<§eze oCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
I£iJkeriki.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
Ji\ 04-ull
Z£2 2>ceeiaat>cx%
.ft-» irqo
v "i o W VI
rv.^„«
TH ~r t\.
p xj^..
j£L
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Kommen.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTPIEN:
Tan 1—6 regels 1.05. Iedere rcgol moor 0-17 J.
Grootcre letters naar plaatsruimte. Voor het in-
ca6seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 13 van Kikeriki.
Een blik ln den eventueel toekom-
stlgcn toestand der stad Lelden.
(Ingezonden)
I.
Leiden heeft, met de meeste steden, ook
in 't buitenland, vergelekon, iets zeer eigen
aardigs. Over het algemeen zijn do hoofdstra
ten van het oorspronkelijk oude centrum, in
nagenoeg halvemaansvorm, de St.-Pieterskerk
en do hoofdweg naar 't Oosten, de Breestraat
namelijk, omsluitende tot aan en laDgs den
Rijn als basis, bijzonder ruim en, in de aan
gegeven richting, door de natuur gewijzigd,
ioopende, ook schoon. Hetgeen vooral uitkomt
op het gedeelte Karnemelksbrug- Waag, met
zijn weelderig geboomte en vele winkels,
hoewel jammerlijk onderbroken door dat
nieuwere, logge, ondoelmatige, de breede
pendant van de Vischbrug versperrende ge
vaarte, geDaamd Korenbeurs. En bij de latere
uitbreidingen der stad is men wel meer tot
het eentonig rochtiynige vervallen, maar ruimte
is de hoofdtrek gebleven, hetgeen een ieder
bijv. op de Oude Vost en Heerengracht in 't
oog loopt.
Wat is nu het gevolg van of liever, wat
gaat natuurlijk gepaard met zulk eene ruimte
bij de reeds bestaande uitgestrektheid der
stad, in aanmerking genomen het vroeger
reeds allengs geslonken aantal harer inwoners
en den verminderden bloei, die zeer zeker
thans geen zoo kostbaar monument, als de
Waag, zou doen verrijzen? Jammer maar
dit in 't voorbijgaan dat men, aan 't
rostaureeren zijnde, geen schilder en uitstekend
kleuren-nabootser heeft kunnen vinden, ter
voorkoming van dat zwartbonte, hetwelk
die soort van steen het eene stuk rneer
dan het andere aan de lucht blootgesteld^
krijgt, en wel eenlgen zóó hard donker, dat
de fijnere omtrekken van 't schoonste gebouw
daardoor als overschreeuwd worden en de
sierlijkheid van 't geheel voor 't oog verloren
gaat, zooals bijv. Dresdon, beroemd om hare
uitnemende architectuur, en ons Middelburg
duidelijk op te merken geven.
Leiden is om tot de gestelde vraag
terug te keeren en staat alom bekend als
eene zindelijke, rein, mooie, maarstille
stad. Er ontbreekt eene mot die ruimte over
eenkomende bedrijvigheid, gewone dagelyk-
j sche officieuze straatdrukte, welker geheel
gemis aan eene vervallen stad oe» zoo treu
rig aanzien geeft.
Voorzichtigheid zij dus aangeraden, opdat
behouden bljjve wat du nog redelijk kan ge
noemd worden, althans den meesten der inwo
ners, daaraan gewoon, nog niet onwelgevallig
is. Verruiming toch naar het geopperde plan,
kan niet anders dan de nog tamelijke drukte
annihileeren, waarbij komt, dat zich vanzelf,
by zooveel grootere uitgestrektheid, hier en
daar, naar localiteit, een centrum zou vor
men met eigen winkels, ver van het oude
centrum met zyn# fraaie wmkelgroep, die
daardoor natuuriyk in verval zou raken en
alzoo mede getroffen door die annihileering.
Annexeering kan alzoo geen meerder vertier
aanbrengen, goen beter aanzieD. En wat glorie
aangaat, om het materieel terrein even te
verlaten, deze troont reeds eeuwen lang voor
geheel Nederland hoog boven Leiden, de stad
der Boerhavens en Valcksnaeren, der Van
der Werven en Rembranden, om, mocht haar
eens geheelo verwoesting beschoren zyn, steeds
even glanzend boven hare ledige plek te blij
ven schitteren.
Uit het ontwerp, eventueel verwezenlykt,
kan slechts verzwaarde lastendruk voortko
men, hetgeen ten slotte de doodsteek voor
Leiden als stad zyn zou. Is nu eene stad
door onvoorziene omstandigheden geworden
wat het Fransche nécropolo uitdrukt, dat is
ongelukkig, maar door onvoorzichtige bande-
liBgen, dat is onverantwoordeiyk er by. Aan
een goed dictaal-onderdrukking ontgaande
refugiés is toch niet meer te denken en die
zouden dan toch eerst, vóór eenige vergroo-
tiDg aanwezig moeten zyn, zooals al wat men
diorgelyks zich zoo geraakkeiyk in de ge
dachte kan voorstellen en voorspiegelen, eeret
inderdaad werkelgk aanwezig zou moeten zyn.
Zie, dat is eerst een model-product van
een volblotd zwartgallige pessimist, denkt of
zegt wellicbt do lezer, tot hiertoe gevorderd.
Maar desn uitspraak weerlegt zichzelvo by
nader doordenken. Want waaruit toch zou
eene veilevi-iuiiging der stad, in haren tegen-
woordigen toestand, laat staan na eene uitbrei
ding, kunnen voortspruiten De in't verschiet
zyndu doorvoor te water tusscben Amsterdam
en Rotterdam kan slechts strekken ten alge-
heolen ondergang van de vele kleine scheeps-
ondernemingen voor vervoer speciaal tusachsn
Leiden en ieder der twee genoemde steden.
De ongelukkige stad Naney by'v. heeft een
doorvoer van onbegrilpeiyk grooten omvaDg,
inaar het baat haar hoegenaamd niets, alhoe
wel het station, door aanbonwing buitenom,
binnen de stad is geraakt.
Niet te vergeten de schade en het ongerief,
die vuile, welbekende rook-, roet- en kooklucht,
onafwendbaar van een zoo geplaatst statioD,
links en rechts over de stad komende.
VervolgenB, wat de bebouwing van den
omtrek aangaat, de daar reeds verrezen ge
bouwen, waaronder sommige breeders met
iets meer tuinterreiD, geven den wandelaar
wel is waar goen onaangenamen indruk en
zyn voor de omliggende gem6*nten geena ge
ringe aanwinst, maar om eenige merkbare
verlevendiging der stVd te kunnen teweegbren
gen, daartoe behoort eeDe zeer groote reeks
villa's van een plutocratisch allooi. Hoe schoon
Leiden op zichzelven is als stad, hare ligging,
in minder aantrekkaiyke environs, tus9Chen
Den Haag, Haarlem en Utrecht met geheel
Gelderland, en midden tusschen de twee kapi
tale handelssteden, maakt de keus te gemak -
kelyk voor den liefhebber eeuer villa, met
een .fllnken lusthof omgevenmet stalling enz.,
geheel ingericht voor eene breede luxurieuse
huishouding, en zoo ook voor den kapitalist
groothandelaar.
Maar, beweert men, de meDigte woningen
en zolfa fabrieken, aan eeno andere zyde buiten
de stad opgericht, die tellen toch mede. Zeer
zeker, als oen niet te versmaden contingent
opbrengende voor en aan de daar omliggende
dorpsgemeeDten. Doch iedereen zal het toe
geven, dat èn fabrieken ua zoo compact byeen-
wonende dienaren van manuele vakken veel
beter hunne plaats vinden huiten do grens eenor
stad, zoodaf, bevonden zy zich binnen de stad,
eene nieuwe gewijzigde grens, die hen buiten
de stad deed vallen, hun niet onaangenaam
zou kunnen zyn en zeer zeker in 't algemeen
belang der inwoners zyn zou.
Dewyl nu, wat, uit een finantieel oogpunt
beschouwd, voor de omliggende dorpen eene
redolyke aanwinst is, voor Leiden ter verwe-
zeniyking van 't geopperde plan van geenerlei
botoekenis zyn kan, zoo komt een woord te
pas over don verzwaarden lastendruk, uit eene
annexeeriug voortspruitende, in allen gevalle,
inzonderheid door do gegoede ingezetenen der
oude stad te dragen.
Leideii, 20 December.
Aan de universiteit alhior is het candidaats-
examen in de godgeleerdheid, eerste gedeelte,
afgelegd door de heeren H. Post on J. D.
Dardenne Ankringa.
Biykens overgelegde rapporten van de
commissie van fabricage wordt het noodlg
geacht in verband met de opmerkingen van
dr. B. J. Goossens, eenige werkzaamheden to
j doen verrichten aan de bliksemafleiders, als
mede naar aanleiding van een voorstel van
het hoofd der school 4de klasse No. 2, eenige
schoolbanken aan te schaffen voor bedoelde
school.
B. en Ws. geven mitsdien in overweging
hun college te machtigen
lo. een bliksemafleider te doen maken op
de Kunstzaal by de Lakenhal aan den Ouden
Singel, waarvan do kosten zyn geraamd op
ƒ150, alsmede eene afleiding van het Kruit
huis aan don Vestwal in verband met de gas
leiding, waarvan de kosten zyn geraamd
op 50;
2o. tot de aanschaffing van zes tweeper
soons-schoolbanken voor de school 4deklasso
No. 2, aan do Brandowynsteog, waarvan de
kosten zgn geraamd op ƒ100.
Ook wordt voorgesteld aan J. Meijer Sr.
vergunning te verleenen om oono stoep te
leggen voor het nieuw gebouwd huis Zonne-
voldsteeg, mits de rooiing te volgon van de
bestaande stoepen der perceelen Nos. 6, 14 en
15 en overeenkomstig aanwijzing van rooi
meesters.
Ter vervulling der vacature, die den
laatsten dezer maand ontstaan zal door de
periodieke aftreding van haar medelid, den
heer J. A. Van Dyk, biedt de commissie der
bewaarscholen de volgende voordracht aan,
bestaande uit de heeren J. A. Van Dyk en
C Francken.
Benoemd is tot onderwyzor aan eeno
byzondero schoei alhior de heer A. Andela Jz.
te Rotterdam.
Door den minivter van financiiSen ie een
wetsontwerp ingediend tot aanvulling en ver
hooging van hoofdstuk I der begrooting voor
1890, daar het inkomen, dat H. M. de Regentes
gedurendo haren weduwelyken staat uit
's lands kas Ingevolge art. 28 der Grondwet
geniet, bepaald moet worden op 1561G.43
voor het tydvak van 24 November 31 Decem
ber 1890.
By koninkiyk besluit is bonoemd tot
notaris binnen het arrondissement Groningen,
ter standplaats de gemeente Groningen, mr.
F. Van der Tuuk, candid'at-notaris aldaar.
Benoemd tot ambtenaar van het openbaar
ministerie by de kantongerechten in het arron
dissement Zieriksee, ter standplaats Zierikseo,
mr, P. De Josselin de Jong, advocaat en pro
cureur te 's-Hertogeribosch, tevens werkzaam
op het parket van den procureur-generaal by
het gerechtshof aldaar.
Naar tiet Duitsch.
2)
De smid, die hier scharnieren aan den
paardenstal had gemaakt, kwam juist to
voorschijn om zyn kolenbak opnieuw te vullen.
Hu bleef stilstaan en legde zyne krachtige,
gespierde armen op de omheining.
„Goeden avend, juffrouw Schulzen- Mooi
weertje vandaag! bé?"
De aangesprokene keerde zich om.
„U is er ook eon! Bent u tegenwoordig
ook hier aan het werk'? Noemt u dat
mooi weer? Hoe heb ik het met ul Gij
moest er maar geen gekheid over maken,
Henseke, die kou is het ongeluk van vele
oppassende werklieden."
Die laatste woorden sprak zy luide en op
bijzonder meewarigen toon. Zy wilde blijkbaar
de aandacht tiekken van den jongen werk
man met den donkeren vilten hoed, die nu
onder de lantaarn stond om zyn loon in ont
vangst te nemen. De smid volgde haronblik
en eeno uitdrukking vaal minachting vertoonde
zich in zyne oogen.
„Ongeluk herhaalde hy, eveneer,s hardop,
„dat hangt van het handwerk af. Wy byv.
zitten 's zomer* en 's winters in de hitte en
de verdienste blyfe hetzelfde."
„Tien gulden veertig cents", betaalde de
metselaarebaas uit. „Houd maar moed,
Römer! Strenge heeren regeeren niet lang.
Het is te hopen dat wij weer spoedig gaan
werken!"
Het knappe donkere gezicht van den met
selaar bleef somber.
„Dat ziet er niet naar uit", beweerde hij,
zyne schouders «phalende. „Goeden avond,
baas!
Hy gresp groetende naar den rand van
zyn vilten hoed en ging langzaam de straat
op naar de jonge weduwe, zóó langzaam
zelfs, dat zeker iemand het kon zien en er
zich aan ergerde. Juffrouw Schulzen kwam
hem met uitgestrekte hand te gemoet en
schudde de zyne hartelijk.
„Het spyt my toch zoo, dat het is gaan
vriezen, Romer!"
„Verlies den moed maar nietHet zal mis
schien wel spoedig veranderen en het vrie
zen ophouden."
Terwyl haar appelgezichtje op zyn liefst
&tond en zy Eömer met oogen vol kinder
lijke liefde aankeek, vond zy toch nog tyd,
oen heimelijken blik op den smid te werpen,
om eens op te letten hoe hjj het opnam dat
zy met een ander zoo vertrouwelyk was.
De smid had zyn kolenbak gevuld en kwam
oen paar schreden nader by de schutting.
„Rómer; als ge misschien nog iets aan jo
vrouw te zeggen hobt", zei liy heel kalm,
maar met een eigenaardigen klemtoon op het
woord vrouw, „ik ga er juist voorby... ik
meen maar ge komt misschien vooreerst
niet thuis."
Willem Róm*r hief het hoofd op en zyne
oogen wiorpen eon zeer vyandigen blik op
den vrager.
„Ik zou niet weten wat, zwarte Piel!
Ik ga altijd regelrecht naar huis."
Hy schudde der jonge vrouw, die erg om
den spotnaam lachte, dien de smid zoo on
gaarne hoorde, de hand; met loomen tred
slenterde hy door.
Willem Kumer was ontevroden. De vorst
het gekibbel met Peter Henseke en dan het
woordje „vrouw", dat hem toegesnauwd werd
juist in een oogenblik, dat hy zoo graag ver
geten had dat hy eene vrouw had.
Zyne vrouw! Als hjj die niet had en de
kinderen, zou hy nu niet zoo in nood zitten;
dat hy door hst weer tot niets doen veroor
deeld was. Wat voor een man kon hy zyn
zonder vrouw
Vroegor had by nooit aan iets dergelijks
gedacht, maar jongelui haasten zich dikwyls
te veel om to trouwen. Er zyn zoovele mooie
meisjes in do wereld.vrouwen en ook
weduwen.byvoorbeeld juffrouw Schulzen.
Als men golooft de mooiste te bezitten, duikt
er opeens eene andere op, die nog veel aan
trekkelijker is.
Een mooi meisje was zyne Greta ook ge
weest - jawel! En hjj was ook niet weinig
verliefd geweest op haar gezichtje van molk
en bloed. Maar haar bloei; ijd was gauw
voorbyKinderen, werken en zorgen doden
het hunne er toe. In een paar jaar was zy
niet meer dezelfde.
Nu had hy haar eenmaal en hy moest baar
behouden.
Een man moest eigenlyk pas op rijperen
leeftyd trouwen. Had hy een jongen vriend
of broeder, hij zou hem stellig waarschuwen,
Voor hem was het nu, helaas, te laat.
„Bedaar wat, Willem, loep me niet omver!
Je bent vandaag geweldig trotsch!"
Eene ineengedrongen figuur in een blauw-
gebroid boezeroen en eene geelledaren broek
riop met heesche stem hom deze woorden toe.
Vordl vei'vclgd.)