DAGBLAD.
N°. 9475
jMaaiicIas; IS Jainiai'i.
A0. 1891.
geze Qourant wordt dagelijks, met uitsondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
l)it nominer bestaat uit DRIE
Bladen.
Kikeri ki.
Leiden, 10 Januari.
Feuilleton.
F RUS DUB ADVBBTENTIHN:
y»n 1—6 regel. 1.06. Iedere regel meer/0.17)
Grootere letten neer plaetrrnimte. Yoor bet is-
ceeeeeren buiten de etgd wordt f 0.10 berekend.
Van den Berg en M. Juffermans, de volgende
circulaire gericht:
,Veel werd er in dezen aanhoudenden
winter met zyne nijpende koude van uwe
liefdadigheid gevraagd. Eene commissie uit
de burgerij, en mogelijk ook reeds de diaco
nale armbesturen, deden dan ook niet tever
geefs een beroep op uwe vrijgevigheid.
Thans verkeert ook het „Algemeen Arm
bestuur" van deze gemeente in de dringende
noodzakelijkheid, voor dat deel bi) u aan te
kloppen, doordien zijne inkomsten door de reeds
verleende hulp zóó ontoereikend zijn geworden,
dat het bestuur thans voor een tekort staat
van ƒ60, en dat niettegenstaande de ver
leende subsidie uit de gemeentefondsen.
Mag dat tekort eene reden wezen om ver
dere hulp van de hand te wijzen en dat in
een winter zooals deze'? "Wy gelooven,
„neen!" en wel op grond dat er nog ge
noeg weldadige handen gevonden zullen wor
den, om ook o n s in dezen tot het verder ver-
leenen van die hulp in de gelegenheid te
stellen.
Voor dat doel zullen wy in de gemeente
Oegsl geest eene geldelyke inzameling met
open schaal houden in den loop van de vol
gende week: 12 t»t en met 16 Januari.
Verder vermeent het bestuur ter kennisse
te moeten brengen van diegenen, die daar
omtrent niet voldoende op de hoogte mochten
zyn, dat het gemeentelijk „Algemeen Arm
bestuur" werd ingesteld met het doel om hulp
te verleenen aan behoeftige ingezetenen der
gemeente Oegstgoest, welke om de eene of
andere reden niet door een der beide bestaande
Katholieke of Nederlandsch-Hervormde diaco
nale besturen kunnen gesteund worden."
Men schryft ons uit Rynsburg, dd. 10
Januari
Gisteren werd alhier in eene vergadering
van bloembollenkweekers besloten, dat er dit
jaar drie groene, veilingen zullen plaats heb
ben en wel 27 April, 1 en 4 Mei. Er werden
circa 2000 Rynl. roeden voor de veilingen
aangegeven, welke gehouden zullen worden
door den notaris D. Van Riessen, te Katwyk
aan den Ryn. Als directeuren werden gekozen
do heeren Gebr. Alkemade en Ant. Roozen.
De heer C. Van Delft Kz. bedankte als pen
ningmeester; in diens plaats werd gekozen
de heer W. Zandbergen Nz.
Den heer H. W. Bettink, te "Wassenaar,
is tot herstel van gezondheid een verlof van
drie maanden verleend als onderwyzer aan
de Ryks-Normaalschool te Voorschoten.
Als geagreëerde is ten postkantore Noord-
wyk geplaatst en reeds nu in functie getreden
de heer Van der SteeD, van Leeuwarden.
In het afgeloopon jaar zyn te Ter Aar
geboren 47 m. en 53 v., te zamen 100inge
komen 33 m. en 65 v., te zamen 98; over
leden zpn 33 m. en 29 v., te zamen 62;
vertrokken 56 m. en 80 v., te zamen 136.
Hieruit blykt echter dat het bevolkingscijfer
der gemeente, dat op 1 Januari 1890 2375
bedroeg, gedurende dat jaar niet is vermeer
derd.
Het getal huwelyken bedroeg 17 en dat
der levenloos aangegevene 7.
Beroepen is by de Herv. gem. te Berg-
schenhoek ds. J. C. G. Gobius du Sart, te
Benthuizen; te Zwammerdam ds. P. A. H.
Van Rossom, te Beek (Limburg)te Naald-
Wük ds. E. Van Deinse, te Heemstede.
De Staatscourant van heden meldt dat
H. M. de Regentes op 3 dezer in een byzon-
der gehoor heeft ontvangen graaf Kapnist,
die aan HD. zyne nieuwe geloofsbrieven heeft
overhandigd als buitengewoon gezant en ge
volmachtigd minister van den keizer aller
Russen bij het Nederlandscbe Hof, benevens
een eigenhandig scbryven van keizer Alexander
III, houdende antwoord op de kennisgeving
van het overlyden van Z. M. den Koning en
van de troonsopvolging van H. M. Koningin
"Wilhelmina.
De uitslag der examens in Boekhouden
en Handelscorrespondentie voor de praktyk,
in Dec. jl. te Amsterdam gehouden vanwege
de „Vereeniging van Leeraren in het Boek
houden," is als volgt
Boekhouden 24 candidatengeslaagd B.
Schendstek, "W. Ameschot, J. G. Hiddink,
"W. L. Tol, D. H. De Boer en H. J. De Boer,
allen van Amsterdam, en mej. E. C. F. Massse,
van Goes.
Handelscorrespondentiein de EngelBche
taal 3 candidaten; geslaagd: W. J. Roose
boom en C. J. W. Scholte, van Amsterdam;
in de Fransche taal 1 candidaat, die werd
afgewezen.
Biykens bericht van Hr. Ms. gezant te
Parys, wordt de invoer van Nederlandsch vee
in Frankryk weder toegelaten van de zee
zyde. (Sfs.-CW.)
Te Gorkum is na een lang lyden over
leden de heer "W. Zegers, predikant bij de
Ned.-Herv. gemeente.
Den 15den Januari a. s. herdenkt de
heer J. Vlaanderen Czn., hof-arts en gemeente
geneesheer te Apeldoorn, den dag, waarop
hy vóór 25 jaren zich in die gemeente ves
tigde.
i
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per S maanden1.10.
Franco per post- 1.40.
6 Afzondertgk* Nommera0.06.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
Hommer verzonden No. 16 van Kikeriki
In de vergadering van den gemeenteraad
van Leiden, op Donderdag 15 Jan. a. s., zal
ti o. m. aan de orde worden gesteld het veorstel
in zake de grensveraudering van de gemeente.
Hoe laag dikwyis staat Leiden aange-
schreven in de kunstenaarswereld tegenover
e ge inwoners der koninkiyke residentie. Daar
i moet men zyn I
Beroemdheden gaan ons gewoonlyk voorby
en treden in de hofstad op, omdat we hier
i geen smaak of liefde voor de kunst hebben?
i De avond van gisteren zou dit den twyfe-
laars wel anders geleerd hebben. Als men
deze week de Haagscbe bladen in handen
nam, had men een noodkreet kunnen lezen
■j over het gemis aan belangstelling der hof-
i stad bewoners in eene soiree, welke zou ge-
geven worden door mannen, wier namen op
kunstgebied klinken als eene klok.
„De Hagenaars zyn geen kamermuziek
waard!" riep een der bladen uit.
Maar dan mogen de Leidenaars er in dub
bele mate van profiteeren. En dat doen ze ook.
De tweede kamermuziek-soirée werd door
een zóó talrijk publiek bygewoond, dat er in
de groote zaal van „Zomerzorg" maar weinig
plaatsen achteraan openbleven.
Het programma vermeldde drie nommers,
waarvan twee aan het instrumentale gedeelte
gewijd waren, t w. het Strykquartet D-dur
van Jos. Haydn en het beroemde Quintet
Es-dur van Rob. Schumann.
In het eerste deden hunne kunstenaars
gaven waardeeren de heeren Chr. Timmner
(lste viool), mr. G. Blokhuis (2de viool), S.
Van Adelberg (alt) en L. Leonides Van Praag
3 (violoncel)terwyi in het tweede werk met
ramen ook optrad de heer Gottfried Mann (piano).
3 Zy waren met de vertolking van beide,
i vry omvangryke composities, hoogst gelukkig.
I Door hunne voortroffeiyke samenwerking,
onberispelyken toon en bezielende voordracht,
waarby het edele spel van den eersten violist
niet het minst van allen uitblonk, werd een
kunstgenot aangeboden, dat dubbel deed genie
ten, 4n de toonscheppingen zeiven èn de wyze,
1 HET GLAS WIJN VAN DEN HELLEBAARDIER.
5)
j Zy zag naar de vlakte der Mancha en
waaide zachtkens met haren waaier, wach
tende tot don Diego iets zou zeggen. Deze
j was op een lagen matten stoel gezeten, met
den rug naar de vlakte der Mancha gekeerd.
i „"Waarom ging don Cbristobal heen vroeg
de gravin, nadat zy geruimen tyd tevergeefs
gewaeht had op een woord van don Diego.
„Don Christobal is naar zyne goederen ge-
gaan", sprak don Diego; „meer mag ik er
aan de dames niet van mededeelen."
De ridder verbeeldde zich waarschyniyk
dat hy een zeer slim antwoord gaf, manr
zoowel de gravin als dona Flora begrepen
terstond dat er iets was, wat hy haar ni6t
moeht mededeelen en dat voor haar van het
'hoogste belang was te weten.
Don Diego bepaalde zich lang tot ontwy-
kende antn oorden, maar de dames gaven het
Biet op en doer halve bekentenissen van de
zjjde van don D:ego o 1 door gissingen van
ha» zyde, kwamen zy eindelyk tot de weten-
(ehap, dat ie markies zou worden uit-
C*dMgd.
waarop ze in hunne verschillende onderdooien
(we herinneren slechts aan het „in modo i
d'una mareia") werden ton gehoore gebracht. I
Was de avond reeds hierom in schoonheid
uitmuntende en ondervond het vyftal, na eene
deodelijke stilte van eerst, vervolgens de
warmste belangstelling, een feit, dat boven
dien in hooge mate de aandacht trok en even
eens byzonder welkom was, is de verschyning
van den heer Joh. M. Messehaert, den zanger
uit Amsterdam, een bas, zooals er niet
velen zyn.
Ook nu schitterde hy in Rob. Schumann's
uitgebreidon Lieder-cyclus „Dichterliebe", wel
ken men hier tot nog toe zelden in zyn ge
heel te hooren kreeg, door zyne natuurlyke,
beschaafde voordracht. Zyn prachtig orgaan
deed daarbij de schoonheden van deze verza
meling des te meer uitkomen en niet te ver
wonderen was het, dat men als 't ware met
ingehouden adem hem op de lippen volgde,
waartoe ook het treflyke spel van den beer
Mann eene overheerlyke pianobegeleiding
het zyne bydroeg.
Hoe kon het anders dan dat door de ge
kuischto voordracht en het gekuischte spel
een machtigen indruk werd teweeggebracht,
welke door niets werd gestoord, zelfs niet
door het omslaan van het papier, waarop de
liederen waren gedrukt, hetgeen soms wegens
het snerpend geruis door de geheele zaal te
midden der stilte iets onaangenaams voor het
gehoor kan veroorzaken.
Thans niet alzoo. De tekst was gedrukt op
papier zóó zacht en lenig, dat er by het
hanteeren niet het minste geritsel ontstond.
Naar wy vernemen, is do heer Mann de eerste
in ons land, die dit nu op soirées als deze
heeft toegepast. Men ziet er bovendien alweer
uit dat, vooral ook op dit gebied, belangryke
zaken soms van eene kleinigheid afhangen.
Het is een gelukkig idee van hom geweest,
waarvoor hy reeds gisteren byval ondervond.
Door mevrouw de weduwe professor mr.
W. M. d'Ablaing, geboren J. H. Meyeraan,
thans echtgenoote van mr. J. H. Bydendyk,
te Leiden, is aan de universiteits-bibliotheek
alhier in bruikleen afgestaan eene verzame
ling handschriften uit de nalatenschap van
wyien haren echtgenoot, in leven hoogleeraar
aan de Ryks-universiteit te Leiden. Voor
dezen afstand is de dank der Regeering be
tuigd. {Sts.-Crt.)
Aan de gemeentegenooten van Oegst-
geest is door eene commissie van drie leden,
bestaande uit de heeren D. "W. Vermeer, J.
„Uitgedaagd? Die grijsaard? Hy zou zyn
degen moeten kruisen met den graaf de
Corazon, een man in de kracht des levens,
misschien wel een van de beste degens van
Castilië en Arragon riep de gravin.
„Onmogelijk 1"
„Oom d'Avila op zyne jaren zyn leven
wagen 1 Dat is ongehoord 1 Dat zal niet ge
beuren!" sprak dona Flora gejaagd.
„Dames, ik heb het niet gezegd, maar nu
gy het vermoedt, mag ik niet ontveinzen dat
de graaf de Corazon zich beleedigd acht door
eene opmerking van den markies d'Avila en
daarvoor voldooning verlangt."
„Maar dat kan niet! Dat mag niet 1" riep
de gravin. En zy dacht by zichzelve: als de
markies in het tweegevecht bezwec-k, wat in
haar oog niet twyfelachtig was, dan ging
zyn vermogen over aan verre bloedverwanten
en zy bleef hulpeloos alleen op de wereld.
En dona Flora dacht ook aan de moge-
ïykheid, dat de markies d'Avila stierf vóór
don Esteban was teruggekeerd of geweld
haar had gedwongen aan een ander diens
plaats in te ruimen en hoe ook zy eene wees
zou zyn zonder bet minste vermogen.
De markies d'Avila kon eiken dag sierven,
»»k buiten een tweegevecht maar noch de
gravin, noch dona Flera hadden die gebeur
tenis voor zoo naby gehouden. Evenmin
als aan haren eigen dood, hadden zij aan
den dood van hun oom en broeder gedacht.
Door dat duel was het haar plotseling dui-
delyk geworden, hoe weinig er noodig was
om de twee en dertig titels van den markies
d'Avila met al de daaraan verbonden inkom
sten te doen overgaan op een ouden majoor
by de garde en haar beiden alleen to doen
blyven op de wereld, zonder eenig middel
van bestaan en zonder uitzicht op een huwe-
lyk, want was de markies dood en waren
zyne waardigheden overgedragen, dan was
van teruggave geen sprake meer.
De gravin Lerima dacht aan don Diego de
Camarosa, die, ja, zich vernederd had om
handel te dryven, wiens adel drie eeuwen
jonger was dan de hare, maar die overigens
toch in het bezit was van eigenschappen,
welke niet zoo geheel en al te verwerpen
warenen by dona Flora werd het besef
sterker, dat don Esteban wel nimmer meer
terug zou komen en zy begon een zeker
verlangen te gevoelen naar het geweld, waar
door zy gedwongen zou worden afstand van
hem te doen.
Opeens maakte zich eene gedachte van
haar meestor, welke haar plotseling deed
oprijsen.
De gravin Lerima bleef met den ridder de
Camarosa alleen. By zulk eene gelegenheid,
welke zich intusschen maar zelden voordeed,
was deze gewoon te zuchten, eene ontboe
zeming, welke de gravin Lerima nooit scheen
op te merken. Thans echter bleek zy dien
zucht te hooren, want ook zy zuchtte.
Don Diego, verrast over dit ongewone ver -
schynsel, wist niet of hy wel goed had ge
hoord en zuchtte nogmaals om zich te over
tuigen; en ook de gravin Lerima zuahtte
wederom.
„Gy maakt u bezorgd over den markies",
zeide hy.
Zeer zeker! Ik zou wel een middel willen
weten om hem uit zyne onaangename positie
te verlossen."
„Gy trekt het u meer aan dan hyzelf."
„Meent gy dat?"
Don Diego knikte toestemmend.
„Als gy in zyne plaatB waart, zoudt gy
dan niet tegen dat duel opzien?"
Don Diego schudde het hoofd ontkennend.
„En als don Christobal u doodstak?"
„Dan stak hy my dood."
„Maar hecht gij dan niet aan bet leven?"
Wardl. icretigi.)