ftu. 34-94
A°, 1891.
.thè>
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 2 Februari.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post..7......... 1.40.
Afzonderlijke Nommers..0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /0.17J.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor liet
incasseoren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Officioele Kennis^eTlnjfen.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Ontrangen hebbende den staat No. 75, aanwijzende
de uitkomsten der meting en schatting van gebouwde
en ongebouwde eigondommen, bedoeld in artt. 15 en
23 der wet van den 26sten Mei 1870 (Staatsblad
No. 82J betrekkelijk de grondbelasting,
Brengt ter kennis van belanghebbenden dat die
opgave gedurende dertig dagen ter Secretarie dezer
gemeente ia nedergelogd.
Leiden, Do Burgemeester van Leiden,
2 Februari 1801. DE K ANTES.
Ir. handen Tan B. en We. werd gesteld
het schryven van de Historische Commissie
vanwege de Maltaehappy der Nederlandsche
Letterkunde alhier omtreDt het instellen van
een onderzoek naar den oorsprong van den
Burg.
Zooals bekend is, werd reeds vroeger op
de wenschelykheid daarvan de aandacht ge
vestigd, o. a. door het Raadslid dr. W. N.
Du Rieu, in de Raadszitting van 10 November
1SS8, toen aan de orde was het voorstel van
B. en Ws. om een Doolhof in te richten op
den Burg.
Ook B. en Ws. komt het van belangvoor,
dat een wetenschappelijk onderzoek omtrent
deze aangelegenheid worde ingesteld en zij
stellen de bereidwilligheid in dezen van de
Historische Commissie op den hoogsten prijs,
terwyl ook, huns inziens, de hoeren dr. C.
Leemans en dr. W. Pleyte in de eerste plaats
in aanmerking komen om in eene Commissie
als bovenbedoeld zitting te nemen en zich
met de verdere samenstelling dier Commissie
te belasten.
i Y/a', de kosten van hot in te stellen on
derzoek betreft, wordt reeds door de His
torische Commissie medegedeeld dat deze niet
aanzienlijk zullen zyn, met het oog op de
thans verricht wordende werkzaamheden in
verband met de herstelling der walmuren.
Het tegenwoordig oogenblik is alzoo by uit
stek gunstig Toor het in te stollen onderzoek.
De Commissie vestigt er bovendien de aan
dacht op, dat het vinden van eene Romeinsche
munt naby de grondslagen van het gebouw
het vraagstuk van den oorsprong als het
ware opnieuw aan de orde heeft gesteld. Het
dunkt haar voor de eer der stad wenschelijk,
dat hare Regeering, naar aanleiding van die
vondst, een opzetteiyk onderzoek van de meest
bevoegden onder de deskundigen uitlokke,
en de zeker niet aanzienlyke kosten, onder
deze 'oyzonder gunstige omstandigheden aan
zulk een onderzoek verbonden, voor rekening
der gemeente neme.
Het komt ook B. en Ws. voor, dat de
kosten van geringo boteekenis zullen zijn en
geen bezwaar kunnen opleveren tegen de
verwezeniyking van het plan. Intussch6n
meenen zy dat er van eene benoeming van
een buitenlandschen geleerde in de Commissie
geen sprake behoeft te wezeD, aangezien onge
twijfeld een voldoend aantal deskundigen in
ons land kan worden aangewezen, terwyi de
kosten door zoodanige benoeming ni6t onbe-
langryk zouden worden verhoogd.
In de tweede plaats achten B. en Ws. het
van belang, dat ook de gemeente-architect in
de Commissie zitting neme, niet alleen omdat
hy met de leiding van het herstellingswerk
der walmuren is belast, maar vooral omdat
hy reeds eene veelomvattende studie heeft
gemaakt van den oorsprong van den Burg.
Dat onderzoek is ten vorigen jaro door hem
ingesteld naar aanleiding van opmerkingen
van den minister van binnenlandsche zaken
aangaande de wyze van herstelling der wal
muren. Op een van Regeeringswege aanbe
volen gewyzigd plan van herstelling is alstoen,
naar aanleiding van de beantwoording dier
opmerkingen door den gemeente-architect,
niet verder door de Regeering aangedrongen.
B. en Ws. geven alsnu in overweging
lo. aan de Historische Commissie vanwege
de Maatschappy der Nederlandsche Letter
kunde alhier den dank van het gemeente
bestuur te betuigen voor hare gewaardeerde
bemoeiingen in deze;
2o. de heeren dr. C. Leemans en dr. W.
Pleyte alhier uit te noodigen eene commissie
voor het onderzoek naar den oorsprong van
den Burg samen te stellen en daarin zitting
te nemeD, met verzoek den uitslag van het
onderzoek aan den Gemeenteraad te willen
mededeelen, onder bepaling dat geene bui-
tenlandsche geleerden tot leden der Commissie
zullen worden benoemd en dat de gemeenta-
arcbitect zitting zal hebben in de Commissie;
3o. aan het college van B. en W. ter zake
een crediet van f 300 te verleeneD, waarop
de kosten voor het door de Commissie in te
stellen onderzoek zyn geraamd.
Naar aanleiding van een desbetreffsnd
verzoek van dr. A. Van Rhyn deelen B. en
Ws. mede dat H. B. Van Rhyn, leerling der
zesde klasse van het Gymnasium, op 25 Sept. jl.
voor het laatst de lessen heeft bygewoond
en sedert door ziekte verhinderd is om het
Gymnasium te bezoeken.
Naar het hun voorkomt, bestaan er alzoo
termen om aan adressant vrystellir.g of resti
tutie van schoolgeld te verleenen voor zyn
zoon, leerling van het Gymnasium, over de
laatste drie kwartalen van den cursus 1890/91.
Aan den gemeenteraad is overgelegd het
adres van hst hoofdbestuur van do Vereeni-
ging tot Bevordering van de Nederlandsche
Visschery, omtrent de aanstelling van visch-
afslagers.
Vermits in deze gemeente sedert oDheug-
lyke jaren de vischafslag, wanneer deze door
belanghebbenden wordt verlangd, geschiedt
door de stads boden, geven B. en Ws. in over
weging aan adressant te kennen te goven
dat de in zyn adres behandelde aangelegen
heid in deze gemeente voldoende is geregeld.
Met de commissie van fabricage zyD B.
en Ws. van oordeel, dat er alleszins termen
bestaan om aan den huurder van het perceel
Aalmarkt No. 6, Mr. E. Zorab, eenige vermin
dering van huur toe te staan wegens schade
en hinder, ondervonden ten gevolge van den
bouw der Gehoorzaal, terwijl een bedrag van
f 75 hun eene billyke vergoeding voorkomt.
Zy geven mitsdien in overweging om te
besluiten dat de huurprys van het huis Aal
markt No. 6, thans bedragende f 325, over
het jaar, loopeude van 1 Mei 1890 tot ulto.
April 1891, worde bepaald op f 250.
In de Raadszitting van 11 December
jl. werd overgelegd en in handen van B. en
Ws. gesteld een verzoek van J. enD.Dirkse,
fruithandelaren alhier, houdende bezwaar
tegen de verplaatsing van de ooftmarkt van
den Nieuwen Ryn naar de Kalvermarkt, by
de Heerengracht, krachtens Raadsbesluit van
20 November jl., terwyl subsidiair daarby
wordt verzocht eene verplaatsing der markt
naar de Oude Vest, by de Janvossensteeg.
Het komt B. en Ws. voor, dat er thans geene
aanleiding bestaat om het onlangs genomeD
Raadsbesluit bovengenoemd te wyzigen, en
dat daartoe eerst zoude moeten worden over
gegaan, wanneer de ondervinding gedurende
eenigeu tyd had aangetoond dat de Kalver
markt voor het doei inderdaad ongeschikt is.
Bovendien bestaat er tegen het door adres
santen in de tweede plaats aangegeven plan
bezwaar, omdat de Oude Vest tot de Mare-
brug is aangewezen als marktplaats voor
brandstoffen. B. en Ws. geven mitsdien in
overweging, afwyzend op het verzoek te be
schikken.
Ter vervulling der vacature, welke ont
staan zal aan de Meisjesschool 2de klasse by
het verleenen van een eervol ontslag aan
mejuffrouw C. J. Looman, bieden B. en Ws.
eene voordracht aan ter benoeming van eene
tweede onderwijzeres aan de gemelde school.
op eene jaarwedde van f 700, vermeerderd
met f 100 voor het geven van ondervrys in
de Fransche taal, alslo. mej. J. B. Weyers,
thans 3de onderwyzeres aan de betrokken
school; 2o. mej. J. J. De Haas, derde onder-
wyzeres aan de Jongensschool late klasse;
en 3o. mej. S. E. C. Prins, derde onderwijzeres
aan de Meisjesschool 2de klasse.
Ook deelen B. en Ws. mede dat er by
hen geen bezwaar bestaat togen de inwilli
ging van het verzoek Tan raoj. C. J. Looman,
om eervol ontslag uit hare betrekking van
tweede onderwyzeres aan de Meisjesschool
2de klasse.
Blykens een rapport der commlesie van
fabricage zullen de volgnrs. 129 en 131 der
begrooting voor dit jaar, kosten van instand
houding van schoollokalen en kosten van hot
aanschaffen en onderhouden van schoolmeu-
belen, eene verhooging moeten ondergaan
respectieveiyk van f 120 en f 550, wegens
vernieuwing van eene zinken zakgoot in de
Leerschool en herstelling van kachels, wegers
den harden winter, op verschillende lagere
scholen. B. en Ws. geven mitsdien m over
weging in die behoefte te voorzien door vast
stelling van een overgelegden staat van af-
en overachryving uit den post voor Onvoor
ziene Uitgaven.
Naar aanleiding van een verzoek van den
oud-dirig. off. van gez. late kl. van het Oost-
Ind. legor P. G. Neeb, deelen B. en Ws. mede,
dat de dochter van adressant, Nelly, na 10
September jl. de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes niet meer heeft bezocht en dat vóór
het einde van het lsto kwartaal is bericht,
dat zy de school voorgoed zou verlaten. Era
stige en laDgdurige ongesteldheid van een
familielid, waardoor hare hulp te huis niet
gemist kan worden, is de aanleiding tot haar
vertrek.
Het komt B. en Ws. voor, dat er alzoo
termen bestaan om gunstig op het verzoek
te beschikken, op grond waarvan zy B. en
Ws. in overweging geven aan adressant vrjj-
stelling of restitutie te verleenen van school
geld voor zyne dochter Nelly, leerlinge der
Hoogere Burgerschool voor Meisjes, over de
laatste drie kwartalen van den cursus 1890/91.
Vermits twee dochters van adressant de
school bezochten en hy alzoo 1/4 vermindering
van schoolgeld genoot, zal thans over de vol
gende kwartalen het volle schoolgeld voor de
overgebleven doehter zyn verschuldigd.
Aan din gemeenteraad wordt door B.
en Ws. overgelegd een advies van commissa
rissen der Bank van Leening omtrent het
DE TWEE NEVEN.
Novelle van
W. IIILDEBBA1VD.
27)
„Daar steekt meer achter", bromde de
opperhoutvester, wiens wantrouwen zoo van
tyd tot tyd opnieuw gevoed werd. „Ik ken
Heintje; hy gaat nooit dadelyk op zyn doel
af en alles wat hy uiteriyk zoo mooi spreekt
en doet, is slechts comedie. Ik ken het ventje
en dat weet hy ook. My gaat hy altoos uit
den weg; my stooft hy geene knollen. Nog
een dag of wat, totdat ik alle bewyzen in
handen heb, dan wil ik een hartig woordje
met hem spreken. Hy schynt al lont te rui
ken hij kykt my dikwyis zoo onderzoekend
aan. Maar ééns vooral is myn vermoeden
juist dan... geene minuut langer zal hy
hier biyven. En Leo, die overdreven goed
hartige kerel, zal wel verwonderd opzien, als
ik hem de <- 'gen zal openen over de eerlyk-
heid en onmisbaarheid van zyn vriend Hen
drik. Slechts dit eenige wil ik, uit achting
voor de Éamilte, dien braven Hendrik toestaan,
dat de »ak doodgezwegen wordt, maar weg
mom hjj en voor altyd."
IV.
Op een schoonen zoinermorgen zaten de
beide neven als gewoonlijk in Leo's kamer
by elkander.
Leo strekte zich achteloos uit op de eau-
seuse en zag half droomend naar de snuis-
teryen en reliefs, welke zyne kamer versier
den, en Hendrik speelde met het aschbakje,
dat op de tafel stond.
„Ik dacht daar zooeven" begon Leo, na
lang zwygen om vandaag eens by den
bouwmeester aan te gaaD, wanneer wy naar
de stad ryder.. Ik wil eens met hem spreken.
De linkervleugel van het kasteel, waarin
myne lieve moeder verbiyf hield, moet be-
langryke reparation ondergaan."
„Eene levenstaak!" schertste zyn neef,
terwijl zyn blik in volkomen tegenspraak was
met den zachten toon zyner woorden en Leo
met opmerkzaamheid gadesloeg. „Ik wensch
u geluk met deze ontdekking 1 Dat staat zeker
in verband met de gastvryheid en de vroo-
iyke feesten, waarop onze bekenden reeds
sedert geruimen tyd als loon hunner vriend
schap durven rekenen?"
„Voorloopig nog nietIk ben dat leven moe."
„Komen nog niet uwe gebruikelyke tiraden
over zelfmoord?" vroeg Hendrik.
„Stellig niet! Ik heb daar nooit minder
aan gedacht dan heden. Ik meende ook de
tot heden gevolgde levenswyze, welke ik
van harte zat ben."
„Ge kunt u toch niet aan den plicht van
gastvryheid op Wulfenstein onttrekken!"
„Dat ligt ook niet in myn plan; ik meen
echter wel zoolang daarmee te kunnen wach
ten, tot het my mogeiyk is, ook de dames
hier te kunnen ontvangen en aan haar myn
huis te presentoeren op gepaste wyze."
Leo had dit laatste stotterend en verlegen
er uitgebracht; hy meende zyn neef enkele
mededeelingen nopens zyne plannen te moeten
bekend maken en begon reeds by de eerste
toespeling daarop te blozen als een jong
meisje, omdat hy Hendrik niet durfde aanzien,
maar daar hy om zyne verlegenheid te verber
gen, den blik op het tafelkleed gevestigd hield,
ontging hem natuurlyk dat dreigende, het
welk op dit oogenblk In dion3 oogen te lezen
was. Doch dadelyk herstelde Hendrik zich
weder en riep schertsend uit:
„Is het dan ai zóó ver met u gekomeD,
myn Roderik, dat ge van vertwyfeling aan
trouwen gaat deDken?"
Leo kleurde opnieuw.
„Maar, myn hemel, die gedachte is toch
zoo ongerymd niet; zjj ligt voor de hand!"
„Ik beken, dat ge my op een oogenblik
verrast hebt. Een man als gy, met al het
beste der wereld toegerust, de verwende lie
veling der gezelschappen, vooral der dames,
de meest verklaarde vyand van al wat dwang
beet en die besluit by zichzelven eene
echtverbintenis voorloopig nog wel in
abstracto, maar ik twyfel of uwe ideale engel
wel een oogenblik uit uwe gedachten is
eene echtverbintenis, welks pantser elke vrye
beweging belemmert, die codex van onuit-
putteiyke teedere gesprekken, die symphonie
van kindergeschrei en vrouwengezeur, die
almanak van huispraatjes, die conduitelyst
van alle kleine attenties en galanterieën jegens
andere dames, die... neen, laat my eerst uit
lachen de gedachte alleen is zoo dol en
potsierlyk. De philosoof graaf Leo van Wul
fenstein heeft zich in theorie overtuigd van
de noodzakelykheid eens huweiyks en gaat
nu de practische experimenten op zyne eigen
hooge persoonlykheid toepassen. Ik zie u
reeds in eene gebloemde chambrecloack met
een (luweelen mutsje en eene langs ptjp in
ernstige beraadslaging met uwe dierbare
wederhelft over den keukenvoorraad onder
handelen."
(Word/ vervolgd.)