K». S4-Ö8. 13iiisclag October A\ 1820. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <gpnr en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 October. Feuilleton. GLÜCK AUF! PaUB DEZ5JE. COURANT: Vo«? Leiden per 8 toz&ndec.....f 1.10. ITncoo per poet1.40. Afkonderlgke Kommen0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Yea 1—0 regels 1.05. Iedere regel meor ƒ0.17*. Grootere lettere neer pl&atemimte, Yoor hot in= caBsoeren buiten de stad irordt 0.10 berekend. Ia art. 1 van het Raadsbesluit van den Slisten October 1877, regelende do heffing van eene Plaatselijke Directe Belasting (Ge meenteblad nu. 4 van 1878) laatstelijk gewij zigd bij Raadsbesluit van 23 December 1886 (Gem.blad no. 2 van 1887), is o. a. bepaald dat dn» belasting geheven wordt tot een telken jare by de vaststelling der begrooting te be palen bedrag van hoogstens 150,000. Zooais uit de eerlang door B. en Ws. over te leggen Memorie van Antwoord op het Ssctieverslag omtrent de behandeling der or.t- werpbogrooting voor 1891 zal blpfcen, zal, zeggen zij, by aanneming van de daarbij door hen gedane voorstellen, voor het jaar 1891 met eene heffing van ƒ150,000 niet kunm n worden volstaan, maar zal de opbrengst der inkomsten belasting op een hooger bedrag moeten worden geraamd. B. en Ws. goven den Raad mitsdien, onder overleggi-ig van een daartoe strekkond con cept-raadsbesluit, in overweging h6t vastge steld maximum van heffing te verhoogen mot f 25,000 en alzoo vast te stellen op 175,000, welk bedrag hun voldoende voorkomt, onder opmerking dat eene vorhooging van het maxi mum noodzakelyk is om in de behoeften van den dienst te kunnen voorzien en dat daar tegen geen bezwaar kan bestaan, omdat toch do Raad telken jare het te heffen bedrag be paalt en dus steeds de macht heeft om tegen eene te hooge heffing te waken. B. en Ws. leggen tevens over eene opgave over de laatste zeven jaren van de raming •der inkomsten-belasting op de begrooting en van hot bedrag van do vastgestelde kohieren, waaruit" blykt dat steeds getracht is by do hoffiog zoo ver mogelyk van het maximum verwyderd la blyven. Over die jaren toch is gemiddeld 12,700 per jaar minder geheven dan de verordening toelaat. Naar aanleiding van oen desbetreffend verzoek van P. Buth, geven B. en Ws. in overweging aan adressant wegens vestiging in de gemeente in Augustus jl., terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zyne dochter, leerlinge der Meisjesschool 2de klasse, over de maand Juli, tot eeri bedrag van 1.33. Naar aanleiding van het vei zoek van C. Hoitsoma geven zij tevens in overweging aan adressant, wegens vertrek uit de gemeente mat November terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor twee kinderen, leerlingen der Meisjesschool 2do klasse, en twee kinderen, leerlingen van de Leerschool, over de maanden November en December, tot een gezameniyk bedrag van S. De commissie van financiën bericht dat het onderzoek der begrootingen voor 1891 van de volgende gemeento-in6teliingen van wel dadigheid tot geene bedenkingen hooft geleid. Zy stelt mitsdien voor deze goed te keuren by do besluiten, waarvan het model aan den voet dier rospectieve begrooting is gevoegd, als die van: a. het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kin derhuis in ontvangst en uil gaaf ad ƒ27,205.45; b. het RoomBCh-Kathoiiek Armbestuur in ontvangst en uitgaaf ad ƒ9001.89; c. het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis in ontvangst en uitgaaf ad 9980.50 en d. van Vrouwen Kraamraoeders in ontvangst en uitgaaf ad 2317 S45. Ook het onderzoek dor begrooting van de Stedelyke Werkinrichting over 1891 haofttot geene bedonkingen geleid. De commissie geeft derhalve in overweging, die hsgrooting goed te keuren, in ontvangsten uitgaaf ad ƒ17,582.50 en het door deze administratie verlangd sub sidie voor 1891 ten bedrage van 3500, als 2340 uit de gemeentekas en 1160 als rente van het legaat, door wyien H. V. J. Buzzi, te Frankfort a/d Main, aan de gemeente Leiden, ten bebo9ve der Stedelyke Werkinrichting ver maakt, toe te staan. Nog voordat de commissie alhier, belast met het onderzoek der aanhangige voorstellen tot uitbreiding der grenzen van Leiden, ten einde daaromtrent aan Ged. Staten rapport uit te brengen, na hare sectie vergaderingen, in openbare zitting is byeengekomen, is een liarer leden, de heer A. Hartevelt Jz., die wegens ongesteldhoid verleden week ook da eerste samenkomst niet bywoonde, overleden. Hy bereikte den leoftyd van 45 jaren. In de Pieterskerk werd gisteren in de druk bezochte morgen-godsdienstoefening de heer W. Briët J.Pzn. als leeraar by de Nod.- Herv. gemeente alhier bevestigd door ds. J. J. Van der Lip, dia daartoe tot tekst gekozen had: Hebreeën 13 vers 17. Des avonds deed de nieuwe predikant zyne intrede en hield eene rede naar aanleiding van Psalm 40 verzen 10 tot on met 12. Tevens werd door hom, behalve tot do ge meente, in het byzonder het woord gericht tot zyne ambtsbroeders, allen togonwoordig, (inzonderheid tot ds. Van dor Lip), tot ge meente-commissie, ouderlingen en diakonen, notabelen en kiescollege, hoogleeraren en studenten, godsdienstonderwyzers en krankon- bezoekera. De broede schare, op een paar duizend per sonen te schatten, zong den nieuwen leeraar na de godsdienstoefening het bekende psalm vers „Dat 's Heeren zegen op u daal'" enz. toe. Thans is dus voorzien in de vacature, ont staan door het eervol emeritaat, verleend aan ds. Joh. Drost. Nog twee vacatures blyven er nu, n. 1. eene door het eervol emeritaat, verleend aan dr. W. Schetter, en eene, door het overlijden van dr. Ph. S. Van Ronkel. Ds. Rudolph, predikant te Heinenoord, zal eerst op Zendag 7 December bevestigd worden en zyne intrede doen als predikant by do gomeento der doleerend6n te dezer stede. By beschikking van den minister van binnerrtandscbe zaken is dr. M. C. Dekhuyzen, arts, assistent by de physiologic aan de Ryks- universiteit alhier, tot wederopzegging toe gelaten als privaat docent in de faculteit der geneeskunde aan voornoemde universiteit, ora onderwys te goven in de leer van de dierlyke cel. In het Nutsgebouw werd gisternamiddag te twee uren eene vergadering gehouden, met het doel om hier tor stede eene afdee- ling te constitueeren van de „Alliance Israelite UniveiAelle". Het voorioopig bestuur, bestaande uit do heeren D. Beuth, presidentH. Van Gelder Jr., secretaris, en E. Horloos, thesaurier, had tot bijwoning dezer byeankomat uitnoodigingen rondgezonden en zag de oproeping met eene vrjj talryke opkomst beantwoord. Als spreker in deze vergadering trad op de heer B. Heymaus, van Utrecht, die in zyne uitgebreide lezing den toestand en de ver drukking schetste, waaraan de Israëlieten in vroegoren tyd waren blootgesteld eu hoe ook r.og in deze eeuw de toenemende beschaving der volkeren niet hoeft kunnen beletten dat, hoofdzakeiyk in het oosten van Europa, de Israëlieten nog steeds verdrukt worden. In tegenstelling daarvan schetste spreker den toestand van het westelyk doel van Europa, en inzonderheid Nederland, alwaar de Israëliet alle rechten geniet, welke hem als staatsburger toekorne. Vandaar dan ook de warme patriot tische gevoelens, en de liefde voor ons dierbaar Vorstenhuis, welke hen allen bezielen. En waarom zoude men hun ook die rechten onthouden'? Zy toch vormen geen staat in den Staat, maar zij zyn staatsburgers met hart en ziel! Eindelijk toonde spreker aan het dool en de werking der „Alliance Israelite," en wel in hoofdzaak om den Isradiet daiir te helpen en te steunen, waar hy te lydon heeft, omdat hy de beiyder van den Joodschen godsdienst is, om hem te verheffen en op te beuren, daar, waar hy door langdurige verdrukking tot moedeloosheid en onverschilligheid ver vallen is. Door hot stichten van tal van scho len en instellingen op maatschappelyk gebied, in het kort door algehe6le beschaving, tracht de „Alliance" hare verdrukte geloofsgonooton te verheffen. In het jaar I860 werd de „Alliance Israëlite Universelle" door Adolph Crémieux, te Parijs, in het leven geroepen, gesteund door den alom zoo gunstig bekenden Moses Montifiore. Deze hond vond groots deelneming en thans zijn in allo landen van Europa, Amerika enz. afdoelingon tot 6tand gekomen, terwij! het hoofdcomité zich te Parys bevindt. De uitmuntende rede van den beer Heymans werd door het aandachtig auditorium met voel by val begroet en had ten gevolge dat ook hier eene afaeciing gevormd word, aan- vankelyk met 22 leden en 3 donatrices. Da Engelscho mail, met berichten uit Batavia, kan morgen, 21 dezer, alhier worden verwacht. By do heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partjjon van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste pryzen 57, 29, ƒ6.10 en ƒ3; do laagste: 57, ƒ29, 6 en ƒ3. Door het Genootschap ter bevordering van de Genees-, Heel- en Natuurkunde zyn o. m. benoemd tot gewone ledondo heeren dr. P. P. C. Hoek te Helder en prof. dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom te Leiden. By acclamatie werd mevrouw Weber Van Bosse op voorstel van bet bestuur tot lid van het Genootschap benoemd. De prijsvraag omtrent hot stelsel-Lavoisier en de geschiedenis der geneeskunde is weer uitgoechreven en wel tegon 1 Jan. 1893. Tot leeraar in do oude talen aan het gymnasium te Winschoten is door don Raad dier gemeente benoemd do heer A. C. Bois- sevain, te Leiden. De heer G. Vlug, predikant by de Ned.- Ger. gemeente (doleerende) te Leiderdorp, heeft c-en beroep ontvangen naar eene zelfde ge meente te Broek-in-Waterland (N.-H.) i By de verkiezing yan leden voor het i kiescollege van de Ned.-Herv. gemeente van I Voorschoten en Veur, Zondag gehouden, kwa- i men van de 21Ü kiezers slechts 97 terstem- bus. Twee blanco-biljelten werden ingeleverd. Roman van E. WERNER. Ill) De postiljon bracht nog eens allerlei beden- Iringen in het middenhet kwam hem vry zonderling voor, dat de vreemde, aanzieniyke iVuno, dio hem met eene buitengewoon groote foci had aangespoord, om toeb zoo scbieiyk mogelijk te rydon. zich nu alieen te midden van al dat tumult zou begevea; zijne waar schuwingen hadden echter geen ander gevolg dan oen ongeduldig, afwyzend gebaar, zoodac hy eindelijk schouaeroplialend en alleen tot •den terugtocht moest besluiten. Eugë-nie had een voetpad betreden, dat, zonder over do bergwerken zelf te loidon, over de weilanden naar den ingang van het park voerde en dat hoogstwaarschijnlijk nog vei lig te begaan was. Desnoods kou zy by de jn deze richting liggende woningen d6r be ambten bescherming en gelaide vinden. Hoe onontbeerlyk beide waren, had zy voorwaar niet vermoed, toen zij, de ingeving van het oogenbiik volgend, gehoal allean de reis en den rit herwaarts ondernam, en ook thans kende zy nog niet den omvang van het ge vaar, waaraan zy zich op dezeu tocht bloot stelde. De mogelykheid van oonig gevaar was hot echter niet, die dien verhoogden blos op hare wangen, dat onrustig (likkeren in hare oogen te voorschyn riep en haar de borst als toeschroefde, zoodat zy soms oven moest blyven staan, om adem te scheppenhet was de vrees voor de beslissing. De zware, be nauwde droom, die haar had bevangen, toen zy het huis van haren echtgenoot verliet, hy had niet van haar willen wjjken, zoolang zy van hom gescheiden was geweest. Noch haar vaderiyk huis en de liefde harer bloed verwanten, noch al de stommen, welke haar van een mouw leven en een nieuw geluk hadden gesproken, konden haar hieruit doen ontwakende droom was gebleven met zyn doffe smart en onbestemd verlangen. Nil eindelyk zou het ontwaken komen en alle gedachten, alle gewaarwordingen der jonge vrouw kwamen in hoofdzaak op deze ëunu vraag neder: „Hoe aal liy my ontvangen'"' Z:J had juigt een klein, afzonderlijk gelegen huis bereikt, dat do uite.sie grens van de bergwerken vormde, toen zy iemand van dien kant snel op zich zag afkomen, die, zoodra hy haar herkende, zichtbaar scheen te ont stollen. „Mevrouw Berkow! In 's hemels naam, hoe komt gy hier en dat juist vandaag?"' „O, zyt gy daar, opzichter Haitmanzeido Eugenie; hem tegemoet iredend. „Gelukkig dat ik u juist onlmoet! Ik hoor dat er on lusten onder de mynwerkers zijn uitgebroken. Ik heb het rytuig daarginds gelaten, omdat de koetsier zich niet verder durfde wagen. Ik wil nu te voet naar buis gaan." De opzichter maakte eene driftige, afwe rende beweging. „Dat kunt ge ni-t, mevrouw; dat is voor het oogeriblik onmogelyk. Misschien morgen, misschien van avond, maar nu niet." „Waarom met?" vroeg Eugenie verblee- kend. „Wordt ons huis dan bedreigd? Myu echtgenoot. „Neen, neon, mjjnheer Berkow geldt hot heden niet; hij is thuis met de beambten. Ditmaal is het onder onszelven uitgebroken. Een deel van do arbeiders heeft van mergeu het werk weer willen opvatten ;myn zoon" eene smarteljike uitdrukking vertoonde zich op het galaat van den oudon man, „nu, gy weet wel, hoe da zaken lner staan, Uirich j is daar woedend driftig over gewordeD. Bij J en zyne party' hebban het werkvolk met ge- weid teruggedi even en houden nu de mynen bezet. De anderen willen zich dat niet laten I welgevallen en scholen ook samenal do bergwerkon zyn in oproer, de eene kameraad staat als vyand tegenover den ander. Goede hemel, wat zullen we nog beleven De opzichter wrong de handen. De jongo vrouw hoorde nu van verre een woest rumoer en getier, dat, ondanks den afstand, duiceiyk tot hen doordrong. „Ik had plan de bergwerken te venr.yden", antwoordde Eugt'nie. „Ik wilde over de weide het park zien te bereiken en van daar. „Om 's hemels wil. ga dion kant niet uit!" viel de oude man haar in do rede. „Daar is Uirich juist met zijn geboelon aanhang; ze beraadslagen op de weide, ik wilde er juist heengaan en hem nog eens smeeken, toch eindelyk naar reden te luisteren en ten minste do mynen weer vry to laten; hy ver zet zich nu immers t9gen zyn eigen vieesch en bloed; maar hy boort en ziet niets meer in zyne drift en opgewondenheid. Neen. dien weg niet, mevrouw! Die is do ergste!" „Ik moet naar het .andhuis!" verklaarde Eugenie vastberaden, „het koste wat het wil, ik moot er heen! Ga met mij mece, Hartman, tet eau de woningen der be ambten." (TTor«( vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1