H». 9516 Zaterdag 28 Februari. A°. 1891. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 27 Februari. Feuilleton. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Leiden per 3 maindn.;.;;.;;..;. 1.10. true* per postt 1.40. Afsxmderiyke No mm erf..".- e 0.05. PRIJS DXR AD VERTENT IËN Ven 10 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer Grootere letters Mtr pftetsmimte. Toer kot inetsseerea buten de «t*d wordt ƒ0.10 berekend. Oifltoleele KonnlngeTliigoii. Eerste ztttlag yab dei BIllKltraad. Burgemeester en Wethouders van Leidon brengen ter algemeen e kennis, dat de eerste zitting van den Militieraad, voor deze gemeente, overeenkomstig art. 86 der Wet van den 19den Augustus 18G1 f Staatsblad No. 72), wordt gebonden: op Maandag den 9den Maart 1891, des middags te 121/a uur, voor de lotelingen, dio de nommera getrokken hebben van 1 tot 50, en des namiddags te l^/4 uur, voor lien, die getrokken hebben van No. 51 tot No. 100; op Dinsdag den lOden Maart 1891, des namiddags te éóa uur, voor hen, die getrokken hebben van No. 101 tot No. 200; op Woensdag den llden Maart 1891, des namiddags te hslféén, voor beu, die getrokken hebben va a No. 201 tot No. 300; op Donderdag den 12den Maart 1891, des namiddags te halfé^n, voor beo, die getrokken hebben van No. 301 tot No. 392; an zulks in een der vertrekken va» hot Baadhuis dezer gemeente. Zij herinneren voorts dat in gcmeldo zitting veor den Militieraad moeten verschijnen: 10. de'vrijwilligers voor de'Militie; 2o. do lotelingen, die YtpateUing verlangen wegenB ziekelijke gesteldheid of gebroken, of gemis van de gevorderde lengte: dat do lotelingen, die voor dien Baad niet zijn verschenen, gehouden worden geene redenen tot vrijstelling te hebben en voor don dienst worden aangewezen, terwijl het niet ontvangen van een oproepiogebiljet 'niet ontheft van de verpliohting tot het verschijnen voor den Militieraad of tot hot indienen van de rot staving der redenen van vrgstelling gevor derde bewijsstukken. Burgemeester en Wethondcra voornoemd,. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 27 Tohr. 1891. E. KIST. Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 6, 2de alinea der Verordening van 11 November 1880, rogolende de inwendig© inrichting der scholen, de toelating en het ontslag der leerlingon (Gemeenteblad N°. 4 van 1881); Brengen ter algomeène kennis, dat de inschrijving van nieuwe leerlingen aan de openbare scholen der 3do en 4do kl. za,l pl&ats hebben van den 2den tot en met den 14den Maart e. k., in de schoollokalen in de Rijnstraat, in de Brandewijnsteeg, op de Binnenvest- gracht aan het Plantsoen, in de Yan-der-Werfstraat, aan de Korte Mare en aan de Langebrug, des voor- middags van halfnegeh tot negen uren cn des namiddags van halftwee tot twoe uren, behalve des Zaterdags en des Zondags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 26 Febr. 1891. E. KIST, Secretaris. De he6ren F. Wydenea Spaans en J. W. C. Kolff zyn heden alhier door de geneeskundige staatscommissie toegelaten voor het eerste gedeelte van het arts-examen. - De directie der IJselstoomtramweg-Maat- schappy hoeft reeds meermalen den wenech te kennen gegeven de lyn Voorschoten Leiden door te trekken tot in de kom dezer gemeente, zoowel in het belang van de Maatschappij als in dat van het reizend publiek. Onderscheidene daartoe strekkende plannen leverden evonwel bezwaar op met het oog op de veiligheid van het verkeer in het Noordeinde. Zoo hebben B. en Ws. gemeend o. a. be zwaren te moeten maken tegen een vroeger ingediend plan om de rails te leggon tot op de Varkenmarkt met dubbel spoor lu die straat, ten eind» de locomotieven aldaar te kunnen doen keeren. Een zelfde bezwaar bestaat h. i. tegen een later ingediend plan om de rails te leggen langs het geheele Noordeinde tot over de Noordeind8brug, ln aansluiting met de paarden tram en verder met de Noord-Zuid-Hollandsche en Kynlandgche stoomtrammen. Het Noordeinde Bchijnt naar het inzien van B. en Ws. hiervoor wel niet te smal, doch de veiligheid van het publiek zou eerst vol- dsende verr,9kerd zijn wanneer aldaar behoor lijke trottoirs voor de voetgangers werden aangelegd, terwijl bovendien de stationnee- rende trein aan de Noordeindabrug wellicht eenigen hinder zou kunnen veroorzaken. Inmiddels is het B. en AVs., na overleg met de commissie van fabricage, voorgekomen dat eene doortrekking van de rails tot voorbij de brug over de Witte Singelgracht nabij de Kweekschool voor Zeevaart geen bezwaar zou opleveren. Hierdoor, zeggen zij, zal voor zeker de Maatechsppy worden gebaat door vermeerdering van vervoer en mede het rei zend publiek, daar men uit den aard der zaak eerder van de tram zal gebuik makën bepaal delijk voor korte afstanden wannoer de tram in de kom dor gemeente afrijdt. Hot bestuurder I Jselstoomtram-Maatschappi) heeft verklaard er prijs op te stellen dat ver gunning worde verleend tot voor de Kweek school voor Zeevaart te mogen doorrijden en gaarne bereid te ztjn ook de kosteD, welke noodig mochten zijn voor eventueels verster king van de Haagbrug, zoo deze moebt worden vereiecht, voor hare rekening te nemen. Onder mededeeling dat reeds door de Ge deputeerde Staten vergunning is verkregen om rails te leggen over de in aanbouw zijnde brug over de Haagsche trekvaart, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging aan de IJselstoomtramweg-Maatschappi) tot weder - opzeggens vergunning te verleenen om voor hare rekening rails te leggon en met de stoomtram te berijden over de Haagbrug tot voorbij het hek van de Kweekschool voor Zeevaart, onder bepaling dat alle kosten voor eventueels versterking van de Haagbrug, zoo deze ten gevolge van het berijden met de stobmtram noodig mocht blijken, voor het opbreken van de rails, ten dienste van ge- meonteiyke werken en voor het onderhouden van de straat tusschen de rails en van een halvsn meter straat, gelegen aan beide zyden van de rails, komen voor hare rekeningdat de tails binnon <-éne maand na aanzegging ran Burg. en Weths. voor bare rekening moeten worden weggenomen en dat verder de voorschriften, door Burg. en Weths. to geven, door haar moeton worden opgevolgd. Bö F.aadsbeBluit van 4 October 1883 werd de volgende regeling vastgesteld ten aanzien van het aantal inspecteurs van politie ep hunne bezoldiging: - ,Er zullen in de gemeente Leiden by de pplitie worden aangesteld dén hoofd-inspecteur Op oane bezoldiging van 1200 als minimum, telkens na twee jaren te verhoogsn met 100, totdat een maximum van ƒ1400 zal z(jn be reikt; twee inspecteurs op eene bezoldiging van ƒ900, op geiyke wyee te verhoogen tot een maximum van ƒ1200; een inspecteur op eene bezoldiging van 400." Iq de Raadszitting van 30 October jl. wer den by de vaststelling van da begrooting voor dit jaar de jaarweddon van den hoofd-inspec teur en de drie inspecteurs elk met ƒ100 verhoogd, terwyi bij hun betrekkeiyk voorstel van 27 October 1890 door B. en Ws. werd medegedeeld cat eea voorstel zou worden ingediend tot wyziging van de bovenaange haalde organisatie. Ten gevolge van het aan den derden inspec teur G. Cloos verleend eervol ontslag, is de jongste inspecteur J. Romanssko, tevens amb tenaar, belast met het toezicht op de honden, ter richtige invordering van de hondenbelas ting, benoemd tot dorden inspecteur, en hem by Raadsbesluit van 19 Februari een eervol ontslag uit eerstgenoemde betrekking ver leend, terwyl alstoen mede een opvolger word benoemd. Aan deze betrekking is eene jaarwedde ver bonden van ƒ200 en 10 pCt. var, de opbrengst der belasting, welke voor 1890 is geraamd op 2100 en voor 1891 op ƒ2400. In overeenstemming met het besluit, by de vaststelling van de begrooting genomen, strek kende om de jaarwedden van de vier inspec teurs met ingang van 1 Januari 1891 met 100 te verhoogen, zal het minimum en het maximum der jaarwedden, vastgesteld by de regeling van 4 October 1883, thans ook met 100 moeten worden verhoogd. B. en Ws. geven den Raad alsnu in over weging de navolgende gewijzigde regeling vast te stellen: Regeling van het aantal en de jaarwedden der inspecteurs van politie te Leiden. lo. Er zullen in de gemeente Leiden by de politie worden aangesteld een hoofd inspecteur op eene bezoldiging van 1300 minimum, telkens na twee jaren dioDst te verhoogen met 100, totdat een maximum van 1500 zal zyn bereikt; twee inspecteurs op eene bezoldiging van 1000, op gelyko wjjze te verhoogen tot een maximum van 1300; een inspecteur op eene bezoldiging van fö00. 2o. Dit besluit wordt geacht in werking te zyn getreden met 1 Januari 1891. - De heer A. Ph. Van der Ploeg, hande lende in zyne qualiteit van hoofddirecteur der alhier gevestigde Naamlooze Vennootschap „Noderlandsche Albumlnefabriek", bericht den Raad dat met het oog op de demping der Rynsburgersingelsloot de spuibuis van de stoomketels der genoemde fabriek, welke thans uitmondt in vermelde sloot, dient te worden verlegd, redenen waarom hy eerbiedig ver zoekt bom de noodige vergunning te willen geven die buis door don Rynsburgersingelweg te verlengen tot in het water van den Ryns- burgersingel. De commissie van fabricage deelt mede dat by haar tegen het verzoek geen bezwaar be staat, mits het werk geschiede onder toezicht van den gemeente-architect en tegen betaling van het hij tarief vastgestelde recht, alsmede tegen vergoeding der kosten van het opbreken en horstellen van hot airigelpad en de bermen. B. en Ws. kunnen zich met dit voorstel vereenigen. Ook geven zy in overweging om te beslui ten tot verhuring van het perceel Niouwstraat No. 24, aan de tegenwoordige huurster, de weduwe J. J. Abspoel, koopvrouw, wonende in de Janvossensteeg, onder de bestaande voorwaarden, d. i. tegen een huurprys van 70 voor den tyd van twee jaren, ingaande 1 Mei 1891 en mitsdien zullende eindigen den laatsten April des jaars 1893, met do bevoegd heid van de gemoente om de huur binnen den bepaalden huurtyd te doen eindigen, mits daarvan aan de huurster drie maanden te voren kenni3 gevende. Laatstbedoelde bevoegdheid wordt wensche- Ujk geëcht voor het geval, dat er voor de gbmeente behoefte mocht ontstaan om over het perceel te beschikken. Na overleg met den voorzitter der com- DE TWEE PVEVErV. Novelle van ff. HILBEBHAXD. 07) Graaf Leo haalde ontkennend de schou ders cp en zeide: „Van myne reiskas zeker niet. Daartoe was zij niet toereikend." „Is hot u bekend, dat hy vóór uwe ont moeting te Rome met hem eerst by uw huurkoetsier was gaan vragen, waar ge naar toe gingt met uw rytuig?" „Dat kan ik byna niet denken. Hy was zoo zichtbaar verrast, dat we elkaar toevallig tegenkwamen." rWeet gy waarom hy in Afrika uit den dienst van het vreemdenlegioen is ontslagen „Ei; sprak van schandeiyke intrigues en chicanes." „Hij stond in verdenking een sergeant majoor, die de traktementen onder de man- s:happen moest uitdeelen en het geld by zicb had, vermoord of mmstens, toen hy ver moord was, beroofd te hebben. De bewyzen waren echter niet overtuigend genoeg tegen hem begrypt u." Graaf Leo zag den assessor verbaasd aan. Deze ging voort „Te Parys hadt gy een duel. Gy werdt daartoe byna gedwongen en wel is waar over eene nietige en onbeduidende oorzaak. Hoe heette uw tegenstander?" „Jacques Mortier." „Juist, maar zyn ware naam was Emile Tarreton. Kende uw neef hem?" „Neen, maar hy was geërgerd orer het kleine misverstand tusschen ons en stond er op dat dit met den degen zou uitgewischt worden. En hoe min ik dit wapen ook ge wend was, het geluk was hem gunstig. Ik raakte mün tegenstander zóó, dat hy den stryd moest opgeven." „Weet gy dat ge met den beruchtsten en gevaariykston bandiet te doen hebt gehad en dat uw neef hem reeds in het vreemden legioen had leeren kennen, en dat ook hy verdacht werd, deel te hebben gehad aan den moord en den diefstal van den sergeant- majoor?" „Dat is onmogelijkriep graaf Leo ten hoogste verwonderd uit, tervryl hy van zyn zetel opstond. „Dat is niet waar, Hendrik kan hem niet gekend hebben. Dat moet be paald eene vergissing zyn en hoe kunt gy dat alles weten?" „IJ moet weten dat my, als rechter van instructie, steeds de beste broDnen dienen. Een menschenleven is te veel waard, dat niet elke macht en elk recht my zou ten dienste staan, wanneer zoo iets op het spel staat. Door onze diplomatieke vertegenwoor digers te Rome en te Parys heb ik daar een nauwkeurig onderzoek doen instellen. En gy kur.t my dus geen verwyt maken dat ik geen werk van uwe zaak gemaakt heb, sedert ons laatste verhoor." „Maar ik kan haast niet gelooven dat myn neef dien bandiet, zoo gy zegt, kende. Dat zou logen en bedrog zyn. Dat zou veel heb ben van een sluipmoord, door een gehuurd roover gepleegd." Graaf Leo zweeg. Onwillekeurig dacht hy aan het roeitochtje in zyne jongensjaren. Ook toen werd graaf Hendrik er van verdacht hem naar het loven te hebben gestaan. De assessor haalde in dien tusschentyd eemge akten en papieren te voorschyn en trok er een paar zoover in het gezicht, dat men daarop duideiyk den naam van Leo lezen kon. „Gy zyt er dus zeker van, dat gy nooit een wissel hebt uitgesteld?" „Stelbg, daarover behoeft geen twyfel te bestaan." „Kent gy ook dezo handteekeningen?" vroeg Lutner. „Zou ik nu myne hand niet meer herken nen? Dat is myti naam; dat heb ikzelf ge schreven! Hoe komt gy daaraan?" De assessor trok de documenten geheet voor den dag van onder de overige papieren en hield ze den graaf voor. Het waren twee wissels, uitgesteld te Rome, ten bedrage van twee duizend en van zes duizend scudi. „Wat is dat?" riep Leo, door allerlei ge dachten bestormd. „Ik zou eerst de echtheid der handteekening bezworen hebbenik geef u echter myn woord van eer er op, dat ik van myn leven geen wissel onderteekend heb. Er achynt valsch mot my gehandeld te zyn in deze stukken. Hoe komt gy aan'die stukken?" „Ik heb ze gevonden onder de nagelaten papieren van waarde van den opperhout vester, toen ik in zyne woning huiszoeking moest doen en ik heb geloofd ze u te moe ten laten zien. De heer Van Willingen heeft als uw gemachtigde deze wissels, welke kort voor uw terugkeer op Wulfonstein vervielen, gehonoreerd en, zooals uit zyn kasboek blijkt, het bedrag op uw naam verrekend." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1