N°. 9529 Maandag jLQ Slaart. Av 1891. (jouraat wordt dagelijks, met uitsondering van <£on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 14 Maart. Feuilleton. Westerland-Sylt. DAGBLAD PRUS DEZER COURANT: Voor Laid an par S maanden-f 1.10. Pr an co per potrt1.4,0. Aüzonderigke NommeraO.Oi. 9c broodtentoonstclllog In Engeland en bet goedkoope brood. Er la niets, zegt een Engelscli vakblad, dat den bakker meer last geeft dan do vraag van het publiek om goedkoop brood. Geen ambachtsman heeft meer mooite by hot be reiden zynor waar dan hy. Zijne grondstoffen veranderen steeds; zyne werklieden weten er in den regel weinig vande atmosfeer, waarin by werkt, verschilt elk oogenblikals hij zyn beBlag of deeg maakt, weet hy nooit hoe het brood zal uitvallen en als hy er in slaagt allo moeilykheden te overwinnen, zegt men dikwyi3 dat de prys, dien by vraagt, te hoog is. Dat geroep om goedkoop brood is by het Eng6lsche volk bykans eene wet ge worden. Het schynt het als eene wet te be schouwen, dat een brood moet wegen vier pond, 2 K.G., en 20 cents kosten. Dat geroep om goedkoop brood zon biliyk en verslandig zyn, aladoor schadelyke wetten en voor het heil van ééne klasBe, een brood duur gemaakt werd, doch thans is het on- billyk. Vroeger, toen ons volk veel-armer was dan thaus en brood bykans het eenige voe dingsmiddel voor de groote massa was, moest natuuriyk een goedkoop brood gemakkelyk zyn te verkrygon, doch de omstandigheden zijn zóó veranderd, dat een goedkoop brood voor de armen niet langer eene noodzakelyk- heid is. Zij zijn tegenwoordig beter af en kunnen of moeten althans een beter artikel kunnen koopen. Het goedkoope brood van vroeger was een artikel van minder allooi, vergeleken met hot brood van thans. Een goedkoop brood van onze dagen zou vroeger duur geweest zyn. Het wordt zoo licht vorgeten dat er groot onderscheid is tusschen goedkoopte en lagen prys. Een artikel laag in prys is dikwerf duur. Wat het publiek noemt een goedkoop brood, is een laag-goprysd brood. Het andore goedkoope brood, donker van kleur, zwaar van baksel en arm in voedondo bestanddeelon, was voldoende om voor hong9r te vrywarer, doch toen de werkman byna dubbel loon kreeg, begon hij te vragen om goede hoedanigheid naast goede hoeveelheid. Juist om die dwaze leer van laag ge- prysd brood te vernietigen, is de Brood-ten toonstelling der Bakkersvereeniging noodig. Er zyn nog plaatsen en klassen van menschen, waar laag geprijsd brood noodig is, doch deze zyn zeldzaam. De groote massa is in staat, als zy weet wolke de waarde van het brood is, goede pryzen te betalen. En geene klasse v;m menschen heeft beter brood noodig dan do werkman. Het is nog zyn hoofdvoedsel, dus dient het zoo goed mogeiyk te zyn. Hoe kan nu de Brood-tentoonstelling ver betering brengen? Daartoe dienen wy eerst na te gaan welke de reden is van het geroep oin laag-geprysd brood. De t\ve9 hoofdredenen zynonwetendheid en vooroordeel. De on-- wetendheid redeneert aldus: „Veertig jaar geleden kostte de tarwe evenveel als nu, dus moet het brood thans even duur zyn alB toen." Hierop dient één afdoend antwoord. De bakkers van onzen tyd kunnen brood bakken van tarwe, die evenveel kost als voor veertig jaar en doen dat ook, zy verkoopen hun brood ook voor denzelfden pry's. Haar men vergeet dat wy zijn vooruitgegaan. Vroeger 3ten de meeste EDgelschen ééne soort brood, gebakken van weiDige soorten tarwe. Zulk meel als nu gemalen wordt was toen onbekend. Doch de vooruitgang in het wereld verkeer brengt ons nu tarwe uit alle deelen der wereld en meelsoorten zooveel beter dan do onze, dat het meel 50 pet. meer kost. De maaldorü Is mede veel verbeterd, 't Is dus dom van den bakker te eischen brood van beste, nieuwe meelsoorten te verkoopen voor denzelfdon prys als brood van mindere meelsoorten van vroeger. Door aan te houden op laag-geprysd brood doodt het publiek den vooruitgang der bakkery. Men vergeet ook dat het beste brood van onzen tyd beter verteerbaar, voedzamer, gezonder ia dan dat van vroeger. Niemand moppert dat de boter- prys balanceert tussch6n 50 cents en ƒ1, of dat vleesch loopt van 30 cents tot 80 cents. De prys van brood moet afhangen van de hoedanigheid. Maar het vooroordeel zegt: „Waarom moeten wy meer betalen dan onze voorvaderen? Brood is brood. Het wordt alles gemaakt van tarwe en in alles gelyk voor de voeding. Brood moet niet duurder zyn dan een stuiver het pond KG.)", zegt het vooroordeel, „al betaal ik voor fruit, groenten, ryst, sago, tap'oeca, en zooveel andere zaken, lang niet zoi voedzaam en zelfs dikwyls minder voedzaam, twee-, driemaal meer." Als do B.-ooJ-rontoonstolling goed wordt geregeld, zal zy twee zaken doen. Zy zal het publiek loeren, dat er evenveel soorten brood zyn als er soorten zyn van andere zaken, die men eet, drinkt of draagt en dus even veel verschillende prijzen. Zy zal ook leeren dat, als de bakker een hoogen prys vraagt voor zyn brood, hy niet tracht te bedriegen, doch slechts een hoogen prys vraagt voor goede waar. In dit land betaalt de ryksto gaarne de hoogste pryzen voor de beste eet of drinkwaren, behalve voor brood. Door de tentoonstelling zal men loeren vragen naar het beete brood. De bakker wil wel beter brood bakken, als er slechts vraag naar is. Die brood-tentoonstellingen behooren telkens en telken3 herhaald te worden, opdat het publiek wys worde. B.-C Zooals blykt uit achterstaande advertontie, is de „Leidsche Zangvereenlging" voornemens den 14den April a. s. in den Schouwburg hare vierde uitvoering te geven, onder wel willende leiding van haren tydelyken direc teur, den heer Jan G. Striening. Als solisten zullen o. a. optreden moj. Jeanne Landré, uit Haarlem, en de heer Paul Haaae, uit Botterdam. In den heer Haaae zullen velen onzer stad- genooten een ouden bekende ontmoeten, wiens optreden alhier, na jarenlange afwezigheid, voorzeker wèl gewaardeerd zal worden. Mejuffrouw Landré, die over een fraai on krachtig sopraaDgeluid kan beschikken, bleef tot nu toe voor ons eene onbekende. In den lande is zy dit echter geenszins meer, daar zy o. a. reeds te Utrecht, Arnhem, Alkmaar en Delft veel byval mocht inoogsten. Niet het minet viel deze haar ten deel fa de stad barer inwoning zelve, op do afdeelmgsuitvoe- ringen der Maatschappy t. b. d. Toonkunst, waar zy de Jungfrau-party uit „Das Paradies und die Peri", van Schumann, vertolkte op eene wyze, wolke haar dien avond met recht eene eereplaata naast de gevierde Pia Von Slcherer, uit München, deed innemen, terwyl beide zangerosson elkander, verleden jaar, andermaal te Haarlem ontmoetten op het z. g. „Kunstenaars-concert", door de M. t. b. d. T. aan het einde van haar tweedaagsch muziekfeest gegeven. Mot deze gegevens valt bet dan ook niet te betwyfelen, dat do ken nismaking met deze concertzangeres hoogst aangenaam zal zyu. Wat het programma betreft, dit geeft, by aangename afwisseling, ook veel schoons te genieten. Slechts zy vermeld, dat naast koor werken van Niels Gade, Wiillner en Mas Bruch, de twoede helft van den avond ge heel zal worden ingenomen door de uitvoe ring van Hofmann's „MSrchen von der schónen Melusine," een werk, dat hier ter stede, vele jaren geleden, wel door de destyds bestaande Leidsche Zangveroeniging in studie word ge nomen, doch niet tot uitvoering kwam. Moge de zangvereenlging hare voorgenomen PRIJS DER ADVERTENTTHN: Van 1Q regeli/1.05. ledera regel meer/0.17). Grootere lettere neer plaetenlmte. Voer het in- eaeseeren bulten de eted wordt 0.10 berekend. uitvoering met den boeten uitslag bekroond zien! In het door ons uit „De Hervorming" overgenomen artikel naar aanleiding van de verwisseling van leervakken In de theologische faculteit aan de Leidsche universiteit wordt gezegd, dat prof. Tiole voortaan wysbegoerte van den godsdienst en prof. Gunning „de leer aangaande God" zal docoeren. Men maakt ons welwillend opmerkzaam, dat in de wet op het hooger onderwys ge sproken wordt van de „geschiedenis der leer aangaando God." Prof. Gunning heeft du3 een wysgeerig voor eon historisch vak ver wisseld. (U. D.) Dinsdag 17 Maart a. s., de3 morgens to elf uren, zal de nieuw gebouwde school No. 10- te Haarlemmermeer, naby Sloten, worden inge- wyd en in gebruik genomen. Het aantal schoolgaande kinderen beneden de 12 jaren oud bedroeg op 1 Januari 1891 in de gemeente Haarlemmermeer 945 jongens en 887 meisjes, terwyl dat der niet school gaande kinderen beneden 12 j3ren bedroeg 202 jongens en 234 meisjes. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeone kennis, dat in de maar.d Mei of Juni a. s. gelegenheid zal worden go- geven tot het afleggen van de practische examens win apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25 December 1878 (Staatsblad No. 222). Dag en plaats dier examens zullen nader worden bekend gemaakt. Zy, die tot do examens wenschen te worden toegelaten, moeten daarvan vóór 1 Mei a. s. schriftelyk opgave doen aan den voorzitter van de com missie van examen, den hoogleeraar dr. H. Wefers Bettink, te Utrecht, met overlegging van het getuigschrift, waaruit blykt dat het theoretisch apothekers-examen mot goed ge volg door hen is afgelegd, of dat zy aan eene Nederlandsche Universiteit den graad van doctor in de artsenyboreidkunde hebben ver kregen of tot de promotie in dat vak zyn toegelaten, alsmede van eene verklaring van een hier te lande bevoegd apotheker, dat zy gedurende minstens twee jaren do uitoefening der artsenybereidkunst onder de leiding van zulk een bevoegde gevolgd hebben. De luit. ter zee 2de kl. H. De BooydieneRde aan boord van Hr. Ms. rammonitoir „Panter," wordt met 21 dezer op non-activiteit gesteld en op gemelden bodem vervangen door den luit. ter zee 2de kl. A. Merkus, terwyl de luit. ter zee 2de kl. G. Van de Pol met gelyken datum geplaatst wordt aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord. Novelle van Nathalie Von Eschstruth. dook Joiianna. •L) „Rectow, waarom kunt gy niet voor een getrouwd man spelen, wien alle vrouwen aardig vinden, en waarom kunt ge niet de dolle streken uitvoeren, wolke ik anders te verantwoorden heb „Zoo, zoo! „Versta my niet verkeerd, oude jongen Ik ben en blyf, in spyt van al myn over moed, de trouwste en soliedste gemaal, dien man zich kan voorstellon, en daar myne ovenzoo bevallige als verstandige vrouw daar volkomen van overtuigd waa en goone con currentie vreesde, laai ze my doodkalm ge heel alleen naar de verlovingsbadplaats gaan. Ik wil dan ook geene veroveringen maken, maar my alleen wat amuseeren; dat speen- leeren van moeders en dochters verschaft my het grootste genoegen. Kan men zich ook iets grappigere donken dan eene verwelkte schoone, dio met hangel en netten naar de Noordzee gaat, eens eenige weken in de klem te houden, voor u ligt daar niets pret tigs in, maar ik vind het erg amusant. Doch hebt gij die antieke schoonheid wol opge merkt, welke zich ook hier aan boord be vindt? Zy werpt leder zulke genadige en ver liefde blikken toe. Op het oogenblik ligt zy voor dood in de kajuit. Ziet ge, die zou ik graag eens beetnemen, ala ik nu maar niet onge- lukkigerwy'ze een getrouwd man was." De jonge officier lachte hartelyk. De origi neels, vertrouwelyke wyze van spreken amu seerde hem zeer, de vroolykheid van zyn vriend werkte aanstekeiyk, hy trok de zaak verder, haalde glimlachend de schouders op, zeggende „Qeef uw trouwring hier, beste Ercksdorfl', ik zou hem godurende myn verbiyf in Sylt wel willen dragen." „Neen", zelde Ercksdorff, „in myn vestjes zak wil ik hem wel eteken, maar ik kan hem niet aan een anderen vinger dulden, neen, dat om allee ter wereld niet." „All right, steek hot monster maar in uw vestjeszak." „Als ik daarmede maar geholpen was! Iedere vraag, welke ik beantwoorden moet, brengt het aan don dag, dat ik een getrouwd man bon; ik zal myn naam toch op de lyst moeten schryven en dan kan ik onmogeiyk vrouw en kind verloochenen." De spreker zette nogmaals zyne cognac- fle8Ch aan de lippen en zette zyn kraag, welken de storm neergeslagen had, weer opj zyn blozond, frisch gelaat blonk van jeugdigen overmoed. „Ach, wilt ge wel geloevon", riep hy uit, dat lk my opnieuw vrygezel gevoelik zou heel best de rol van een vroolyken student kuDnen vervullen; drommels ja, daar scbiet my iets te binnen, als we eens van naam verwisselden.Gy, oude, deftige heer, kunt zeer goed voor een gotrouwd man doorgaan om niet lastig gevallen te worden, en ik zou my zoo dolgraag als vrygezel amuseerendus ik zal, als ge my uw naam wilt laten dra gen, dien recht doen wedervaren, verzeker ik u, beste vriend!" „Maar Ercksdorff 1 „Kom, het is eene vryheid, welke men zich alleen in eene badplaats veroorlooft. Wat kan er dan wel van komen, als twee oude wapenbroeders nu eens de grap willen heb ben van naam te verwisselen. En wat meer zegt, niemand kent ons hier en zouden wy ook al bekenden aantreffen, dan deelen we hun heel fideel ons geheim mode! Denk eens, als myne vrouw hoort dat h?,ar Fritsjo zich om geen enkel vrouweiyk wyzen bekom mert en als een stuk ys in de Noordzee ronddobbert, dan zal ze zoo gelukkig wezen alsof men haar plotseling de maan, met al de sterren omzet, als broche had cadeau gegeven I" Nu, mynentwege, Frits, ik zou wel graag in de grap deelenmy kan zulk eene scherts geene schade doen, ik heb geene predikati» te vreezen zooale gyAl3 ge het dus wagen durft, ik wil wel." „Ha, ik zie wel dat ge oen vroolyke Frans zyt, evenals vroeger, en daarom moeten we onze oude vriendschap maar weer vernieuwen en evenais toen broeders zyn. Begrepen, oude jongen?" En de beide vrienden klopten elkaar ver- trouwoiyk op den schouder; Ercksdorff haalde toen lachend een visitekaarten étui voor den dag en reikte den vroegeren wapenbroeder zyn kaartje over. „Hier", zeide by glimiazhend, „hierby ver klaar ik mij plechtig den geslagen vyand van allo vrouwen en meisjes; gsef my nu ook uwe godguki» verklaring over, en daD, myn vriend., ia de zaak kant en klaar. Nu„ wat zal men er Wel van zeggen, als de vroo-' lyko Ercksdorfl zoo koel do Syltor 8c^.oonon vcorbystapt?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 5