W& W. 0*67. Vrijdag 2 Januari* A°. 1891. (§sze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. IMt nommer bestaat uit TWEfc Bladen. Oudejaarsavond. Feuilleton. Aan den rand des afgronds. leiden, 31 Deeem)>er. iGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poetB 1.40. Afzonderlijke No mm era0.05. „Wat duurt een jaar toch kort, wat ia het anel vervlogen I" Dat is bij de moesten de overheerachende indruk, als zy in gezellig Bamenajjn de laatste urqn ran deu vliedenden jaarkring doorleven, 't Is alsof het oogenblik, waarop zfl aan 1S90 het welkom toeriepen, nog slechts door een "leine tijdruimte van hot heengaan is geschei den. En toch is een jaar een zoo belangrijk deel van een inenschenleven Osk voor de geschiedenis van de mensch- heid en de maatschappij in het algemeen, als voor de volken in het bijzonder, beeft elk Jaar ziin beteekenis. Veor ons, Nederlanders, -zal dat, waaraan thans onze nabetrachting is gewjjd, niet spoedig uit de herinnering ver- •dw\jBen. Toen wjj het aanvingen vorheugdea w0 ens dat zijn voorganger ons gelegenheid had gegeven den Koning, na een herstel van gezondheid, dat we bijna niet hadden durven hopen, op den veortigsten gedenkdag zijner Troonsbeklimming, de hulde onzer dankbaar heid te brettgen; en bij do wenschen, waar mede we toen de toekomst teg«moet gingen, namen de heilbeden voor den dierbaren Oranjevorst een ruime plaats in. Het heeft zoo niet mogen zgn: gevallen ie het Hoofd van den Staat, ea nog is het alsof wfl den -nagalm hoeren van het klokgebrom, dat zijn uitvaart begeleidde. Maar daarom geen moed verleren; als een huisgezin, welke leden nader t-et elkander worden, -gebracht ook door de slagen, die het treffen, echaren we ons een drachtig om den troen van Oranje, en wü zenden onze vurigste zegenbeden tot den Allerhoogste voor de jeugdige Voratinne, aan wie reeds in de kindsheid de kroon is ten deel gevallen, voor de edele Moeder, die niet geaarzeld heoft de teugels des bewinds te aanvaarden tegelijk met de «ehoone taak, Neerlands Koningin verder op te leiden voor de hooge verantwoordelijkheid, aan het voeren van den schepter verbonden. Mogen, tet in lengte van jaren, de wederzydsche trouw van Koningin en natie aan heel de wereld het voorbeeld geven, dat in een aan geweldige -omkeeringen zo» rijken tijd het rustig voor uitstrevend® Nederland ook zonder schokken kan medewerken aan de bevordering van recht «n vrijheid I Om in enkele trekken de geschiedenis van het jaar 1890 te schetsen, moeten we ons Naar het Naitsch. Iff)- „En voer jou was het ook beter weg t» gaan", vervolgde de smid driftig tot juffrouw Schulzen; „aan dezen haard hoort juffrouw Kilmer, zou ik meenen, en niemand andera „Ho wat", lachte Willem, die in zijne op gewondenheid en mistroostige stemming niet afkeerig van ruzie was, „dat hangt van my af! Maar als ge denkt, vuile smid, dat er my iets aan gelegen is.kyk niet zoo valseh.juffrouw Schulzen blijft hier. Naast mij op dit plankje moet zjj zittenEn wie het niet zien wil welnu, daar is het gat van de deur." Bereid schommelde zich heen en weer op zijn krukje, zich verheugendaovar het standje, terwij! de sebeele Gumpreelrt zich 3trydiustig opblies en meer dsa ooit aan een roofvogel deed donken. „Wees toch verstandig, Hor.sake", zei de weduwe verin >snondo, „ziet dan niot dat hij" - raakte lachende met haren vinger baar >ofd aan en vloog toen weer naar Wil' -i. hoofdzakeiyk bewegen op maatschappelijk terrein. Immers, diep ingrijpende politieke gebeurtenissen, waarbij ook ons vaderland zou betrokken zyn, hebben niet plaat3 gehad. Bij het begin des jaars was reeds de staat kundige hemel vrtj enbewolkt; de vrees voor een algemeenen oorlog, die zoo lang Europa in onzekerheid had gehouden, was op den achtergrond geraakt. In hot afgoloopen jaar is de gerustheid nog toegenomen; het blijkt meer en meer dat Vorsten en volken, hoezeer de echte en duurzame toenadering nog ont breekt, terugdeinzen voor de zware verant- woordeiykheid, het sein te geven tot een strjjd, waarvan de omvang en de gevolgen niet te berekenen zouden zfl*. Doch deze op het oog schitterende medaille heeft haar keerzijde. Het is het besef van machtsevenwicht, dat het zwaard in de scheede doet blijven, niet het bewustzijn dat de volken, met terzijde stelling van oude veeten, werkzaam moeten zyn om elkandere geluk te bevorderen, elkan ders welvaart te verhoogen. Vanwaar anders die toenemende zorg voor een talryk en wèl- uitgerust leger, waardoor de natlSn zich ver armen, tot uitputtens toe? Vanwaar die tal- looze belemmeringen, in den vorm van Invoer tarieven, den arbeid en den handel in don weg gesteld Als wo in dit opzicht een wenscb mochten uitspreken voor de naaste toekomst, het zou geen andere kunnen zyn dan dat in den boezem der machtige natiën het bewust - zyn van haar hoogste roeping mocht ontwa ken, zoodat een edeler motief aan de vrede lievende uitzichten een vasteren grondslag mecht verleenen. Te dringender is dat noodig, wyl alle krach ten zich bshooren te vereenigeo, ton einde verbetering te brengen la de maatschappelijke verhoudingen. In dit opzicht leren we nog te midden van eea Btryd, die, wel is waar het hevigst woedt in andere landen, doch waar van we ook in Nederland dit jaar een paar épisodes hebben doorleefd. De werkstakingen in de Friesche veeudiatricteu en iu Twente hebben opnieuw bewezen, dat er ontevreden heid heerscht, en dat daarvan gebruik wordt gemaakt om beroeringen uit te lekken, het meest tet nadeel van hen, die aan deze oprnilngen geen weeretand wilden bieden; maar tevens herinnerden zy aan den duren plicht, om alle billyke en mogelijke middelen aan te wenden, ten einde aan reebtmatiga grieven te gemoet te komen. De sociale her vormingsbeweging vormt inderdaad het zwaartepunt van de geschiedenis onzer dagen, gelijk algemeen wordt gevoeld en erkend. De „Ik bak natuuriyk eerst de pannekosken, Kömsr! Ga toch zitten!" Zij schoof hem een stoel bij, waar hy zwaar op neerviel en streek heai overmoedig bet haar uit het gezicht, waarby zy den smid toeknikte, in de heop dat by bster ge humeurd zeu worden. In Henseke's gezicht vertrok zich geono spier. Met «en zwaren stap kwam hy tot aan de tafel. „Ik vraag je nog eens, of je r.-,i mst my meegaat-!" Willem legde uitdagend zyn arm om den schouder van de Weduwe. Schaf je een ander gezicht aan, zwarte Piet!" zei hy op een dronkenmanstooD. „Al hebt ge ook nog zeovele duiten bespaard, op je gezicht komt nien-.and af! Ik dacht datje dat al eens ondervonden hadt! Ben je nog altijd niet wijzer?" IV. In zyne jeugd nas Jijnb bruid op de;r trouwdag met een ander ar van doorgegaan. Hy was er Liyna krankzinnig onder gewold. en niemand had her sedert tton jaren durveD wagen den driftigen, hartstochtelyken man aan dit voorval te herinneren. De uitwerking j van Komer's woorden was zóó verschrik- j jonge Keizer van Duttschland moge, door zijn optreden in het belang dor arbeidende klasse, niet het doel hebben bereikt, hetwelk hy zich voorstelde, aan do belangstelling is toch door hem een krachtige stoot gegeven. Ook ten onzent liot men zich niet onbetuigddq te Amsterdam gehonden „Tentoonstelling tot bevordering van gezondheid en veiligheid) in fabrieken en werkplaatsen" heeft doen zien, dat in Nederland hoofd en hr.rt zich bezig houden met bet lot van don werkman,dat ook onze landgenooten het hunne doen om do sociale quaestie een schrede nader te brengen tot haar oplossing. Leiden heeft op een zeer eigenaardige wy'ze zjjn vaandel hoog gehouden in dozen gelukkig vreedzamen stryd. Onze tentoonstelling van voorwerpen, door werklieden vervaardigd, bad een wélslagen, dat de stoutste verwachtingen overtrof. Eere daarom den mannen van; den arbeid, die op zoo uitnemende wyze Ijelen zien, wat zy kunuc-n; eere den hoegej ge plaatsten, die dat alles met zoo volkqmen toewyding hebben goorganisoerd. Maar nog iets anders is by deze gelegenheid in het helderst licht getreden, nameiyk de bereid willigheid der Leidscbe burgery om zich voor een goed doel een offer te getroosten. Moge diezelfde goede geest immer by ons heer- schendo biyven! De historie onzer goede stad in het jaar 1890 is, en ook dat is een voorrecht, het welk wy met dankbaarheid gedenken, in weinige woorden te vertellen. Bleef in den aanvang des jaars onze gemeente niet behoed voor de geheimzinnige ziekte, die over heel ie wereld, zouden we wel kunnen zoggen, honderden offers wegrukte en tienduizend tallen op het krankbed wierp, nadat die vijand geweken wae, te de algemeene gezond heidstoestand zeer bevredigend geweest. Byzondare rampen hebben ens niet getroffen zeer verschillend van het vcrig jaar, toen de brandweer vaak een zware taak te vervullen had, genoot zjj ditmaal een welverdiende rust. Daarentegen, 1890 is niet voorbygegaan zonder esnige geachte medeburgers uit ons midden weg te rukken. Behalve de verliezen, die elk op dozen Oudejaarsavond In eigen kring herdenkt, wyden we een woord van hulde aan de nagedachtenis van mannen, die zich in ruimer omgeving een goeder, naam verwierven. De Academie verloor door den dood don Hoogleeraar Van der Burg, den hoogst bekwamen scheikundige; ook overleed de vriendelyke, hoogbejaarde ge- noesheer, de heer Aalbertsberr. zoo lang de kélyk, dat zelfs Gumprocht ophield met giegelen. Aschgrauw deinsde Honseke terugzjjne tanden klapperden tegen elkaar, hy snakte naar lucht, telkeas trachtte hij te spreken maar er kwam geen geluid over zyne lippen. Slechts zyne gebalde vuisten en zyne byna uit hunne kassen puilende oogen verkondig den zyne woede. Twee seconden lang stond hij zoo; toen draaide 'at) zich om en ontsnapte, zonder oro 'te zien, uit de kamer. Juffrouw Schulzen deed onwillekeurig een paar stappen om hem te volgen. „Hè!" spotte Berold, „zoo'n knap vrouwtje als gy zult toch niet zulk een leelyken vent naloopen! Dan zyn er toch nog anderen 1" Hy streek zich met een gevoel van zelfken nis zyn stoppellgen baard. De weduwe trok een mond als-van een pruilend kind. „Dat is ook zoo! Waarom is hij nu ook zoo ruw?" 2y ging vast Besloten naar den haard «n goot liet beslag in de pan. De mannen gingen, in het vooruitzicht op het maal, reeds zitten. Daar er geen vieide s roe! voorbanden was, plaatste juffrouw Schulzen zich maai- op tafel. Zy was in eene PRIJS DER ADWERTENTIEN: Van 1—6 regela*/ 1.05. Iédere regel meer ƒ0.17). Grootere lottera naar plaatsruimte. Yoor het in- ca3ueeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. vraagbaak in menig gezin. De Hervormde Kerk leed een smartelyk verlies in den per- soon van Dr. Van Ronkel, nog y vorig in zyn taak teen deze reéds de maat zyner lichaams krachten overschreed. Met weemoed denken we ook aan onzen gooden Oeetveen, de» veel geliefden schry ver voor de jeugd, in den bloei zyner jaren aan zjjn taak by het lager on derwijs en aan zijn huisgezin ontrukt. De industrie onzer gemeente betreurt het heen gaan van de heeren P. G. C. Eigeman en A. Hartevelt Jac.Zn., do laatste mede In den vollen manneiyken leeftyd weggenomen. Ook de heer S. Crommelin mag gerekend worden onder hen, die zich verdiensteiyk hebben ge maakt voor het algemeen belang. Moge het goede voorbeeld, door die mannen gegeven, ons allen tot trouwe plichtsbetrachting een aansporing zyn 1 Nog moeten we melding maken van het verlies, dat onze Hoogeschool heeft geleden door het emeritaat van Professor Huet, wiens gezondheid hem niet langer veroorloofde de plaats te bekleeden waar by als weinigen heeft uitgeblonken, alsmede van het feit, dat Professor De Vries, de groote taalgeleerde, den leeftyd bereikte, waarop de wet hem verplicht zyn taak aan de opleiding onzer aanstaande literatoren eerlang neder te leggen. Thans ryst, met een dichten sluier omhuld, het jaar 1891 voor ons op. Niemand kan- .zeggen, wat het in z#n schoot verborgen houdt, «-Hmand weet, of het hem ten einde t»e zal gegeven worden. Stemt die gedachte ons ernstig, die ernst verhooge onzen levens moed on versterko onze begeerte om een drachtig al het goede u. teen, dat we ep onzen weg zullen vinden. zy voor al onze lazere het nieuwe j;^;- een jaar van voorspoed, van zegim op hun arbeid 1 Morgen, 1 Januari, zal het 40 jaren geleden zyn dat alhier de boekdrukkery van dën heer A. IV. Sythoff werd opgericht. - In de zitting van de arrend.-rechtbank te 'e-Gravenhage van gisteren, heeft de heer p. H. Van Thiol, deurwaarder alhier, den eed als zoodanig afgelegd. By de Leidsche Spaarbank werd in de - maand December ingelegd 36,781.75, terug betaald f 51,291.53, terwyl zyn afgegeven 59 nieuwe en geheel afgelost 66 boekjes. Het gozameniyk tegoed der 8984 inleg gers bedraagt op 31 Dec. f 1,742,597.92'A. overmoedige bui en proefde op Berold's aan dringen eens van den brandewyn, welke haar erg heet in do keel brandde en waarover zy vreeselyk moest lachen. Willem had zyn arm om haar heengeslagen en drukte nu en dan een kus op haren pole, waarvoor zy hem telkens een zacht tikje gaf. Toen de uitgelatenheid het toppunt bereikt had, kwam Greta opeens binnen. Zy was niet- goheel onkundig van hetgeen er voorviel, want Trien was liaar te gemoet gekomen »it plicht; Trien's oogen zagef, als het ware door de muren. By haar verschynen gleed het weeuwtje als een aal zoo vlug van de tafel. „Ik heb je een poesje vervangen, juffrouw Romer", verontschuldigde zy zich, verlegen lachende, „vuur aangemaakt én het eten ge kookt.„Lieve hemel, men moet elkaar toch helpen.Ik hoop toch dat ik het goed heb gedaan?" „Ik dank u." Willem keek verbaasd op en Berold tchoof verlegen zyn bord met den r.annokoek op zy, nam de kaarten on gaf vlug rond om eene' houding te hebben, terwyl Guniprecht alle mogeiyke moeite deed era de worst stil in zyn zak te doen glyden, welke lijj echter in de haast niet vinden kon. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 1