N°. 9508.
Donderdag 19 Februari.
A®. 1891.
§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van tgon- en feestdagen, uitgegeven.
Burgerlijke Stand.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
lfe*r L*M*n p*r I maand**.
Franeo p«r po**..
PRIJS DXR AD VERTEN TIÉN:
Vu 1—t r*g*l* flM. Ma* r*#*i *w
fetter* aur iliilmhti T«*r kat
few*in batten 4* stad asidt jt.lê b*r«k*aA
Gesiongd IV1 o 11 ws.
Door de rechtbank te Zwolle is
J. B., ontslagen conducteur der posterijen,
wonende te Zwolle, ter zake van verduiste
ring van een brief met geldswaarde, gepleegd
door een ambtenaar in openbaren dienst in
het laatst van het jaar 1890, veroordeeld tot
18 maanden gevangenisstraf.
De arr.-rechtbank te Maastricht
heeft H. J. Rothkrans, te Kerkrade, die in de
vorige week terechtstond ter zake van mis
handeling, welke den dood ten gevolge heeft
gehad, veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf.
Driebranden te Brussel. - Ter
wijl Zondagavond de napret van het carnaval
nog in de straten van Brussel gaande was
en honderden gemaskerden zich langs de bou
levards bewogen, ontstonden kort na elkaar
op verschillende plaatsen der stad drie
branden.
De eerste brand, om 10 uren, brak in de
voorstad Molenbeek, buiten deVlaamsche poort,
aan den Qentschen weg in een brandstoffen-
pakhuis uit. In een oogenblik stond het ge-
lieele huis in lichterlaaie en men vreesde
voor de omliggende gebouwen, een molen en
een steeokolenpakhuis, maar gelukkig was
de brandweer het vuur spoedig meester, waar-
schyniyk tot leedwezen der opgewonden ge
maskerde menigte, die van het onheil een
voorwendsel maakte om joelend uit te gaan.
Maar ongeveer terzelfder tyd ontstond er
brand in de stad, namelijk in de bureelen van
het radicale Brusselsche blad „la Réforme",
welke zich in de Rue des Sables bevinden.
Deze brand was van nog ernstiger aard. Het
huis, waarin de „Réforme" gevestigd was en
hare werkplaatsen bezat, was een der grootste
uit de straat, welke dicht bevolkt is en
waarin zich groote fabrieksgebouwen e. a.
bevinden. De omliggende huizen liepen groot
gevaar, maar de brandweer trad met kracht
op. Toch duurde het tot 's nachts halfdrie
eer zij het vuur meester was, dat de geheele
inrichting der „Réforme" verwoest had. Het
blad bestond juist zeven jaar en werd op be
langrijke persen gedrukt, welke, evenals zijne
letterzetter^, verwoest zijn.
Om halféén 's nachts brak een derde brand
uit in een linnenmagazijn in de Rue Haute en
daar de brandweer nu al eene zoo zware taak
te Molenbeek en in de Rue des Sables had,
vreesde men het ergste. Maar gelukkig ver
mocht zi) ook hier het vuur spoedig te blus-
schen en dat was van te meer geruststellen
den aard, omdat het Sint-Jans gasthuis in do
onmiddellijke nabijheid zich bevindt en men
vreesde, dat dit ziekenhuis door het vuur zou
worden aangetast.
't Was een avond vol opwinding voorBrussel.
De moord van Whitechapel.
Do Londensche politie zet hare nasporingen
naar den moordenaar der vrouw, die Francis
Coles blijkt te heeten, ijverig voort. Eene belang
rijke ontdekking werd, naar men eerst meende,
gedaan toen het mes werd gevonden van Sadd
ler, dat hij Zaterdag uit geldgebrek aan een
matroos voor een shilling heeft verkocht. De
matroos verbeeldde zich, doch gelijk later
bleek waarschijnlijk ten onrechte, dat er bloed
aan het mes kleefde en bracht het naar het
politiebureel.
Voor zoo ver bekend, heeft Saddler nog niet
op voldoende wijze kunnen verklaren, waar
hij den avond heeft doorgebracht, nadat hij
met Francis Coles twist had gekregen en van
haar is weggegaan. Hjj zegt dat zijn geheugen
hem in den steek laat, hetzij omdat hij dien
avond veel had gedronken, hetzij ton gevolge
van de wond, welke hij in eene vechtpartij
op het achterhoofd had ontvangen.
Blijkens het nader onderzoek verkeeren de
autoriteiten nog in het onzekere of deze
moord wel op rekening van Jack the Ripper
moet worden geschreven. De geneesheeren
maakten uit, dat de wonde aan den hals niet
zoo zuiver is als by de andere slachtoffers
het geval was. Blijkbaar is de wond nu niet
toegebracht met hetzelfde scherpe wapen,
dat eerst werd gebruikt, maar heeft de moor
denaar een stomper mes gebezigd. Daarbij
was ook de ligging, waarin het lijk werd ge
vonden, anders dan gewoonlijk.
Saddler tracht het geval aldus te verklaren.
Toen hy twist kreeg met de vermoorde vrouw,
gaf hij haar een shilling voor nachtverblijf,
en ging naar het dok om zijn schip op te
zoeken. Onderweg werd h(j aangevallen en
mishandeld, naar h(j geloofde door mannen,
die door Francis Coles op hem waren losge-
zonden. De vrouw besteedde den shilling niet
voor nachtverblijf, maar verteerde dit geld in
eene herberg en ging toen weer de straat op.
Bij deze wandeling ontmoette zjj te Swallow-
gardens den moordenaar.
In het East-End heerscht nog groote opge
wondenheid. Eene talrijke menigte staat steeds
voor het bureel, waar Saddler gevangen zit,
maar de politie houdt de nieuwsgierigen op
een behoorlijken afstand.
Te Salinas, in den Staat Minas
(Braziliö) is, volgens de te St.-Paolo verschij
nende „Freie Presse", zekere Clemente, 22
jaren oud, veld-arbeider, wegens het vermoor
den van zes personen, op verschillende tijd
stippen, met het volvoerde doel om de lijken
te braden en op te eten, gevangengenomen
en veroordeeld. Hy bekende volledig. Na een
maal te Corrego Fundo bij zekeren Leandro
en zijne vrouw menschenvleesch (van een door
hen vermoorden knaap) te hebben geproefd,
werd hij een hartstochtelijk menscheneter
hij beging bflna al z(jne moorden in vereeni-
ging met een ander, nu eens eene vrouw,
dan een man, die h(j echter op hunne beurt
ook versloeg en gebraden oppeuzelde. Het
genoemde Duitsche blad voegt er bij dat de
liefhebberij van menscheneten in Minas vol
strekt niet zeldzaam is.
In het r i v i er tj e d e C r o u c h, z o o
wordt uit Londen geschreven, te Burnham,
in Essex, werd een walvisch van vijftig voet
lengte gevangen en gedood. Dit riviertje schijnt
een lievelingsoord van zeemonsters te zijn,
want voor een paar jaren ving men er een
haai en een walvisch.
Een nieuw hotel, dat in de Be 1-
gische badplaats Heyst op het strand in aan
bouw was, is Zaterdag-middag ingestort.
Dertien werklieden, die zich in de bovenver
diepingen bevonden, vielen en deze val kostte
een hunner het leven. Drie werden ernstig
gewond, maar de overigen ontvingen geen
letsel.
Te Graville Sainte-Honorine,
in bet departement der Beneden-Seine, is
eene dame van 79 jaren door een Nieuw-
foundlandschen hond verscheurd.
Het Hof der Seine heeft een
zeven en twintigjarigen inbreker, Vassal ge
naamd, tot altoosdurenden dwangarbeid ver
oordeeld. Dit jonge mensch verscheen ter
terechtzitting naar den laatsten smaak ge
kleed en met gele glacé's. Hjj had zich, op
heeter daad betrapt, krachtig verweerd en
met keurig geschoonde hand zyne revolver
op de agenten afgeschoten.
Te Partis is gedurende dezen
winter veel gegeven tot leniging van den nood
der behoeftigen. Volgens de opgaven, welke
nu worden medegedeeld, is alleen door parti
culieren voor dit doel aan de „Assistance
publique" gegeven in December 52,270 franken
en in Januari 251,305 franken. Daarby ont
ving de journalistenkring, welke ook eene
inschrijving opende, nog 523,590 franken. In
dien men daarbij voegt de aanzienlijke waarde
van hetgeen bovendien nog aan verschillende
goederen is gegeven, dan komt het rapport
tot de slotsom, dat alleen van particuliere
zijde in twee maanden 1,200,000 franken voor
de behoeftigen is afgezonderd.
In de Krim zjjn door de koude en
de sneeuwstormen van den laatsten tijd onge
veer twintig duizend schapen gestorven, waar
van niet minder dan zestien duizend van den
bekenden schapenfokker Falzfein.
CORRESPONDENTIE. Nogmaals verzoe
ken w(j verschoond te blijven van de toe
zending van ingezonden stukken, welke ook
naar andere bladen ter plaatsing z(jn opge
zonden. Onze ruimte is te beperkt en daar
door te kostbaar, dan dat we de opneming
van zulke stukken noodig achten.
ALKEMADE. Gob oren: Johannes Jacobus, z. van
Gerrit Van Veon en Maria Agnes Yan Wieringen.
Margaretha Wilhelmina, d. van Joannes Akerboom
en Cornelia Yan Egmond. Cornelia, d. van Cornelia
Maarten Bout en Naatje Yan dor Zwam. Gerarda
Maria, d. van Cornelia Van Leeuwen en Catkarina
Van der Bjjl. Adrianus, z. van Joannes Frederika
Eekman en Hendrica Senne. Abraham Pieter, z.
van Cornelia Gortzak en Alida Yan der Velde.
Johannes, z. van Cornelis Hogenboom on Theodora
Maria Wassenburg. Theodora Anna, d. van Wouter
Van der Zwet en Helena Yan der Hoorn. Adrianus,
z. van Cornelis l'Amie en Maria Verduin. Klazina,
d. van Hendrikus Schoo en Petronella De Prie.
Overleden: Agatha Bruin, 16 m., d. van Jan
Bruin en Johanna Yan der Sluis. Heintje Spaar
garen, 68 j., echtgenoote van Jan Verhagen.
Janko Wijtsma, 16 m., d. van Jacobus Wijtsma eu
Geertje Kolijn. Mattheus Yan Beek, 2 m., z. van
Gjjabert Yan Beek en Theodora Turk. Adriana
Van den Haak, 23/4 jd. van Willem Van den Haak
en Fijtje Yan Iperen. Naatje Van der Zwam, 27 j.,
echtgenoote van Cornolis Maarten Bout.
BODEGBAVE. Bevallen: G. Hoogendoorn geb.
Zuidam, D. H. A. M. Y. Telkers geb. Elshof, Z.
M. Domburg geb. Yan Ry'n, D. M. P. Yan Andel
geb. Van Dis, Z. M. Boonzaaijer geb. Bos, Z.
J. Op 't Land geb. Blaauwendraad, Z.
Overleden: A. Zwanenburg, 1 m. G. R.
Yan Eeuwen, 13 m. J. De Jong, 34 j. M.
Boer, 1 m.
Gehuwd: W. Brakel, jm. 23 j. en H. Juuge,
jd. 21 j.
BOSKOOP. Bevallen: E. Gersie geb. Yan
Gemeron, D. M. Kooij gob. Hoogervorst, Z.
C. E. Knepper geb. Yan der Willik, Z.
Overleden: M. Yan Nes, 41 j. C. GoucU
kade, 53 j.
Botterdam, 17 Febr. Op do veomarkt waren heden
aangevoerd: 24 paarden, veulens, 1080 runderen,
167 vette kalveren, 113 nuohtere kalveren, schapen,
4 varkens, 58 biggen, 1 bok, ezels.
De prijzen van het vee waron als volgt: rundoren
late qual. 36 a 37 c., 2de quel. 33 a 35 e., 3de qual.
30 a 32 c.vette kalveren lsto qual. 53 a 56 o.,
2de qual. 47l/o a 50 c.schapen lstequal. a c.,
2de qual. a c.varkens lsto qual. a c.,
2de qual. a c., 3de qual. a c., allee
per KG. Nuchtere kalveren van tot per
stuk. Handel willig.
Sneek, 17 Febr. Botermarkt, lste keur 51 l/s-
Aanvoor 262/4 en 49/8 vatenbij de Ycreeniging
lsto keur 511/s a f 52; 2do keur ƒ50, 3de kour 48
en 4de keur f46.
r>JE TWEE NEVEN.
Novelle van
W. III1.UEBK1M).
501
„Dat heb ik niet juist onderzocht; hü ver
telde mij, dat het met een los patroon ge
laden was."
„Toen gij nu op den „Berenval" kwaamt,
trof u er den opperhoutvester aan?"
„Ja, hy was er!"
„En? Vertel verder!"
„Ik verzocht hem uitdrukkelijk met my te
duelleeren; hy sloeg het aanbod beslist en
met ernst af. Ik dreigde, hy volhardde by
zyne weigering. Ja, zelfs toen ik hem een
lafaard noemde, bracht ik zy'n voornemen
niet tot wankelen. Eindeiyk ten toppunt van
toorn, drukte ik hem het eene pistool in de
hand en dwong hem tot tegenweer op my
te schieten. Hy schoot het pistool in de lucht
af, slingerde het 't bosch in en zeide: „Zoo,
nu sta ik ongewapend tegenover unu kunt
ge uwe bedreiging volvoeren en uw ouden,
weerloozen oom nederschieten als een dollen,
wilden hond." Munitie had ik niet meer
by my. Ik stond beschaamd en verlegen
tegenover hem en wist niet, wat ik doen
moest. Toen begon hy met ernst en toch
met zooveel hartelykheid my myn ongeiyk
van dien morgen voor te houden, hy liet my
zien, hoe het myne en zyne eer en de eer
van.u bespaart my den naam nietwaar?
te na was, om niet anders te handelen dan
hy gedaan had; hy verzekerde my dat ik
hem nog dank daarvoor zou toebrengen; hy
vermaande en waarschuwde my; hy deed
my onthullingen, gaf my aanduidingen en
verklaringen, dat ik zoo juist erkende hoe
trouw en hartelyk hy voor my gezorgd had,
hoe ondankbaar ik geweest was en in welk
eene zee van dwalingen en verkeerde mee
ningen ik tot dusver had rondgedobberd."
„Zoudt u niet wat duidelyker over dit
laatste punt willen zyn?"
„Ik kan dat niet doen. De mededeelingen
van den opperhoutvester waren deels van
teederen aard, deels betroffen zy dingen, welke
steeds een geheim moeten blyven voor my
en myne naaste betrekkingen."
„Ik kan u natuuriyk niet tot meerdere
openhartigheid dwingen, maar wellicht ware
het toch beter voor het algemeen belang en
voor het uwe in het byzonder."
„Dat betwyfel ik en daarom moet ik dus
weigeren."
„Hoe lang duurde uw onderhoud met den
overledene?"
„By myne opgewondenheid ontbreekt my
elke maatstaf van tyd. Van langen duur
kan het niet geweest zyn. De opperhout
vester zag het hoezeer zyne mededeelingen
in verband met de overige gebeurtenissen
van dien dag my door het hoofd dwaalden
en mij nederdrukten. Hy zou my heden de
bewyzen door zyne bewering in handen
geven, wanneer ik wat rustiger zou zyn.
Deze bewyzen is hy my schuldig gebleven,
doch ik geloof hem toch wel zonder die. Hy
raadde my aan eene lange wandeling te
maken, om daardoor wat af te koelen en tot
rust te komen. Dat deed ik ook."
„En vergat het pistool, dat hy had weg
geworpen?"
„Ik was te opgewonden; wy dachten er
geen van beiden aan."
„Hebt gy die dan niet gemist, toen gy
thuiskwaamt?"
„Ook toen was ik nog te verstrooid."
„Dat is zeker het pistool, dat daar in het
venster ligt?"
„Juist."
„Is het andere pistool niet datgene, dat
gy weer meenaamt?"
„Hetzelfde."
„Is het nog in denzelfden toestand, waarin
het zich bevond vdór ge naar het woud
gingt?"
„Jawel."
„Is het geladen?"
„Ik geloof het althans."
„Wanneer hebt gy uw neef daarna weder
gesproken
„In het geheel niet. Wy hebben elkaar tot
op dit oogenblik niet weder gezien. Ik ver
meed hem opzettelyk."
„Op welken grond?"
„Sta my toe, dat dit voorloopig myn ge
heim blyft."
„Hebt gy, nadat gy den opperhoutvester
had verlaten, nog een schot gehoord?"
„Ik geloof het wel.maar ik weet het
niet vast, want ik was te opgewonden. Ik
liep steeds voort door woud en veld, uren
lang, en dacht aan niets anders dan aan wat
hy my verteld had."
„Ik vraag u nogmaals of ik niet weten
mag wat dat was?"
„Ik zeg het niet."
„Hebt gy nog iets mee te deelen, wat in
staat is, de treurige geschiedenis eenigszir.s
op te helderen?"
„Ik weet niets meer,"
Vervolg ommezijde.)