K". 9425.
31aan<]a,2: lO November
feze fêourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit YIER
Bladen.
SCHEURKALENDER.
Lelden, 8 November.
Feuilleton.
CLUCK AUF!
FfiUB DEZBB COUILANT:
Teor Loiden p«r 8 m^ndea.1.10.
Franco por post...1.40.
AfcondorLgbe NommeraC.OS.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
1—4 regel» 1.0S. Iedoro regel meer/OXf^.
Grootere letters natr plaatsruimte. Toor hot tra
caseeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend-
Evenals vorige jaren zullen wg weder een
HUHORIITI8CHEN en een CHRIS
TELIJKER SCHEURKALENDER, op
ltearig mooie Schilden, onzen Abonné's
als Premie aanbieden.
In de tweede helft dezer maand zullen de
Bons daarvoor in ons Blad worden afgedrukt,
waarmede de KALENDERS aan ons Bureel
kunnen worden afgehaald. Ook kunnen ze
bü onze Agenten in de omstreken worden
besteld.
Officieel© Kennlsgevliagen.
De Vooraitter van don Raad dor gemeente Leiden
brengt bij deze ter algemeene kennis, dat de verkie
zing van een lid van don Gemeenteraad, ter vervul
ling van de vacature, ontstaan door de benooming
van den heer Mr. N. L. J. VAN BUTTINGHA
WICHERS tot Gemeente-entvanger, zal plaats hebbon
op Dinsdag don 25eten November 1890, vaB des
voormiddags negen tot des namiddags vier uren.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
18 October 1890. DE KANTER.
Aan do in deze gemeente gevestigde
milicien-verlofgangers der lichting van 1888
wordt alsnog ter kennis gebracht dat zy
onder de wapenen worden geroepen en daartoe
op de hieronder vermelde dagen, des namid
dags vóór vier uren, by hunne corpsen tegen
woordig moeten zijn, in uniform gekleed en
voorzien van al de voorwerpen van kleeding
en uitrusting, door hen by hun vertrek met
groot verlof medegenomen, alsmede van ver
lofpas en zakboekje, zullende de opgeroepen
manschappen op de mede hieronder aange
wezen tijdstippen in het genot van onbepaald
verlof worden hersteld, alsdie, behoorende
tot het regiment grenadiers en jagers, het
4de en het 7de regiment infanterie, van 17
November tot 29 November 1890.
Bedoelde miliciens worden mitsdien uitge-
noodigd, op Donderdag 13 November aanst-,
des voormiddags tusschen 10 en 12 uren,
voorzien van hun zakboekje, zich aan te mei
don terplaatsehjke secretarie, tot het ontvangen
van aanwyzing van de plaats, waarheen zy
zich hebben te begeven en van het hun even
tueel toekomende daggeld of passagebiljet.
Bijaldien ziekte of andere wettige redenen
hen mochten verhinderen aan deze oproeping
te voldoen, behooren zy daarvan tydig ter
plaatselyke secretarie kennis te geven, in het
eerste geval onder overlegging eenor genees
kundige verklaring.
De minister van waterstaat, handel en
nijverheid heeft lo. bepaald, dat het good-
keuringsmerk, gedurende het jaar 1891 te
bezigen, zal zynby den yk en heryk dei-
maten en gewichten de letter in den ge
wonen 8chryfvormby den yk van gasmeters
de koninklyke kroon; 2o. ter algemeene ken
nis gebracht, dat het merk van het kantoor,
waar de eerste stempeling heeft plaats gehad,
volgens de ministeriëele beschikkingen van
12 Jan. 1873 en 22 Nov. 1878, voor het
ykkantoor Leiden bestaat uit het cyfer 7.
Door de directie der Staatsspoorwegen
is het navolgende bepaald
Aan tooneel-, muziekgezelschappen, alsmede
aan meer dergelyke, die niet voorzien zyn van
bewyzen, welke recht geven op vervoer tegen
vrachtvermindering op de lynen van den voor-
maligen Nederlandschen Bynspoorweg, kan
eene reductie van 50 pCt. op de enkele reisvracht
op die lynen worden toegestaan, mits het
gezelschap uit minstens ti-en reizende personen
per klasse bestaat, öf voor genoemd aantal
per klasse betaald worde, en het gezelschap
den stationschef een patent of ander geldig
bewysstuk kan leveren. Aan deze gezelschap
pen wordt alsdan een collectief biljet afge
geven, waarop zyn vermeld het aantal, de
klasse en het te bezigen parcours.
Door wyien den heer C. J. Bielders,
onlange te Amsterdam overleden, is een legaat
van ƒ4000 vermaakt aan het R.-K. Oude
Armenkantoor aldaar.
Mr, S. Van Houten gevoelt weder, even-
ala tydens de grondwetsherziening, behoefte
aan een eigen orgaan. Hy wenscht gelegen
heid om by de voorbereiding der verkiezingen
van 1891 eenigen rechtstreekschen invloed
uit te oefenen op de openbare meening en op
de gedragsiyn der liberalen in den lande. Het
eerste nommer eener nieuwe reeks „Staat
kundige Brieven" is verschenen.
De met 1 November jl. te 's-Hage op
getreden stationschef van de Hollandsche
Spoorwegmaatschappy, de heer G. H. Van
Beusichem, ie reeds nu op eervolle wyze uit
die betrekking ontheven.
Nauwelyks was de nieuwbenoemde chef
in functie, of hy moest voor den spoorweg
stationsdienst worden afgekeurd wegens groen-
blindheid, hetwelk hem voor zyn vorigen
werkkring by de stoomtram niet ongeschikt
maakte, doch dat hem, volgens de wet, ver
biedt op de spoorwegstations dienst te doen.
Dientengevolge is de heer Van Beusichem
thans weer uitsluitend opgetreden als chef
van den uitvoerenden dienst van de stoomtram
Den Haag—Scheveningen en is hy als sta
tionschef voorloopig vervangen door den heer
Saarlemyn, onder-stationschef der Holl. Maat-
schappy te 's-Hage.
Velen zullen het betreuren, dat een nood
lottig gebrek de door y ver en toewyding ver
diende positie van den heer Van Beusichem
heeft gebroken, eene omstandigheid, waaruit
echter voor zyne positie geen nadeel zal voort
spruiten, daar hy de by zyne benoeming tot
stationschef verkregen rechten behoudt.
Men schryft aan het „Vad.":
In West-Indie schynt gebrek aan kader te
zyndoor den gouverneur van Suriname is
althans gevraagd zoo spoedig mogelyk een
drietal onderofficieren uit te zenden, waar
onder een van het wapen der artillerie, doch
allen moeten administratief gevormd zyn.
Wanneer niet spoedig drie onderofficieren te
verkrygen zyn, zouden ook één of twee zeer
geschikte korporaals in aanmerking kunnen
komen om over te gaan by de landmacht in
West-Indië.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Zeeland is tot de evangeliebediening in de
Ned.-Herv. kerk toegelaten deheerL.A.Bahler,
caDd. te Groningen, die zich niet terstond be
roepbaar stelt, en door het provinciaal kerk
bestuur van Drente de heeren J. A. Schouten
van Utrecht en F. J. J. Loeff van Dordrecht,
welke laatste reeds dadelyk naar Uitwyk (N.-B.)
beroepen ie.
Na eene langdurige ongesteldheid is op
„lteerenberg" (by Haarlem) overleden dr.
W. Coert, 2de geneesheer aan het krankzin
nigengesticht.
De heer H. Smissaert ie met algemeene
stemmen gekozen tot rector van het Utrechtsche
Studentencorps.
Den 5den dezer overleed te Goes dr.
A. W. Van Campen, sind3 de oprichting leer-
aar en sinds vele jaren directeur van de Hoo-
gere Burgerschool aldaar. Met hem daalt een
man ten grave, wiens naam onafscheideiyk
verbonden is aan eene inrichting, welke tydens
haar bestaan reeds zoovele nuttige leden aan
de maatschappy heeft afgeleverd.
Zyne nagedachtenis zal by het groote aantal
van hen, die hy hielp vormen voor het leven
en die thane in eigen land en in den vreemde
de vruchten ook van zyne opleiding plukken,
voorzeker in dankbaar aandenken blyven. Op
dringend, verzoek van de familiebetrekkingen,
die daarmee handelen naar den wensch van
den overledene, die steeds wars was van
openbaar huldebetoon, bepaalt de rGoesche
Courant" iicV tot deze weinige woorden.
[Gekyk beketd is, was dr. Van Campen
vroe;?er prediiant en wel bekend als schry-
ver in JAsofogische tydscbriften.]
Door den minister van financiën is be
paald dat, behoudens het bepaalde by art.
16 der resolutie van 31 Oct. 1867 No. 165,
controles by afwezigheid van den controleur
met verlof of anderszins, worden waarge
nomen door don oudsten ontvanger in dienst
op dezelfde standplaats, tenzy de provinciale
inspecteur in byzondere omstandigheden reden
mocht vinden om van dezen regel af te
wyken. Dit moet dan echter vooraf aan het
oordeel van den minister worden onderworpen.
Deze uitzondering doet niet te kort aan
de verplichting van de ontvangers der in
voerrechten en accynzen om by ontstentenis
van den controleur op te treden in de ge
vallen, waarin de algemeene wet, de byzondere
wetten en andere voorschriften dit uitdruk-
kelyk bepalen.
By koninkiyk besluit van 6 Nov. is
D, F. H. G. Van Iterson, burgemeester der ge
meenten Heukelum en Asperen, uit die betrek
king ontslagen.
Benoemd tot lid der commissie, die gedurende
één jaar, te rekenen van 1 Augustus 1890,
te Amsterdam belast is met het afnemen van
de practieche examens van arts, vermeld in
art. 2 der wet van 25 December 1878 (Staats
blad No. 222), dr. P. J. Bamouw, aldaar,
thans plaatsvervangend lid dier commissie.
BeDoemd tot plaatsvervangend lid der com
missie, die van 1 Augustus 1890 tot en met
31 Jnli 1891 te Utrecht belast ie met het
afnemen van de practieche examens van arts
en tandmeester, vermeld in art. 2 en 8 der
wet van 25 December 1878 (Staatsblad No.
222), dr. C. L. G. Becht, te 's-Gravenhage.
Voor den tyd van drie jaren, met ingang
van 1 December 1890, met het gezondheids
onderzoek van uit zee aankomende schepen,
ingevolge de bepalingen der wet van 28 Maart
1877 (Staatsblad No. 35), voor Rotterdam be
last dr. W. Nolen, aldaar.
Vergunning verleend aan mej. A. H. Korte,
geboren te Oberbilk (Pruisen), mej. W. J.
Preker, geboren te Wert (Pruisen) en mej.
C. Hülzgen, geboren te Sayn (Pruisen), tot
het geven van la ger onderwys, mite zy overigens
aan de daartoe by de wet gevorderde ver-
eischten voldoen.
I
Roman van E, WERNER,
143)
In den eereten stryd had hy echter
zyne krachten leeren kennen en meten, en
zoo wist hy ze in den tweeden te gebruiken.
Langer dan een jaar was het zelfs twyfel-
achtig geweest of de. mynsn ook voortaan
aan hare bestemming zouden voldoen en voor
haren bezitter behouden blyven en ook nadat
men deze eerste, gevaarlykste crisis achter
den rug had, bleven er nog altyd genoeg ge
varen en verliezen te trotseeren over. Reeds
gedurende de laatste levensjaren van den
ouden Berkow hadden gewaagde speculatién,
buitengewoon groote verteringen en bovenal
het gewetenloos, slechts op oogenblikkeiyk
voordeel berekend werksysteem, waarvan de
treurige gevolgen toch ten laatste op het
hoofd van den ondernemer neerkwamen, zyne
positie en zyn fortuin grootendeels be
nadeeld.
De werkstaking, welke bijna eene maand
lang duurde, het ongeluk in de mynen, wel
ker reparatie groote onkosten na zich sleepte,
dreigden hst reeds half verlorene met een
geheelen ondergang. Meer dan eens scheen
het eene onmogelykheid, de grooteche onder
neming in stand te doen blyvenmeer dan eens
schenen de wonden, welke het verleden en
bovenal de laatste stryd haar had toegebracht,
ongeneesiyk te zyn, maar Arthur's karakter,
hoe laat ook gevormd, hardde en ontwikkelde
zich uitmuntend in deze school van onafge
broken en ingespannen werkzaamheid.
Alles wankelde, alles dreigde ineen te
storten, toen de jonge chef, nu jaren ge
leden, de zware taak op zich nam, uit een
chaos van bezigheden, verplichtingen en vor
deringen, welke hy in de eerste plaats te
beredderen had, eene nieuwe orde van zaken
in het leven te roepen; maar hy had op
zichzelven leeren vertrouwen, hy had zyne
vrouw aan zyne zyde en het hing thans van
hem af, Eugénie en zichzelven eene toekomst,
een gelukkig levenslot te scheppen.
Dat was het, wat hem telkens met nieu
wen moed bezielde, waar een ander wellicht
moedeloos en wanhopig zou zyn teruggedeinsd;
dat was het, wat hem staande hield, als de
taak soms zyne krachten te boven gingdat
was het, wat hem eindelyk deed zegevieren.
Nu waren de laatste naweeën van dat
rampzalig tijdperk eindelyk overwonnen, ter-
wyl het vroegere geluk zich weer hechtte
aan al de ondernemingen, waaraan de naam
van Berkow was verbondenmaar de naam
was ontdaan van de smet, welke hem vroe
ger aankleefde; die naam werd thans niet
dan met eerbied genoemd.
De uitgebreide en buitengewoon produc
tieve onderneming was krachtiger gegrond
vest dan ooit te voren, en hierdoor was ook
de rykdom van haren eigenaar beter dan ooit
gewaarborgd.
De schatten, welke den jongen, verwenden
erfgenaam eens zoo verderflyk dreigden te
worden en gedeelteiyk reeds geworden waren,
omdat het lot ze hem zoo gemakkelyk in
den schoot had geworpen, waarop hy juist
daarom met zulk eene minachtende onver
schilligheid had neergezien, die schatten waren
thans, nu hy ze in een sedert jaren gevoer-
den stryd moest heroveren, nu zy in zyne
hand zooveel anderen ten zegen waren, ook
hem dierbaar geworden.
Het was omstreeks twaalf uren op den
middag, toen de directeur en de hoofdinge
nieur gezamenlyk de bergwerken verlieten en
zich naar hunne woningen begaven. Beiden
waren in den loop der jaren wel eenigszins
verouderd, maar daarom niet veranderd. Be
een was even goedhartig gebleven, de ander
even ondeugend, hetgeen zich juist in den toon
zyner stem weder openbaarde, waarmede hy
het gesprek voortzette:
„De baron Van Windeg heeft zyne aan
staande komst alweer door zyn oudsten zoon
laten aankondigen. Het schynt dat men tegen
woordig eenigszins bluft op eene bloedver
wantschap, welke men zich eerst slechts met
tegenzin liet welgevallen. Sedert onze hande
lingen en onze inrichtingen ook van de
zyde der regeering opgemerkt en zoo uiterst
gunstig beoordeeld worden en mon er zich
zelfs in de hofkringen voor interesseert, heb
ben de bergwerken in de oogen van don
ouden aristocraat genade gevonden. Zyn
schoonzoon staat al lang by hem in de gunst
en my dunkt ook dat deze zich nu ten minste
wel op ééne lyn met de Windege kan stellen.
Het geheele Rabenausche majoraat is niet
half zoo groot als de Berkowsche bezittingen
en heeft niet half zooveel invloed. De baron
ziet langzamerhand in, dat hy zich met zyne
goederen in de menigte anderen verliest, ter-
wyl wy eene macht in de provincie vormen,
welke door ieder als zoodanig erkend wordt."
„Er wordt by ons ook vrywat meer tot
stand gebracht dan ergens anders", zeide de
directeur.
(Wordt vervolgd.)