafkantoor
te Hengeloo C. A. Willemse, thans lngelyke
betrekking te Naarden.
Gemengd Nlenwa.
Voor de arrondissement a-recht
bank te Haarlem werd Zaterdag de volgende
zaak behandeld.
Den 26sten Januari 11. luidde de brandklok
te Roolof-Arendsveen. Twee keten stonden in
brand, welke brand, hoewel niet gebluscht,
toch verder geene nadeelige gevolgen had.
Tevens kwam er eene aangifte van een vis-
scher, dat alles in zijne woning overhoop
gehaald was, denkeiyk om zich meester te
maken van twee ryksdaalders, die hy in oen
sigarenkistje onder sigaren had verborgen
on men niet had ontdekt. Spoedig viel het
vermoeden op drie personenC. Van Hameren,
arbeider, 19 jaren oud, Johannes Huigsloot.
tuinder, 20 jaren oud; en AEtoni Akerboom,
21 jaren oud, eveneens tuinder aldaar, dis
met den visscher in de kroeg waren geweest
en hem over zyn spaarduitjes hadden booren
spreken. Een ingesteld onderzoek leidde tot
bevestiging der vermoedens, terwyl 2 van
hen nu tevens beschuldigd werden van de
beide brandstichtingen, nl. die in de keet of
de hut van Van der Linden, waarin 1 tafel
en 3 banken waren, terwyl een daarbystaande
appelboom wat geblakerd werd, en van die
van de hut van Jan Retol, waarin 2 banken
en een stoel, een teerkwast en een merkijzer
waren, terwyl in de buurt een hoop elzen
hout lag. Deze feiten motiveerden de terecht
stelling der 3 hiervoor genoemds personen,
de eerste alleen voor de poging tot diefstal,
de beide anderen bovendien voor brandstich
ting, waaruit gemeen gevaar voor goederen
was ontstaan.
Zeven getuigen waren in deze zaak ge
dagvaard.
De beklaagden zyn alle 3 in preventievo
hechtenis, zoodat de president der rechtbank
hun ambtshalve verdedigers had toegevoegd.
Zy hebben echter die verdediging niet aan
genomen en do toegevoegde verdedigers,
krachtens het hun toekomende recht doen
vervangen door mr. Pb. Haas, uit Amsterdam,
die dau ook thans als verdediger voor da
beklaagden optrad.
Het verhoor der getuigen bevestigde het
hierboven medegedeelde. Twee der beklaagden,
No8. 1 en 2, bekennen, terwyl de derde, Aker
boom ontkent mede te hebben gedaan, althans
beweert zóó beschonken te zyn geweest, dat
hy zich niets meer kan herinneren.
De motieven der brandstichtingen waren
dat Van der Linden indertyd tegen Akerboom
als getuige in eene strafzaak was opgetreden
en dat Huigsloot, vroeger by Retel werkzaam,
door dezen wegens slecht gedrag was weg
gezonden, dus wraakneming.
Voor den rechter van instructie heeft
Akerboom echter bekend.
De subst. officier van justitie mr. J. A.
Van Outeren sprak ongeveer als volgt:
Myne heeren, Edelachtb. heeren president
en rechters, den 26sten 11. luidde in het
kalme landelyke dorp Roelofarendsveen de
alarmklok. Er was brand uitgebroken. Er
werd een onderzoek ingesteld waarby o. a.
ook deze 3 beklaagden werden gehoord. Het
bleek dat er gemeen gevaar voor goederen
had bestaan. Het waren geene trotsche ge
bouwen die afbrandden, het gevaar voor goe
deren wae niet groot, doch het bestond en
omdat het bestond zyn deze 3 verdachten
in hechtenis genomen en staan z(1 thans terecht.
Tevens bleek dat in eene der woningen
in de buurt was rondgesnuffeld en kort daarop
bleek het dat deze 3 beklaagden van deze
feiten verdaoht werden.
De 3 beklaagden hebben erkend dat zij
naar de woning van Van 't Hart zyn gegaan
om diefstal te plegen. Wel beweert Akerboom
nu zich er niets van te herinneren, doch de
vorige bekentenissen van dezen beklaagde
worden door zjjne gedeelteiyke herroeping
van heden niet te niet gedaan. Deze beken
tenis wordt voldoende door aanwyzingen be
vestigd, o. a. door het vinden in de woning
van lucifers, geljjk aan die, welke in een doosje
waren, dat de beklaagden kort te voren had
den gekocht, welke lucifers zy by de poging
tot diefstal gebruikt hebben om licht te maken.
Van 't Hart had zich kort te voren uitge
laten, dat hy geld in zijne woning had. Van
't Hart had zyn geld, 2 ryksdaalders, zóó
verborgen, dat zy niet werden gevonden.
Toen is men baloorig geworden en is met
een dollen kop het een en ander in brand
gaan steken, daar het 2 der beklaagden inviel
dat zy nog een wrok hadden togen Retel en
Van der Linden. Toen heeft Huigsloot uit
brooddronkenheid en baldadigheid de hutten
in. brand gestoken, na eerst het slot er te
hebben uitgebroken, wat door den beklaagde
Akerboom is geschied. Daarom is hy mede
plichtig aan de brandstichting. Er is gemeen
novaar voor goederen ontstaan. De eerste be
klaagde zal de minste straf mooten krygen,
hy heeft aan de brandstichting niet mede
gedaan.
Z. F. A. requireerde tegen Van Hameren
6 maanden, tegen Huigsloot 9 maanden en
tegen Akerboom 8 maanden.
Mr. Ph. Haas, van Amsterdam, vond de
feiten zóó weinig de moeite waard, dat hy
niet begrypt dat er zooveel tyd en zorg aan
is besteed. Van poging tot diefstal is in de
eerste plaats geen sprake. Er is geen begin
van uitvoering en geene niet voltooiing ten ge
volge van oorzaken, buiten hun wil gelogen.
Het terugtreden is geheel vrywillig geweest:
hun onderzoek was zonder resultaat afge-
loopon, zy gingen kalm uit eigen beweging
heen. Pleiter toonde dit nog nader aan.
Nu rest nog de brandstichting. Pleiter ver
klaarde totaliter niet te begrypen hoe hier
gesproken kan worden van een gemeen ge
vaar voor goederen.
Wat is gemeen gevaar voor goederen? De
algemeene veiligheid moet bedreigd zyn. Dat
er een tafeltje, een bankje en een boompje
verbrand zijn, dat i3 toch werkeiyk niet het
gemeen gevaar voor goederen, waar de wei
up doelt. Het „gemeen gevaar" siaat juist
op goederen buiten de verbrande woning. Du
hutten stonden alleen op eene weide; er kon
dus goen gemeen gevaar voor goederen ont
staan.
De medeplichtigheid van Akersloot werd
nog nader door pleiter bestreden. Er blyft
alleen over vernieling door vuur van eens an
ders eigendom.
Pleiter resumeerde dat er voor geen der
beklaagden poging tot diefstal is bewezen,
evenmin al3 brandstichting en medeplichtig
heid daaraan, en vroeg eene zeer geringe
straf en onmiddeliyke invrybeidstelling.
Na ie- en dupliek ging de rechtbank in
raadkamer, weigerde de invryheidsteiling en
werd de uitspraak ten principale bepaald op
over 12 dagen.
Te Rotterdam wilden eenige
werklieden eene hyschstelling optrekken, ten
einde werk te verrichten aan den gevel var.
het hotel „De Gouden Kat", aan de Gelder -
sche Kade, en bevestigden met dat doel een
touw om een schoorsteen van het pand. By
het naar boven trekken van die stelling kon
de schoorsteen de zware vracht niet weer
staan en brak gedeeltelyk af, waardoor twee
werklieden, staande in de Koningssteeg, ge
troffen werden. Eén hunner werd zwaar in
wendig gekwetst en bewusteloos por bran
card naar het ziekenhuis overgebracht; de
andere kreeg eene ernstige bloedende wond
aan het hcofd en werd per rytulg naar zyne
woning gevoerd.
De politie stelt een streng onderzoek in,
om zich te overtuigen of misschien het on
geluk aan onvoorzichtigheid van een lastgever
te wyten is.
Zaterdag-avond omstreeks 6 uren liep een
werkman op do Willemsbrug aldaar by on
geluk tegen een voorbygaand paard, waardoor
hy viel en door het paard op do borst werd
getrapt. Zwaar gekneusd werd hy naar zyne
woning gebracht. (^-
Te Syracuse (Staat NieuwYork)
is Zaterdagmorgen te zes uren een brand
uitgebroken, welke eene ontzagiyke afmeting
heeft aangenomen en het grootste gedeelte
van de handelswyk met verwoesting bedreigde.
Uit Nieuw-Orleans wordt ge-
seind dat Zaterdag te Clay-Statue eene mee
ting is gehouden om te beraadslagen over de
vrijspraak der jury ton gunste van de Italianen,
die beschuldigd waren den chef der politie
te hebben willen vermoorden. Meer dan 100
personen drongen de gevangenis binnen «n
hingen 11 Italianen op.
buitenland.
Pnuikr-Jjlr.
In de Kamer van Afgevaardigden heeft de
heer Laur Zaterdag de regeering geïnterpel
leerd over de maatregelen, welke de minister
van justitie denkt te nomen tot het beletten
van de openbare afzetterijen, welke gepleegd
worden door middel van prospectussen of
aankondigingen, waarin onwaarschyniyke
winsten worden beloofd. Hy woes op de te-
driegeryen van buitenlandsche maatschappyen,
welke door uitgifte van kleine aandeeien van.
2a tot 100 fr. de spaarpenningen aan Frankryk
onttrekken. Hy laakt den steun, door de
regeering verleend aan de „Socióté de3 Dépot»
et Comptes courants".
De minister De Fallières antwoordde dat zij,
die by de laatstgenoemde maatschappy be
trokken zyn, ter verantwoording zullen wor
den geroepen, indien daartoe termen bestaan.
H(j zeide verder dat een wetsontwerp in ge
reedheid wordt gebracht betreffende de „ban-
ques des dépots". Sprekende over de zaak van
Macé, verklaarde de minister, dat hij oplich
teryen van dezen aard niet zal dulden, maar
dat het de taak van den rechter is, om in
dezen het strafwetboek toe te passen. De
minister erkent dat buitenlandsche maat
schappyen bedriegeryen plegen, doch daar de
uitgifte van kleine aandeolon eene van die
quaestiën is waaromtrent de meening het
sterkst verdeeld is, behoort de beslissing aan
den wetgever.
In dan verderen loop der zitting, welke
zeer woelig was, verdedigde de minister De
Falliöres nadrukkeiyk de houding der Re
geering.
Ten slotte ging de Kamer over tot do een
voudige orde van den dag, en werd het in
cident gesloten verklaard, niettegenstaande het
verzet van den heer Laur, die te midden van
het rumoer ble9f protesteeren.
De markies Revernaux vervangt den heer
Daubigni te Cairo als agent in Frankryk.
^uit-schland.
Da heer "Windthorst, die Zaterdag ochtend
overleed, werd gedurende den nacht aangetast
door eene hevige koorts en sprak, terwyl kij
yide, met luider stem over allerlei politieke
aangelegenheden. Nu en dan keerde echter het
bewustzyn terug. Zoo zeide by o. a. tot zyr.e
dochter, die aan zyn sterfbed toefde: „Wy
Isven toch nog". Een half uur vóór zyn dooi
verloor do heer lVindthorst het bewustzyn
en overleed kalm. De gebeden der stervenden,
welke eene zuster van liefdadigheid opzegde,
had hy nog mode uitgesproken.
Kort voordat hy overleed, riep de heer
Windthorst luide: „Leve de keizer en de
keizerin
Aan het sterfbed waren aanwezig de ge
neesheer, de dame, ten wiens huize de heer
Windthorst te Beriyn woonde, zyne dochter,
zyn neef, de afgevaardigde in den Ryksdag
Sperlich en een geesteiyke. De overledene ligt
nu op zyn sterfbed, met bloemen getooid en
met een rozenkrans in do hand. De trekken
van het gezicht zyn weinig veranderd.
De deelneming en het leedwezen over dit
sterfgeval in den Ryksdag en het Huis van
Afgevaardigden ia zeer groot. De voorzitter
van het Huis van Afgevaardigden betuigd»
in de Zaterdag gehouden vergadering zyne
deelneming, maar byzonder harteiyk geschiedde
dit in den Ryksdag door den voorzitter Von
Levetzow. De heer Von Levetzow bracht hulde
aan den heer Windthorst als een alom bekend
redenaar en staatsman van buitengewoon
talent, wiens woord groot gewicht in de schaal
legde en ais een beminnenswaardig mensch,
wiens verlies alle partyen zullen betreuren.
Alle bladen wyden artikelen aan den over
leden leider van het centrum.
De meeningen over de politieke boteekenis
en de gevolgen van het overlyden van Windt
horst loopen uiteen, maar alle bladen stem
men hierin overeen, dat zy met groote waar
deering spreken over het karakter en de uit
stekende pereooniyke eigenschappen van den
overledene. Dat de dood van don heer Windt
horst een zeer gewichtig politiek feit is, wordt
echter door niemand ontkend. De meeste bla
den wyzen er op, dat Windthorst geste .ven ia
op bet oogenbllk, dat hy met zjjne party het
toppunt van macht had bereikt en fiat zyn
dood in het parlementaire leven eene leemte
zal veroorzaken, welke door geen ander kan
worden aangevuld.
Het liberale „Eerliner Tageblatt" ze- t, dat,
indien er eene inrichting bestond, vrar de