gepasseerd; de „Spaarndam," van Niecw- Yorlt naar Rotterdam, is 25 Febr. Bevezier gepasseerd. Het Leldsche Tooneel. Zelden hebben wy een stuk aanschouwd, zoo rqk aau hutnor en geest als „Les femmes nerveuses", van Ernest Blum en Kaoul Toché. Een nieuw blijspel van deze beide auteurs deed ons dan ook de beste verwachtingen koesteren en wij kunnen er terstond bijvoegen "Wjj hebben ons in deze verwachtingen niet teleurgesteld gezien. „Mijnheer en Mevrouw De Mongodin," zooals dit jongste tooneelspel is gedoopt, is een goed geconcipieerd, uit- stekond uitgewerkt geheel. Elk los uitge sproken woord heeft zyne beteekenis en komt later tot zjjn recht. Als in den aanvang de knecht vertelt dat hij zijn horloge verloren heeft, eene niet bflzonder interessante mede- deeling, is dit eene voorbereiding tot eene latere, recht komische scène: bet nachtelijk ronddwalen door Mynheer Mongodin, aan zijne slaapwandel-manie toegeschreven, is de stof, waarop grootendeels de tweede acte steunt. „Les femmes nerveuses" echter had het voor recht ook den jongen maagden oorlof tot een gullen harteiyken lach te geven, terwijl Monsieur De Mongodin hun dit slechts toestond achter een wyd geopenden waaier. Madame De Mongodin was eene dier vrou wen, waarop de woorden van Corneillo, in „Le Monteur" g6zegd: „Monsieur, quand une femme a ie don de se faire, EUe a des qualitós au dessus du vulgaire", niet bepaald van toepassing waren. Madame zweeg nooit; zij sprak en beval. Het wetsartikel, dat uitdrukkelijk verklaart, dat de vrouw gehoorzaamheid aan haren man verschuldigd is, werd door haar in dien zin uitgelegd, dat deze laatste tot eene slaafeche onderworpenheid gedoemd was. Als Mongodin Diet erg braaf en zoet was geweest, dan werd hij achter slot en grendel gesloten en kreeg strafwerkzijn nichtje Lucienne wilde gaarne in het huwelijksbootje stappen met een jong, talentvol schilder; zonder moeite verkreeg zy ooms toestemming, maar niet die van tante, die van oordeel was dat de producten van den jongen kunstenaar de natuur te veel nabijkwamen, en het huwe lijk had vooreerst niet plaats. En toch, niettegenstaande deze povere gave tot zwijgen, beweerde mevrouw De Mongodin „des qualitós au dessus du vulgaire" te be zitten. Het mes, het onder eene stolp verborgen mes, waarvoor ieder in het voorbijgaan ge doemd was te knielen, gaf hiervan het on- wederlogbaar bewijs. Dit mos had zij eoomaal in de borst gestooten van den ellendeling, den belager van hare jonkvrouwelijke eer; zij was daardoor de tweede incarnatie der reine, vlek- kelooze Lucretia geworden; zulk eene vrouw had, volgens eigen beweringen, het volste recht het hoofd omhoog te houden, haren man met de grofste verwytingen te overladen, als zij dezen vindt in het gezelschap van eens „niet-Suzanna", maar toch in het bad. Door een „Saltomortale de comedie" ver andert echter deze geheele toestand. De vroegere vuige belager komt, ter herinnering van het gesmaakt genot, wederom in het kleine stadje, waar hij eenmaal zooveel geluk heeft ondervondenonwetend den man der kuische Lucretia voor zich te zien, vertrouwt hij dozen hst geheim van het aardig avon tuurtje toe, maar vertelt dat op geheel andere wijze als mevrouw De Mongodin. Hij heeft haar twee kusjes gegeven en den derden heeft zij hem gegeven; toen de dienstboden thuis kwamen moest hij in allerijl vluchten en wondde zich daarby aan een mes, dat zijne aangebedene in de hand hield. Z(jne borst was echter van eiken aanval vrjj gebleven. Natuurlijk dat thans een geheele ommekeer plaats grijpt. Mijnheer De Mongodin krjjgt de sleutels, treedt in alle rechten, hem door de wet toe gekend, beweert zelfs deze te zullen over schrijden, het nichtje krijgt haren schilder en mevrouw wordt gedoemd hare verdere levens dagen op eene boerderij door te brengen. Monsieur De Mongodin is ongetwijfeld eene der bests creaties van den heer Willem Van Zuyien; vooral zijne mimiek is boven eiken lof verhevenhy acteert met zijne ge laatstrekken en h(j spreekt met zijne oogen; een enkele blik van hem was voldoende om eene algemeene hilariteit in het leven te roepen. Zijne houding tegenover zijne wettige ega, zijn dialoog en duet met Clorinde, zijn gesprek met den schilder over don sleutel achter de pomp, dat alles was tot in de kleinste details bestudeerd en aardig, geestig voorgedragen. Van Zuyien gaf ons weer zijne komische kracht In al haren omvang te aan schouwen. Hj] werd uitstekend terzijde ge staan door mevrouw KleU, als zijne norsche, stroeve echtgenoote, de vrouw van het mes. Mej. Aug. Poolman speelde licht en los; zy gaf aan de figuur der vroegere Tingel-Tangel Patti een de natuur zeer nabijkomend relief. De heer Erfmann als de schilder Bobert was in zijne actie ea dictie niet kwaad; alleen zou den wij bera gaarne ietwat meer de vormen zien in acht nemen. Ais een jongmensch uit den goeden 6tand een meisje ten huwelijk gaat vragen, is hy anders gekleed dan Bobert bovendien zal h(j nooit ongehandschoend ver- schijnen. De heer Erfmann oefene zich nog een weinig in het uitspreken van het Fransch. Dat „Lucienne" werd zoo eigenaardig ten gehoore gebracht. Het geheel was echter uit stekend; jammer dan ook dat de zaal niet beter bezet was. Mr. L. H. De tncetlng In Met Nut. Naar aanleiding van het door de Begeering bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp tot herziening der wet op de besmettelyke ziek- tou wa3 door de Vryzinnige Kiesvereenlging alhier tegen gisteravond eene openbare ver gadering uitgeschreven, waartoe elke belang stellende toegang had on waarin de hoog leeraar dr. S. S. Rosenstein de bespreking van de vacdDewet zou inleiden. Het ingodieDde wetsontwerp wenscht nl. in de bestaande wettelyke bepalingen wijzigingen te brengen van een belangryken aard. Thans wordt geen kind, geen onderwijzer op eene school toegelaten, tenzy door eeDO duidelijke verklaring van een bevoegd geneesheer, in wetteiyk vastgestelden vorm opgemaakt, blijko dat het kind of de onderwyzer behoor lijk is ingednt of wel aan de natuurlijke pok- ziekte geleden heeft. Voor de behoorlyke toe passing der inenting zyn verder wettelyke voorschriften vastgesteld. Hot nieuwe voorgestelde artikel iaat in dozen meerdere vrybeld. Het eischt voor de toelating op de scholen óf eeDe geneeskundige ver klaring, dat de inenting der koepokken niet goed gevolg of meer dan eens is ondergaan, óf dat de natuurlyke kinderpokken zyn door staan of een schriftelijk bewya van den bur gemeester dat de persoon zelf, zoo hy meerder jarig iB, of do ouders of voogden, zoo het oen minderjarige geldt, bezwaar maakt of maken tegeu de toepassing of herhaling der inenting. Wordt dit ontwerp aangenomen, dan hebben dus zoowel leerlingen als onderwijzers de vryheid om de scholen te bezoeken, ook wan neer zy in het geheel niet of niet voldoende zpn ingeënt De voorzitter van bovengenoemde vereeni- ging, prof. mr. S. J. Fockema Andrea-, zeide by de opening van do tamelijk bezochte ver gadering, dat het bestuur deze zaak van zóó groot gewicht in het belang der algemeene volksgezondheid achtte, om haar in het open baar door een deskundige te doen bespreken, en het was zoo gelukkig geweest er in te slagen dat de heer Rosenstein deze taak wilde op zich nemen. Deze zeide zich voor dit compliment te moeten excuseeren en verklaarde al dadeljjk dat hy het ingediende wetsontwerp zou be- stryden, nkl omdat het van de tegenwoor dige Regeering uitging, want al ware het door eene andere Regeering voorgesteld, dan zou hy het evenmin doen, maar uit een medisch, uit een wetenschappeiyk oogpunt. Na het verschil tusachen de oude en nieuwe bepaling duidoiyk te hebben in het licht ge steld, wees spr. ook op de tegenstrydigheden in de by het wetsontwerp behoorende Memorie van Toelichting, waarvan aangezien nu dit en. in tegenspraak daarmede, dan weer dat gezegd wordt eene halfheid van redeneering ten grondslag ligt. Spr. herinnerde er aan hoe reeds Jenner die den 14den Mei 1796 de eerste inenting verrichtte, -proefondervindeiyk heeft bewezen dat de inenting met koepokstof een voorbe hoedmiddel is. En het nut, dat dus ongeveer 100 jaren steeds is gebleken, zal men nu maar zoo ineens omverwerpen'? Dat tóch sommigen de pokkon kregen, is nog geen tegenwerping. De inenting isgeene absoluut voorbehoedmiddel, maar tjjdelyk, zoodat ze om een zeker aantal jaren moet herhaald worden. Men moet met goed gevolg zyn gevaccineerd en later gevaccinoerd. Daar door wordt de sterfte verminderd en daarop komt het aan. Ook is het van belang op welken leeftyd de inenting heeft plaats gehad, alsmede het beloop daarvan. Do heer Rosenstein toonde, der vergadering eene graphiache voorstelling van de resultaton der inenting in PruiseD, waar zo facultatief, en in Nederland, waar ze alleen verplichtend is om op de scholen te worden toegelaten; alsmede eene van hot verschil tusschen do sterfte vóór en na de enting. Beide voorstel lingen trokken door de treffende wyze, waarop zo spraken, zeer de aandacht. Spr. merkte op dat men in het tegenovergestelde geval dan ook wel ziende blind of kleurenblind moest zyn'. Meer dan eens stelde spr. Pruisen tot voor beeld, maar aangezien velen zeggen dat daar alles dwang is, zóó zelfs, dat er om zoo te zeggen achter byna ieder een „Schützmann" staat, wees hy op Frankryk, het land, waar de „liberté" zoo hoog wordt gehouden en geroemd. Niettegenstaande de vryheids- leuze hebben de mannen der wetenschap aldaar toch aan de Regeering voorgesteld op dit gebied dwang uit te oefenen. Vroeger werd beweerd dat zich gevallen hebben voorgedaan dat men door inenting kreeg: roos, tering of eemge andsro besmet telyke ziekte; doch spr. toonde aan dat dit niet het geval kon zyndat die beweringen dus ten onrechte waren geschied. Het is spr. immers gebleken dat het kalf, waarvan pokstof wordt gonomsn, niet vatbaar is voor de tering- en andere stof. Ten biyke weikon invloed de inenting op da sterfte heeft, noemde spr. eenige cyfers op. Zoo bedroeg b. v. vroeger over een zeker aantal aangetasten vóór de enting die sterfte 70.90 pet. on nii de enting later 0.71 pet. In Engeland, waar de inenting thans is vry- gelaten, is het aantal sterfgevallen zeer groot, zelfs grooter dan in eenige groote landen te zaïnen. Tegen de vaccine bestaan echter by som migen godsdienstige bezwaren, en hoe gaarne ze die ook eerbiedigen, de medici mogen daarmede niet a'.tyd rekening houden. Wil men geene inenting als voorbehoedmiddel togen ziekte, dan moest men, om dezelfde bezwaren, ook geene bliksemafleiders ter voorkoming van brandgevaar willen. Zoolang de deskundigen dit wenschen, wil de minister het kweeken van koepokstof in de hand werken en behoorlyke waarborgen trachten te verkrijgen dat deze bereiding vol gons wetenschappeiyk voorschrift geschiedde, maar aan de Regeering, zegt zij, komt de vrye beschikking over het lichaam niet toe, zeifs al is zy overtuigd dat die beschikking enkel ten bate van dit lichaam komt. Maar wel beschikt de Regeering over dat lichaam om, in tyd van nood, het te laten doodschieten. Waar is in dezs redeneeringen do logica? Voor zoover spreker heeft kunnen nagaan, zijn de Katholieken allen vóór de inenting, vóór het behoud van den togenwoordigen toe stand, waarom het voorgestelde wetsontwerp tot wijziging daarvan zeer waarschyniyk toch met zal worden aangenomen. Niettemin blyft spr. het voorstel betreuren. Voor de indiening er van kunnen echter redenen bestaan heb ben, welke het niet aan ons is te beoordeelen. Opheffing der inenting zou spr. eene ramp voor Nederland achten. Nadat spr. door den voorzitter voor zyne belangrijke uiteenzetting der zaak was dank gezegd, bekwam het woord de hoogleeraar mr. H. Van der Hoeven, om de juridische z jjde te bespreken. Spr. heeft voor zyn onder zoek dezelfde stukken gebruikt als de vorige spreker, doch in de geheele Memorie van Toelichting vindt hij geene quaestiën van juri- dischen aard aangevoerd, welke zouden kunnen leiden tot verandering van den togen woordigen toestand. Van dwang is er eerst ook geen sprake, want aan de ouders wordt volkomen vrijheid in de keuze overgelaten; hunne kinderen naar school en géén pokken, óf: hunne kindoren niet naar school en wél pokken. Maar later wordt die niet bestaande dwang, tóch wel weer dwang genoemd. Vreemde redeneering 1 Ten onrechte wordt echter in de M. v. T. gezegd dat aan de thans geldende bepaling bezwaren van staatsrechterlyken aard zyn ver bonden. Spr. ontkent dit, in de eerste plaats omdat men vrij blyft in de keuze om zyn kinderen al of niet naar school te zenden, en ten tweede omdat inen ook ten aanzien van zy'n lichaam we! degeiyk verplicht is zich te onderwerpen aan de voerschriften, welke in het belang der v. ksgezondheid noo- dig geacht worden. L'-iclit de volksgezond heid inenting, dan er ingeënt worden. Zoo zyn ook voor and- u ziekten en velerlei verdere zaken wettelyke -e -orschriften vastge steld, waaraan men zie., moet onderwerpen. De Drankwet b. v. zou dan inbreuk mat op den eigendom van ons licgaam, want a mag het met meer volgooien met jenever dan gaan wandelen. Ook zjjn er bepaltn; gemaakt op de levensmiddelen, op eene to lyke kleeding in het openbaar, op een hoorlyk gedrag en een goeden toeat: wanneer men zich in spoorwegwaggons bevt enz. enz. Is men verplicht zich in het algemeen lang hieraan te onderwerpen, evenzoo moe' gemoedsbezwaren zwichten voor dat ze! algemeen bolaDg, in vele andere zaken ook in de gevallen, reeds door prof. Ros stein genoemd. De belangen der mindert moeten in de maatschappy nu eenmaal kon voor die der meerderheid. Door een en ander kwam spr. dus tot conclusie dat ook op rochteriyk gebied geen reden bsstaat om het Regeeringst worp tot wet te doen verheffen. Daarna betoogde prof. mr. S. J. Focki A r.arc-a:- dat er z. i. tegen dit ontwerp nóg bezwaar is, door den vorigen spr. niet noemd. Er moet nl. dwang bestaan, en bestaat er reeds op zoo velerlei ge! tegenover enkelen in het belang van co deren. Waarom zou de Staat ook niet drempel van het huisgezin mogen oversc] dan? Als de ouders vorplicht zyn te zo voor do ziel van het kind, waarom zou ze dan ook niet kunnen dwingen dit te voor het lichaam V3n dat kind, hetwelk er nog niet over na kan denken? Aan de heid wordt daardoor, volgens spr., nis! kort gedaan. Nogmaals nam nu de inleider het w om er op te wyzen hoe de tegenstande: hunne redeneeringon met valsche stelli voor den dag komen en o. a. zeggen„we woest niet bang voor uwe kinderen op sc want zo zyn immers toch ingee-ntTegei rodenoering komt spr. ten krachtigste want pokken zyn in vele gevallen besm lyk, aüsen dan niet indien ware bewoze. een ingei-nte de pokken niet kan krygec Krijgt de laatste de pokken, dan hee ziekte vrel een goedaardiger verloop ea i s'.eil'te daardoor verminderd. Zóó ver is echter nog niet dat de niet-ing6"énte on; deliit zou zyn voor zyne ingeente omge Daarom, aldus eindigde spr., als er sp moest zyn van wyziging der tegenwooi wor, dan moest ze eigenlyk deze zyn, de vaccinatie ook hier te lande facul warde gesteld en de revaccmatie verplick Sa dankzegging aan sprekers en ver, ring, werd deze openbare moeting, door non van allerlei richting en stand bjjgevr door den voorzitter geslote*. Clem-engd Nieuws. Door de politie alhier is proK verbaal opgemaakt tegen een man, die, verlangende naar sterken drank, zich eene tapster eene flesch jenever had l' afgeven op naam eener gevestigde fN waardoor hy zich aan het feit van op]ion, heeft schuldig gemaakt. By de inbeslagne van de flesch met de rest van den d lag de man beschonken in zyne woning. Mede heeft de politie proces-verbaal maakt tegen een paar 13-jarige knapen eenige tamelijk zware ballaststukken eene brug weggenomen en verkocht ha en die aangehouden werden, toen zjl door hen uit een afgesloten pakhuis w nomen oud yzor wilden verkoopen. Bij vonnis van de Haagsche rï* bank werd heden veroordeeld A. S., te Li wegens diefstal van ondergoed, tot drie den gevangenisstraf. Naar men mededeelt, zou H. de Groothertogin van Saksen, die a: I 's Gravenhaagsche IJsclub vergunning gegeven een gedeelte van hare terrolne de Laan Van Mererdervoort te 's-Hage richten tot schaatsenrjjdersbaan, die vf ning hebben ingetrokken omdat tyderr zw.iren rouw over Z. M. den Koning l terreinen ysfeesten zjjn georganiseerd muziek enz., welke vermaken niet né denkbeeld van den zwaren rouw ov komen. De Utrechtsche stud en ten-4 teit „P. H. R. M." viert heden Dontii' haar 75 jarig bestaan. Na ailoop der jaarvergadering in fa-eb] v. K. en W. zou te 3 uren een oehtecf eert van de muziek der veld-artilieris op de sociëteit plaats hebben. Verder bij Okhuyzen honorair-commissarisseij de commissarissen der sociëteit zich gen aan een reunie-ainer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 2